Jodendom godsdienst

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1140 woorden
  • 6 augustus 2008
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
85 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Godsdienst H2

In het Jodendom is leren heel belangrijk. Joodse kinderen beginnen al op jonge leeftijd met het lezen van de Tora in het Hebreeuws. De Tora wordt in het Jodendom gezien als de door God gegeven grondwet voor het dagelijks leven. In de Tora komen in totaal 613 voorschriften voor.
De schriftelijke Tora zijn de 1e 5 boeken van Mozes. Om de regels in de Tora beter uit te leggen is de Talmoed ontstaan (mondelinge Tora).
De Talmoed is kort gezegd een encyclopedie voor het dagelijks leven van de joden, die bestaat uit meer dan 20 delen.


Voor orthodoxe joden zijn er veel voorschriften en rituelen. Door al deze regels leef je bewuster en word je steeds weer herinnerd aan de verantwoordelijkheid die je als mens tegenover God en de wereld hebt.

De synagoge is niet alleen een plaats van samenkomst, maar ook van bestudering van de Tora. In het Hebreeuws wordt de synagoge ook wel bet-hamidrasj (leerhuis) genoemd.
Nederlandse joden spreken vaak over Sjoel, dat is afgeleid van het Duitse woord Schule (school).

Kosjer betekent ‘geoorloofd’ om te eten of te drinken.
O.R.T. betekent het product is bereid en verpakt Onder Rabbinaal Toezicht

1e voorwaarde:
Vlees: dieren die gespleten hoeven hebben en herkauwen.
Vis: vissen die zowel schubben als vinnen hebben.
Vogels: vogels die leven van graan en/of planten.
2e voorwaarde:
Er mag niets gegeten worden waar bloed in zit.
3e voorwaarde:
Vlees en zuivelproducten mogen niet samen bereid of gegeten worden.

Besnijdenis:

Een joodse jongen wordt op de 8e dag na de geboorte besneden. Een klein stukje van de voorhuid van de penis wordt dan weggesneden.
De besnijdenis is het teken dat de jongen opgenomen is in het verbond, dat God in vroeger eeuwen met Abraham heeft gesloten.
Tijdens de plechtigheid krijgt de jongen ook zijn naam. Die wordt door de besnijder hardop uitgesproken. Daarna spreken de aanwezigen de wens uit dat de jongen mag opgroeien om de Tora te leren. En dat hij later een goede vrouw mag trouwen en een Goed leven zal leiden.


Meisjes worden niet besneden. Zij ontvangen op de 1e sabbatmorgen na de geboorte hun naam tijdens een dienst in de synagoge.

Bar-mitswa:

Wanneer een joodse jongen zijn 13e verjaardag heeft gevierd, wordt hij op de eerstvolgende sabbat bar-mitswa (zoon van het gebod).
Vanaf deze dag is de jongen zelf verantwoordelijk voor het naleven van de geboden. Hij wordt vanaf deze dag in de synagoge ook als een volwassene beschouwd. En hij telt mee voor het minjan, de 10 mannen die nodig zijn om een dienst te kunnen houden. Hij mag nu voorzanger zijn tijdens een synagogendienst en uit de Tora lezen.
Tijdens de bar-mitswa viering in de synagoge leest de jongen een voorgeschreven gedeelte uit de Tora voor.
Meisjes doen al op hun 12-jarige leeftijd de bat-mitswa (dochter van het gebod).

Huwelijk:

Het huwelijk wordt de Choeppa genoemd.
In traditionele kringen neemt de bruid als voorbereiding op de huwelijksdag een ritueel bad, dit wordt de mikwe genoemd.
Vlak voor het uitspreken van de trouwbelofte drinkt men uit één beker, die door een van hun ouders is aangereikt. Dit symboliseert ‘het delen van lief en leed’. De kern van de huwelijkssluiting vindt plaats wanneer de bruidegom een ring aan de rechterwijsvinger van de bruid doet en zegt: “Door deze ring ben je mijn vrouw volgens de wet van Mozes en de profeten. Daarna gooit of trapt de bruidegom de beker stuk, waarop de aanwezigen roepen: mazzeltov (veel geluk).

Dood en begrafenis

In het Jodendom wordt de dode zo snel mogelijk begraven.

Bij de begrafenis wordt er een klein beetje aarde uit Israël in de kist gestrooid en onder het hoofd gelegd. Hiermee wordt de relatie met het heilige land tot uitdrukking gebracht. Bijzondere gebeurtenis is het voorlezen van de ‘kaddisj van de rouwenden’. In dit gebed wordt God geëerd als de schepper van de wereld, die ook de overledene eens de levensgeest heeft gegeven.

Pesach:

Pesach is het joodse paasfeest, en het 1e van de 3 pelgrimsfeesten. In Deuteronomium 16:16, daarin staat dat de mannen 3x per jaar een bedevaart naar de tempel in Jeruzalem moeten maken. Dit feest herinnert aan de bevrijding uit Egypte. Het feest wordt ook wel ‘feest van ongezuurde broden’ genoemd.
Het hoogtepunt van dit feest is de Sederviering op de eerst avond, wanneer de matzes (de ongezuurde broden) worden gegeten en het verhaal van de bevrijding uitvoerig wordt verteld. De wijn staat symbool voor de vreugde over de bevrijding.
Voor de profeet Elia staat er tijdens de Sederviering een stoel klaar.

Wekenfeest:

2e pelgrimsfeest is Sjawoeot of wekenfeest, waarop herdacht wordt dat het volk Israël tijdens de woestijnreis op de berg Sinaï van God de Tien woorden heeft .

Loofhuttenfeest:

het 3e pelgrimsfeest is Soekot of het Loofhuttenfeest. Op dit feest wordt herdacht dat de Israëlieten na de bevrijding uit Egypte een lange reis door de woestijn hebben gemaakt. Tijdens dit feest bouwt iedereen een loofhut in de tuin of op het balkon en woont men er tijdelijk in. Kinderen maken tekeningen en versieren de loofhutten.

Nieuwjaar:

Rosj Hasjana is het joodse Nieuwjaarsfeest. Het wordt gevierd op de 1e dag van de zevende maand. Het is de herdenkingsdag van de schepping van de wereld. Maar ook de 1e van de 10 ontzagwekkende dagen.
Tijdens de synagogedienst wordt er op de Sjofar (ramshoorn) geblazen.


Grote Verzoendag:

De meest heilige dag is Jom Kipoer, dit is de 10e dag van het nieuwe jaar, en dus de laatste van de ontzagwekkende dagen. Mensen belijden tegenover God hun fouten, en spreken tegen elkaar uit wat ze niet goed hebben gedaan. Grote verzoendag is vooral een vastendag.

Chanoeka:

Is het Joodse lichtfeest en betekent: ‘inwijding’. Men viert de herinwijding van de tempel in Jeruzalem in 165 v.C. De Joden verdreven toen de Syrische koning en hebben hun tempel opnieuw ingewijd. Chanoeka is een van de ‘half-feesten’. Dit zijn feesten die niet in de Tora staan voorgeschreven, omdat ze pas later zijn ontstaan. In het begin van de avond worden de chanoeka-kaarsjes aangestoken. Chanoeka is een gezellig feest, waarop familieleden elkaar geschenken geven.

Poerim:

Is ook een half-feest. Het Hebreeuwse woord voor Poerim is ‘loten’.
Herinnert aan het verhaal van Ester. In Perzië was er een minister Haman die door loting de dag liet bepalen waarop alle joden gedood zouden worden. De joden ontsnapten hieraan door het meisje Ester dat koningin was geworden. Kinderen gaan verkleed naar de synagoge. De voorzanger leest het verhaal voor, en telkens als hij de naam Haman uitspreekt maken de kinderen lawaai om hun afkeer tegen deze slechterik duidelijk te maken.

De joden zijn in drie groepen verdeeld:

De orthodoxe joden houden zich streng aan de voorschriften van de Tora. De liberale joden gaan soepeler om met de geloofsregels. De niet godsdienstige joden zijn wel joods maar doen bijna of helemaal niets aan de voorschriften die in de Tora staan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.