Vikingen

Waar woonde de vikingen? De vikingen woonden in Scandinavië rond de landen die nu Denemarken, Noorwegen en Zweden heten. In Scandinavië woonden gewone boeren (die ook Vikingen werden genoemd). Scandinavië is erg bosachtig. Gelukkig maar, want hout was erg belangrijk voor de Vikingen. Ze maakten er heel veel van b.v.: boten, handvatten voor gereedschappen en wapens zoals: messen, bijlen en schilden. Hout werd ook gebruikt voor het maken van vuur. In hun land waren dorpen en steden. In de winter waren de vikingen thuis en gebruikten al de spullen die ze in de zomer hadden geplunderd. Als de Vikingen thuis waren dan maakten ze vaak boten, zij waren ook de eerste die boten met zeilen hadden. Er waren 3 verschillende standen bij de vikingen(standenmaatschappij). 1. Jarl: plaatselijke leider
2. Karl: vrije boer

3. Thrall: slaaf De veroveringen De Vikingen voeren naar veel landen. Ze waren eigenlijk de eerste ontdekkingsreizigers. De Vikingen voeren ook naar Nederland. Een van de plaatsen waar ze geweest zijn, is Utrecht. De Vikingen hebben waarschijnlijk ook Amerika ontdekt (veel eerder dan Columbus). De Vikingen veroverden ook soms delen van landen, meestal lagen die delen aan de kust. Als de Vikingen gingen plunderen, bleven er een paar bij de boot staan om te zorgen dat hij niet werd meegenomen door de vijanden. Als de Vikingen thuis kwamen hadden ze meestal veel goud en sieraden mee. Uit Engeland, schapen(wol) en tarwe, uit Zwitserland en Oostenrijk dingen zoals wijn, wapens, stoffen en aardewerk. Uit Griekenland werden hout en wapens meegenomen. In Groenland vonden ze pelzen en uit Turkije haalde ze barnsteen, vruchten, specerijen, wijn en zijde. Nog andere dingen die ze mee namen uit andere landen zijn ivoor, goud, slaven, zilver, vis, deksteen en zout. Maar de Vikingen plunderden de spullen niet altijd, soms ruilden ze ook spullen
Hier zijn een paar belangrijke jaargetallen: 793: eerste plundertocht van de vikingen in Engeland
874: eerste vikingen gaan op ijsland wonen
889: een viking krijgt macht in Kennemerland en een deel van Egmond hij noemt het holtland, holland dus. 911: de vikingen sluiten een vredesverdrag met de Franken en krijgen een eigen stuk land: Normadië (noormannen). 980: Groenland wordt ontdekt. Vikingen uit IJsland gaan daar wonen. 1000: Vinland (Amerika) wordt door de vikingen verkent. 1066: Hertog Willem verslaat de vikingen en dat was het eind van het vikingentijdperk Het Geloof De Vikingen geloofden in goden. Ze hadden niet zoals wij een God maar zij hadden er meerderen (polytheïsme). Een paar van de goden waar Vikingen in geloofden zijn: Odin(hoofdgod), Frigg, Thor , Loki, Frey en Baldur. Mensen maakten vaak spullen na zoals de hamer van de dondergod Thor. Zijn taak was om donder te maken. De hoofdgod was Odin. Maar zijn zoon thor was het meest geliefd bij de vikingen, hij was de god van de donder en met een slag van zijn hamer kwam er een donderslag. Hij was ook beschermer van de goden. In een tempel stonden standbeelden van goden ervoor zat een altaar. Je moest bloed van een mannetjes dier op dat altaar leggen om de god te eren, dat beest werd later opgegeten, elke god had iets anders waar in je hem moest eren bv. Ziekte. Door de lange reizen kwamen de vikingen in aanraking met het christendom en langzamerhand werden de vikingen christen, Hun tempels werden kerken en er was nog maar een god(monotheïsme). Het schrift Als de Vikingen gevochten hadden dan maakten ze van een steen of hout een gedenkteken. Dit deden ze om te laten zien dat zij de besten waren. Ze maakten ook stenen als er iemand overleden was. En soms werd er ook op de stenen geschreven; deze "letters" heten runen. Het runen alfabet werd gebruikt tot de Middeleeuwen. Het basisalfabet heet Futhark, dat is genoemd naar de eerste 6 letters van dat alfabet (f-u-th-a-r-k-g-w-h-n-i-j-ei-p-z-s-t-b-e-m-l-ng-d-o). Later rond 200 N. Christus werd het gewone 26 letteralfabet gemaakt. Rond het jaar 800 werd het futhark niet meer gebruikt. Deze stenen staan nog steeds in Noorwegen, Zweden en Denemarken.
De schepen De schepen werden niet alleen als vaartuig gebruikt maar ook als graf. Als de hoofdman van de Vikingen was overleden, moest een van de slaven ook sterven. De slaaf werd 10 dagen verzorgd door twee bedienden. Het overleden stamhoofd lag in een tijdelijk graf, terwijl er speciale kleren voor hem werden gemaakt. Op de dag van de begrafenis werd zijn boot aan land gesleept en op een stapel hout gelegd. Op de boot werd een tent opgezet en er werden kleden en kussens uitgespreid. Het lijk werd opgegraven, gekleed in schitterende kleren en in de tent gelegd. Twee paarden, twee koeien, een hond, een haan en een kip werden gedood en bij hem gelegd. De slaaf werd opgetild zodat ze over een houten raamwerk heen kon kijken. Ze werd naar het schip gebracht, dronk een sterke drank, zong ten afscheid een lied en werd gedood. Het schip werd in lichtelaaie gezet. Een paal met de naam van de dode erop werd neergezet op de grafheuvel die de as bedekt. Natuurlijk werd er op een boot van de Vikingen ook gevaren. De Vikingen waren de eersten die zeilen gebruikten, maar als er geen wind was roeiden de Vikingen zelf. De Vikingen waren trots op hun schepen, als je een Viking vroeg wat hij het liefst zouden willen hebben dan zal hij waarschijnlijk een schip antwoorden. Één keer per dag op een boot varen was hartstikke gewoon. Vaders leerden hun kinderen al op jonge leeftijd te varen. De schepen waren zo gebouwd dat ze stevig en snel waren en dat ze goed tegen de golven opkonden varen. Ook waren ze klein genoeg om in ondiepe rivieren te kunnen varen. Een viking schip werd helemaal van hout gemaakt. Het gereedschap van een scheepsbouwer bestond uit: een tang, avegaar om gaten te boren, een zaag, een mes, schaapijzers om uit te hollen en te versieren, beitels, bijlen, hamers met ijzeren koppen en houten hamers. Er waren verschillende boten: de Knorr, een rivierboot, een veerschip en het vikingenschip. De knorr is een stevig vrachtschip dat gebouwd is om ruwe zeeën te weerstaan. De rivierboot is een klein werkbootje waarop je een zeil kunt hijsen. De veerboot is breed en ondiep. Het Vikingschip is een oorlogsschip. Daar heb ik net al wat over verteld. Het beste Vikingschip werd van eikenhout gemaakt je kon ook pijnhout of berkenhout gebruiken, maar voor de kiel werd altijd eikenhout gebruikt. Vikingen in de 20ste eeuw Vikingen worden vandaag ook nog gebruikt voor bv. tatoeages, beeldjes, schilderijen en plastic poppetjes (speelgoed). Er is ook een ruimtesonde dat de Viking heet.