De voltooid tegenwoordige tijd / Le passé composé
De voltooid tegenwoordige tijd in het Frans gebruik je om duidelijk te maken dat iets al gebeurd is. De voltooid tegenwoordige tijd in het Frans bestaat uit een hulpwerkwoord van être of avoir en een voltooid deelwoord.
Een voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord in het Frans vorm je door -er van het werkwoord af te halen en er -é achter te plakken. Bijvoorbeeld: parler - parlé, passer - passé, rencontrer - rencontré.
In deze stappen vorm je de voltooid tegenwoordige tijd in het Frans:
1. Kijk of je een hulpwerkwoord van être of van avoir nodig hebt. Hiervoor is geen specifieke manier maar er zijn wel wat trucjes die zouden kunnen werken. Je kunt bijvoorbeeld kijken of het in het nederlands met hebben of met zijn wordt vervoegd. Ik ben gegaan wordt bijvoorbeeld in het Frans ook met het werkwoord être vervoegd.
2. Vorm het voltooid deelwoord. Maar pas op! Als de tegenwoordig voltooide tijd met être wordt vervoegd kunnen er verschillende uitgangen achter het voltooid deelwoord komen. Als het om meiden gaat komt er een -e achter en als het om meer mensen gaat dan één, komt er een -s achter. Gaat het om meiden én gaat het om meer mensen, dan voeg je -es achter het voltooid deelwoord toe.
Kijk naar deze zinnen: Je suis allé (het gaat om een jongen in de ik-vorm). Je suis allée (het gaat om een meisje in de ik-vorm).
Nous sommes allés (het gaat om een groep mensen waarvan minstens één iemand een man is). Nous sommes allées (het gaat om een groep mensen die alleen bestaat uit vrouwen).
O.a. deze werkwoorden worden vervoegd met être: aller, rester, arriver en venir.
Een grote uitzondering is: Ik ben geweest = J'ai été.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden