Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dali & Het Surrealisme

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 7947 woorden
  • 1 februari 2006
  • 78 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
78 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Toen ik 11 jaar was waren mijn ouders en ik op vakantie in Barcelona. We wilden graag naar het Dali-museum, maar we hadden helaas geen tijd meer. Mijn ouders zeiden toen dat we over een paar jaar nog wel eens zouden gaan. Toen ik hoorde dat we een scriptie moesten schrijven voor CKV 2 en ik al wist dat we naar Barcelona zouden gaan met de zomervakantie, dacht ik gelijk aan Salvador Dali. Ik had al eerder wat over hem gelezen en gezien en hij leek mij een heel bijzondere kunstenaar. In Figueras zijn we dus eindelijk naar zijn museum geweest. Meestal houd ik niet zo heel erg veel van musea maar dit was toch echt anders! Toen we aankwamen was het gelijk al van WOW, want het museum zelf is al heel mooi en indrukwekkend. Mijn eerste indruk van de kunstwerken van Dali was dat ik ze gelijk erg mooi vond. Hij gebruikt veel kleur in zijn kunstwerken en zijn schilderijen zijn heel diep. Als je naar een van zijn schilderijen kijkt dan kan je zelf bedenken wat het betekent of wat het is. Je kunt er op verschillende manieren naar kijken en zelf een interpretatie aan geven. "Het feit, dat ikzelf tijdens het schilderen mijn eigen beelden niet versta, betekent niet, dat die beelden geen betekenis zouden hebben; integendeel, hun betekenis is zo diep, verscheiden, samenhangend en onwillekeurig, dat ze zich aan een eenvoudige logische ontleding onttrekt. Om mijn beelden in de taal van het dagelijkse leven te kunnen beschrijven en verklaren, is het nodig, ze aan een bijzondere analyse te onderwerpen, en dat met de strengst objectieve, wetenschappelijke ernst, die mogelijk is. Alle verklaringen ontstaan aldus achteraf, aangezien het beeld als gegeven al bestaat." Ik vind het wel interessant dat hij zoiets schrijft over zijn eigen kunst. En ik ben er ook zeker van dat het klopt. Na het gezien te hebben van Dali’s museum (en het kasteel/huis en dat van zijn vrouw Gala) wist ik zeker dat ik mijn scriptie wilde schrijven over Dali. Ik vind niet alleen zijn kunstwerken interessant maar hem als persoon ook. Ik heb al veel informatie over hem kunnen vinden in boeken en op Internet. En het feit dat ik er zelf ben geweest maakt het onderzoeken ook een stuk gemakkelijker. Ik hoop dat u veel plezier heeft aan het lezen van mijn scriptie, ik vond het zelf in ieder geval heel leuk om te maken! Onderzoeksvraag: Wat was de invloed van Salvador Dali op het surrealisme? Wat was het surrealisme precies? Surrealisme komt van het Franse woord sur-réalisme, wat letterlijk boven de werkelijkheid staande kunst betekent. Rond het jaar 1920 is in Frankrijk het surrealisme als reactie op het Dadaïsme ontstaan. Dada was de geestelijke voorloper van het surrealisme. Veel van de kunstenaars die bij Dada betrokken waren, manifesteerden zich later ook in de surrealistische beweging. In tegenstelling tot de Dada-Kunstenaars hielden de surrealisten zich ernstig bezig met filosofie en psychologie. Veel kunstwerken zijn dan ook theoretisch onderbouwd met de psychoanalytische duidingen van Sigmund Freud. De surrealisten waren er van overtuigd dat de echte werkelijkheid in de mens zelf lag en niet in de wereld om je heen. Waar voorgaande kunststromingen zich voornamelijk hebben beziggehouden met de wereld om zich heen streefden de surrealisten ernaar de andere wereld, de wereld van fantasie, dromen en onmogelijkheden, uit te beelden. De grondleggers van het surrealisme waaronder André Breton, vonden dat er niet genoeg diepgang en nadruk was in deze Niet-kunst. Wel waren ze geïnteresseerd door de klankgedichten. Het surrealisme was dan ook eerst een literaire stroming, alleen of met elkaar combineerden de surrealisten woorden en zinsdelen. Hierdoor ontstonden zinnen waarvan de woorden geen enkele samenhang hadden, maar die waarschijnlijk dus wel een onbewuste associatie met zich mee brachten. En daar gaat het om in het Surrealisme: Het Onbewuste. Surrealisten legden de nadruk op het onbewuste in hun bezigheden. Bij surrealistische kunstwerken gaat het niet zozeer om de vormen en de voorstelling, maar om de inhoud ervan. De schilders probeerden op het doek te zetten wat er op dat moment in hun hoofd opkwam. Zo wilden ze hun dromen, fantasieën en verdrongen gedachten en denkbeelden naar voren te halen. Ze wilden de vrijheid die kinderen en krankzinnigen hebben bereiken. Alleen die waren volgens de surrealisten in staat om de verbeelding met de realiteit te mengen. André Breton beschrijft het surrealisme als puur psychisch automatisme, waarmee het schriftelijk, mondeling of op andere manieren uitdrukking wil geven aan het werkelijke denkproces. Het surrealisme werd daarom ook duidelijk gedefinieerd als puur intuïtief. Alleen door middel van automatisch schrijven en in fantasieën en dromen kon het onderbewustzijn zich manifesteren. In die tijd werd gesteld dat zoiets als surrealistische schilderkunst niet kon bestaan, omdat schilderen een te bewuste daad was. Maar tegen 1925 zag Breton de definitie niet meer precies hetzelfde en hij raakte ervan overtuigd dat kunst een middel tot ontdekking kon zijn. Wat de surrealisten zelf al waren tegengekomen was de zwakke plek in de gehele definitie, het automatisme. Zij zagen in hun eigen werk al duidelijk het gevaar van monotonie en herhaling bij gebrek aan enige bewuste controle. Het is uiteindelijk de schilder Salvador Dali geweest die de doorbraak gaf in dit probleem. Dali was het volkomen eens met de surrealistische ideeën van het gebruik van een vorm van vrije expressie die door dromen geïnspireerd werden. Hij zag echter wel in dat het volledige vermogen van de vreemde en vaak gewelddadige beelden die in hem opkwamen volledig bewust uitgewerkt konden worden. Dit betekende niet dat hij de vrije associatie van wat hij zag censureerde, maar dat hij er een concrete werkelijkheid aan gaf door zijn artistieke vaardigheden op los te laten. Het kan beschouwd worden als handgemaakte fotografie, precies weergeven droombeelden. De Surrealisten zijn degenen die beelden en of woorden weergeven, van symbolische of gedeformeerde voorstellingen, het zijn meestal herkenbare vormen welke met elkaar geen of weinig verband houden en afstammen uit de wereld van dromen, illusies en fantasieën. De wetten van perspectief en zwaartekracht gelden niet of nauwelijks meer, of worden echter juist versterkt. Surrealistische kunstwerken stimuleren de fantasie zodanig dat de kijker een geheel eigen interpretatie van het kunstwerk opbouwt. Surrealistische kunstenaars schrikken er niet voor terug om alle mogelijke materialen te gebruiken en hiermee te experimenteren. Daarbij worden vaak de grenzen tussen werkelijkheid en fantasie overschreden. Bestaande voorwerpen kunnen plotseling getransformeerd worden tot surrealistische-kunst door ze in een geheel andere context te plaatsen. Het surrealisme heeft verschillende aspecten: - Het toeval

Ook wel:"object trouvé" De surrealisten wilden de grenzen van het menselijke bewustzijn verruimen, systematisch de grensgebieden onderzoeken tussen het logische verstand en alles wat schijnbaar strijdig was met de nuchtere rede. De surrealisten diepten het gegeven 'toeval' verder uit en ontwikkelden technieken om de speling van het toeval vast te houden en weer te geven; bijvoorbeeld: Le Cadavre Exquis, techniek van de frottage en techniek van de decalcomanie. - De liefde
In de surrealistische levenshouding stond de liefde centraal. De liefde was voor de surrealisten de centrale motor van de menselijke handelingen. De liefde was voor hen onverbrekelijk verbonden met de beleving van een ongeremde seksualiteit. Vandaar hun streven om de mens te bevrijden van alle seksuele taboes (en hun verheerlijking van een figuur als De Sade). "Want taboes maken echte liefde onmogelijk, beperken de mens in zijn mogelijkheden, staan zijn ontplooiing in de weg." - Het wonderlijke
Fundamenteel voor de surrealistische levenshouding was een constante speurtocht naar 'le merveilleux', 'het wonderlijke'.De opmerkzaamheid voor de schijnbaar ongewone aspecten van de werkelijkheid en vooral de manier waarop de dingen opnieuw bekeken en geïnterpreteerd worden, loopt als een rode draad door het werk van de surrealisten. Breton noteerde al in het 'Manifest van het Surrealisme': "Kortom: het wonderlijke is altijd mooi, al het wonderlijke is mooi, sterker nog, alleen het wonderlijke is mooi."Onder invloed van reizen die ze ondernomen hadden, breidden de surrealisten hun speurtocht naar het wonderlijke uit tot de culturen van primitieve volkeren. Zij waren vooral gefascineerd door het sterke magische karakter dat deze culturen uitstralen. - De waanzin
De belangstelling voor allerlei vormen van waanzin, de gepassioneerde verdediging van de geesteszieken - in feite van alle sociaalonaangepaste - en de bewondering voor de verbale of grafische uitingen van waanzinnigen waren constante gegevens van Breton en zijn groep. De surrealisten erkenden - daarin gesteund door de bevindingen van Freud - het geniale karakter van bepaalde geesteszieken; omdat die sterker dan wie ook in de wereld van de droom en de verbeelding leven; omdat ze b.v. in hun verbale uitingen soms dieper in het onderbewuste doordringen dan 'normale' individuen. Boven de koele logica van het verstand verkiezen zij het verbeeldingrijke domein van illusie, de hallucinatie, het delirium. Louis Aragon en André Breton publiceerden in 1928 een tekst waarin zij het 'halveereeuwfeest' herdenken van de hysterie. "Hysterie is een betrekkelijk onherleidbare geestestoestand die zich kenmerkt door een stoornis in de relatie tussen het ik en de morele wereld waarvan het in feite afhankelijk denkt te zijn ...Hysterie is geen ziekelijk verschijnsel en kan in alle opzichten beschouwd worden als een expressiemiddel van het hoogste niveau." - De humor
Humor beschouwden de surrealisten als het beste wapen dat het individu kan hanteren tegen alles wat hem onderdrukt. "Want humor verruimt de geest, bevrijdt de mens van alle sociale en morele dwang. Wie humor als wapen hanteert, overstijgt de werkelijkheid en bekijkt het leven als een toeschouwer. Hij ontmaskert de hypocrisie, schijnheiligheid en huichelarij. Hij trekt alle gevestigde en blijkbaar voor eeuwig vastliggende waarden en opvattingen in twijfel. Humor is het resultaat van een revolte tegen de bestaande orde, het is een absolute weigering om zich te plooien naar allerlei sociale en morele vooroordelen."In de films: "Un Chien Andalou", en "L'Age d'Or", in samenwerking met Salvador Dali gerealiseerd door Luis Buuel, komen beelden en scènes voor die, sterker nog dan in geschreven teksten, weergeven hoe de surrealisten de zwarte humor als wapen hanteerden. - De poëzie
Poëzie betekende voor de surrealisten niet alleen het schrijven van gedichten of poëtische geschriften en was dus niet alleen een puur literaire aangelegenheid. Poëzie impliceerde een totaal nieuwe visie op de mens en de maatschappij. Poëzie was niet meer uitsluitend op het woord gericht, maar op het leven zelf. Poëzie was in hun ogen onafscheidelijk van ethiek. Poëzie heeft door de surrealisten een andere, diepgaande levensomvattende dimensie gekregen. Poëzie kon in hun opvatting alleen maar beleefd worden door een geëmancipeerd mens die door de kracht van zijn verbeelding de oude tegenstellingen tussen werkelijkheid en droom, het rationele en het irrationele kon vernietigen en op die manier een nieuwe werkelijkheid kon bereiken . Die nieuwe werkelijkheid willen bereiken, het punt ontdekken waar die oude tegenstellingen opgeheven worden, was het grote streefdoel van het surrealisme. Door de interpretatie die Dalí aan het surrealisme gaf ontstond er een tweedeling binnen het surrealisme. De richting van het puur psychisch automatisme leidde tot het abstracte surrealisme. Deze richting kenmerkt zich door het gebruik van organische, vloeiende vormen, veelal samengaand met poëtische titels. Tot de vertegenwoordigers van deze richting behoren onder andere Juan Miró en André Masson. De richting van het vastleggen van dromen en de uiting van gedachten leidde tot het figuratieve surrealisme. Deze stroming is verwant aan het magische realisme en kenmerkt zich vooral door het naast elkaar plaatsen van gewoonlijk niet te combineren objecten. De dingen worden hierdoor uit zijn verband gerukt. Tot de vertegenwoordigers van deze richting behoren onder andere Salvador Dalí, Paul Delvaux, René Magritte en Hans Richard Giger. Sferisch Galatea, 1952 Je ziet het portret van zijn vrouw Gala. Haar gezicht is opgedeeld in kleine bolletjes (atomen) die achter elkaar geschilderd zijn. Hierdoor vallen sommige delen van haar gezicht weg en zie je die in een ander bolletje weer terug. Een beeldaspect dat erg opvalt is beweging. Het haar lijkt te bewegen en een paar bolletjes lijken door het schilderij te schieten. Door de manier van schilderen lijkt het net of haar gezicht in een lege ruimte 'zweeft'. De aandacht in het schilderij wordt niet naar een bepaald punt getrokken. De ruimte waarin dit kunstwerk geëxposeerd is, speelt een belangrijke rol. Niet zozeer omdat de betekenis van het schilderij anders zou veranderen maar omdat het geëxposeerd is een museum met alleen maar kunstwerken van Dali. Het schilderij hoort er thuis en past goed tussen de andere werken. Dali heeft naast waarneming ook zijn fantasie gebruikt. De diepte die hij heeft geschilderd door middel van perspectief heeft hij bedacht. Dali heeft een erg vreemde titel voor zijn schilderij bedacht. De titel heeft als bedoeling je fantasie te prikkelen. (Galatea is de naam van een maan die om de planeet Neptunes draait.) Apparition of face, and fruit dish on a beach Dit schilderij creëert een illusie. Men kan het als een fruitschaal zien maar er is ook een gezicht van een vrouw in het schilderij te vinden. Weer anderen zien er een berg in dat veel weg heeft van een hond. Dit was ook precies Dali’s bedoeling geweest. Zijn schilderijen zijn niet zomaar schilderijen. Ze vertellen een verhaal, hebben meer diepgang en kunnen vanuit verschillende perspectieven worden bekeken en benaderd.
Wat heeft Dali allemaal bereikt in zijn leven? Salvador Dali werd op 11 mei 1904 geboren in Figueras in Catalonië. Zijn vader was een bekende plaatselijke notaris, republikein en atheïst. Zijn moeder was een toegewijde katholiek. Ondanks deze verschillen binnen het gezin had hij een gelukkige en beschermde jeugd. Van jongs af aan vroeg Dali voortdurend om aandacht. Dit kwam waarschijnlijk door een morbide identificatie met een dode broer met de zelfde voornaam. Zijn vader stuurde hem naar de openbare school in Figueras, waar hij niets leerde, en vervolgens naar een plaatselijke middenklasse school die werd geleid door monniken. Zijn vroege enthousiasme voor tekenen en schilderen werd aangemoedigd door een plaatselijke impressionistische schilder, Ramon Pichot, die Picasso nog had gekend. In 1918 was Dali voldoende bedreven om zijn werk te laten zien op een tentoonstelling van plaatselijke kunstenaars in het gemeentelijke theater in Figueras. Hij was toen pas 14 jaar oud. In 1921 ging hij naar de kunstacademie in Madrid. Aangezien hij zijn vaardigheden al goed had ontwikkeld konden de docenten hem weinig bijbrengen, maar hij raakte wel bevriend met de dichter Federico Garcia Lorca en de toekomstige filmregisseur Luis Bunuel. In 1923 werd hij wegens ongehoorzaamheid een jaar van de academie gestuurd, en toen hij naar huis terugkeerde moest hij een gevangenisstraf uitzitten van een maand omdat hij aan een anarchistische demonstratie tegen de toenmalig nieuwe dictator Primo de Rivera meedeed. In 1924 keerde hij terug naar de academie en begon hij te experimenteren met een groot aantal modernistische stijlen. Tegelijkertijd bouwde hij een reputatie op als excentrieke dandy. In 1925 had hij zijn eerste eigen tentoonstelling in de Dalmau-galerie, toentertijd de progressiefste in Barcelona. De kritieken waren uitstekend. Een jaar later werd Dali voor de tweede en laatste keer van de kunstacademie gestuurd omdat hij drie leraren tijdens een mondeling examen had gezegd dat hij veel intelligenter was dan zij. Hij bracht zijn eerste bezoek aan Parijs, waar hij Picasso ontmoette, en ging daarna naar Nederland om het werk van Vermeer te bestuderen, voor wie hij altijd belangstelling zou blijven houden. Hij keerde terug om een zeer actieve rol in de Catalaanse avant-garde te vervullen; in 1928 was hij een van de drie ondertekenaars van een Catalaans antiartistiek manifest dat veel van zijn ideeën aan het futurisme ontleende. In zijn eigen werk begon de invloed van het surrealisme, vooral die van Tanguy, zichtbaar te worden. Dali werd ook beïnvloed door Bunuels enthousiasme voor de film. Op verzoek van Bunuel ging hij voor de tweede keer naar Parijs. De twee mannen bundelden hun krachten om de verbazingwekkende en woeste film “Un chien andalou” te maken, die de avant-garde film uit die tijd expliciet verwierp. Al aan het begin van de zeventien minuten durende film bevindt zich het beroemdste en vreselijkste beeld: een scheermes dat een oog aan stukken snijdt. “Un chien andalou” werd aan het begin van 1929 voor het eerst vertoond en veroorzaakte een enorme rel. Het was onvermijdelijk dat Dali de aandacht van de surrealisten zou trekken, en in de zomer van 1929, toen hij was teruggekeerd naar zijn geboortegrond Cadaques, werd hij bezocht door een groep nieuwe vrienden uit Parijs, waaronder Rene en Georgette Magritte en Paul Eluard en diens vrouw Gala. Aanvankelijk vond Gala Dali vreemd en aanstootgevend, maar al snel voelde ze zich tot hem aangetrokken. Dali, die nog nooit een relatie met een vrouw had gehad, was gefascineerd en vreselijk bang. Tegen het einde van het bezoek vond er een beslissende confrontatie tussen hen plaats. Dali ’s biograaf, Fleur Cowles, beschrijft het moment als volgt: “Zijn passie grensde bijna aan zwakzinnigheid; op een dag kwam hij in de verleiding om Gala van het klif te duwen waarom ze stonden. Hij voelde dat ze wilde dat hij iets deed, en dus trok hij haar hoofd aan haar naar achteren. Trillend van vernederende hysterie beval hij haar hem te vertellen wat zij wilde dat hij deed. “maar kijk me aan en vertel het me langzaam, met de ruwste, meest woeste erotische woorden, waarvoor we ons allebei diep zullen schamen!” “ik wil dat je me vermoordt,” antwoordde ze kalm.” Gala keerde begin september wel met Eluard terug naar Parijs, maar haar band met Dali was vanaf dat moment stevig verankerd. Voor de rest van haar leven zou ze niet alleen zijn muze zijn, maar ook zijn zaken regelen. In november hield Dali zijn eerste eigen tentoonstelling in Parijs. Het voorwoord van de catalogus was geschreven door Breton, die net als een aantal andere surrealisten ook schilderijen kocht. De belangrijkste koop werd gedaan door de grote beschermheer de bruggraaf de Noailles, die, ondanks scatologische details waaraan zelfs Breton aanstoot had genomen, het belangrijkste schilderij van de tentoonstelling kocht: “het lugubere spel” dat hij in zijn eetkamer tussen een Watteau en een Cranach hing. Noailles verschafte Dali de middelen om een vissershut te kopen in Port Lligat, waar hij en Gala gingen wonen na een bittere ruzie met zijn vader. Door Dali ’s talent voor publiciteit en Gala’s financiële inzicht, werden ze uiteindelijk erg rijk. Het huis in port Lligat werd omgetoverd in een fantastisch droompaleis. Al snel begonnen de andere surrealisten zich te ergeren aan Dali ’s talent voor persoonlijke public relations. Vooral Breton stoorde zich aan Dali ’s onverschillige houding ten opzichte van de politieke debatten waar de rest van de groep zich in de jaren ’30 mee bezighield. Ook dacht hij dat Dali bezig was de leiding van de groep over te nemen. De zaak werd voor het eerst in februari 1934 op de spits gedreven, toen Dali in Bretons woning voor een surrealistisch tribunaal moest verschijnen dat hem beschuldigde van contrarevolutionaire activiteiten. Een aanleiding vormde Dali ‘s ‘het raadsel van William Tell” waarop een halfnaakte Lenin met een enorm uitgerekt en ontbloot achterwerk op een kruk stond afgebeeld; een andere was Dali ’s ogenschijnlijke obsessie met Hitler. Dali dwarsboomde de bijeenkomst door te zeggen dat hij ernstig verkouden was. Hij verscheen gewikkeld in truien, transpireerde hevig en had een thermometer in zijn mond die hem het antwoorden bemoeilijkte. Schaamteloos speelde hij in op Bretons welbekende afgrijzen voor homoseksualiteit door semi-serieus te dreigen dat hij een schilderij zou maken waarop zijn beschuldiger en hijzelf anaal de liefde zouden bedrijven. Alles in naam van de surrealistische vrijheid. Maar uiteindelijk knielde hij en zwoor hij geen vijand van het proletariaat te zijn. Pas in 1939 werd hij definitief uit de groep gezet. Eind jaren ’30 was Dali bijzonder á la mode. Hij had invloed op damesmode, vooral die van zijn vriendin Elsa Schiaparelli, voor wie hij knopen en andere accessoires ontwierp, en ook op advertenties en etalages. Vanaf 1935 was de excentrieke engelse miljonair Edward James zijn voornaamste beschermheer. Hij kocht Dali ’s belangrijkste schilderijen en gaf hem de opdracht om surrealistische interieurs te ontwerpen voor zijn buitenhuis. Dali bleef altijd even flamboyant. Een beroemd incident vond plaats op de internationale tentoonstelling van surrealistische kunst in Londen. Dali gaf een lezing in een duikpak, maar de helm zat vast en hij stikte bijna. Dali deed ook zijn uiterste best om bekend te worden in Amerika. In 1936 stond hij als een als een van de eerste kunstenaars op de cover van “Time”. Zijn twistgesprekken met degenen die wilden profiteren van zijn publiciteitswaarde maakten hem legendarisch bij het Amerikaanse publiek. Hij ontwierp in 1939 een speciaal paviljoen voor de amusementsafdeling van de wereldtentoonstelling in New York en maakte luidruchtig ruzie met de geldschieters. Ook ontwierp hij een etalage voor Bonwit Teller, die echter zonder zijn toestemming werd veranderd. In de daaropvolgende vechtpartij zeilden Dali en een badkuip, een van de rekwisieten, door het glas. Dali werd beschuldigd van vandalisme, maar de aanklacht werd al snel ingetrokken en hij kreeg een stortvloed van publiciteit over hem heen. Hij bleef altijd aandacht houden voor politieke gebeurtenissen, vooral die in Spanje. In 1935 was hij bezig met de eerste studies voor een van zijn meest opvallende schilderijen: “Weke constructie met gekookte bonen. Voorgevoel van de burgeroorlog” waarin de invloed van Goya te zien is. Dit werd gevolgd door een ander schilderij over de Spaanse burgeroorlog: “herfstkannibalisme”, waarvan de boodschap ‘een plaag op jullie beider huizen’ is. Maar ondanks zijn vroegere anarchistische sympathieën koos Dali nooit de kant van de republikeinen, zoals zijn landgenoten Picasso en Miró deden. Toen de Duitsers Frankrijk binnenvielen, ging hij naar Spanje, waar hij zich met zijn vader verzoende, en vervolgens naar Amerika. Zijn breuk met de surrealisten was blijvend, en zijn passie voor de rijken was onverminderd. In 1941 nam Breton, die ook in de Verenigde Staten woonde, Dali ’s tentoonstelling in de Julian Levi Gallery in New York onder vuur. De wond, die er al was, werd snel geheeld door het feit dat het Museum of Modern Art in New York dat zelfde jaar de eerste grote overzichtstentoonstelling rondom Dali organiseerde. Tijdens de oorlogsjaren werkte Dali samen met Walt Disney en publiceerde hij zijn succesvolle autobiografie “La vie secrete de Salvador Dali”(1942). In 1948 keerde Dali terug naar Europa. Zijn thuisbasis lag nu in Port Lligat; de rest van zijn tijd verdeelde hij tussen Parijs en New York. In beiden steden was hij een bekend figuur in de uitgaanswereld en een uitstekende inspiratiebron voor de roddeljournalisten. In politiek opzicht werd hij conservatief (hij werd een aanhanger van Franco) en hij werd rooms-katholiek. Al geruime tijd eerder was Dali begonnen met het schilderen van ambitieuze religieuze werken, waarvan sommige, zoals “Christus van St-Johannes van het kruis”, een echt mystiek vuur laten zien, dat slechts wordt afgezwakt door zijn reputatie als charlatan. De laatste jaren van Dali ’s carrière werden gekenmerkt door tragedie en schandaal. Gala, die tien jaar ouder was dan haar echtgenoot, stierf in 1982, terwijl er geruchten ronde deden dat haar toewijding aan haar echtgenoot altijd geveinsd was geweest. De kunstenaar nam zijn intrek in het kasteel dat hij voor haar in Figueras had gebouwd. Toen ze nog leefde had hij dit alleen maar mogen betreden wanneer ze hem uitnodigde. Zijn verblijf daar duurde niet zo lang. In augustus 1984 liep hij ernstige brandwonden op tijdens een brand in zijn slaapkamer. Hij werd gered en naar het ziekenhuis gebracht, waar men ontdekte dat hij ernstig ondervoed was. Te midden van geruchten die beweerden dat hij het middelpunt was van een uitgebreid netwerk van schilderijenvervalsers, stierf hij uiteindelijk onder ellendige omstandigheden in 1989. De meeste geschiedschrijvers van het modernisme erkennen inmiddels het belang van zijn surrealistische schilderijen uit het begin van de jaren ’30. Deze werken blijven altijd verbazen. The Hallucinogenic Toreador, 1968-1970 Het dubbele beeld dat verschijnt in het centrum is dat van de Venus van Milo. Het wordt verschillende keren achter elkaar vanuit verschillende hoeken herhaald. Het schilderij is vol van punten en vliegen en je ziet ook een stervende stier. Dali had al deze Venus gebruikt in zijn werk namelijk "Venus de Milo with drawers". De architectuur van de arena die opgelicht is door de schaduw van de zon om vijf uur in de namiddag, het uur van de stierengevechten, is een mix van klassieke Spaanse arena's met "palladian" structuren. In zijn volledigheid wordt het schilderij van Dali gezien als het meest eenzijdig retrospectief en omvattende schilderij van zijn carrière. Het combineert elementen van Dali's Catalaanse cultuur, zijn religieuze achtergrond en nog andere elementen uit zijn leven. Het gezicht van de stierenvechter is geplaatst op de middelste Venus. Het gezicht is gekanteld, de lippen zijn hellend, en de rechterborst gaat over in de neus van de stierentemmer. Beginnend met de wervel aan de taille van de tweede Venus links, verandert dat in een mannenborst en mannentaille. De groene schort van de Venus verandert in de das van de stierenvechter Haar buik wordt zijn kin, terwijl haar middenrif en linkerborst de rest van zijn gezicht worden. De rechterkant van haar gezicht wordt het oog van de stierenvechter, dat een traan laat voor de stervende stier. De arena vanboven vormt het hoofd van de stierenvechter. Hij duikt weer op in de figuur omlijnd in geel met zijn armen naar omhoog als toewijding voor de stier. Gala verschijnt in de linkerbovenhoek omringd door geel. Hij schildert haar met gefronste wenkbrauwen omdat ze niet van stierenvechten houdt. De gaten van boven op het doek doen denken aan de haarnetten die vroeger door de toreadors werden gedragen. De gekleurde bollen zijn een herinnering aan de torenspitsen van de kathedraal "Sagrada Familia" ontstaat uit het rotsige terrein van Cape Creus, dat juist onder de cape van de toreador verschijnt. Een grote vlieg stelt het oog voor. Wat op het eerste zicht een bloedplas is, is eigenlijk een doorschijnende baai. Op die baai verschijnt een vrouw in een geel vlot. Dit stelt de invasie voor van de moderne toeristen in Cape Creus, waar zelfs de vliegen niets aan kunnen doen. Op de voorgrond van het doek zie je een hond gemaakt van expressionistische kleurvlekken die reflecties kunnen zijn van het water. De hond is afgeleid van een foto uit 1966 die een dalmatiër voorstelt. De hond is weggehaald van het schilderij maar de vlekken zijn gebleven. Wat hier achter zit is: hoeveel visuele informatie heeft een mens nodig om de vorm te herkennen? Dali tekent dit schilderij door in de linkerbenedenhoek een klein retrospectief jongetje te tekenen dat zichzelf voorstelt. Hij draagt zijn blauwe lievelingstrui en hij speelt met zijn favoriete speeltjes: een hoepel en een been. Gek of Geniaal? "Het enige verschil tussen een gek en mij bestaat daarin dat ik niet gek ben." Salvador Dalí werd geboren op 11 mei 1904 in Figueras, Spanje. Al vanaf dat hij zeer klein was kon hij erg goed tekenen. En op 6 jarige leeftijd kan hij al heel aardig schilderen. Op die leeftijd wilde Salvador heel graag kokkin worden onder het motto:”ik weet wat ik eet. Ik weet niet wat ik doe.” Op zijn zevende wil hij het liefst Napoleon zijn. Dit kwam door een potje in de vorm van Napoleon waaruit de familie maté dronk, dit had dus weer betrekking op eten. Sindsdien werd zijn eerzucht steeds groter net als zijn grootheidswaan:”Ik wil alleen Salvador Dalí zijn en verder niets.” Volgens Dalí kreeg hij de naam Salvador omdat hij was voorbestemd een ‘redder’ te worden, die de schilderkunst moest redden van de dodelijke bedreiging door de abstracte kunst, het academische Surrealisme, het Dadaïsme en alle chaotische ‘-ismen’. Dalí observeerde de dingen en wezens die hem omgaven onophoudelijk. Twee figuren valt het genot van zijn bijzondere aandacht ten deel: Lucia, zijn oude voedster, en zijn grootmoeder. Steeds weer hoort hij de verhalen van Lucia en bewondert hij de twee prachtige oudjes die hij omschrijft als de “diepzinnigste, gerimpeldste en fijnste die ik ooit heb gezien. De eerste had een enorme lichaamsomvang en deed aan een paus denken; het tweede was minuscuul en deed denken aan een spoel met wit garen. Ik verafgoodde de ouderdom!” Al snel leert Dalí daaruit een filosofische les met omgekeerde rollen, waarvoor hij een zwak heeft, want bij hem gaat niets verloren, hij doet niets zomaar. Dat zal hij later in zijn ‘Geheime leven’ (autobiografisch boek) als volgt verklaren:”Ik was - en ben het nog steeds - de levende incarnatie van de anti-Faust. Ongelukkige Faust, die, nadat hij al de hoogste van alle wetenschappen had bereikt, die van de ouderdom, zijn ziel verkocht om zijn voorhoofd glad te strijken en de vleselijke jeugd terug te krijgen! Op mijn voorhoofd mogen ze met het brandijzer van mijn leven een labyrint van rimpels branden, dat mijn haar grijs wordt en mijn gang onvast, als ik de intelligentie van mijn ziel maar redt, als ik maar alles begrijp wat de anderen me niet kunnen leren, wat enkel en alleen het leven als spoor in mij kan intekenen! In elke rimpel van Lucia of mijn grootmoeder las ik die macht van de onuitputtelijke wijsheid die erin gegraveerd was door de pijnlijke som van alle ondergane vreugden.” Op tienjarige leeftijd ontdekt Dalí de impressionistische schilderkunst, op zijn veertiende de academische genreschilderkunst van de 19e eeuw, de zogenaamde pompiers. Ook op zijn veertiende jaar houdt hij zijn eerste expositie in het stadstheater van Figueras hij dwingt hiermee voor het eerst met zijn schilderijen de bewondering af van de critici. Om het impressionisme opnieuw uit te vinden, heeft Dalí een hulpmiddel gevonden, een truc, heeft hij een instrument gemaakt. In de eetkamer ontdekte hij een kennelijk nutteloos geworden kristallen stop van een karaf. Als hij er doorheen keek, zag alles er impressionistisch uit. Die stop draagt hij in het vervolg altijd bij zich. Hij heeft hem in zijn zak en haalt hem bij elke gelegenheid te voorschijn om de dingen te bekijken “vanuit een impressionistisch perspectief”. Die periode -tijdens de oorlog van 1914-1918- is voor Dalí uiterst bevredigend. De neutraliteit van Spanje heeft het land euforie en welvaart bezorgd. Zo verheven als Dalí zich altijd voelde boven zijn tijdgenoten, zo nederig en klein voelde hij zich tegenover de beroemde kunstzinnige voorgangers die hij bewonderde, zo zei hij daarover:”Als ik naar het verleden kijk, dan schijnen mensen als Rafaël mij ware goden toe. Ik ben ongetwijfeld de enige die begrijpt waarom het tegenwoordig volstrekt onmogelijk is de perfectie van Rafaël’s vormen ook maar bij benadering te bereiken. Daarnaast lijkt mijn werk een grote ramp. Ik verlangde er zo sterk naar in een tijd te leven waarin niets te behouden valt! Maar als ik nu weer naar het heden kijk, zou ik om niets ter wereld -let wel, ik onderschat de gespecialiseerde intelligenties die ver verheven zijn boven de mijne niet- mijn persoonlijkheid met die van een van mijn tijdgenoten zou willen ruilen.” In 1920 gaat hij naar de kunstacademie en alleen het idee binnenkort de kunstacademie van Madrid te gaan betreden, roept bij hem het idee op van een ‘strijd op leven en dood’ met zijn professoren. Hij is nauwelijks begonnen of hij begint zijn leraar Núñez al te pesten door steeds precies het tegenovergestelde doen van wat hem opgedragen wordt: zwarte schaduwen te tekenen wanneer de opdracht is met een fijn penseel te werken, met pen te krassen als hij in enkele vloeiende kleurvlakken moet tekenen. Maar de resultaten van zijn eigenwijze werkwijze doen hem concluderen dat juist hij degene is die het goed doet en dat ‘alleen het keurreliëf zelf, als het juist op het linnen is aangebracht, een voor het oog indrukwekkend effect zou kunnen bewerkstelligen. Over dit tijdperk zegt hij zelf:”Dat was het tijdperk dat mijn ouders het ‘Stenen Tijdperk’ noemden. Ik gebruikte stenen om een uiterst stralende wolk te maken. Ik plakte de stenen op het linnen en schilderde ze vervolgens in de gewenste kleur. Een van mijn beste scheppingen in die trant was een zonsondergang met scharlakenrode wolken.” Het doek, dat is bezaaid met stenen in vele formaten, sierde lange tijd de eetkamer van de familie. Van tijd tot tijd werd de vredige sfeer verstoord door een verontrustend lawaai. Zijn moeder stopt met naaien en zijn vader stelt haar gerust:” Dat is slechts een steen die van de hemel van onze zoon is gevallen.” Enigszins bezorgt voegt hij er echter nog aan toe:”Het idee is goed, maar wie koopt er een schilderij dat ertoe gedoemd is langzaam te verdwijnen en het hele huis met stenen te bezaaien?”. Na die fase van kinderlijk narcisme (extreme liefde voor zichzelf) komen de antisociale en anarchistische neigingen.”Ik was uit principe tegen alles. Sinds mijn kindertijd deed ik altijd alles anders dan anderen zonder dat zelf echt te beseffen. Vanaf de tijd dat ik een jongeman was, deed ik het opzettelijk. Het was voldoende dat iemand ‘zwart’ zei, waarop ik ‘wit’ zei, dat iemand respectvol voor mij boog, waarop ik op hem spuugde.” Op de kunstacademie houdt hij zich het liefst vast aan wat studiegenoten op de kunstacademie in Madrid van hem zeggen:”Dalí is zo gek als een deur!” Hij verbaasde ze onophoudelijk als hij bijvoorbeeld drie uur lang bezig is zijn haar onder een speciaal netje te stoppen en het dan met schildersvernis te bedekken. Dat heeft niet alleen plezierige kanten, want daarna moet hij, om de lak weer kwijt te raken, zijn hoofd in een teil terpentine dopen. Hij hecht er grote waarde aan dat zijn haren er uitzien als een langspeelplaat die hij op zijn hoofd heeft gezet en dat er een metalig geluid klinkt als je die haarpracht aanraakt. “Als ik langsliep draaide iedereen zich om.” 1922: Dalí doorgrondde zijn talenten. Hij had het Kubisme, Futurisme en Purisme ontdekt. Hij kende het werk van Picasso, Juan Gris, Severini, Morandi, De Chirico en Carrà. Buñuel Andalou mee zou maken) en Lorca waren zijn vrienden. De opvallendste obsessies die van meet af aan in Dalí’s werk verschijnen, zijn direct terug te voeren op zijn Catalaanse oorsprong. Van de Catalanen wordt namelijk gezegd dat ze alleen geloven in het bestaan van dingen die je kunt eten, horen, aanraken, ruiken en voelen (Immer onder hetzelfde motto:”Ik weet slechts wat ik eet, ik weet niet wat ik doe”). Ook citeert hij vaak een van zijn landgenoten, de filosoof Francesc Pujols, die de uitbreiding van de katholieke Kerk vergelijkt met een varken dat wordt gemest voor het wordt geslacht om te worden opgegeten. Dalí verklaart, met een typische Dalí-variant op een uitspraak van Augustinus:”Christus is als kaas, beter gezegd als bergen kaas.” Die ‘eetmanie’ duikt regelmatig op in zijn werk, of het nu gaat om de beroemde ‘weke uurwerken’ (De duurzaamheid van de herinnering), die voortkomen uit een droom over een uiteenlopende camembert of de evenzo vele Spiegeleieren op het bord zonder het bord of Antropomorf brood. De stillevens van Dalí uit die tijd wekken de indruk dat ze toekomstige gerechten oproepen. Dalí mag alles in zijn ouderlijk huis behalve in de keuken komen, waar de dienstmeisjes aan het werk zijn en waar de opwindendste geuren vandaan komen. In zijn boek ‘Geheime leven van Salvador Dalí’ herinnert hij zich dat “ik urenlang wachtte, terwijl het water me in de mond liep, tot het moment gunstig was en ik kom binnensluipen in dit rijk van verleidelijke heerlijkheden. Als ik er onder het geamuseerde gegil van de dienstmeisjes in geslaagd was binnen te dringen, dan was dat alleen om een stuk rauw vlees te stelen of een gebakken champignon, die ik op het gevaar af te stikken verorberde.” Ook wordt hij er seksueel opgewonden van:” Verstopt achter de halfopen keukendeur hoorde ik de bestiale vrouwen met hun rode handen heen en weer lopen. Ik zag hun dikke achterwerken, hun losgeraakte haren die hingen als manen. Uit de middaghitte, uit de warrige geluiden van de voorbereidingen steeg voor mij de scherpe geur van zwetende dienstmeisjes op, de geur van wijndruiven, van heet vet, van uitgetrokken haren op een hazenbout, de geur van nieren en mayonaise - de geurende vooraankondiging van het middagmaal, die zich vermengde met een soort bittere paardengeur. Het geklopte eiwit, dat werd verlicht door een zonnestraal die door een maalstroom van dampen en vliegen drong, glansde als het stralend witte schuim dat je van een paardenbek veegt nadat het een lange draf langs stoffige wegen achter zich heeft, daarbij tot bloedens toe aangevuurd met zweepslagen. Zoals ik al zei, ik was een verwend kind....” Intussen probeert Salvador allerlei stijlen uit. Maar hij doet het met humor. Hij speelt ermee, gaat er onbekommerd mee om en maakt het soms zelfs belachelijk. Picasso, Matisse Hij doet ze na, hij doet zichzelf na. Maar boven alles werkt hij keihard. En kijkt hij neer op zijn medeleerlingen en professoren. Wat sommigen willen bereiken, heeft hij allang uitgeprobeerd en alweer een eeuwigheid geleden opgegeven, al is hij pas 19 jaar. Dat niveauverschil tussen hem en de rest verklaart hij als volgt:”In Madrid was ik tegenstrijdig genoeg de enige schilder die kubistisch werkte en toch eiste ik van mijn professoren precieze kennis van tekening, perspectief en kleurgebruik. Mijn studiegenoten vonden met een reactionaire tegenstander van de vooruitgang. Zij zelf noemden zich vernieuwend en revolutionair, omdat zij mochten schilderen zoals ze wilden en omdat ze zwart van hun palet hadden verbannen om het door paars te vervangen! Zwart bestaat niet, beweren ze, door het licht schittert alles in regenboogkleuren, zelfs de schaduwen zijn paars. Die impressionistische revolutie had ik al op mijn twaalfde doorlopen en zelfs in die tijd had ik niet de fout gemaakt zwart van mijn palet te verbannen. Een korte blik op een klein schilderij van Renoir in een collectie in Barcelona was voor mij voldoende geweest om alles te begrijpen. Al die jaren hebben ze met hun vuile, slecht verteerde regenbogen in een kringetje gedraaid! Mijn God, wat kunnen mensen achterlijk zijn!” Het ontstaan van een Daliaans schilderij: Een Droom Iedereen van ons (her)kent nog wel een droom van vroeger. Sommigen dromen deze droom nu nog steeds wel eens. Sommigen dromen die droom heel vaak, sommigen altijd. En sommigen dromen deze droom nooit meer, maar kennen hem nog alsof ze nooit anders droomden. Sommigen van ons vinden dromen raar. Sommigen vinden dromen eng, sommigen vinden ze belangrijk. Dalí had zijn eigen interpretatie van zijn dromen. Vaak probeerde hij deze interpretatie weer te geven in een schilderij, of een tekeningetje. Het nevenstaande schilderij is een weergave, een momentopname uit een van zijn dromen. Dalí geeft hier weer bang te zijn geweest voor de liefde, vooral die van Gala, en laat dat zien door angstaanjagende dieren die er bloeddorstig uit zien, ook het geweer is een moorddadig wapen, en straalt geweld uit. Op de achtergrond sluipt een spinnenpotige-olifant voorbij, alsof hij niet gezien wil worden. Deze 'olifant' zou Dalí moeten weergeven, en de vrouw op de voorgrond is Gala. Gala, de muze…. Gala was ook een grote bron van inspiratie voor Dalí. Ze was wel meer dan een muze, ze was de wereld voor Dalí, maar ze was ook een geweldige muze, althans voor Dalí. Ze was veelvuldig het onderwerp, als ook de inspiratie, als ook het afgebeelde van Dalí’s werken. De angst die Dalí had voor Gala, was op een gegeven moment zo groot dat hij alles wat hij maakte, met haar in de hoofdrol, maakte met veel enge, gewelddadige dieren erop. Alsof die hem (die dieren stelden dan vaak Gala voor) op gingen eten (zie ook het werk van Dalí hierboven). Na de overwinning van de angst, of liever gezegd, na de genezing van Dalí, met behulp van Gala, schilderde hij nog veel meer over, door of om haar. Maar wel op een andere manier. Hij was helemaal bezeten van haar, en vond haar prachtig. Hij schilderde veel vrouwelijk naakt met Gala als inspiratie. Ook heeft hij natuurgetrouwe werken gemaakt waarop zij afgebeeld staat, zowel van de voor als van de achterkant. Maar Dalí was, ook al voordat hij kennis had gemaakt met Gala, een beetje geobsedeerd door het achterwerk van de vrouw. Dit laat hij ook zien, veel zelfs. Hij maakte veel, zeg maar gerust heel veel werken waarop een vrouwelijk achterwerk afgebeeld staat. Het tweede, in dit hoofdstuk afgebeelde, werk (met de enorm lange titel), is een mooi voorbeeld daarvan. Dit werk is overigens stereoscopisch, omdat hij wilde dat ieder oog zo wat te zien had: "Eén voor elk oog."
Wat merken wij hedendaags nog van Dali’s ideeën en werken? Toen Salvador Dali op 23 januari 1989 op 84-jarige leeftijd stierf had inmiddels niemand het meer over het werk van de schilder, maar alleen nog over zijn persoon. Elk commentaar dat op 23 januari en de dagen die volgden verscheen, herinnerde eraan dat in het geval Dali zijn leven het eigenlijke kunstwerk is geweest. 'Toen ik zes was, wilde ik kok worden, toen ik zeven was Napoleon, en mijn ambities zijn sindsdien alleen maar toegenomen', luidde de eerste zin van zijn autobiografie, verschenen in 1942, toen zijn leven nog niet op de helft was. 'Sommigen mensen schrijven op wat ze hebben beleefd, ik wat ik nog ga beleven.' Dali was de eerste kunstenaar in de twintigste eeuw die zich bewust was van de kracht van de populaire cultuur, de massacultuur. De camera's waren altijd gericht op Dali de branieschopper, Dali die koketteerde met zijn geldlust, met zijn perversiteiten, die zijn vrouw Gala naar de New Yorkse galerieopening meetroonde met een hoed in de vorm van een bebloede baby, terwijl het land nog nasidderde van de moord op het kind van vliegpionier Lindbergh. Dali wordt niet geregistreerd, hij registreert zelf. Hij haalde zijn neus er niet voor op om zelf die nieuwe, twintigste-eeuwse massacultuurvehikels te gebruiken voor zijn kunst. Hij maakte kranten (de Dali News, 1945), hij maakte films (Le chien Andalou, met Louis Bunuel, in 1929), meubels (de bank naar lippen van May West, 1936), kleding en hoeden (voor Elsa Schiaperelli, 1938) en hij maakte reclame (voor chocolademelk, snorrenpommade en voor zichzelf: parfum Dali, 1982). In 1974 werd het Dalí Theater Museum in het overblijfsel van het voormalige Figueres gebouwd. El Theatro Museo Dalí’ is een museum waar alle kunst die Dalí heeft gemaakt in bewaard is. Het Dalí Theater Museum moet gezien worden als een geheel, als het geweldige werk van Salvador Dalí; alles daarin werd bedacht en ontworpen door hem om aan bezoekers een echte ervaring aan te bieden en binnen te komen in een unieke wereld. Wat is er te zien en te doen? Het Dalí Theater Museum bevat een grote verscheidenheid van werken die de artistieke baan van de schilder afbeeldt, van zijn eerst artistieke experimenten (Impressionisme, Futurisme, Kubisme, enz.) en zijn creaties binnen Surrealisme, tot de werken uit de vroegere jaren van zijn leven. Sommige van de merkwaardigste werken hier, die tentoongesteld worden zijn: Zelf Portret genaamd zijn ’Humanité (1923), Haven Alguer (1924), De Spectre van Geslacht Beroep (1932), Zacht Zelf Portret met Gebraden Spek (1941). Hoewel het tentoonstelde werk eigenlijk van Dalí is, zijn er ook werken te vinden van andere kunstenaars dan Dalí: Antoni Pitxot, Evarist Vallès, de particuliere verzameling van Salvador Dalí met werken door El Greco, Marià Fortuny, Urgell, Ernest Meissonier, Marcel Duchamp, Gerard Dou, enz. Zo kunnen ook in verschillende galerieën van het Theater Museum werken van Bouguereau, John la Andrea, Wolf Vostell, Meifrén en Ernst Fuchs gevonden worden. Aangezien Salvador Dalí in 1989 is overleden, kan men ook de crypte met zijn graf, gelegen in het midden van het museum, bezoeken; een ruimte die in 1997 werd gebruikt om daar een verzameling van gouden juwelen tentoon te stellen van de artiest. Er zijn natuurlijk nog veel meer musea over de hele wereld verspreid! Zijn werken zijn niet alleen in Europa bekend maar ook in Amerika en Azië. Salvador Dali is een bijzondere man en zijn kunst nog meer. Literatuurlijst Internetbronnen: - http://boijmans.kennisnet.nl/onderw/ckv2/ckv2.htm - http://www.the-artfile.com/nl/stijlen/surrealisme.htm - http://www.dekunsten.net/dk-citaat-surrealisme.htm - http://www.surrealisme.nl/style/surfra.htm - http://dali.pagina.nl/ - http://wout.future.easyspace.com/kk/kk27.htm - http://www.boijmans.rotterdam.nl/onderw/ckv2/Bio/Dali.htm - http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/1998/02/23/Rtv/02.html - Encarta- Encyclopedie 2000- Winkler Prins Boeken: - Surrealism, Schneede, Uwe M. - Het oog in het wild, surrealisme en schilderkunst, de Vreede, Melissa - De surrealistische schilderkunst, Pierre Jose - Dali, Descharnes, Robert en Neret, Gilles - Fashion and Surrealism, Martin, Richard - Teatre-Museu Dali, Gimenez-Frontin, J.L.
Bekeken kunstwerken: - Dali-Theatre Museum - Dali-Gala Castle Museum - Salvador Dali Museum-House Conclusie Onderzoeksvraag: Wat was de invloed van Salvador Dali op het surrealisme? De eerste theoretische onderbouwing van de beweging werd in 1924 opgesteld onder leiding van André Breton. Het surrealisme wijdde zich aan het onderbewuste als de wezenlijke bron van alle kunst. Op deze wijze probeerde men een volledige herziening van alle waarden tot stand te brengen. In het eerste surrealistische manifest beschrijft Breton surrealisme als puur psychisch automatisme, waarmee het schriftelijk, mondeling of op andere manieren uitdrukking wil geven aan het werkelijke denkproces. Echter, los van alle controle die door de rede wordt uitgeoefend en zonder esthetische of morele vooroordelen’. Het surrealisme werd daarom ook duidelijk gedefinieerd als puur intuïtief. Alleen door middel van automatisch schrijven en in fantasieën en dromen kon het onderbewustzijn zich manifesteren. In die tijd werd gesteld dat zoiets als surrealistische schilderkunst niet kon bestaan, omdat schilderen een te bewuste daad was. Maar tegen 1925 zag Breton de definitie niet meer precies hetzelfde en hij raakte ervan overtuigd dat kunst een middel tot ontdekking kon zijn. Wat de surrealisten zelf al waren tegengekomen was de zwakke plek in de gehele definitie, het automatisme. Zij zagen in hun eigen werk al duidelijk het gevaar van monotonie en herhaling bij gebrek aan enige bewuste controle. Het is uiteindelijk de schilder Salvador Dalí geweest die de doorbraak gaf in dit probleem. Dalí was het volkomen eens met de surrealistische ideeën van het gebruik van een vorm van vrije expressie die door dromen geïnspireerd werden. Hij zag echter wel in dat het volledige potentieel van de vreemde en vaak gewelddadige beelden die in hem opkwamen alleen volledig bewust uitgewerkt konden worden. Dit betekende niet dat hij de vrije associatie van wat hij zag censureerde, maar dat hij er een concrete werkelijkheid aan gaf door er zijn artistieke vaardigheden op los te laten. Men kan het zien als handgemaakte fotografie, precies weergegeven droombeelden. Door de interpretatie die Dalí aan het surrealisme gaf ontstond er een tweedeling binnen het surrealisme. De richting van het puur psychisch automatisme leidde tot het abstracte surrealisme. Deze richting kenmerkt zich door het gebruik van organische, vloeiende vormen, veelal samengaand met poëtische titels. Tot de vertegenwoordigers van deze richting behoren onder andere Juan Miró en André Masson. De richting van het vastleggen van dromen en de uiting van gedachten leidde tot het figuratieve surrealisme. Deze stroming is verwant aan het magische realisme en kenmerkt zich vooral door het naast elkaar plaatsen van gewoonlijk niet te combineren objecten. De dingen worden hierdoor uit zijn verband gerukt. Tot de vertegenwoordigers van deze richting behoren onder andere Salvador Dalí, Paul Delvaux, René Magritte en Hans Richard Giger. In een streven naar totale vernieuwing van alle maatschappelijke en culturele waarden en normen beoogde men een totale overgave aan de almacht van de droom, het onderbewustzijn, het toeval. De surrealisten baseerden zich op de theorieën van de Duitse filosoof Freud en op de filosofie van de tevens Duitse filosoof Hegel. Het resultaat was vaak de exacte weergave van droombeelden of volledig willekeurige objecten in een ruimte geplaatst, met als doel schrikreacties, verbazing of opwinding bij het publiek teweegbrengen. Alleen door dergelijke heftige reacties en ervaringen, willen mensen overwegen wat zij geloven los te laten. Dat is precies wat de surrealisten voor ogen hadden. Alleen dan kan men de waarden en normen van de maatschappij veranderen.

REACTIES

J.

J.

ik dit werkstuk staan veel dingen die tegenstrijdig zijn tot wat in de boeken staat, met andere woorden veel niet kloppend.

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.