Cultuur van het moderne

Cultuur van het moderne CKV2 Door de komst van tegendraadse kunstenaars ontstaat avant-gardekunst. ‘Het zwarte vierkant’ van de Rus Malevitsj is het begin van een volledig abstracte kunst. Ook ontstaat er suprematisme, omdat er vooral in de steden vraag naar vernieuwingen is. Het is het begin van de 20ste eeuw. De positie van deze voorlopers in de kunst verandert door maatschappelijke omwentelingen zoals de Russische revolutie in 1917. Voornamelijk jonge kunstenaars ondersteunen nu deze maatschappelijke veranderingen. Er is nu aandacht voor collectieve idealen in plaats voor individuele expressie. In het constructivisme, in de films van Eisenstein, maar ook in theaterstukken van Meyerhold en Brecht vinden vernieuwingen plaats voor een groot publiek. Ieder laat zich inspireren en vooral Japanse invloeden zijn herkenbaar. In de films van Eisenstein bijvoorbeeld is de bewondering voor het Kabuki-theater goed merkbaar. In plaats van naturalisme ontstaat er constructivisme. Het industriële of constructivistische theater heeft hiervoor in hoog tempo plaatsgemaakt. Brecht is overgegaan tot episch theater. Zo komt er in plaats van handwerk en vrije kunsten een tijdperk van industriële ontwerpen voor toegepaste kunsten: de industrialisatie. Men herziet bestaande opvattingen over kunst. Men wil helemaal opnieuw beginnen. Ook voor de Japanse architectuur is er belangstelling. Wright, Rietveld en vooral Mondriaan kwamen met De Stijl tot het benadrukken van de belangrijkste bouwkundige details en materialen. In de kunstopleiding Bauhaus streven kunstenaars zoals Keler en Breuer naar volledige abstractie en grondvormen. Ook vinden ze de functionaliteit helemaal niet belangrijk. Men laat zich ook inspireren door volkskunst. Vooral Brancusi en Bartók waren hier mee bezig. Brancusi probeerde zo traditionele vormen te vereenvoudigen, hij streefde naar eenvoud. Ook in de dans raakte men beïnvloedt door abstractie, er ontstond Triadisch Ballet. Degenen die zich met het ontwerpen van industriële materialen bezighielden richtten zich op massaproductie. Het sloot niet aan met de smaak van de massa. Het CIAM was bezig met een nieuwe vorm van architectuur: Het Nieuwe Bouwen, dat functioneler was. Er vond duidelijk internationalisering plaats door het werk van de progressieve kunstenaars. Ook in de bouw was men meer bezig met prefab-elementen: geprefabriceerde onderdelen. De ontwikkelingen in de moderne kunst stoppen echter door de komst van het fascisme, het communisme en de Tweede Wereldoorlog. Het gevolg hiervan is dat er weer nieuwe kunst ontstaat doordat Oost-Europese kunstenaars naar Duitsland vluchten. Deze kunst heet Entartete kunst. Kunstenaars die hier mee bezig waren zijn Kirchner, Klee, Kandinsky, Grosz, Schwitters en Schlemmer.