Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 2 Endogene en Exogene processen §2 t/m §12
§2: De opbouw van de aarde
Kern: 3700 km dik, binnenste deel vast, buitenste deel vloeibaar -> aardmagnetisme
Aardmantel: 2900 km dik
- Binnenmantel: vast gesteente
- Buitenmantel: zeer traag vloeibaar gesteente -> convectie stroming =asthenosfeer
Aardkorst: vast materiaal: relief, bodem, gesteente(continentaal en oceanisch) =Lithosfeer (bestaat uit stukken aardkorst(aardplaten, aardkorsten, aardschollen))
Hydrosfeer=al het water op aarde inclusief waterdamp, sneeuw en ijs
Atmosfeer=de lucht;gassen rondom de aarde
Oceaanbodem=5-10 kilometer dik (basalt) (vrij zwaar gesteente)
- Basalt heeft groter soortelijk gewicht dan graniet en is dus zwaarder
Continent=40-80 kilometer dik (graniet) (licht gesteente)
Reliëf meten=>vroeger geluidsgolven naar oceaanbodem sturen, nu d.m.v. satellieten
Trog=sleuf
Rug=’gebergte’
Basisbewegingen van de platen => actualiteitsprincipe
§3: Platentektoniek en aardbevingen
Beweging aardplaten:
- Convergente beweging
- Twee platen botsen
- Subductie=wegduiken van de oceaanbodem in de mantel(oceaanbodem recyclen)
v Oceanische plaat duikt onder continentale plaat
v Ook bij botsing van twee oceanische platen (oudste duikt eronder) -> eilandenboog (Aleoeten, Alaska)
- Ontstaan van: diepzeetrog, aardbevingen, explosief vulkanisme en gebergtevorming
- Vb. Japan of Santorini
- 2 continentale platen botsen -> vorming plooiingsgebergte(Himalaya), aardbevingen
- Divergente beweging
- Twee platen bewegen uit elkaar
- Breukvorming + rustig vulkanisme
- Bij breuken -> vorming nieuwe oceaanbodem
- Vb. Mid. Oceanische Rug(IJsland)
- Transforme beweging
- Twee platen bewegen langs elkaar
- Ontstaan van: aardbevingen
- Vb. San Andreasbreuk bij LA, het breukengebied in Turkije
Theorie platentektoniek:
Convectiestroming -> heet magma komt tegen aardkorst aan -> magma stroomt zijdelings weg, neemt stukken aardkorst mee -> sommige plekken breekt aardkorst -> magma stroomt als lava naar buiten -> divergente breuken -> breuk wordt gevuld met lava -> stolt als basalt -> nieuwe oceaanbodem (Mid. Oceanische Ruggen)
Aardbevingen -> convergente en transforme plaatbewegingen
Epicentrum=plaats boven haard
Aardbeving op oceaanbodem -> ontstaan vloedgolven/tsunami’s
§4: Vulkanisme
4 typen vulkanen van belang:
- v I: vulkanisme bij divergentie -> spleetvulkaan
- v IIa:vulkanisme bij convergentie -> stratovulkaan
- v IIb:vulkanisme bij convergentie -> caldera
- v III: hotspots -> schildvulkaan
Vulkanisme bij divergentie;spleetvulkaan:
- Divergentie -> ruimte tussen twee platen
- Ruimte = spleet = spleetvulkaan
- Magma ondervindt weinig weerstand -> rustige uitbarsting
- Meestal onderwater (Mid. Oceanische Rug)
- Alleen in IJsland aan de oppervlakte
- Effusief eruptietype (soort uitbarsting rustig)
Vulkanisme bij convergentie; stratovulkaan:
- Subductie: deel plaat schuift weer mantel in en smelt
- Magma wordt gemengd met zeewater -> samenstelling magma verandert
- Magma wil omhoog door hoge temperatuur en hoge druk
- Magma is dik en stroperig -> druk moet hoog zijn om bij magma te komen
- Komen gassen vrij
- Hoe meer gassen des te explosiever de uitbarsting
- Explosief eruptietype
Stratovulkaan(samengestelde vulkaan)(kegel)=opgebouwd uit lagen as en gestolde lava (explosief)
Lahar=vulkanische modderstroom bestaande uit een mengsel van water, as en modder.
Pyroclastische stroom(gloedwolk)= grote wolk van magma en as die boven de vulkaan uitrijst en die dan uit elkaar stort, en zo dus dingen verwoest
Vulkanisme bij convergentie; caldera:
- Stratovulkaan met kegel die is ingestort
Vulkanisme bij hotspots; schildvulkaan:
- Magma vrij dun en heet, vloeit ‘makkelijk’ uit
- Uitbarsting zonder ‘’ontploffing’’
- Op plekken waar aardkorst dun is
- Onder water of op land
- Door regelmatige rustige uitbarsting
ontstaat vulkaan uit verschillende lagen
- Vb. bij Hawaï en IJsland
- Effusief eruptietype
Schildvulkaan=heel vlak soort vulkaan(effusief)
Vulkanische bommen=grote brokken lava
Uitbarsting -> slingert puimsteen, fijne asdeeltjes, kleine steentjes en vulkanische bommen uit vulkaan
‘Slapende’ vulkaan(meestal stratovulkaan)=laatste lava is gestold en sluit kraterpijp af
Hotspot=vulkanen die niet bij randen van aardkorstplaten liggen maar waar -> bellen van heet mantelgesteente stijgen omhoog, aardkorst wordt zwak en breekt, waardoor lava naar buiten kan stromen
Geiser=verschijnsel waarbij in vulkanisch gebied heet grondwater omhoog spuit
§6: Gesloopt gesteente
2 typen verwering:
- Mechanische(=fysische) verwering
- Chemische verwering
Mechanische(fysische) verwering:
v Afbraak van gesteente door temperatuurverschillen (overdag: warm, nacht:koud)
- Overheerst in de woestijn
v Afbraak van gesteente door vorstwerking (bevriezen-dooien-bevriezen) (vorstverwering)
- Overheerst in polaire zone en in gebergten
v Afbraak van gesteente door de kracht van plantenwortels (biologisch-fysische werking)
Chemische verwering:
v Door invloed van bijvoorbeeld:
- Zuren in regen (->oplossen van gesteenten)
- Zuren die door wortels worden afgescheiden
v Het is een chemisch proces
v Het chemisch proces gaat sneller bij hoge temperatuur en aanwezigheid van water(hoge vochtigheid)
- Tropische landschapzone
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden