Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dossier: Ruimte voor de rivier

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 5029 woorden
  • 18 juni 2012
  • 80 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
80 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

H1: Inleiding

Opdracht 1: formeer een groep

Ons adviesbureau, bestaande uit, heeft de naam “The Flow” gekregen. Ons logo ziet er zo uit:

Wij werken in opdracht van de Werkplaats Kindergemeenschap en ons uiteindelijke doel is het herinrichten van een uiterwaard. Wij houden hierbij uiteraard rekening met de veiligheid van de omgeving en de belangen van gebruikers van de uiterwaard.

H4: Rivieren

Opdracht 4: kies een projectgebied

Ons projectgebied wordt de Boven-Rijn bij Spijk (een dorpje tussen Nijmegen en Doetinchem aan de grens met Duitsland):

Opdracht 5: rivierafvoer

5.1) Er komt precies 0,1 liter per seconde uit de kraan. Dit hebben we gemeten door (met een stopwatch) 60 seconden een emmer met water te vullen en dan te meten hoeveel water er in de emmer zat. Dit getal deelden we door 60 en hier kwam 0,1 liter per seconde uit. De gemiddelde afvoer van de Rijn is 2158 m3/s. 2158 / 1*10-4­ = 21580000, wat betekent dat er 21580000 kranen open moeten staan om de gemiddelde afvoer van de rijn te hebben. Om de gemiddelde afvoer van de Maas (222,1 m3/s) hebben moet je (222,1 / 1 * 10-4) 2220834 kranen openzetten.

5.2a) 21000000 * 21000000 * 0.95 = 4,19∙1014.

b) Er wordt ook water gebruikt en het gaat verloren aan de grond

5.3) De actuele afvoer (maandag 10 mei 2010) van de Rijn bij Lobith is 1894 m3/s. De actuele afvoer (maandag 10 mei 2010) van de Maas bij Borgharen is 72.9 m3/s. Dit betekend dat de afvoer laag is voor de gemiddelde afvoer over het hele jaar, maar ook alleen voor de maand mei.

Opdracht 6: maatregelen Deltaplan Grote Rivieren

6a) Het hoofddoel was om op korte termijn de dijken en de kades in Nederland op te hogen en te versterken. Dit doel werd gesteld na het hoogwater in '93 en '95.

De maatregelen die dus worden genomen is een wet die er voor zorgt dat er geen problemen komen met de grondeigendommen als ze die grond bijvoorbeeld nodig hebben om de dijken te versterken. Deze wet heet de "Deltawet Grote Rivieren".

Vanaf 1996 tot 2000 is zo'n 450 kilometer rivierdijk versterkt. Inmiddels is al 98% gedaan.

6b)

Opdracht 7: maatregelen Ruimte voor de Rivier

Maatregelen om de waterstand te verlagen gerangschikt van best werkend naar slechts werkend:

  1. verlagen uiterwaard
  2. verdiepen zomerbed
  3. dijkverhoging
  4. dijk teruglegging
  5. verwijderen hoogwatervrij terrein
  6. aanleggen nevengeul
  7. verwijderen zomerdijk
  8. beïnvloeden toestroming
  9. bypass
  10. kribverlaging
  11. natuurontwikkeling

Ik denk dat voor ons eigen projectgebied we de volgende dingen wel kunnen gebruiken:

  • dijkverhoging
  • verwijderen hoogwatervrij terrein
  • aanleggen nevengeul
  • kribverlaging
  • natuurontwikkeling

Opdracht 8

In mijn zeer nabije omgeving (alleen Bilthoven) zijn er geen maatregelen om overtollig water tegen te gaan of vast te houden, simpelweg omdat er geen overtollig water is. In een grotere straal is er wel een project te vinden, namelijk de dijkverbetering in Amersfoort. Langs de rivier de Eem daar worden de dijken verhoogd en sterker gemaakt, omdat er is onderzocht dat bij de storm de dijken mogelijk doorbreken. Door deze verbetering zal de dijk weer aan de strenge veiligheidsnormen voldoen.

H5: Natuurontwikkeling in uiterwaarden

Opdracht 9: overstromingsfrequenties

9.1) In de grafiek valt af te lezen dat bij een hoogteligging van 11,5 m +NAP er ongeveer 35 dagen voorbij zijn. Dit betekent dat er 356 - 35 = 321 dagen per jaar water in de uiterwaarden staan.

9.2) 40% hardhout zone is 20 dagen per jaar, 30% zachthout zone is 45 dagen per jaar, 20% droogvallende zone 73 dagen per jaar en 10% van 365 = 36,5 dagen per jaar. Bij elkaar willen ze dus dat 174,5 dagen per jaar de uitwaarde vol staat met water. De gewenste hoogteligging bij Lobith is volgens de grafiek dan ongeveer 9,85 meter boven NAP.

9.3) De site heeft geen gegevens over ons projectgebied

H6: Stroming van water

Opdracht 10: bereken het verhang

Het gemiddelde verhang is 0.0087 mm per km hemelsbreed. Dit is natuurlijk niet het zelfde als het aantal kilometer rivier. Dat is veel langer, dus dan is het verhang per kilometer rivier veel minder.

Opdracht 11: berekening wrijvingscoëfficiënt en waterdiepte

11.1) We gebruiken hiervoor de formule v = ((g*h*I)/cf)1/2. Als we onze gegevens hier invoeren krijg je 1 = (0,0082 / cf)1/2.

Dan kwadrateren aan beide kanten. 12 = 1.

((0,0082 / cf) ½)2 = 0,0082 / cf

1 = 0,0082 / cf.

0,0082 / 1 = cf

Cf  = 0,0082

11.2) Weer gebruiken we de formule v = ((g*h*I)/cf)1/2. De gegevens die we nu hebben zijn: 1,2 = ((9.81*10-4*h)/0,005)1/2. Dit weer kwadrateren wordt:

1.44 = (9.81*10-4*h)/0,005

Aan beide kanten vermenigvuldigen met 0,005

0,0072 = (9.81*10-4)*h

0,0072 / 9.81*10-4 = h

h = 7.34

Opdracht 12: afvoerkromme

Afvoer van een rivier wordt berekend met de formule:

Debiet = stroomsnelheid * Dwarsdoorsnede, ookwel Q=vA

De dwarsdoorsnede A is de breedte B * diepte H

De Snelheid v is de wortel uit de gravitatie G * Diepte H * Verhang I gedeeld door de wrijvingscoëfficiënt Cf

Als we dat invullen krijgen we:

Q=100*h*√((9.81*h*10-4)/0.003)

Omdat de breedte is 100

De diepte is variabel

De gravitatie op aarde is 9.81

Het verhang is 10-4

En de wrijvingscoëfficiënt van glad zand is 0.003

Bij 1 meter diepte is het debiet dus 57.2 m3/s

Bij 2 meter diepte is het debiet 161.7 m3/s

Bij 3

meter diepte is het debiet 297.1 m3/s

Bij4 meter

diepte is het debiet 475.5 m3/s

Bij 5 meter diepte is het debiet 639.3 m3/s

De afvoerkromme wordt evenredig groter als de rivier breder wordt.

De weerstand is omgekeerd evenredig met de stroomsnelheid, en dus met het debiet. Hoe hoger de weerstand, hoe dichter het debiet bij de nul komt.

Omdat het verhang onder de wortel staat, wordt het debiet hoger met de wortel van het verschil in verhang. Als het verhang dus 100 keer zo groot wordt, wordt de afvoerkromme 10 keer zo groot.

Als bij een waterhoogte van boven de 5 meter de uiterwaarden vollopen, dan zal de rivier breder worden, waardoor de rivier meer water kan afvoeren. De uiterwaarden zijn wel ruwer en ondieper, waardoor het niet gelijk staat aan een echte verbreding. De rivier zal meer water kunnen afvoeren maar niet zoveel meer als een rivier met dezelfde breedte als de afstand tussen de winterdijk die overal 5 meter diep is en glad zand op de bodem.

Opdracht 14: effect van maatregelen

Als alle gegevens van de Waal zijn ingevoerd kom je uit op een waterstand van 12,85 meter boven NAP. Hieronder een tabel met daarin het gevolg van diverse maatregelen om deze waterstand.

Met het verwijderen van de zomerkades is de verandering het grootst.

H7: Ontwerp van een inrichtingsplan voor een uiterwaard

Voorbereidingsopdracht 1

Analyse van de omgeving zoals het er nu bijligt

  • De rivier: er liggen kribben overal in de rivier (gemiddeld ongeveer 1 per honderd meter aan beide kanten). De rivier wordt bevaren door zowel vracht- als recreatieverkeer. De rivier heeft een sterke stroming.
  • Aan de Duitse kant van de rivier (de zuidkant) ligt de dijk het grootste deel van het jaar zeer dicht tegen het water aan, er is nauwelijks een uiterwaard, en staan er bomen op deze dijk. Achter deze dijk ligt een dorpje, een waterzuiveringbedrijf en veel boerenland. Dit gebied wordt verder naar het zuiden afgesloten door de Alter Rhein.
  • Aan de Nederlandse kant van de rivier (de noordkant) ligt de dijk meestal groot en deels op een kleine afstand (van gemiddeld 150 meter) van de rivier zodat er bijna altijd (een deel van) de uiterwaard droog ligt. In die uiterwaard bevindt zich een steenfabriek, grasland van de gemeente (soms met enkele bomen) en een kolk. Achter de dijk liggen twee dorpjes. Op de dijk loopt een autoweg.

De actoren (belanghebbenden)

Er is een dorpje in ons gebied, het Duitse dorpje Spyck. De belanghebbenden zijn:

  • De gemeente Kleef (waar Spyck en ook de uiterwaard ten zuiden van de Rijn toebehoort)
  • De bewoners van het dorpje
  • In het kleine dorpje Spyck is een oliefabriek met een kleine laad- en loshaven en vlakbij ook een waterzuiveringbedrijf gevestigd, ook dit zijn belanghebbenden.

Er zijn nog twee dorpjes in ons gebied, de Nederlandse dorpjes Spijk en Tengnagelwaard. De belanghebbenden zijn:

  • De gemeente Rijnwaarden (waar Spijk en Tengnagelwaard, maar ook de uitwaard ten noorden van ons projectgebied toebehoort)
  • De bewoners van Spijk en Tengnagelwaard
  • In Tengnagelwaard is ook een steenfabriek gevestigd.

Er zijn ook enkele boerenbedrijven in de uiterwaarden gevestigd

Ook de scheepvaart is natuurlijk een belanghebbende; voornamelijk de industriële scheepvaart (transport) heeft belang bij de herinrichting van de uiterwaard, maar ook de recreatieve scheepvaart zal dit nauwkeurig volgen.

De wensen

  • De bewoners van de dorpjes zullen graag willen dat het landschap mooi blijft. Ook zullen ze misschien wel makkelijker naar de overkant van de rivier willen, of misschien willen ze wel via de rivier naar de grote steden in de buurt willen (bijvoorbeeld woon-werkverkeer). In de zomermaanden zullen ze op recreatief gebied gebruik willen maken van de Rijn en haar uitwaarden, alleen willen ze niet dat het te druk wordt bij hun huis.
  • De gemeentes Kleef en Rijnwaarden zouden graag geld willen verdienen of in ieder geval niet teveel geld willen uitgeven, en natuurlijk zoveel mogelijk de bewoners en bedrijven in de dorpjes gunstig stemmen, waardoor ze ook ongeveerd dezelfde wensen en eisen hebben als deze bewoners.
  • De oliefabriek in Spyck wilt dat de haven beter toegankelijk wordt voor schepen en ander vrachtverkeer. Verder zullen ze natuurlijk geen concurrentie willen in hun sector.
  • Het waterzuiveringbedrijf wilt graag dat de rivier niet verder vervuilt wordt en dat ze goed bereikbaar blijven.
  • De steenfabriek in Tengnagelwaard, in tegenstelling tot het waterzuiveringbedrijf liggend in de uiterwaard, wilt graag dat het water zo min mogelijk tot aan hun fabriek komt.
  • De boerenbedrijven willen net als de steenfabriek dat hun land (waarop zij voornamelijk koeien laten grazen) niet te lang onderwater staat, zodat zij hun vee niet te lang op stal moeten laten staan, maar willen ze ook niet dat er teveel water verdwijnt, zodat de grond minder vruchtbaar wordt.
  • De scheepvaart wil dat het mogelijk wordt om nog meer schepen tegelijk te laten varen.

De eisen

  • De bewoners van de dorpjes zullen alleen als echte eisen hebben dat hun huizen veilig zijn voor het water en niet worden gesloopt ten bate van de herinrichting.
  • De gemeentes hebben natuurlijk de eis dat er niet teveel geld wordt uitgegeven en hebben verder dezelfde eisen als de bewoners van hun dorpen.
  • De eis van de oliefabriek is dat de bereikbaarheid voor schepen maar ook vrachtwagens niet verslechterd.
  • Het waterzuiveringbedrijf eist dat ze de garantie hebben dat hun bedrijf nooit zal overstromen.
  • De steenfabriek eist dat de kwaliteit van de klei waarvan zei hun stenen maken gewaarborgd blijft.
  • De enige eis van de boerenbedrijven zal zijn dat ze hun land zoveel mogelijk kunnen houden.
  • De eis van de scheepvaart is dat het water altijd diep genoeg blijft om grote schepen eroverheen te laten varen.

Voorbereidingsopdracht 2:

De eis van de gemeentes dat er niet teveel geld uitgegeven mag worden kan worden tegengegaan door het een duurzaam en misschien wel energieopwekkend gebied te maken. Grote energiebedrijven en de overheid kunnen dan subsidie geven.

De huizen moeten natuurlijk blijven staan en beschermt blijven door de dijken. Dit is het belangrijkste punt omdat het toch de primaire functie van een uiterwaard is dat de binnendijkse gebieden droog blijven.

De buitendijkse fabrieken willen natuurlijk niet overstromen. De steenfabriek wil dat de kwaliteit van de klei hetzelfde blijft, maar omdat klei al eeuwen oud is, zal dat niet veel schelen.

In het kader van natuurontwikkeling kan er een ooibos worden aangelegd. Een goed voorbeeld daarvan is de Gelderse poort, waar we ook langs zijn gefietst. Daar zijn konikspaarden en galloway runderen losgelaten. De rijn laat ook zand achter als rivierduinen en dat zorgt voor een stabiel ecosysteem voor bevers en ooievaars. De bomen in een ooibos zijn waaibomen, dit is geen geschikt hout om te bewerken.

De vaargeul moet diep genoeg blijven voor industriële scheepsvaart. We kunnen ook een snelle veerboot laten varen voor woon-werkverkeer naar Arnhem en omstreken

Als er een ooibos komt, moeten weilanden weg. Er kan dan geen groene energie worden gewonnen uit de rijn.

Alle dingen kosten geld. Dit moet er wel zijn, maar door iedereen tevreden te stellen door middel van bovenstaande dingen, kunnen we van hun geld krijgen.

Voorbereidingsopdracht 3:

Werkplanning specialistische opdrachten:

Specialistische opdracht 1: Het berekenen van de waterstand.

Wordt gedaan onder leiding van: Xander

Voor deze opdracht moet hij informatie over de Rijn opzoeken in de buurt waar ons gebied ligt. Dit kan hij doen op Google Earth en waterkaarten en Topografische kaarten. Hij zal ook een dwarsprofiel uitkiezen dat representatief is voor de gehele rivier. Ook moet hij berekenen welk deel zal overstromen als het water hoger staat. Dan gaan we met zijn allen overleggen over welke maatregelen we kiezen. Hierbij zullen wij ook denken aan de veiligheidsnorm. Dan zullen wij ook onze keuzes motiveren. Met deze gegevens kunnen wij door naar opdracht 2.

Wanneer:

Dit moet gebeuren voordat opdracht 2 en 3 gemaakt kunnen worden. Dit betekent dat Tobias en Floor hem zullen helpen omdat zij anders niet aan hun deel kunnen beginnen.

We zullen hier de eerstvolgende NLT les aan beginnen en wij hopen het dan ook gelijk af te kunnen krijgen.

Specialistische opdracht 2: ontwikkeling van natuurgebied.

Wordt gedaan onder leiding van: Floor

Voor deze opdracht moet zij onderzoeken hoe het gebied het beste ontwikkeld kan worden. Omdat wij het ook duurzaam willen maken zal zij veel informatie op internet zoeken om de kijken wat de mogelijkheden zijn. Ook zal zij informatie uit hoofdstuk 5 halen. Zij zal kijken welke diersoorten wij in ons gebied willen hebben en ook proberen een grote biodiversiteit te behalen. Hiervoor moet zij kijken wat voor grond het is en welke dingen het daar goed zouden doen. We gaan dan met de hele groep het ontwerp bepalen en daarin zullen wij rekening houden met veiligheid en ook met belanghebbenden in het gebied. Wij dachten er ook aan om misschien iets voor jongeren te maken maar dat zullen wij dan verder uitwerken en kijken of het mogelijk is omdat wij ook de natuurontwikkeling in gedachte willen houden. En of dit ook nog te onderhouden en te beheren valt.

Daarna zullen wij dit motiveren en dan kunnen we door naar Opdracht 3.

Wanneer:

Als opdracht 1 af is gaan wij gelijk door met de tweede opdracht. Het eerste deel zal Floor allerlei informatie en mogelijkheden onderzoeken en daarna komt daar de hulp van Tobias en Xander bij omdat er dan veel overlegt moet worden om het tot een goed einde te brengen.

Specialistische opdracht 3: integraal ontwerp.

Wordt gedaan onder leiding van: Tobias

Voor deze opdracht moet hij alle gegevens bij elkaar bekijken en mogelijkheden zien om deze op een goede manier in een ontwerp bij elkaar te brengen. Hiervoor zal hij kijken naar alle belangen die in dit gebied aanwezig zijn. Hij zal een MCA maken.

Daarin zal hij behandelen:

  • De kosten voor Rijkswaterstaat
  • De boeren in de buurt
  • Recreatie
  • Omwonenden
  • Jongeren

Natuurlijk zullen Xander en Floor hem hierbij helpen. Zo kunnen wij kijken hoe we de voordelen met de nadelen kunnen compenseren. Op deze manier is het ook duidelijker welke prioriteiten we moeten stellen. Zo is het ook gemakkelijker om onze keuzes te motiveren.

Als één of meer van de belanghebbenden hier nadelen van zal ondervinden zullen wij deze ook duidelijk aangeven.

Specialistische opdracht 1:

Dit is het dwarsprofiel van de Bovenrijn bij Spijck. We hebben hiervoor de indicatieve waarden van tabel 26 gebruikt, maar op de plek zagen wij geen zomerdijk dus hebben we die niet neergezet. Onze schatting van de waterstand is 5.34 meter bij het gemiddelde debiet van 2200m³/s. Er vind

overstroming plaats bij een debiet van boven de 12600 m³/s.

De gevolgen van verruwing (door natuurontwikkeling) zijn het grootst. Om de waterstand lager te krijgen kan je het best de dijken honderd meter verplaatsen, maar hier is waarschijnlijk geen plek voor.  De beste optie die overblijft, is dan een groene rivier aanleggen om het overtollige water af te voeren. Als we die groene rivier eerst een stuk een minimaal verhang laten hebben, en daarna een extra groot verhang, dan kunnen er eventueel waterkrachtcentrales worden gebouwd.

Specialistische opdracht 2:

Mogelijkheden:

            Dieren                                                                                                                      

  • Koeien/schapen ander groot vee
  • Waterdieren (Otters/bevers/vissen)
  • Vogels (Kleine vogels, spechten/kraaien)
  • Andere beesten (ratten/muizen enz.)

            Natuurontwikkeling                                                                                                

  • Grote bomen (eiken/beuken enz.)
  • Kleine bomen (fruitbomen/knotwilgen)
  • Struikgewas
  • Gras/Bloemen
  • Gewassen van boeren

            Grondsoorten                                                                                                          

  • Natte ‘vruchtbare’ Grondsoorten (keileem/kleigrond/löss)
  • Droge ‘onvruchtbare’ Grondsoorten (grind/zand/silt)

            Humane Mogelijkheden                                                                                          

  • Duurzame dingen (windmolens/waterrad/molens onder water)
  • Jeugdvriendelijk (jeugdhonk/bijbaantjes)
  • Woon-werkverkeer (veerpond/taxiboot)
  • Industrie (steenfabriek/boerenbedrijven/havens)

Prioriteiten

We kiezen per onderdeel ongeveer 0 tot 3 delen dat we in ons plan willen verwerken.

Voor het onderdeel dieren kiezen wij voor ‘Vogels (Kleine vogels, spechten/kraaien)’, geen grote vogels.

Voor het onderdeel natuurontwikkeling kiezen wij voor ‘Grote bomen (eiken/beuken enz.)’ & ‘Gras/Bloemen’

Voor het onderdeel grondsoorten kiezen wij voor wat er al is, hier gaan we dus geen veranderingen in aanbrengen.

Voor het onderdeel Humane Mogelijkheden kiezen wij voor ‘Duurzame dingen (windmolens/waterrad/molens onder water)’, ‘Jeugdvriendelijk (jeugdhonk/bijbaantjes)’ & ‘(Woon-werk)verkeer op het water (veerpond/taxiboot)

Plan om dit te combineren met motivatie

Wij hebben bij het onderdeel dieren voor Kleine Vogels gekozen. Dit hebben wij gekozen omdat dit niet zoveel ruimte inneemt en dit niet heel moeilijk is om te realiseren. Ook zorgt dit voor een grote biodiversiteit, wat belangrijk is voor de ontwikkeling van het natuurgebied en de omwonenden vinden dit ook een positieve maatregel.

Dit zal geen geld kosten.

Om dit te realiseren gaan wij Grote bomen plaatsen. Wij kiezen voor Eiken ( € 418 per boom) , Berken (€380 per boom) en Iepen(€225 per boom). Dit is ook gelijk het tweede onderdeel, natuurontwikkeling. Als er  bomen staan, zullen er vanzelf vogels naartoe komen. Op het voedsel van de vogels, gaan wij verder in bij specialistische opdracht 3.

Wij willen een stuk of 60 bomen planten, daarvan zijn er 20 eiken, 20 berken en 20 iepen. Dit komt uit op een prijs van € 20460.

Ook gaan wij Gras in het plan verwerken. Hier kunnen insecten gaan leven en het is een positieve maatregel voor omwonenden omdat hier mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld een picknick te houden, maar het is ook een mooi uitzicht.

Om het graszaad te laten planten kost het € 1000. Dit moet nog wel groeien.

Op de grondsoorten gaan wij niet veel verder in. De grond die er nu ligt is redelijk vruchtbaar en goed genoeg om een aantal grote bomen en gras te laten groeien. Het stukje ‘strand’ dat zich nu in ons gebied bevindt, willen wij deels behouden.

Totaal voor natuurgebied is dus € 15410.-

Specialistische opdracht 3:

Analyse huidige status

Onveranderlijke factoren

  • De ligging van de rivier
  • De (sterke) stroming van de rivier)
  • Debiet van de rivier (gemiddeld 2200 m3/s)
  • De 3 dorpjes Spijk, Spyck en Tengnagelwaard

Moeilijk veranderlijke factoren

  • Er liggen kribben in de rivier (gemiddeld 1 per honderd meter, aan beide kanten)
  • De rivier wordt bevaren door vracht- en recreatief verkeer
  • De diepte van de rivier
  • De ligging van de dijken; aan de ene kant zeer dicht tegen de rivier aan, aan de andere ongeveer 150 meter van de gemiddelde rivierstand, zodat er het grootste deel van het jaar een uiterwaard ontstaat. Op een van de dijken ligt een autoweg.
  • De ligging van de steenfabriek, waterzuiveringinstallatie en oliefabriek/haven

Makkelijk veranderlijke factoren

  • In de uiterwaard zit een kolk, er is veel gras en er zijn enkele bomen geplaatst. Aan de andere kant is er achter de (zomer)dijk veel boerenland
  • De grondsoort van de huidige uiterwaard (grind/zand)
  • De hoogteverschillen, de uiterwaard loopt redelijk stijl af naar de rivier

Multicriteria analyse

Mogelijk maatregelen

  • Het plaatsen van windmolens: Voor de gemeentes is dit winstgevend, omdat ze hiermee energie opwekken. De bewoners zullen het niet mooi vinden, maar ze zullen minder geld uit hoeven te geven aan hun energierekening. De drie bedrijven zullen de maatregel toejuichen, omdat ook zij zo goedkoper aan hun energie komen. De boeren zullen deze maatregelen niet leuk vinden, omdat het ten koste zal gaan van hun land. De scheepvaart zal het niets uit maken. Totale kosten: de aanschaf en onderhoud kost veel geld, maar dit haal je er snel weer uit, dus heeft het nauwelijks tot alleen positieve invloed op het totale kostenplaatje.
  • Het vervangen (en eventueel het bijplaatsen) van bomen en gras: De gemeentes zal dit alleen maar geld kosten, al stellen ze hier wel de bewoners mee tevreden. De bedrijven staan er positief tegenover, omdat dit zorgt voor een betere kwaliteit van het water. De boeren zullen het niet leuk vinden als er gras of bomen op hun land worden geplaatst, zeker niet als dit zorgt voor overlast van vogels. De scheepvaart staat er neutraal tegenover. Totale kosten: €22.500.-
  • Het maken van een groene rivier: De gemeentes staan hier zeer positief tegenover, omdat hier waterkrachtcentrales kunnen worden gebouwd, die op de lange termijn veel energie en dus geld opleveren. De bewoners zullen dit ook een goed plan vinden, omdat het ook mooi is. De bedrijven staan er neutraal tegenover. De boeren zullen het goed vinden, want dit zorgt voor een vruchtbaardere grond. De scheepvaart staat er negatief tegenover want de rivier zal ondieper worden, maar niet zo ondiep dat er geen boten meer door kunnen. Dit heeft dus geen invloed op de hoeveelheid boten die er doorheen kan. Totale kosten: net als voor de windmolens geldt dat na een tijdje winst gemaakt wordt, al zal het wel langer duren dan bij de windmolens. Op het totale kostenplaatje heeft het een negatieve invloed van ongeveer 1 miljoen euro.
  • Jongerencentrum maken, hier kunnen ze een bijbaantje krijgen door de natuur te onderhouden of bij het waterverkeer te werken. Na minimaal een uurtje gewerkt te hebben kunnen ze hier ook gewoon de tijd doorbrengen met vrienden en een drankje drinken. De gemeentes zal het geld kosten, bijvoorbeeld om het centrum, de materialen en begeleiders aan te schaffen, waardoor ze er negatief in staan, maar het zal ook de jongeren van de straat afhalen en het is goedkoper dan professionele tuinmannen,dus ze zijn er ook blij mee. De bewoners zijn er zeer blij mee, zeker de jongeren, maar ook hun ouders omdat hun kinderen geen overlast kunnen veroorzaken en op een makkelijke manier aan geld komen. De bedrijven staan er neutraal tegenover. De boeren zijn er deels blij mee, omdat hun kinderen onder de panne zijn en de natuur wordt onderhouden, maar het zou ook overlast kunnen veroorzaken. De scheepvaart staat er neutraal tegenover. Totale kosten: Er moet een huisje gebouwd worden en er moeten begeleiders ingehuurd worden, en de jongeren moeten betaalt worden voor hun bijbaantje, maar dit kan gecompenseerd worden door de drankjes die ze kunnen kopen en vooral door de tuinmannen die anders moeten worden gehuurd. De eenmalige kosten zullen ongeveer 4 ton zijn, de structurele kosten zijn ongeveer 1 ton per jaar.
  • Een veerpond naar de overkant en een watertaxi naar omliggende grote steden maken: De gemeentes zijn aan de ene kant negatief, dit komt omdat het natuurlijk veel geld kost. Maar het positieve overheerst. Want zo kunnen mensen gemakkelijker naar hun werk en ook kunnen mensen uit de grote steden op bezoek naar Spijk. Dit zorgt voor betere relaties met de grote steden. Ook zullen ze op langere termijn de kosten er weer uit halen door de gebruikers te laten betalen. De bewoners zijn er zeer positief over. Zij kunnen gemakkelijker naar hun werk, maar ook naar de grotere steden om daar te winkelen of om naar de bioscoop te gaan. De bedrijven zullen er zeker blij mee zijn, omdat op deze manier, werknemers uit een wijdere omgeving bij hun kunnen werken. Het waterzuiveringbedrijf heeft er ook wel een nadeel aan, namelijk dat het wel meer vervuiling is voor het water. Zij staan er dus neutraal in. De boeren zijn er blij mee. Om dezelfde redenen als de bewoners. Ook kunnen mensen die langsfietsen omdat ze nu gemakkelijker naar de overkant kunnen, hun producten kopen. De scheepvaart is er zeer negatief over, dit komt omdat de pond het gewone waterverkeer in de weg kan zitten. Totale kosten: ook hier zal de aanschaf en aanleg veel geld kosten, maar er zullen geen structurele kosten zijn omdat er winst kan worden gemaakt. Eenmalige kosten: 1 miljoen.
  • Het maken van een riviercentrale in combinatie met de waterzuiveringinstallatie: Voor de Duitse gemeente Kleef zal dit ontzettend veel geld kosten, maar er wordt dan ook heel veel energie in opgewekt, dus het zal ook geld opleveren, al duurt dit wel een tijdje. De bewoners zullen er blij mee zijn, omdat dit scheelt in hun energierekening. Voor de bedrijven geld het zelfde, zeker voor de waterzuiveringsinstallatie, al zal deze ook wat moeten betalen. Voor de boerenbedrijven scheelt het in hun energierekening, maar zal het wel wat land kosten. De scheepvaart is geen belanghebbende bij deze maatregel.

Wat gaan we doen, conclusie:

  • Het plaatsen van windmolens

In totaal gaan we 23 windmolens plaatsen. Er zijn 47 kribben, wij willen op de helft van alle kribben er ééntje plaatsen. Zodat ze elkaars wind niet ‘afpakken’ maar ook omdat het nogal een investering is, al is deze na zo’n 5 maanden wel weer weggewerkt. Wij willen ze per 8 plaatsen, zodat er niet een te groot tekort is voor andere dingen in de tijd dat het terugverdient moet worden. De eerste keer plaatsen we er 7 want dan moet er ook geld gestoken worden in andere dingen. Omdat de kosten elkaar opheffen, hoeft deze maatregel niet worden opgenomen in het kostenplaatje.

  • Vervangen van bomen en gras

Eerst halen we alle bomen en al het gras dat er is weg. Dan vervangen we al het gras en de meeste bomen, en we plaatsen nieuwe bomen en leggen nieuw gras aan waar wij dat nodig vinden, op de plaatsen die op de bijgevoegde kaart zijn gemarkeerd. De kosten van het gras en de 60 bomen zijn €22.500.-.

  • Het maken van een groene rivier

We willen een groene rivier maken van de Bovenrijn naar de Alterrijn, die naar beneden stroomt. Hiervoor zal een deel van de dijk gesloopt moeten worden, en aan de groene rivier zal ook een dijk gemaakt moeten worden. In de rivier komen een viertal waterraderen, die verbonden worden aan de waterkrachtcentrale aan de westkant van de groene rivier. Dit levert een enorme hoeveelheid energie op, dit gaat naar de Duitse plaatsen Emmerich, Düffelward, Brienen, Spyck, Griethausen, Rindern en Kleef en de Nederlandse plaatsen Zevenaar, Lobith, Tolkamer, Elten, ’s-Heerenberg en Spijk. De kosten zullen moeten worden gedeeld door de gemeentes Kleef en Rijnwaarden, de Nederlandse en Duitse overheid en bedrijven die profiteren van deze energie. Totale kosten: Ooit zal er winst gemaakt worden op dit project, maar hiervoor zal het heel veel geld kosten. Er moeten nieuwe dijken worden aangelegd en een rivier gegraven en er moeten waterkrachtcentrales en waterraderen worden gebouwd. Dit zal een eenmalig bedrag van ongeveer 1 miljard kosten.

Jongerencentrum maken

  • Veerpond + woon-werkverkeer
  • Riviercentrale

Voor de herinrichting van de uiterwaarden hebben wij ook gelet op duurzaamheid. Een manier om energie op te wekken vanuit een rivier is de riviercentrale. Dit is een centrale achter de dijk waar water door een buis de centrale instroomt. De centrale ligt lager dan de rivier waardoor er meer energie kan worden gewonnen. In ons gebied ligt ook een waterzuiveringsinstallatie die water uit de Rijn haalt en zuivert. Het leek ons een goed idee om deze twee te combineren. Het binnenstromende water zal door turbines gaan en zo energie opwekken voor de waterzuivering. De aanvoer van water is er al, dus er hoeven geen buizen onder de dijk en dijkverstevigingen aangelegd te worden, wat al erg in de kosten scheelt. De enige kosten zijn dan voor de turbines die worden aangelegd. Zes turbines van 30MW zullen 50 miljoen euro kosten. Inclusief aanleg zal dit iets duurder zijn. De Duitse regering (de waterzuivering ligt aan de Duitse kant) het waterzuiveringbedrijf en een grote Duitse energieleverancier zouden deze kosten dan kunnen delen.

REACTIES

N.

N.

9.1 klopt niet: 35 is al het antwoord

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.