Hoofdstuk 15 en 16

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 2004 woorden
  • 30 september 2010
  • 70 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
70 keer beoordeeld

Nederlands samenvatting laagland

15.1 de politieke achtergronden

1815: definitieve nederlaag van Napoleon bij waterloo. Nederland werd een koninkrijk met koning Willem 1 als vorst.

- Hij stimuleerde de koloniale handel door oprichting Nederlandsche Handelsmaatschappij (1824)

- eerste spoorlijn Amsterdam-Haarlem 1839.

- Belgie werd onafhankelijk

Willem 2:

- Grondwet werd gewijzigd. Thorbecke stelde de nieuwe grondwet op, ministers moesten voortaan verantwoording afleggen aan het parlement en het parlement kreeg meer macht en moest wetten goedkeuren.

- Nederland werd een parlementaire democratie.

- tot 1870 lag NL de macht bij welgestelde burgerij.

- socialistische arbeidsbeweging kwam op.

- VS → burgeroorlog

- Duitse eenwording door Bismarck

15.2 de sociaal-economische achtergronden

19e eeuw → industrialisatie kwam op gang.

- tweedeling arm/rijk

- steden groeiden uit tot metropolen

- mensen gingen op in massa, veel vervreemding, weinig contact. = problematiek.

- Charles Baudelaire (1821-1867) eerste moderne dichter

In 1830 werd door Van den Bosch in de Aziatische koloniën het cultuurstelsel ingevoerd. → Nederlandse regering droeg de inlandse vorsten op een vijfde deel van hun grond te reserveren voor EU markt.

Bevolking werd uitgebuit:

- meer werken dan toegestaan (meer beloofde ‘winst’ voor gezaghouder)

Nederlandsche Handelsmaatschappij profiteerde van dit stelsel.

In Nederland was de gegoede burgerij machtig en invloedrijk.

- De burgerlijke ideologie stelde gezin, vaderland en vorstenhuis centraal.

- deugdzaamheid en gezag werden geëerd.

- dominees spelen belangrijke rol in sociaal en cultureel opzicht.

- zelfgenoegzame burger (le bourgeois satisfait) meende te leven in een veilige, rationele en geordende tijd. (la belle époque)

- burger was optimistisch.

- geloof in wereld, zijn normen en waarden achtte hij de normen en waarden.

burgerlijke ideologie kwam onder druk te staan (eind 19e eeuw→ fin de siècle)

- wetenschappers als Darwin

- filosofen als Marx

- wereldbeeld zelfgenoegzame burger werd ondermijnd.

- normen en waarden niet langer zelfsprekend.

- vernieuwingen werden ingeleid door: wetenschappers (Freud) en filosofen (Nietzsche)

15.3 de culturele achtergronden

in 19e eeuw was het nationalisme(liefde voor vaderland) belangrijk. Mensen waren een eenheid, en als gevolg daarvan zocht men naar het eigen verleden en volkseigenen. Volkssprookjes en liederen werden verzameld (o.a. door gebroeders Grimm)

Tijdens en na de Franse bezetting en tijdens de Belgische opstand en definitieve afscheiding in 1839 vierde het nationalisme hoogtij.

- nationale trots was gekrenkt

- men streefde naar nieuwe identiteit, voorzien van nieuw vaderlands gevoel

- verheerlijking verleden→ helden: Vondel, Rembrandt, Michiel de Ruyter, Laurens Jansz, Coster kregen standbeeld.

- wijziging visie op de mens

- Charles Darwin (1809-1882) veroorzaakte een revolutie in biologie met the origin op species (1859) evolutietheorie

- kritiek op evolutietheorie door de kerk.

Opvattingen van Karl Marx waren ook bedreigend voor de gegoede burgerij (bourgeoisie)

- Marx publiceerde met Friendrich Enfels het Communistisch manifest (1867)

- marx kritiseerde de vervreemding→ de verandering door kapitalisme en industrialisatie

- mens werd ‘concurrent’ medemensen woonde ver van de natuur

- arbeiders waren volgens hem gedwongen hun arbeidskracht als koopwaar aan de fabrikanten te bieden

- politieke en sociale vervreemding was gevolg van economische tegenstellingen binnen burgerlijke maatschappij.

- 2 groepen: loonarbeiders (proletariaat) en bourgeoisie (kapitaal)

- zijn ideeen waren voor bourgeoisie gevaarlijk.

- socialisme kwam in beweging

15.4 romantiek en realisme

In de kunst en literatuur van de negentiende eeuw zijn 2 hoofdstromen te onderscheiden:

- romantiek: accent ligt op weergave van het gevoel en de verbeelding.

- realisme: nadruk wordt gelegd op een betrouwbare weergave van de werkelijkheid.

15.4.1 de romantiek (algemene karakteristiek)

Romantische invloeden zijn te herkennen in de literatuur, schilderkunst, en muziek van Engeland, Duitsland, Frankrijk , Nederland, Vlaanderen en andere landen.

Belangrijke (internationale) romantische dichters&schrijvers:

Samuel Coleridge

William Wordsworth

en nog veel meer zie boek

schilders:Caspar David Friedrich, Eugene Delacroix …

muziek:Schubert, Mendelssohn

Aspecten van de romantiek:

- breuk met classicisme: nieuwe opvatting over kunst en literatuur. Meer aandacht voor individuele verbeeldingskracht. Het gevoel moest zo direct mogelijk geuit worden. Ideaal→ directe expressie van gevoelens.

- gevoel: geliefd was de natuur als bron voor gevoelens. (natuur niet te doorgronden) Gevoelens zo spontaan en natuurlijk proberen te weergeven. Schrijver /dichter was een genie en had originaliteit. Weergave van emoties en gevoelens staat centraal. maan, nacht, dood, gevoel voor vaderland.

- verbeelding: de oppervlakkige realiteit zien. Nieuwe/andere wereld oproepen. Contact krijgen met het hogere. ‘ziener’ van god. Bemiddelaar tussen eindige en oneindige. Het oneindige in het reële weergeven.

- engagement: conflict met omgeving. afzetten tegen zelfgenoegzame burger. Sociaal engagement: Multatuli bijv.

- weltschmerz: kloof tussen ideaal en werkelijkheid. Het gevoel van onvrede met de eigen tijd, een lijden aan het bestaan. Piet Paaltjens, hanteerde bijv. humor als wapen tegen het lijden van het bestaan. Gevoel ironiseren, met spot.Onverwachte combinaties, absurde situaties, woordspelingen, stijlbreuken. Parodie.

- personages: zijn vaak dolende met een groot onvervulbaar verlangen, idealisten en wereldverbeteraars .

- romantisch levensgevoel: er zijn ook echte mensen die leven in onvrede of lijden aan weltschmerz. Het gevoel bestond dus ook echt (niet alleen in boeken)

15.4.2

genootschapsdichters

begin 19e eeuw is er in NL vooral een sociale cultuur→ veel gemeenschappelijke activiteiten etc.

Genootschapdichters: vaderland en huiselijkheid waren belangrijke onderwerpen. Dichters droegen vaak hun gedichten in het openbaar voor dus vaak een declamatorisch karakter.

Hendruk Tollens gold in deze periode als een vooraanstaand dichter

- veel over het nationaal eigene

- huisgezin en heroïsch vaderlands verleden.

- 1819 werd hij beroemd met bekroonde: overwintering van de Hollanders op Nova Zembla.

Historische roman

rond 1830 nieuwe generatie.

er kwam aandacht voor de historische roman

- 1827 David Jacob van lennep

- Sir valter Scott

- verleden laten herleven

- bij scott: niet historische komt in aanraking met historische, reizen , liefde, ontsluiering van geheim, gevaarlijke situaties…

- Aarnout drost: historisch roman dient uitdrukking te geven aan een visie op mens en maatschappij. → historische ideeen romans.

- Hendrik Conscience publiceerde in 1838 ‘ de leeuw van vlaanderen’

domineedichters

Studenten richtten zich op buitenlandse voorbeelden zoals Lorn Byron en Victor hugo.

Nicolaas Beets werd de belangrijkste van de negentiende-eeuwse domineedichters.

- afkomstig uit burgerij

- drukken moraal uit

- schreven naar aanleiding van gebeurtenissen over het zielenleven, volk en vaderland, gezin, geloof.

- richtten zich tot breed massapubliek.

- middel om algemene waarheden in een begrijpelijke en aantrekkelijke vorm presenteren

Multatuli

buitenliterair effect→ hij wilde ingrijpen in de politieke werkelijkheid.

- literatuur vorm van actie

- doel

15.4.3 realisme

Hildebrand, alledaagse gebeurtenissen.

Louis Jacques Monde Daguerre: 1 v/d eerste fotografen

- men beschouwde opnames als een objectieve registratie van de werkelijkheid.

- betrouwbaar

realisme: als een kunstenaar de werkelijkheid probeert weer te geven.

idealistisch realisme:

- camera obscura

- de werkelijkheid werd niet beschreven om die zo objectief mogelijk te beschrijven , maar om de zedelijke verbetering van het publiek te bewerkstelligen.

- past bij mentaliteit en wereldbeeld van gegoede burgerij uit 19e eeuw.(la belle epoque)

- veilige wereld. etc

- in la belle epoque is de schrijver iemand die afkomstig is uit de gegoede burgerij bijv. Nicolaas Beets

objectief realisme

volkomen objectieve weergave werkelijkheid.

- Gustave Flaurbert

- registratie zonder oordeel

- geen ironie

- geen veilige harmonieuze wereld

- exact

- bijna wetenschappelijke visie

- neutraal documentatie, objectief en exact.

- geen verteller

- Madame Bovary =voorbeeld

- lezer mag oordelen

- burgerlijke normen en waarden werden op de proef gesteld.

- tegenover de gegoede burgerij

16.1 politieke achtergronden

Nederland was in het midden van de negentiende eeuw een parlementaire democratie geworden.

1887: keerpunt in de geschiedenis van de parlementaire democratie, omdat in het parlement het zwaartepunt verlegd werd van de welgestelde, gegoede burgerij naar de minder welgestelde burgerij.

Maatschappelijke invloed van gegoede burgerij nam af (want arbeiders kregen ook parlementaire vertegenwoordigers)

16.2 de sociaal economische achtergronden

laatste jaren van de 19e eeuw :

- werkloosheid nam toe

- crisisjaren: veel kinderarbeid

- toenemende onkerkelijkheid

16.3 de culturele achtergronden

schrijver, kunstenaar, publiek

1859: Gustave Flaubert veroorzaakt veel opschudding met zijn Madame Bovary

- objectief realistische roman

- gegoede burgerij reageerde geschokt

Schilders zochten ook nieuwe wegen: Edouard Manet: Le Déjeuner sur l’herbe werd in 1863 beschouwd als een belediging van publiek. Zijn ‘olympia’ ook

- naakt maakt niet uit, maar de manier waarop

- model werd NIETgeïdealiseerd.

- te realistisch zonder mythologische ondertoon

- shockerend.

Flaubert(objectieve realisme) en Manet(onmythologisering,realisme breuk met idealisering) kwamen dus in de tweede helft van de 19e eeuw tegenover het publiek uit de gegoede burgerij te staan.

- doorbreken van het verwachtingspatroon

- en normen en waarden publiek

In het fin de siècle staan meer schrijvers en schilders tegenover het publiek uit de gegoede burgerij. Kunstenaars en schrijvers gaan zich dan bewust als antiburgers opstellen. 

Impressionisme

Edouard Manet is een van de gangmakers van impressionisme (richting in de schilderkunst die in Franrijk in de 2e helft van de negentiende eeuw in ontwikkeling komt.)

- Claude Monet

- Edgar Degas

- visuele indrukken van alledaagse gebeurtenissen en onderwerpen weergeven.

- geen verhaal vertellen, geen spottende kritiek, geen moralistische les

- ze willen indrukken, impressies of atmosferen direct weergeven

- streven naar weergave van momentopname.

gegoede burgerij reageerde geschokt, het wereldbeeld en normen&waarden waren niet langer vanzelfsprekend.

Door wetenschap en filosofie werd het wereldbeeld van de tevreden gegoede burger ondermijnd.

ontwikkelingen:

Freud en de psychoanalyse

1900 ‘Die Traumdeutung van Sigmund Freud

- iedere droom heeft bepaalde betekenis

- manifeste droominhoud: de droom zoals de dromer die zich herinnerd en navertelt. bewust

- latente droomgedachte de betekenis van de droom, de diepere zin ervan die verankerd is in het onbewuste van de dromer.

- betekenis droom wordt achterhaald met behulp van: invallen, associaties

- menselijk gedag wordt bepaald door het onbewuste

- zielenleven van mens is voor een klein deel bewust en groot deel onbewust.

- ontstaat in oedipale fase (kind tot volwassene)

- lustbevrediging omzetten in lustprincipe

- door aanbod buitenwereld leert het kind lustverlangens uit te stellen→ realiteitsprincipe

- oedipiscomplex: psychische verschijnsel dat jongens en jonge mannen de vaderfiguur als concurrent en tegenstander zien en zich tegen de vaderfiguur zetten en bij moeder juist niet.

- onbewuste kan uiten in bijv. neurotisch gedrag: irrationeel. handelingen verrichten die geen zin of logica hebben.

- in literatuur zie je vaak neurotische personages: gevoelig, nerveus

zo ontstaan psychologische romans. Gedrag&gevoelens van personage steeds meer weergeven.

Opvattingen van Freud ondermijnden de ideologie van de gegoede burgerij.

Friedrich Nietschze

ondermijnde op een andere manier het burgerlijke wereldbeeld.

- beschouwde zichzelf als een vernietiger van zekerheden

- waarheid is slechts te benaderen vanuit verschillende perspectieven.

- vrij zijn van verschillende waarden

- god was dood

16.4 Literatuur in het fin de siècle

16.4.1 de beweging van Tachtig

tegen eind van 19e eeuw publiceerden de dichters en schrijvers van Beweging van Tachtig hun laatste romantische teksten. Deze jongeren (Willem Kloos, Frederik van Eedem. Herman Gorter) hadden vanaf 1885 een eigen tijdschrift: de Nieuwe gids.

- presenteren vernieuwing van literatuur, breuk met verleden

- begin moderne Nederlandse literatuur

- onvrede over de wereld, ‘zwakromantische’ gevoelens van domineedichters en andere voorgangers.

- opgroei in wereld met veel industrialisatie en de kleine burger leek onder te gaan.

- onkerkelijk/ongelovig

- individuele stijl

- ziel, gevoel, passie, hartstocht en emotie uitgangspunt

- stemmingen (leed, verlangen, melancholie) weergeven

verschillenmet domineedichters waren groot

- 80ers waren bohemies en geen gerespecteerde burgers

- benadrukken schoonheid kunst en niet de boodschap→ estheticisme(schoonheid van kunst) l’art pour l’art (kunst voor kunst)

- geen moraal

- aanleiding hoeft niet bekend te zijn

- geen voordrachtspoezie, maar lees poezie

- dichter=bijzonder figuur

- allerindividueelste expressie→ eigen emoties en zielenroerselen zo indivdueel mogelijk verwoorden.

Frederik van Eeden , Herman Gorter→ belangrijkste Beweging van Tachtig dichter. ‘mei’ van hem wordt beschouwd als hoogtepunt van poëzie van de tachtigers.

Verzen: hierin stonden subjectieve waarnemingen en momentopnames centraal

16.4.2 het naturalisme

Emile Zola

- objectief

- onbevooroordeeld

- uitgangspunt: zintuiglijk waarneembare werkelijkheid

- neutrale verteller

experimentele romans: experimenten met verschillende karakters uitvoeren en daar een beschrijving van geven.

positieve feiten: alleen feiten die zintuiglijk waarneembaar of experimenteel vast te stellen zijn.

- zoeken naar wetmatigheden

- causale verbanden

- bepalende, determinerende factoren.

- mens wordt beschouwd als een natuurverschijnsel dat onderhevig is aan wetmatigheden= determinisme

- determinisme ontkent dat mensen een vrije wil hebben.

Determinerende factoren:

- erfelijke factoren (race)

- woon en leefomstandigheden (milieu)

- tijd waarin men leefde. (moment)

mens is product van bepalende omstandigheid.

geen vrije wil

- in naturalistische romans en verhalen hebben de personages geen vrije wil. Handelen of niet handelen is gevolg van bepalende omstandigheden

-desillusie omdat wensen en dromen van personage niet te realiseren zijn

- einde van roman=desillusie(ontnuchtering)

- eindigt met de dood / zelfmoord personage

werkelijkheid beschrijven zoals die is, en niet de minder mooie kanten verbloemen.

Maatschappijkritische houding om de schijnmoraal van de gezeten burgerij te ontmaskeren. (Marcellus Emants)

(voorkeur voor) Taboeonderwerpen worden beschreven: homoseksualiteit, zelfbevrediging

Opvattingen van Zola en Franse Naturalisme beinvloeden Nederlandse schrijvers:

- Marcellus Emanst→ sluit aan bij determinisme, (naturalisme)

- Louis Couperus

zie boek voor voorbeelden verhalen

REACTIES

M.

M.

heb je ook samenvattingen van hoofdstuk 14&17?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.