Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Konya en Karaman

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 4445 woorden
  • 28 maart 2008
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud

Inleiding
Hoofdvraag: Wat zijn de wisselwerkingen tussen het landschap en de bewoners?
Deelvraag 1: Wat trok de mensen aan om in Konya en Karaman te gaan wonen?
Deelvraag 2: Wat waren de oorzaken van emigratie naar Nederland?
Deelvraag 3: Toekomst van de emigranten die uit Konya en Karaman kwamen
Deelvraag 4: Kunst, Cultuur en Geschiedenis.
Conclusie



Inleiding


Nadat ik de opdracht had gekregen om een profielwerkstuk te gaan maken, had ik gelijk een onderwerp in mijn gedachten. Ik wilde een onderwerp kiezen dat uniek is. Het moest door niemand gebruikt worden? En ik denk dat ik het unieke onderwerp heb gekozen en dat is namelijk Konya en Karaman. Dit zijn twee steden. Eigenlijk valt Karaman wel onder Konya, maar omdat het ook een stad is en een rijke geschiedenis heeft, wou ik ook over Karaman wat vertellen.
Mijn ouders komen uit deze steden. Zelf ben ik in Nederland geboren, maar ik kan me hier in Nederland niet thuis voelen. Ik heb de Nederlandse cultuur wel aangeleerd, maar ik heb mijn Turkse identiteit niet vergeten. Dat kan misschien wel de oorzaak zijn waarom ik me hier niet thuis voel. Dit zijn echter hele andere onderwerpen. Tijdens de presentatie van mijn profielwerkstuk wil ik wel wat vertellen over deze onderwerpen als er vragen over gesteld worden.


Mijn profielwerkstuk bestaat uit een:

 Hoofdvraag: Wat is de wisselwerking tussen landschap en de bewoners?
 Deelvraag 1: Wat trok de mensen aan om in Konya en Karaman te gaan wonen?
 Deelvraag 2: Wat waren de oorzaken van emigratie naar Nederland?
 Deelvraag 3: Toekomst van de emigranten die uit Konya en Karaman kwamen
 Deelvraag 4: Kunst, cultuur en geschiedenis.

Hoofdvraag?
wat is de wisselwerking tussen het landschap en de bewoners?

Konya en Karaman behoren tot de oudste steden van Turkije. De oudste hoofdstad van Turkije, Konya, ligt aan de rand van de grote Anatolische hoogvlakte. De neerslag uit de ten zuiden van de plaats gelegen bergen heeft tussen de droge graslanden een oase doen ontstaan die uitstekend geschikt is voor het verbouwen van groenten en fruit. Konya (510.000 inw.) is dan ook al eeuwenlang een belangrijk agrarisch centrum. Sinds de irrigatie van de hoogvlakte goed op gang is gekomen, geldt de stad zelfs als de graanschuur van het land. De weinigen die hun brood niet verdienen met een beroep dat iets te maken heeft met de landbouw, werken in de lichte industrie of hebben een baan die verbonden is met het toerisme.
Zoals vrijwel elk afgelegen boerencentrum staat ook Konya bekend als een conservatiebolwerk. De bewoners van de stad zijn inderdaad behoudender en religieuzer dan de inwoners van de meeste andere grote Turkse steden. Tijdens de ramadan wordt niet gespot met de wetten van de islam en op vrijdag puilen de moskeeën uit. De beroemde klooster- orde van de derwisjen had niet voor niets eeuwenlang een stevige machtsbasis in Konya en het is niet verwonderlijk dat het binnen de stadsgrenzen wemelt van de religieuze monumenten. Toch was Konya eens een kosmopolitisch oord. De Seldsjoeken waren in de elfde eeuw de eerste Turken die zich op het grondgebied van het huidige Turkije vestigden en vanaf 1087 tot ongeveer 1300 zouden zij vanuit Konya hun rijk besturen. In die tijd en tijdens de eerste eeuwen van het Osmaanse Rijk, vertrokken hiervandaan grote karavanen in de richting van Perzië. Zij importeerden daarvandaan ideeën op het gebied van de kunsten en wetenschappen en zij exporteerden op hun beurt weer een geheel unieke bouwstijl en een nieuwe dichtkunst. Ook met deze aspecten van Konya zult u tijdens een bezoek kennismaken.

Konya is een stad in Turkije, hoofdstad van de gelijknamige provincie, Centraal-Anatolië, op 1027 m hoogte aan de zuidwestrand van het plateau van Binnen-Anatolië, met 576.000 inw. De industrie omvat verwerking van agrarische producten (suikerriet) en sinds de 13de eeuw vervaardiging van tapijten (Konyatapijten). Selçuk Universiteit (1975). Konya is van oudsher een belangrijk cultureel en religieus centrum, dat m.n. in de tijd van de Seldjoeken een grote bloeiperiode beleefde; de stad was in de 13de en 14de eeuw de bakermat van de islamitische orde der Mewlewi's, ook bekend als de ‘Dansende Derwisjen’ (jaarlijks festival in december). Een overzicht van de belangwekkende historie wordt gegeven in de Konyamusea, gevestigd in diverse historische gebouwen in de stad. De cultuurhistorische waarde en de fraaie ligging van de stad te midden van een bosrijk gebied, maken de stad tot een aanzienlijke toeristische attractie; tevens bedevaartsoord.
STADSBEELD
Dominant in het stadsbeeld is het op de acropolis gelegen paleis van de voormalige sultans van de Roem-Seldjoeken, met in de nabijheid de moskee van Ala el-Din Kaikobad (12de–13de eeuw). Rond de acropolis strekken zich de oude (oost) en nieuwe (west) stadsdelen uit. Uit de Seldjoekse tijd stammen de rijkversierde madrasa's Ince Minare (1258), Karatay (1251) en Sirçali (1242), alle thans museum. Ten zuiden van het stadscentrum ligt het Mevlanaklooster (sinds 1917 deels ingericht als museum), met het mausoleum van de islamitische mysticus Mevlana Djaladdin Roemi, oprichter van de orde van de dansende derwisjen.

Deelvraag 1
wat trok de mensen aan om in Konya en Karaman te gaan wonen?
Als je naar de kaart van Turkije kijkt, zie je dat Konya evenals Karaman ongeveer in het midden van het land liggen. Het zijn hele oude steden. Voordat de Turken daar waren, was het al een stad in het Romeinse rijk. Er zijn nog steeds overblijfselen uit het Romeinse rijk. Uit de onderzoeken van de archeologen blijkt dat Konya ongeveer 7000 jaar oud is.
Konya en Karaman trokken eeuwen lang mensen. Er zijn natuurlijk veel redenen. Toch is het niet zo groot als Istanbul of een andere grote Turkse stad.

Konya is een stad in het zuidwestelijke deel van midden Turkije. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Konya. De stad ligt ongeveer 250 kilometer van de Middellandse Zee af, op ongeveer 1000 meter boven het zeeniveau. De grootstad-agglomeratie, bestaat uit de districten Karatay, Meram en Selçuklu en telde in 2000 830.796 inwoners waarvan 742.690 in de stad zelf. Met dit aantal inwoners is Konya de 7e grootste stad van Turkije.
De naam van Konya in het Romeinse Rijk was Iconium. De stad was al vele duizenden jaren eerder bewoond. Niet ver van Konya zijn er nog overblijfselen van Hittitische artefakten, zoals reliëfs.

Na de vernietigende nederlaag die de Byzantijnen leden bij Manzikert (Turks: Malazgirt) vestigden Seltsjoekse Turken het sultanaat Rum (het Romeinse sultanaat) met Konya als hoofdstad. De stad ontwikkelde zich daarna als een belangrijk Islamitisch centrum, met name voor de soefi beweging.
Eén van de dingen waar Konya vooral om bekend staat, zijn de derwisjen, die lange tijd achtereen in dezelfde richting blijven draaien. Het Mevlana-museum is aan deze derwisjen gewijd. Tijdens het Ottomaanse Rijk dansten hier al derwisjen. Dit museum, een soort klooster, is genoemd naar de mystieke filosoof en dichter Jalal ad-Din Rumi, de stichter van de orde van de dansende derwisjen. Zijn graftombe is hier ook aanwezig.

Karaman.
De stad heeft 107.000 inwoners, waaronder veel Nederlanders.
Ten zuiden van de stad ligt het gebergte Taurus. De stad ligt in de buurt van de volgende steden: Konya, Mersin, Antalya en Nigde.
In oude tijden was Karaman bekend als Larende. De stad werd vernietigd door de Perdikkas ongeveer 322 voor Christus. Later werd de stad de thuishaven van Isaurische piraten.
De stad behoorde tot het Romeinse Rijk en later bij het Byzantijnse Rijk totdat ze in het begin van de 12e eeuw werd veroverd door de Seltsjoeken; in 1190 werd ze heroverd door de Duitse keizer Frederik I tijdens de Derde Kruistocht; na de terugtrekking van de kruisridders werd de stad toegevoegd aan Cilicisch Armenië. In 1256 werd de stad terugveroverd door Turkse krijgsheer Karamanoğlu Mehmed Bey en werd hernoemd tot Karaman. Vanaf 1275 was Karaman de hoofdstad van het emiraat (en latere Ottomaanse provincie) Karamanid. In 1468 werd Karamanid veroverd door de Ottomanen en in 1483 werd de hoofdstad van de provincie verplaatst naar Konya.
Karaman bezit ruïnen van een Karamaans kasteel en stadswallen, twee moskees en een Koranschool (medrese) uit deze tijd. Een bijzondere mihrab van een moskee in Karaman bevindt zich nu in het Çinili Pavilion bij het archeologisch museum van Istanbul.

Deelvraag 1
wat trok de mensen aan om in Konya en Karaman te gaan wonen?

Als je naar de kaart van Turkije kijkt, zie je dat Konya evenals Karaman ongeveer in het midden van het land liggen. Het zijn hele oude steden. Voordat de Turken daar waren, was het al een stad in het Romeinse rijk. Er zijn nog steeds overblijfselen uit het Romeinse rijk. Uit de onderzoeken van de archeologen blijkt dat Konya ongeveer 7000 jaar oud is.
Konya en Karaman trokken eeuwen lang mensen. Er zijn natuurlijk veel redenen. Toch is het niet zo groot als Istanbul of een andere grote Turkse stad.


Konya is een stad in het zuidwestelijke deel van midden Turkije. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Konya. De stad ligt ongeveer 250 kilometer van de Middellandse Zee af, op ongeveer 1000 meter boven het zeeniveau. De grootstad-agglomeratie, bestaat uit de districten Karatay, Meram en Selçuklu en telde in 2000 830.796 inwoners waarvan 742.690 in de stad zelf. Met dit aantal inwoners is Konya de 7e grootste stad van Turkije.
De naam van Konya in het Romeinse Rijk was Iconium. De stad was al vele duizenden jaren eerder bewoond. Niet ver van Konya zijn er nog overblijfselen van Hittitische artefakten, zoals reliëfs.
Na de vernietigende nederlaag die de Byzantijnen leden bij Manzikert (Turks: Malazgirt) vestigden Seltsjoekse Turken het sultanaat Rum (het Romeinse sultanaat) met Konya als hoofdstad. De stad ontwikkelde zich daarna als een belangrijk Islamitisch centrum, met name voor de soefi beweging.
Eén van de dingen waar Konya vooral om bekend staat, zijn de derwisjen, die lange tijd achtereen in dezelfde richting blijven draaien. Het Mevlana-museum is aan deze derwisjen gewijd. Tijdens het Ottomaanse Rijk dansten hier al derwisjen. Dit museum, een soort klooster, is genoemd naar de mystieke filosoof en dichter Jalal ad-Din Rumi, de stichter van de orde van de dansende derwisjen. Zijn graftombe is hier ook aanwezig.

Karaman.
De stad heeft 107.000 inwoners, waaronder veel Nederlanders.
Ten zuiden van de stad ligt het gebergte Taurus. De stad ligt in de buurt van de volgende steden: Konya, Mersin, Antalya en Nigde.
In oude tijden was Karaman bekend als Larende. De stad werd vernietigd door de Perdikkas ongeveer 322 voor Christus. Later werd de stad de thuishaven van Isaurische piraten.
De stad behoorde tot het Romeinse Rijk en later bij het Byzantijnse Rijk totdat ze in het begin van de 12e eeuw werd veroverd door de Seltsjoeken; in 1190 werd ze heroverd door de Duitse keizer Frederik I tijdens de Derde Kruistocht; na de terugtrekking van de kruisridders werd de stad toegevoegd aan Cilicisch Armenië. In 1256 werd de stad terugveroverd door Turkse krijgsheer Karamanoğlu Mehmed Bey en werd hernoemd tot Karaman. Vanaf 1275 was Karaman de hoofdstad van het emiraat (en latere Ottomaanse provincie) Karamanid. In 1468 werd Karamanid veroverd door de Ottomanen en in 1483 werd de hoofdstad van de provincie verplaatst naar Konya.
Karaman bezit ruïnen van een Karamaans kasteel en stadswallen, twee moskees en een Koranschool (medrese) uit deze tijd. Een bijzondere mihrab van een moskee in Karaman bevindt zich nu in het Çinili Pavilion bij het archeologisch museum van Istanbul.


Deelvraag 2
Wat waren de oorzaken van het emigratie naar Nederland?

Wie hebben de Turken geroepen om naar Nederland te emigreren?
In deze deelvraag ga ik proberen al deze vragen te beantwoorden. Zonder dat je deze vragen beantwoordt, kan je de onderwerp niet helemaal begrijpen. We kijken van verschillende perspectieven. Eerst ga ik proberen al het oorzaken uitleggen van waaruit het begon. Daarna wil ik het verband leggen waarom de mensen uit Konya en Karaman zijn gekomen en bijv. niet uit Istanbul of Ankara.

In het algemeen:
De republiek Turkije, die in 1923 werd uitgeroepen, is gebouwd op de resten
van het Osmaanse rijk, eens één van de machtigste imperia op aarde. Mustafa
Kemal (’Atatürk, Vader der Turken’) werd de eerste president. Onder zijn
leiding werd in 1926 de heilige islamitische wet -die eeuwenlang de grondslag
van de Osmaanse samenleving was geweest- vervangen door burgerlijke
wetten, geschoeid op Europese leest. Na de Tweede Wereldoorlog werd
Turkije een parlementaire democratie. Er vonden desondanks tot 1980 drie
staatsgrepen plaats. In 1983 werden weer algemene verkiezingen gehouden.
De meeste Turkse immigranten in Nederland komen uit Midden-Turkije

en van de Zwarte Zeekust. We vinden hier relatief weinig Koerden, de grootste
minderheidsgroep in Turkije. Zij vormen 10 à 20% van de 74 miljoen inwoners
van het land. Sinds de verbeterde communicatiemiddelen en infrastructuur
in de jaren vijftig trokken vele plattelanders naar de steden en verhuisde men
van meer oostelijk naar meer westelijk gelegen gebieden van Turkije. Om hun sociale positie te versterken emigreerden veel arbeiders, werklozen en de kleine burgerij naar Europa

Turken in Nederland (Migratiegeschiedenis)
In Nederland wonen 351.000 mensen van Turkse afkomst. Dit is de optelsom van de zogeheten eerste generatie Turken die als 'gastarbeider' naar Nederland kwamen en hun kinderen die al dan niet in Nederland geboren zijn.
De eerste generatie Turken zijn op grond van het Verdrag van Ankara als gastarbeider naar Nederland gekomen. Alhoewel zij het idee hadden dat ze na verloop van tijd weer zouden terugkeren naar Turkije, is dat er niet van gekomen. Slechts een kleine groep Turken is definitief teruggegaan. Toen voor de meeste Turken bleek dat de definiteve terugkeer er niet in zit, hebben de mannen hun achtergebleven vrouw en kinderen naar Nederland laten overkomen (gezinshereniging). Het proces van gezinshereniging is in de jaren 70 en 80 voltooid. Later in de jaren 90 is gebleken dat zowel de hier geboren kinderen van de tweede generatie als de in Turkije geboren en op latere leeftijd naar Nederland gekomen kinderen, hun partner vooral in Turkije uitzochten. Dit proces dat gezinsvorming wordt genoemd, had tot gevolg dat de immigratie uit Turkije bleef toenemen. Anno oktober 2004 zijn er dus 350 duizend Turken in Nederland.
De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien de groei van de Turkse gemeenschap in Nederland in 2003 en 2004 gestabiliseerd is; er is zelfs een lichte daling, doordat meer Turken uit Nederland vertrekken dan er naar Nederland komen.


De historici van migreren naar Nederland.(Trek- en gastarbeiders)
Vanaf circa 1500 waren er op het platteland in de kustgewesten tijdens het voorjaar en zomer arbeidstekorten. Onderhoudswerkzaamheden aan dijken en (water)wegen, de turfwinning en agrarische activiteiten als maaien, hooien en oogsten vroegen om meer arbeidskracht dan plaatselijk aanwezig was en leidden tot seizoensgebonden migratie. In de 17de eeuw werd dit arbeidstekort steeds nijpender, vooral in het gewest Holland. Later ontstonden ook in delen van het Utrechtse platteland zulke tekorten. Het gevolg was dat het rekruteringsgebied van de seizoenarbeiders zich verder naar het oosten ging uitbreiden, tot in Westfalen. Jaarlijks arriveerden grote aantallen Oost-Nederlandse en Duitse trekarbeiders bij de boeren en de veenbazen. Ze bleven enkele maanden werken, waarin ze soms na elkaar verschillende werkzaamheden verrichtten als turfgraven, maaien en hooien. Aan het einde van de zomer vertrokken de meesten met hun verdiende geld weer huiswaarts. Sommigen bleven en kregen bijvoorbeeld een jaarcontract bij de eigenaar van een buitenplaats om de tuin bij te houden. Anderen trouwden en bleven hier wonen. Het gevolg was dat er in de loop van de 17de, 18de en 19de eeuw in vrijwel alle dorpen migranten uit Westfalen, Tecklenburg of de Achterhoek woonden. Het aantal in de provincie Utrecht achtergebleven trekarbeiders moet vele duizenden hebben bedragen.
Na het midden van de 19de eeuw is deze vorm van seizoensgebonden trekarbeid verdwenen. Er werden echter nog wel arbeiders op tijdelijke basis aangetrokken voor speciale projecten. Dat die arbeiders door de plaatselijke bevolking niet altijd welwillend werden bejegend, bleek in 1894. Er ontstond toen een oproer, omdat Vlaamse werklieden waren aangenomen voor de bouw van de overkapping van het Centraal Station in Utrecht.
Er zijn zowel verschillen als overeenkomsten tussen de trekarbeiders die tot in de 19de eeuw uit het oosten kwamen en de gastarbeiders die in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw uit het zuiden kwamen. In beide gevallen was de intentie om slechts tijdelijk te blijven. Ging van de seizoensmigranten een groot deel daadwerkelijk weer huiswaarts, bij de gastarbeiders is dit beeld veel minder eenduidig. Van de Spanjaarden, een van de eerste groepen gastarbeiders, ging een relatief hoog percentage terug, van de Marokkanen en Turken niet.
Het aantal migranten uit de voormalige koloniën Indonesië en Suriname is in Midden-Nederland naar verhouding beperkt. Onder de mediterranen zijn de Marokkanen en de Grieken in Utrecht opvallend oververtegenwoordigd. Voor Marokkanen was Utrecht in de jaren zestig de 'poort naar Nederland'.
Ook de rol van de overheid verschilde. In tegenstelling tot vroeger eeuwen heeft de staat in de 20ste eeuw een belangrijke rol gespeeld bij zowel de rekrutering, de werkomstandigheden als bij de huisvesting van de migranten. De uitgebreide regelgeving en het toezicht daarop betekent dat overheidsinstellingen over een schat aan informatie beschikken. Delen daarvan zijn gepubliceerd in statistieken en onderzoeksrapporten. Bovendien hebben de voormalige gastarbeiders in de loop van de jaren eigen organisaties opgericht. De hoeveelheid materiaal en de verspreide bewaring zijn voor de onderzoeker zowel een probleem als een uitdaging.

De werving van gastarbeiders
Na de Tweede Wereldoorlog draaide ook in Nederland de economie van de wederopbouw op volle toeren. Toch heerste er werkloosheid, en daarom stimuleerde de overheid de emigratie van meer dan een half miljoen Nederlanders naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.

Eind jaren vijftig en begin jaren zestig sloeg de situatie echter om. Het tekort aan ongeschoold personeel in de industrie werd zelfs zo groot, dat veel bedrijven arbeidskrachten gingen werven in de landen rondom de Middellandse Zee; eerst in Joegoslavië, Griekenland, Spanje en Italië, later ook in Turkije en Marokko.
Aanvankelijk kwamen uitsluitend alleenstaande mannen naar Nederland. Ze werden gastarbeiders genoemd en door hun werkgevers ondergebracht in pensions, of in barakken zoals El Pinar (De Pijnboom) in Maarheeze (foto boven) waar 254 Spaanse Philips-arbeiders woonden.

Iedereen veronderstelde dat de buitenlanders in korte tijd zoveel mogelijk geld wilden verdienen om terug te keren. In de contracten die de Nederlandse overheid met de landen van herkomst had gesloten, stond echter dat de gastarbeiders het recht hadden te blijven en na twee jaar hun familie konden laten overkomen.
Vooral de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders maakten massaal van dit recht gebruik. In 1975 werd de werving gestopt. Op de foto onder: de aankomst van zestig Spanjaarden in Someren in 1963.

Deelvraag 3
Toekomst van de emigranten die uit Konya en Karaman kwamen

Als we het algemeen bekijken, wil elke allochtoon terug naar zijn eigen land, vaderland. Ze kunnen hier in Nederland zich niet thuis voelen. Zelf ben ik een Turk, hoewel ik hier in Nederland ben geboren. Ik kan mezelf niet als een Nederlander voordoen, want ik ben het gewoon niet. Veel kinderen van allochtonen hebben het zelfde probleem. Misschien door onze kring of omdat de Nederlanders ons niet willen accepteren. De deelvraag luidt als volg: Toekomst van de emigranten die uit Konya en Karaman kwamen. Deze deelvraag kan je eigenlijk in paar zinnen beantwoorden. Want elke emigrant wil terug naar zijn eigen land. De doel van de eerste generatie was geld verdienen en terugtrekken, maar ze zijn niet teruggetrokken. En nu heeft iedereen wat te doen hier in Nederland. Nu kunnen de mensen moeilijk terugtrekken. Iedereen heeft hier familie, werk, omgeving. Maar niemand moet het vergeten, dat er geen een allochtoon blijft als de welvaart verbeterd wordt in de vaderlanden.

Nadat de Nederlandse overheid wist van dat de Turken (allochtonen) niet weg zouden gaan, hebben ze vele plannen gemaakt om de allochtonen tot zich zelf te maken of terug laten trekken naar zijn eigen land.
De eerste idee was en is het assimileren van de allochtonen onder het naam integreren. Vele partijen in de regering dachten van, we konden de eerste generatie niet assimileren. De tweede generatie hebben we half geassimileerd en de derde generatie is wordt net als ons. Het is hun niet gelukt om de allochtonen te assimileren en zal ook niet lukken; als de allochtonen hun identiteit behouden. Om te assimileren heeft de overheid zelfs het Turkse lessen in de basisonderwijs afgeschaft.
De tweede idee is het welvaart van de allochtonen zo veel mogelijk verminderen zodat ze terugtrekken. En dit ook gebeurd. Vele emigranten zijn teruggetrokken nadat de Euro is ingevoerd. Want nu kan een alleen werker moeilijk zijn familie voeden. Het salaris is verlaagd en de prijzen zijn verhoogd.

Eigenlijk zijn er vele oorzaken waarom de huidige jongerengeneratie in de problemen zitten. Een van die oorzaken is het niet weten van de identiteit. Ze weten niet wat ze zijn. Zijn ze nu allochtonen of autochtonen. De overheid speelt namelijk een hele grote rol.

Vele mensen uit de tweede en eerste generatie hebben veel gewerkt om niet te assimileren. Ze hebben bijv. moskeen gebouwd. Er zijn ook vele verengingen en stichtingen geopend voor het behouden van de eigen identiteit.

Er zijn veelal dingen te zeggen, maar ik wil het hier ophouden.


Deelvraag 4
Kunst en Cultuur

Mevlana

Rumi werd in 1207 geboren in het huidige Afghanistan. Met zijn vader, een islamitische geestelijke, kwam hij via Mekka in Konya terecht. Na zijn vaders dood vestigde hij zich in 1240 definitief in de hoofdstad van de Seldsjoeken.

Rumi was een filosoof en mystieker van het Islam, maar was absoluut geen orthodoxe Moslim. Een belangrijke gebeurtenis in zijn leven was de moord op Mehmet Semseddin Tebrizi, één van zijn vaders geestverwanten. Deze aanhanger van het soefisme (een ascetische stroming binnen de islam) werd in 1247 gedood door Rumi's eigen aanhangers. Teleurgesteld door het verlies van de persoon die richting gaf aan zijn filosofische ideeën trok Rumi zich terug om te bidden en te mediteren. In deze periode schreef hij zijn twee belangrijkste letterkundige werken: de 25.618 versregels lange Mesnevi en een enorme verzameling gedichten onder de titel Divan-I-Kebir.
Na de dood van Tebrizi richtte Rumi zijn beroemde derwisjenorde op, waarvoor hij elementen uit de islam, het christendom en het boeddhisme verenigde. Zijn volgelingen gaven hem de eretitel Mevlana (Onze Gids); de monniken noemden zichzelf Mevlevi (Degenen die het Pad volgen van de Gids).

Zijn leer spreekt zich uit voor een onbegrensde tolerantie, positieve argumentatie, goedheid, naastenliefde en bewustwording door liefde. Voor hem en zijn navolgers, zijn alle religies meer of minder waarheid.
Nog ver voor de Renaissance in Europa, predikte hij al voor het humanisme, en wilde de waarheid en Allah bereiken door liefde, dans en muziek.
De Mevlevi orde heeft een grote invloed heeft op het Turkse denken en de Turkse kunst. Optredend als kunst en culturele organisaties zijn de huizen van Mevlevi, centrums voor de training van vele dichters, schrijvers en componisten. Volgens de Mevlevi orde, is het soefisme bedoeld om tot zichzelf te komen en zichzelf te vinden.
Methoden welke tegen de menselijke natuur gaan, zouden niet mogen gebruikt worden om de waarheid te bereiken. De hoofdmethode om de waarheid te vinden is liefde en extase door dans. Met hulp van deze liefde moet je Allah vinden en jezelf reinigen van alles buiten Allah.

Het universum wordt elke minuut opnieuw gecreëerd. De mensen die Allah niet kennen in de juiste betekenis, zullen slaven van deze wereld zijn, van goud en van zilver.

Een essentieel onderdeel van het leven volgens de regel van de derwisjen orde was de sema. In deze rituele dans proberen de deelnemers door het maken van draaiende bewegingen in extase te geraken, teneinde hun ziel te verenigen met het allerhoogste. Bij hun dans dragende derwisjen lange witte gewaden, die een symbool zijn voor hun doodskleed, en cilindervormige rode hoeden die de grafsteen van de danser symboliseren. De derwisjen nemen afstand van het aardse leven om herboren te worden in een mystieke eenheid met God. Zij houden de rechterhand met de palm naar boven om de zegeningen van boven in ontvangst te kunnen nemen, de linkerhand is naar beneden gericht om het contact tot stand te brengen met de aarde. De seyh (leider) fluistert woorden in het oor van de derwisjen om de trance te bevorderen en bovendien is er een simpele maar indrukwekkende muzikale begeleiding met kleine drums, een viool met de klankkast van een kalabas (rebap), een fluit (ney) en een mannenkoor. Wanneer de muziek sneller wordt, gaan de dansers ook sneller ronddraaien totdat hun gewaden horizontaal zijn. In steeds grotere cirkels dansen ze verder totdat ze met schuim op de lippen bewusteloos ineenzakken en de mystieke eenheid is bereikt. Nu laat men het niet zo ver komen. De ceremonie wordt besloten met het declameren van enkele passages uit de koran door een hafiz, iemand die dat heilige boek uit zijn hoofd kent.

In het Osmaanse Rijk verwierven de derwisjen een enorme invloed op politiek, economisch en sociaal terrein. De orde zelf werd ontbonden in de tijd van de Turkse Republiek. Tegenwoordig dansen de derwisjen alleen nog.

Mevlana's werken zijn : Mesnevi, Divan-i Kebir, Mektubat, Fihi-Ma-Fih en Mecalis-i Seb'a, allen in het Perzisch (de literaire taal in die periode).

Conclusie

Nadat ik hoorde dat we een profielwerkstuk moesten gaan maken, dacht ik bij mezelf van, het wordt heel erg pittig. Mijn onderwerp is niet zo een gemakkelijke onderwerp. Er zijn sommige onderwerpen waarbij je bijna niets hoeft te doen, want alles staat op internet. Bij mijn onderwerp was dat niet het geval. Al het informatie stond wel op internet, maar niet in het Nederlands. Ik moest al het nodige informatie verzamelen en maken. Zo hoort het eigenlijk ook. Je moet het zelf maken. Dan pas kan je je eigen naam eronder zetten. Je kan nooit je eigen naam geven waarbij je bijna niets hebt gedaan. Ik noem dat gewoon stelen. Je steelt het werkstuk van iemand anders. Ik wil niet vergeten dat de God het rechtvaardige is en zal het toepassen. Misschien vandaag, misschien morgen, maar ik geloof dat het wel op een dag gaat gebeuren.

Bij deze heb ik heel goed bestudeert hoe het is met Konya en Karaman. Waarom de mensen emigreert zijn en een hoopvol historici over de emigratie naar Nederland. Het is namelijk een aardrijkskundig onderwerp, want gaat steeds over land en landschap enz.
Ik heb zelf heel wat van geleerd en hoop dat iedereen dat deze profielwerkstuk doorneemt ook leert. Tijdens mijn presentatie wil ik nog dieper in het onderwerp gaan.

Nadat je een enquête maakt over de afkomst van de Turkse gemeenschap in Nederland, blijkt het uit de uitkomst dat de meeste Turken uit deze steden komen. Deze steden maken veel gebruik van landbouw en weinig van industrie. Ze zijn vergelijking met andere grote steden in Turkije arm. De welvaart is niet zo hoog. Toch zijn de mensen gelukkig. Als ze maar voort kunnen bestaan daken ze de God. Dat is natuurlijk het belangrijkste. Er zijn zoveel mensen in de wereld die niets hebben. We hebben wel wat en daarom moeten we dankbaar aan God zijn. Dit zijn de principe van de meeste Turken (moslims).

Ik wil het hier wel bij afronden. Het was niet zo erg moeizaam, maar ik moest wel zweten om het in elkaar te krijgen. En het is me uiteindelijk wel gelukt met het maken van deze profielwerkstuk.

Tijdens mijn presentatie wie ik het heel uitgebreid vertellen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.