Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 1, Kracht en druk

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 555 woorden
  • 9 februari 2009
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 1
Kracht en druk

1.1 Krachten

De gevolgen van krachten:
- een voorwerp kan vervormen: -elastisch: de oorspronkelijke vorm keert weer terug. – plastisch: blijvend vervormd.
- de beweging van een voorwerp kan veranderen: bv: je trapt tegen een bal, de richting wordt verandert.
Veerkracht ontstaat als elastische voorwerpen uitgerekt of ingedrukt worden.Fv
Force betekent kracht.

Fsp = spierkracht
Fz = zwaartekracht.
Op bv. een appel van 100 gram op te tillen heb je een kracht nodig van ongeveer 1 Newton.
Regels van het tekenen van krachten: (teken een pijl, een vector.)
- de richting, is de richting van de kracht
- de plaats, waar de kracht wordt uitgeoefend.
- de lengte, hoe groot de kracht is.
De zwaartekracht werkt op alle punten van een voorwerp. Maar 1 punt is het zwaartepunt.
nettokracht: de kracht die hetzelfde gevolg heeft als alle krachten samen. Je kunt het bereken door alle krachten bij elkaar op te tellen.

1.2 Zwaartekracht, gewicht en stabliliteit
De zwaartekracht werkt altijd op het voorwerp, terwijl het gewicht (G) een kracht is van het voorwerp.
Je gewicht verandert voortdurend. De zwaartekracht niet.
Gewicht is dat het voorwerp kracht uitoefent op de ondergrond omdat het wordt aangetrokken door de aarde.

De aantrekkingskracht is groter als:
- de massa’s van de voorwerpen groter zijn.
- de voorwerpen zich dichter bij elkaar bevinden.
Als het zwaartepunt boven het steunvlak ligt is het evenwicht, anders kantelt het.
Zwaartepunt bepalen:
- hang hem op, teken een lijn recht naar beneden.
- heng hem anders op, teken weer een lijn naar beneden.
- waar ze elkaar snijden is het zwaartepunt.
Het kan dan ook buiten het voorwerp bevinden.
Stabiliteit vergroten:
- maak het steunvlak groter.
- maak het zwaartepunt lager.

1.3 Krachten meten

Voor het meten van krachten gebruik je een krachtmeter, met een schaalverdeling van Newton.
Als een voorwerp in rust is, is de zwaartekracht even groot als het gewicht.
Bv: iets met een massa van 1 kg ondervindt een zwaartekracht van 10N.
Massa is altijd hetzelfde. De masse verandert in combinatie met de zwaartekracht.

De uitrekking van een veer is evenredig.
Veerconstante: geeft aan hoeveel newton er nodig is per cm of m uitrekking.
Dat reken je zo uit: veerconstante= kracht: uitrekking.
C=F:u
De veerconstante geeft de stugheid van de veer aan.
Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.

1.4 Evenwicht

Er is even wicht als de regel geld:
Kracht x arm (linksom) = Kracht x arm (rechtsom)
In symbolen:
F*d (linksom)= F*d (rechtsom)
F*d wordt het Moment M gemoemd en de regel voor evenwicht de momentenwet:
Er is evenwicht wanneer het moment linksom even groot is als het moment rechtsom.
Als je spierkracht te klein is om wat te doen gebruik je een hefboom.
Elke hefboom heeft een draaipunt, bij de meest hefbomen is er een:
- grote afstand tussen de draaias en de spierkracht.

- kleine afstand tussen de draaias en de hefkracht.
Zo kun je met een kleine kracht een grote kracht uitoefenen.

1.5 Druk

Hoe groter de oppervlakte is, hoe beter de kracht wordt verdeeld.
Je kunt de kracht berekenen door de kracht in N te delen door de oppervlakte in m².
Druk = kracht : oppervlakte.
Of in symbolen:
p = F : A
Je vindt de druk dan in Newton per m². Er is afgesproken dat 1 N/m² = 1 Pa.
Klein oppervlakte, grote druk.
Groot oppervlakte, kleine druk.
Druksterkte: de maximale druk die een materiaal verdragen kan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.