Scheikunde

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1092 woorden
  • 14 mei 2003
  • 154 keer beoordeeld
Cijfer 5
154 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is natrium? Voorbeelden van bekende gassen, vloeistoffen en vaste stoffen. Wat is ontleding? Wat zijn zuren en basen? Wat betekent licht ontvlambaar? Wat is oplossing? Wat is suspensie? Wat is emulsie? Wat zijn legeringen? Wat is waterstof? Waterstof is de Nederlandse naam voor het chemisch element Hydrogenium. Waterstof is een geurloos en kleurloos element, dat onder normale omstandigheden bij kamertemperatuur en onder normale atmosferische druk - gasvormig is. Waterstof is het kleinste, meest eenvoudige, natuurlijke voorkomende element. Waterstof is de meest voorkomende substantie in het universum: ondanks dat het zelf het lichtste en kleinste element is, maakt het toch ongeveer driekwart uit van het gewicht van alle materie in het heelal. Waterstof komt hoofdzakelijk voor als een tamelijk stabiel en inert molecule, bestaande uit twee
waterstofatomen, formule H2. Op aarde komt waterstof ook in grote hoeveelheden voor, maar meestal in verbinding met andere chemische elementen.
Wat is water? Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft dus 2 waterstof atomen en 1 zuurstof (oxide) atoom. Elke stof bestaat uit hele kleine deeltjes. Dat zijn moleculen, die moleculen bestaan weer uit nog kleinere
deeltjes dat zijn atomen. Er bestaan iets meer dan 100 verschillende soorten atomen. Al die atomen hebben een naam en een nummer. Atomen die aan elkaar vast zitten zijn moleculen bijv: water. Water bestaat uit 2 zuurstof atomen
en 1 waterstof atoom.Een zuurstof atoom heeft de letter O en water stof heeft de letter H. Je hebt 2 waterstof atomen en 1 zuurstof atoom om water te vormen je schrijft dan H2O. H2O is dus een water molecuul. H is een water atoom. O is een zuurstof atoom
Nog een voorbeeld: Koolstofdioxide bestaat uit 2 zuurstof atomen en 1 koolsstof atoom dit
schrijf je dan zo: CO2
C is een koolstof atoom
O is een zuurstof atoom
Nog een voorbeeld: ether bestaat uit 4 koolstof atomen uit 10 waterstof atomen en 1 zuurstof atoom
Je hebt vele soorten waters wij noemen er maar een paar van op. Kraanwater/drinkwater: hard water (veel kalk) en zachtwater (weinig kalk). Grondwater: onder de grond. Rioolwater: in het riool
Helder water/troebel water
Zoet water
Bleekwater
Verontreinigd water kun je ook zuiveren, bijvoorbeeld grondwater, slootwater, rioolwater of zeewater. Dit verontreinigd water kun je zuiveren door bijvoorbeeld het water te filtreren of te destilleren. 1.Wat is filtreren? Als je water filtreert blijven vaste deeltjes (zandkorrels, wormen, etc.) blijven achter in het filter. Kleinere deeltjes die door het filter glippen (zout, etc.) zijn zo klein dat ze door het filter gaan.
2.Wat is destileren? Als je het water gefilteerd hebt en je wilt water zonder piepkleine deeltjes kun je het laten koken, dus alleen het water verdampt als stoom
en de piepkleine deeltjes blijven achter. Je moet het waterdamp opvangen, af laten koelen, en weer laten laten condenseren. En als condens
opvangen. Dit condens is zuiver water. Om te drinken. De drie fasen van water. 1. Vast: de moleculen zitten vast op hun plaats en tegen elkaar aan. 2. Vloeibaar: de moleculen zijn los van elkaar en kunnen stromen. 3. De moleculen stijgen op uit de vloeistof en er is veel ruimte tussen de moleculen. Water kan: 1.Smelten
2. Bevriezen
3. Verdampen
4. Condenseren
5. Rijpen
6. Sublimeren
Smelten: ijs smelt bij 0 graden. Bevriezen: water bevriest bij 0 graden. Verdampen: water kookt bij 100 graden. Condenseren: waterdruppels op het raam tijdens koken (ruiten beslaan). Rijpen: Vochtige lucht bevat 3% waterdamp, als de temperatuur 's nachts daalt kan deze waterdamp: 1. Condenseren als kleine waterdruppeltjes( mist, dauw). 2. Rijpen als kleine ijsdeeltjes, witte bomen en daken in de winter. Sublimeren: het wegvriezen van bevroren plassen in de winter zonder eerst te smelten
Het verschil tussen regen en mist: Regen komt uit de wolken en mist onstaat op elke plaats in de lucht

Nu een paar voorbeelden van bekende vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. Bekende vaste stoffen zijn: ijzer(Fe), koper(Cu), zilver(Ag), goud(Au). Bekende vloeistoffen: water(H2O), benzine(C7H14), diesel(C20H40), kerosine(C12H24). Bekende gassen: zuurstof(O2), waterstof(H2), koolstofdioxide(CO2), koolstof- mono-oxide(CO), lachgas(N2O). Wat is natrium? Natrium wordt onder olie bewaard. Natrium is een metaal. Als er geen olie in zit, dan reageert natrium met zuurstof. Natrium is een zacht metaal. Aan de binnenkant zie je een grijs/zilverkleurig glanzend metaal. Het reageert zeer heftig met water Wat is ontleding? Bij ontleding wordt een grote molecuul omgezet in twee of meer kleinere moleculen. Hier komt geen ander molecuul aan te pas, dus niet bijvoorbeeld: aluminium oplossen door zoutzuur. Het ontleden van stoffen kan door: 1.Warmte - thermolyse
2.Elekriciteit - elektrolyse
3.Licht - fotolyse
4.Uit zichzelf - detonatie/explosie
De moleculen gaan door het ontleden kapot en vallen uit elkaar in atomen waaruit ze zijn opgebouwd. Er worden andere moleculen gevormd. Er is sprake van een chemische reactie. Een voorbeeld van thermolyse: C12H22O11: suiker - 12 C (s) koolstof + 11 H20 (g) water
De fasen van water zijn
S: vast(solid) L: vloeibaar(liguid) G: gas
AQ: opgelost in water (agua) Zuren en basen. Zuren en basen zijn bijtende oplosmiddelen. Als je iets op je hand krijgt bijt dit een gat in hand. Basisch is het tegenovergestelde van zuur. Alle basen smaken als zeep en voelen glibberig aan. Zuren zijn goed in het oplossen van o.a. kalk, steen en metaal. Basen zijn goed in het oplossen
van vet. De sterkte van een zuur of een base geven we aan met de pH enen getal tussen de 0 en 14. De zuren hebben een lage pH, de basen hebben een hoge pH. Water is neutraal (pH=7). De Ph staat voor de mogelijkheid om H+ ionen af te staan. Twee voorbeelden van zuren. HCI: zoutzuur (pH 0-1) H2CO2: mierenzuur (pH 3-5)
Wat betekent licht ontvlambaar? Ik gooi een lucifer in een vat bezine, deze stof brandt heel snel. Dus de conclusie is het is zeer snel brandbaar. Wat is oplossing? Bijv. suiker in warm water, lost op de suikerkorrels vallen uiteen in miljarden moleculen. Wat is suspensie? Kalk lost niet op als je kalk in warm water zou doen, vallen de deeltjes niet uiteen, maar ze blijven zweven. Ze zullen langzaam zakken naar de bodem. Wat is emulsie? Als je vet mengt met water stijgt het vet naar boven en er zullen lagen ontstaan want water is zwaarder. Dat is emulsie. Wat zijn legeringen? Legeringen zijn: Als deze stof niet uit zichzelf is maar uit anderen. Bijv: Staal bestaat uit: 85% ijzer 14% chroom 1% koolstof
Messing bestaat uit: 70% koper 30% zink
Lucht uit 78% stikstof 21% zuurstof 1% argon

REACTIES

J.

J.

Een heel goed werkstuk voor de 1e klas

20 jaar geleden

B.

B.

je kunt goed werkstukken maken

20 jaar geleden

B.

B.

Hai,

Mooi verslag hoor! Zou ik niet kunnen

19 jaar geleden

X.

X.

Ik had een vier...

16 jaar geleden

X.

X.

Handig voor een nask proefwerk om te lern !
Echt knap werk! Zou ik zelf niet kunnen schrijven!
X

13 jaar geleden

J.

J.

Kader nivea SLECHT

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.