Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zang/zingen/stem

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 7775 woorden
  • 23 april 2004
  • 210 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
210 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zingen, een fluitje van een cent? Inhoudsopgave Inleiding
Hoe werkt de stem? Wat is de adem en wat voor techniek moet je toepassen? Wat is de stem? Is de stem in te delen? Welke stemproblemen zijn er en wat is het remedie? Hoe verbeter je de conditie van de stem? Hoe geef je kwaliteit aan de stem? Oefenen oefenen oefenen! Afsluiting
Bronnenlijst
logboek Inleiding Toen ik hoorde dat we een profielwerkstuk moesten maken wist ik al meteen welke richting ik op wilde. Iets met theater. Maar wat wist ik nog niet precies. Zal ik het over verschillende toneelstukken doen? Is musical en de geschiedenis daarvan een leuk onderwerp? Dit laatste leek me wel wat. Ik ben daar toen voor gaan zoeken, maar hier in Dordrecht kon ik geen boek vinden over de geschiedenis van de musical. Daar baalde ik echt van. Helaas had ik te weinig tijd om toen naar de bibliotheek te gaan. Ik wilde dan wel een onderwerp waar ik echt iets aan had, waar ik zelf ook veel van zou leren en dat ik kan gebruiken in mijn verder leven en studiekeuze. Toen kwam ik bij de stem, het zingen uit. Ik doe niets liever dan zingen en optreden. Ik zing eigenlijk de hele dag door,. Wat vele mensen irriteert. Ik zing zelfs zonder dat ik het in de gaten heb, maar doe ik het eigenlijk wel goed? Deze vraag werd voor mij ook al deels beantwoord bij een auditie die ik in die tijd had. Mijn techniek was wel redelijk, maar nog niet ontwikkeld genoeg. Ik vroeg me af wat ik dan moest doen. Hoe krijg ik een goede zangstem? Op deze manier ben ik op het onderwerp gekomen. Ik hoop dat ik er wat aan heb en dat ik het allemaal leer toepassen. Nu weet ik dat dat niet in een dag gebeurt, maar aan alles zit ook een begin. Dit is de mijne. Hoe werkt de stem? Een korte uitleg is: Lucht wordt geproduceerd door de longen. Deze lucht wordt langs het strottenhoofd geleid, daardoor in trilling gebracht en zo ontstaat er geluid. Het stemgeluid. Hier snijden we twee onderwerpen aan. De adem en de stem. In de volgende deelvragen diepen we die twee onderwerpen uit.
Wat is de adem en wat voor techniek moet je toepassen? Uit onderzoek blijkt dat de druk van de adem onder de stembanden, die de stembanden omhoog bewegen, bij het zingen groter is dan bij het praten. Voor het zingen geldt dat je je adem nog beter moet leren beheersen dan voor het praten. Zangpedagogen hebben het over ademsteun.Wanneer je zingt, moet je de ‘loslaattechniek’ uitermate goed beheersen. Zangers en zangeressen gaan vaak lang door op één adem en moeten dus een uitstekende adembeheersing en ademverdeling hebben, maar wat is de goede techniek? Voor een goede stemvorming is dus een verantwoorde luchtstroom nodig, die wordt beheerst door de juiste ademtechniek. Een verkeerde ademhaling kan stemstoornissen en afwijkingen aan de luchtwegen (astma) veroorzaken. Dit komt doordat de ademhaling meestal te hoog in het lichaam zit. Men gebruikt dan de borstademhaling. De ademhaling moet laag zitten om hem goed te gebruiken. Dit is een zuiver abdominale, ofwel een buik- flankenademhaling. Wanneer we geboren worden hebben we een goede buikademhaling. Helaas kruipt deze adem bij vele mensen omhoog in de loop van de jaren. Vooral wanneer zij psychische spanningen hebben. Maar hoe werkt en wat is de adem precies? De adem wordt geregeld door het middenrif. Dit is een spier die koepelvormig is en de borstholte van de buikholte scheidt. Bij het inademen spant de spier zich en wordt hij vlakker. De longen worden door die beweging meegetrokken en vergroot. Op de manier ontstaat er een onderdruk in de longen. Hierdoor stroomt de lucht vanzelf naar binnen. Wanneer het middenrif zich ontspant, veert de lucht terug in de borstholte. Wanneer je uitademt gebruik je de veerkracht van de longen, de buikwand en de spieren van het lage ruggebied. De adem legt een redelijke lange weg af in het lichaam.. · Bij inademen gaat lucht door de mond- en/of neusholte. · Vervolgens gaat lucht naar de luchtpijp en dan naar de longen. · In de longen vertakt de luchtpijp zich tot steeds nauwere buisjes, deze monden uit in de longblaasjes. · Bloedvaten liggen dicht tegen de longblaasjes aan. · De longblaasjes geven zuurstof af aan het bloed en halen er koolstofdioxide uit. · Het bloed zorgt voor de aan- en afvoer van zuurstof en kooldioxide van en naar de cellen. Strottenhoofd Strottenhoofd Luchtpijp Long Luchtpijptak
Ribbenkast Longblaasjes middenrif
Vroeger werd er onderscheid gemaakt tussen de ademhaling van een man en een vrouw. De man had meer een abdominale ademhaling en de vrouw een thoracale ademhaling. Dit kwam doordat de kleding van de vrouw te strak zat, maar nu de mode veranderd is, is er nauwelijks nog verschil. Ik heb het al over de hoge adem en over de buik- flanken adem gehad. Dit betekent dus dat er verschillende manieren zijn om adem te halen. Ik noem de vier hoofdtypen. De vier hoofdtypen ademhaling. 1 Het abdominale type, de buik- of middenrifademhaling
Indemen:Hierbij trekt het middenrif zich samen , de koepel wordt vlakker en de ruimte tussen het middenrif en de borstwand wordt groter. De buikwand komt naar voren. Passief uitademen: Het middenrif ontspant. De buikwand, de buikinhoud en de elastische reactie van het longweefsel brengen het middenrif weer op zijn plaats. Uitademen: Hier trekken de spieren van de buikwand weer samen. 2 Het thoracale of costale type, de borstademhaling. Hierbij worden de ribben naar boven gebracht. De bovenste vier ribben meer voorwaarts en de onderste meer zijwaarts. Dit laatste wordt ook wel flankenademhaling genoemd. De inademing is hierbij vaak actief. De halsspieren doen eraan mee en er komt een grote druk te staan op het strottenhoofd, stembanden en de tongbasis, met meestal als gevolg zangknobbels (zie het hoofdstuk stemproblemen) 3 Het claviculaire type, de schouderademhaling/ de sleutelbeen ademhaling. Hierbij worden de schoudergordel en de bovenste ribben omhoog gebracht. De halsspieren doen mee. Er ontstaat een te grote druk op het strottenhoofd en op de tongbasis. Er is bijna geen verruiming van de borstholte. 4 Het gemengde type, de costo-abdominale of borst-buik ademhaling. Bij deze krijg je de grootste verruiming van de borstkast, wat toch niet altijd nodig is bij het zingen,spreken of sporten omdat het vooral om de goede luchtverdeling gaat. Nu is natuurlijk de vraag, welke ademhaling is het meest verantwoord om te gebruiken? Dit blijkt de lage ademhaling, de abdominale flankenademhaling te zijn. Want wanneer mensen een hoge adem hebben vullen zij alleen de toppen van hun longen en laten bij het in- en uitademen het middenrif hoog staan. Het hoog laten staan van het middenrif kost extra energie en brengt veel spanning op. Wanneer je een lage adem hebt, haal je het middenrif alleen omhoog wanneer je inademt en voor de rest laat men hem hangen. Dit kost weinig energie en ben je meer ontspannen. Met als gevolg dat er minder spanning op je stem staat. Deze ademhaling kan je het beste voelen door de hand net beneden het borstbeen, op de bovenbuik te plaatsen. Bij het samentrekken van het middenrif gaat dit deel van de buikwand baan voren. Voor het controleren van de flankenademhaling plaatst men één hand aan de zijkant van de ribben en één hand ervoor. Bij een plotselinge ademstoot, bijvoorbeeld staccato, veert de bovenbuik op. Door een goede coördinatie van de buikspieren en het middenrif tezamen met de stembanden krijgt men een goede ademcontrole, een juiste ademsteun. Onder juiste ademsteun verstaat men in het algemeen de (harmonische) samenwerking tussen de ademhaling en de stembanden. De meeste ongeschoolde zangers halen hun borstkast met het ademen omhoog als het gevraagd wordt diep te ademen. Vooral kinderen in kinderkoortjes doen dat. Deze hoge ademhaling moet zo snel mogelijk worden afgeleerd omdat hierbij de halsspieren mee doen, waardoor er een te grote druk ontstaat op de stembanden en de tongbasis. De stembanden sluiten niet goed aan en krijgen eeltknobbeltjes of erger. Zangers van het klassieke vak en toneelspelers hebben een lage ademhaling. Wanneer je de zangers van dichtbij bekijkt zie je duidelijk verschil. Bij zangers van het klassieke vak staan de schouders vrijwel stil, bij zangers van de lichte muze, vooral bij tieners, ziet men de schouders op en neer gaan. De ademhaling zal ook toegepast moeten worden op het spreken. Wanneer je wel op de goede manier ademhaalt bij het zingen maar niet bij het spreken, kan het toch de zangstem direct beïnvloeden. Om een goede stem te hebben heb je dus ook een goede techniek nodig. Zeker de laatste tijd is een betere techniek vereist omdat men aan steeds meer stress en lawaai blootgesteld word wat een slechte invloed heeft op de stem. Wat is de stem? De stem bestaat eigenlijk uit verschillende delen. Veel mensen hebben dit niet echt in de gaten terwijl we het toch geregeld gebruiken. Iedereen heeft ooit wel eens iemand horen zeggen “Zij heeft knobbeltjes op haar stem” of “Zijn stem klinkt hees” Dit kan aan verschillende dingen liggen die allemaal met je stem te maken hebben. Daarom deel ik de stem in drie dingen op: - Het stemorgaan - Het stemgeluid - Het stemgebruik. Het laatste punt zal ik behandelen in een ander deel. Het stemorgaan Het stemorgaan, ook wel het strottenhoofd, vormt de verbinding tussen de keelholte en de luchtpijp. I Gebied boven de stembanden (supraglottis) II Stemspleet (glottis) III Gebied onder de stembanden (subglottis) a Strottenklepje (epiglottis) b Valse stembanden

c Ware stembanden
d Keelholte
e Luchtpijp
f Slokdarm Hoe zit het strottenhoofd in elkaar? Het strottenhoofd bestaat uit verschillende kraakbeenstukjes die, samen met spierbundeltjes, een kantelmechanisme vormen. Heel eenvoudig gezegd kan het strottenhoofd in twee standen schakelen. 1- De lage stand die zorgt voor de normale (spreek) stem. 2- De hoge stand die voor de hoge (falset) stem zorgt. Maar dit even terzijde, we gaan eerst verder met hoe het strottenhoofd in elkaar zit. Het ringkraakbeen ligt op de bovenste ring van de luchtpijp. Op het ringkraakbeen rust het schildkraakbeen. Deze is met twee kleine uitsteeksels verbonden aan gewrichtsvlakken op het kraakbeen zodat het kan bewegen. Met twee grote uitsteeksels is het verbonden aan het tongbeen. Op de achterrand van het ringkraakbeen zitten twee kleine piramidevormige kraakbeentjes, ook wel bekerkraakbeentjes genoemd. De stembanden liggen tussen de binnenkant van het schildkraakbeen en het stembanduitsteeksel van de beide bekervormige beentjes. Boven het punt waar de stembanden in het schildkraakbeen vastzitten bevindt zich een diep insnijding. Daar zit het strotklepje. Bij het slikken wordt het omlaag geduwd en sluit zo de stembanden en de luchtpijp af. Het voedsel glijdt er overheen in de slokdarm. De voedselweg en de luchtweg kruisen elkaar op dat punt. Wanneer deze wegen niet goed worden afgesloten verslik je je. De stembanden De stembanden zijn dunne, korte en elastische spiertjes die veel kunnen en moeten bewegen. Ze zijn ongeveer 1 tot 1,5 cm lang en 0,5 cm breed. Naar de zijkant toe zitten de stembanden vast aan het schildkraakbeen. Tussen de stembanden is er een spleet: De stemspleet. Officieel noem je die de glottis. De man heeft langere en dikkere stembanden dan de vrouw. Dit maakt het verschil in toonhoogte. Dit werkt eigenlijk hetzelfde als bij een fluit. Hoe langer of dikker de fluit, hoe lager het geluid. Het strottenhoofd is opgehangen in een systeem van lange, uitwendige spieren. Hierdoor kan het gemakkelijk bewegen en dat is natuurlijk belangrijk wanneer je wil kauwen, slikken, geeuwen of geluid maken. Wanneer je geluid maakt beweegt het strottenhoofd de gehele tijd. Als deze bewegingen niet meer soepel kunnen worden gemaakt, door bijvoorbeeld sterke spanning, krijg je al snel stemproblemen. We hebben het later over wat voor soort problemen je dan kan krijgen. Een andere voorwaarde om goed geluid te kunnen maken is dat het strottenhoofd nog intact moet zijn. De bouw, vorm, kleur en beweeglijkheid van de stembanden moeten in goede staat zijn. Het strottenhoofd mag geen afwijking vertonen. De conditie van het lichaam en erfelijkheidsfactoren hebben invloed op de weerbaarheid van het weefsel en de sterkte van het gehele stemorgaan. Hoe werkt het? De wet van Bernoulli (over het verband tussen snelheid van een stroom en druk) kan je gebruiken in verschillende situaties waarin een stroom lucht door een kleine opening wordt geperst. Dit geld dus ook voor bij het stemorgaan. Elke keer wanneer de snelheid van de lucht, die door de stembandspleet stroomt, op zijn hoogst is, is de druk, die door de lucht op de wand van de nauwe gangen wordt uitgeoefend het kleinst. De wanden worden daardoor naar elkaar toe gezogen en sluit daardoor heel snel. De stemplooien slaan dan met een scherpe klap tegen elkaar dicht. De snelheid waarin de stemspleet wordt geopend en gesloten bepaalt de frequentie. Dit is het aantal trillingen van de stemband per seconde. Hoe hoger de frequentie hoe hoger de toon. De frequentie wordt bepaald door: - De ruimte onder de stembanden - De luchtdruk - De elasticiteit - De hoeveelheid van de in beweging gebrachte massa. De toonhoogte wordt bepaald door: - De spanning van de stembanden - De luchtdruk uit de luchtpijp - Aanzuiging van het slijmvlies. De aanzuiging is wel een minder belangrijke factor dan de andere factoren.
Het stemgeluid Je stemgeluid ontstaat dus doordat de ademlucht tegen de stembanden tot trillen gebracht wordt en daardoor zelf in beweging komt.De luchttrillingen neem je waar als geluid. Dit geluid wordt versterkt door de resonanten. Wanneer je de stem met een gitaar vergelijkt is het misschien wat duidelijker. Wanneer je snaren tussen een bepaalde afstand spant en daar tegen aan tokkelt maakt dit geluid. Helaas is het geluid niet zo sterk en zal het niet ver dragen. Om dit probleem op te lossen hebben ze de klankkast uitgevonden. Eigenlijk een holte waarin ze de in bewogen gebrachte lucht laten trillen waardoor het geluid versterkt wordt. Nu zijn in het menselijk lichaam de stembanden de snaren en de resonanten de klankkast. De resonanten zijn de borst-, keel-, neus-, en mondholte. Hoe de resonanten precies werken, daar hebben we het later nog over. Je stemgeluid klinkt helder wanneer de stembanden hetzelfde bewegen, gaaf zijn en goed sluiten. Sluiten ze niet goed aan, bewegen ze asymmetrisch en heb je een slechte sluiting zal de stem aangetast klinken (schor, dof) doordat er veel lucht kan ontsnappen die niet tot trillen wordt gebracht. Je stemgeluid kenmerkt zich door toonhoogte, luidheid en kwaliteit. Toonhoogte: Toonhoogte is rechtstreeks afhankelijk van de snelheid of van het aantal trillingen van de stembanden per seconde (aantal maal dat de glottis sluit per seconde) en wordt uitgedrukt in hertz.(c/s) Toonhoogte kan men veranderen, hierbij spelen lengte, massa en spanning van de stembanden een rol. Ieder heeft een gemiddelde hoogte waarop men ontspannen spreekt, Spreek je hoger, dan neemt de spanning toe op de stembanden, ze worden langer, de massa kleiner en het aantal trillingen per seconde hoger. Dit leidt tot het niet goed sluiten van je stembanden wat weer nadelige gevolgen heeft. Luidheid: Luidheid is direct afhankelijk van de kracht waarmee je de stembanden bewegen en wordt uitgedrukt in decibel (dB) Spreek je met een zachte stem, dan is de beweging zwak en minder krachtig. Spreek je met en harde stem, dan is de beweging sterk en krachtig en sluiten de stembanden helemaal. Daarom kan je beter op een redelijk niveau praten dan altijd fluisteren, maar let er op dat je niet gaat schreeuwen. Wanneer je schreeuwt komt er een te grote druk op de stembanden te staan en wanneer je schreeuwt stijgt je stem ook nog eens van toonhoogte. Dit geeft dat een dubbele belasting. Kwaliteit: De kwaliteit van je stem hang af van het welzijn van je stemorgaan, de spierspanning, de optimale sluiting van je stembanden, de toonhoogte waarop je spreekt en zingt, de adem, de kleur, de dekking, de resonantie en de articulatie. Registers Heel even bij het kopje het stemorgaan heb ik al genoemd dat je stembanden schakelen en dat dat voor twee standen zorgt. De spreekstem en de falsetstem. Ik had al gezegd dat dat heel eenvoudig was uitgelegd en daarom ga ik daar nu dieper op in. De stemplooien trillen bij lage tonen anders dan bij de hoge tonen. Hierdoor wordt het timbre van de stem in de hoogte heel anders dan in de laagte. Deze verschillende toonproducties worden registers genoemd en zijn eerst afhankelijk van het gedrag van de stemplooien; De trillingspatroon tijden van één cyclus (dit is de opeenvolging van openen en sluiten). Wanneer er in het verloop van één trilling meer gesloten fases zijn dan open fases, is het een ‘zwaar’ register. Visa versa is het een ‘licht’ register. Deze fases kun je niet controleren. Wel kun je in de laagte zwaar of licht registreren (de borst- en kopstem). In de hoogte kan je, vanwege de snelle stemplooisluiting, niet ver over +/- e1 ‘zwaar’ kunnen zingen en ‘licht’ zal bij het nog hogere zingen in ‘falset’ overgaan. Deze registratie wordt in het strottenhoofd bepaald. Een register zijn tonen die gezongen worden met hetzelfde karakter of timbre. Wanner je deze noten zingt, gebruik je dan op dezelfde manieren je strottenhoofdspieren. Elke stem heeft meerder registers. We hebben drie registers: Het Borstregister, het middenregister en het kopregister. - Het borstregister heeft een donker timbre en wordt gezongen met de borststem. - Het middenregister heeft een donker en een licht timbre en word gezongen met de midden stem. - Het kopregister heeft een licht timbre en wordt gezongen met de kopstem
De mannenstem beschikt over twee registers: het borst- en midden register. Het borstregister heeft bij de man wel een grotere omvang dan bij de vrouw. Het verschil is ongeveer één octaaf. De vrouwenstem beschikt over alle drie de registers. Borststem: Met de borststem bereik je het lage toongebied. Het donkere geluid zal zich willen blijven volhouden tot ver in het middengebied. Dit zal je zoveel mogelijk moeten vermijden en je timbre zal zich dan in het overgangsgebied moeten aanpassen. Middenstem: De middenstem omvat het kop- en borstregister. Dit is een belangrijk register voor een goede stemgeving omdat deze de overgang egaal maakt. Kopstem: De kopstem heeft bereik van het midden- en hoge toongebied, maar om mooi op je kopstem te zingen zit weer bij het borstregister. Dit is een soort basis daarvoor. Jammer genoeg is de kopstem van nature minder ontwikkeld dan de borststem. Wanneer je je borststem verder ontwikkeld zal de overgang egaler klinken en hoor je het overschakelen van de registers (bijna) niet. Falsetstem: De falsetstem wordt heel makkelijk door elkaar gehaald met de kopstem, maar de kopstem kan een eenheid vormen met de borststem. De falsetstem staat op zichzelf. Deze stem is een hoog register voor de mannenstem. Wanneer je in dit register zingt staan je strottenhoofd- spieren in een bepaalde positie. Het kraakbeengedeelte van de stemspleet wordt gesloten en alleen de stembandspleet wordt erbij betrokken. Het timbre is hierbij wel ijl. Ook is er een duidelijke overschakeling te horen naar een ander register, omdat dan ineens de geheel stembanden weer gebruikt wordt. Deze stem doet behoorlijk vrouwelijk aan. Wanneer je deze stem hoort denkt men soms dat er en vrouw zingt, dit door de hoogte. Is de stem in te delen? We hebben gezien dat je elke stem op zich kan indelen, maar er zit nog een ander verschil in. Elke stem heeft een ander bereik. Deze indeling is algemeen bekend. In ieder geval de benaming ervan. Iedereen heeft ooit wel eens iemand horen zeggen: ‘Ja, ik ben een alt”. Nu klinkt dat wel leuk een aardig, maar welke noten zou je dan kunnen zingen als je bijvoorbeeld een alt bent. Hier heb ik een handig schemaatje voor gevonden. Waarschijnlijk geven verschillende bronnen verschillende grenzen aan die bepaalt wat voor stem je bent. Dit komt doordat deze grenzen steeds verschillen bij mensen. De stem wordt o.a. bepaald een zanger(es) een stijgende en dalende toonladder te laten zingen. Ligt je stem tussen…1..., dan ben je een …2…; 1 2

C en c2 Bas (mannenstem) E en b1 Bariton (mannenstem) G en c2 Tenor (mannenstem) C en g2 Alt (vrouwenstem) D en b2 Mezzosopraan (vrouwenstem) C en g2 Sopraan. (vrouwenstem) De gemiddelde omvang van een stem is 2,5 tot 3 octaven. Er zijn zangers met 4 octaven maar daarvan is er één gezongen in het falsetregister. Hoe beter je stem ontwikkeld is hoe groter je bereik zal zijn. De stem heeft natuurlijk wel een eigen karakter en kan daar ook weer op ingedeeld worden. Een voorbeeld is de heldentenor. Countertenor De oorspronkelijke melodische lijn, (de tenor) is afkomstig uit het Gregoriaans en werd voorzien (rond 1100) van een lijn die hem een kwart of een kwint lager evenredig volgde: de contratenor. Tegen het eind van de 12e eeuw kreeg deze contratenor een andere gedaante; één lijn boven, en één onder de tenor. De namen voor deze nieuwe lijnen rond de tenor waren contratenor altus (de hoge lijn) en contratenor bassus (de lage lijn). Tenslotte werd er boven op de altus een lijn geplaatst die superius of sopra heette; in deze benamingen zien we de namen van het, nu gebruikte, vocale kwartet ontstaan. Dit waren geen benamingen van zangstemmen, maar van zelfstandige lijnen in de muziek die vaak instrumentaal konden worden uitgevoerd. Langzamerhand werden zij ritmisch en gingen de melodieën op zichzelf staan. Deze werd uitgevoerd door de contratenor altus, een hoge mannenstem. Deze stem noemen ze ook wel de 'countertenor'. De castraatstem Er bestaat ook nog een andere hoge mannenstem: De castraatstem. De castratie diende om het jongenstimbre te behouden. De kinderen die een mooie stem bezaten, werden voor de puberteit, dus voor hun 9e levensjaar, de zaadleiders en de vaat-zenuwstrengen doorgesneden, waardoor het functioneren van de geslachtshormonen werd tegengegaan. Bij gebrek aan hormonen ontwikkelden de secundaire geslachtskenmerken, de lichaams- beharing en de ontwikkeling van het strottenhoofd, zich nauwelijks. De groeihormonen bleven echter functioneren, kastraten werden hierdoor erg lang en op latere leeftijd erg dik. Het timbre van de castratenstem was bijzonder want de toon, geproduceerd door die korte stemplooien, werd tot klank gebracht in de resonantieruimten van een volwassen man. Door hun flink gegroeide borstkast en hun kleine strottenhoofd waren ze in staat heel licht te zingen en de tonen lang aan te houden. Ze werden zes jaar geschoold en startten hun carrière rond hun 15e jaar. Toen opera naar buiten trad rond 1600 en er vrouwenstemmen nodig waren en de vrouw niet in het openbaar mocht optreden, stonden de kastraten dus geschoold en wel klaar. De kastraten overstroomden de hele westerse wereld en behielden deze positie tot 1800. Na 1800 raakte de castraat uit de mode en werd het castreren verboden uit humanitaire overwegingen door Joseph Napoleon, in die tijd koning van Italië. Mutatie Je hebt gezien dat wanneer de man is gecastreerd, de stem hetzelfde blijft. Dit betekent dus dat er veranderingen plaats vinden wanneer je niet castreert. Wat gebeurt er dan? De stem verandert in de loop van de jaren van toonhoogte. Bij de een is dit extremer dan bij de ander. Deze verandering gebeurt vooral in de puberteit. Deze verandering komt door de hormonen. Zowel bij meisjes als bij jongens. Bij jongens merk je de mutatie beter. We zeggen bij jongens ook wel dat ze “de baard in de keel krijgen”. Bij jongens neemt dan de lengte van de stembanden met 1/3 toe. De stembanden worden langer en dikker. De gemiddelde spreekstem verlaagt bij mannen dan ongeveer een octaaf. Bij meisjes is de mutatie minder opvallend. Dit doordat het strottenhoofd minder groeit en de resonantieholtes kleiner blijven dan bij jongens. De stem van een meisje zakt gemiddeld 1 á 2 tonen. Bij beide is de gemiddelde duur van deze stemmutatie is drie tot zes maanden met maximum van één jaar. Duurt deze periode langer, dan is het noodzakelijk om een onderzoek te laten doen. Ook ondergaan veel vrouwen een stemmutatie wanneer zij zwanger zijn. Deze wordt dan bijvoorbeeld lager of heser. Deze stemverandering treedt op vanaf het midden van de zwangerschap. Na de zwangerschap wordt de stem weer als voorheen. Ook de maandelijkse cyclus beïnvloedt de stem. De stem is dan gevoeliger en de beheersing van de stem kan ook minder goed zijn. Hier zie je hormonen een grote invloed hebben op de stem. Ook kunnen allerlei hormoonpreparaten invloed hebben op de stem. Zowel bij mannen als bij vrouwen. Dus kijk eerst even naar de verpakking en kies dan een medicijn met zo min mogelijk hormonen. Welke stemproblemen zijn er en wat is het remedie? Wanneer je veel zingt en je stem verkeerd gebruikt kun je verschillende problemen krijgen. De stem rust op een goed evenwicht tussen ademhaling, stemgeving, resonantie en articulatie. Deze kan verstoord worden door onnodige, te weinig of overmatige spierwerking. Bij verkeerd stemgebruik benut je je mogelijkheden niet optimaal. Stemproblemen kun je herkennen door subjectieve en objectieve symptomen. Mogelijke objectieve symptomen: - Je stem klinkt beschadigd/onzuiver (ruw, dof,hees) - Je stem valt plotseling weg. - Je hebt moeite om je stem op dezelfde toonhoogte te houden. (tremoleren; de stem is beverig en onvast) - Je zangstem detoneert, jij zelf hoort het ook, maar je kan de juiste toon niet meer vinden. - Je stemmogelijkheden krimpen in. (minder hard of zacht, maar ook laag en hoog) - Je maakt verschillende afweerbewegingen, zoals vaak de keel schrapen en slikken - Allerlei extra bewegingen die worden gemaakt om toch een goed geluid te produceren. (knikken met hoofd, draaibewegingen) - Je ziet een hoge adem en een slechte articulatie.
Mogelijke subjectieve symptomen: - Het spreken of zingen is erg vermoeiend. Dit vermoeidheidsgevoel kan zich over het gehele lichaam uitstrekken en niet alleen projecteren op de keelstreek. - Het spreken of zingen is erg onaangenaam en kost te veel energie - Je hebt pijn bij het spreken of zingen. - Je voelt soms kriebel in je keel, grote spanning op het strottenhoofd, een dikke tong of een stijve onderkaak. - Een klacht is een slijmpropje tussen de stembanden dat je maar niet kunt wegslikken. - Je stem kan voor de luisteraar vervelend zijn. De aandacht wordt dan meer op de vorm van spreken gericht dan op de inhoud. - Er groeit een psychische depressie. Je kan verschillende problemen krijgen met je stem. Dit gebeurt dus doordat de stem verkeerd gebruikt wordt of door een virus. We zullen eerst de problemen behandelen die ontstaan zijn door verkeerd stemgedrag, daarna kom behandel ik het meest voorkomende virus: De verkoudheid. Fonasthenie Dit is een abnormale stemvermoeidheid zonder dat er daarbij noodzakelijk een heesheid komt kijken. Je stemgeluid klinkt niet opvallend anders en toch voel je dat het spreken of zingen niet prettig is. Fonasthenie kan verschillende oorzaken hebben. Soms heeft het te maken met psychische invloeden. Soms is het een constitutionele stemzwakte. In dit geval zie je meer mensen in je familie met stemproblemen. Wanneer je dit hebt kan wordt het afgeraden om door te gaan met het huidige stemgebruik. Je stem is nu meer gebaat bij rust om stemknobbeltjes, poliepen en chronische stembandontstekingen te voorkomen. Stembandknobbeltjes Stembandknobbeltjes zijn weefselverdikkingen op beide stembanden. Het is te vergelijken met eelt op je handen. Het zijn puntvormige uitstulpingen , zo groot als een speldenknopje, altijd op het voorste derde deel van de vrije rand van beide stembanden. De oorzaak is langdurige overbelasting van de stem in combinatie met verkeerd gebruik van de stem. Bij beginnende knobbeltjes kun je de stembandknobbeltjes, met behulp van stemtherapie, elimineren zodat ze vanzelf verdwijnen. Bij een verder stadium, wanneer de knobbeltje zijn verhard, zal je operatief in moeten grijpen. Zowel voor als na de operatie is logopedie nodig, omdat de knobbeltjes terug kunnen komen bij verkeerd stemgebruik. Poliepen Een stembandpoliep is een plaatselijke vochtophoping op één van de stembanden. De poliep kan zich bevinden aan de boven- of onderzijde van stemband of tegen de vrije rand. De oorzaken zijn stemmisbruik (het verwaarlozen van de stemhygiënische maatregelen) of verkeerd gebruik
Je stem kan heel wisselend klinken; gebroken, hees tot vrij normaal. Dit hangt af van de grootte en de plaats van de poliep op de stemband. De remedie bestaat uit operatieve verwijdering en logopedische begeleiding. Chronische stembandontsteking Een ontsteking van de stembanden leidt meestal tot heesheid en pijn tijdens de spraak. Een keelinfectie of ernstige verkoudheid die zich uitbreidt naar de stembanden, is de meest voorkomende oorzaak. Bij langdurig bestaande heesheid is het belangrijk een arts te raadplegen. Stemrust is ook aangeraden
Verkoudheid Bijna iedereen heeft wel eens last van verkoudheid. Verkoudheid is een infectie van de bovenste luchtwegen die als oorzaak een virus heeft. Hier kan later nog een infectie bijkomen die veroorzaakt is door bacteriën. Bij deze infecties komen de algemene verschijnselen van griep kijken. Deze ziekte heeft als oorzaak een vermindering van de weerstand. Hierdoor kunnen virussen toeslaan. Dit gebeurt meestal op tijden van stress. De momenten dat je het dus totaal niet kan gebruiken. Daarom moet men ook zorgen dat de algemene conditie op peil wordt gehouden. Wat kan je doen om een infectie te minderen? Hier heb je veel verschillende middeltjes voor en ik zal er hier een paar van beschrijven: - Verhoog je lichaamstemperatuur door een flink hete bad te nemen. - Neem wisseldouches. - Blijf veel bewegen zodat je het warm krijgt, ga touwtje springen. - Drink veel. Je drinkt genoeg wanneer je urine waterkleurig is. - Gebruik geen neusdouches en zo min mogelijk neusdruppels. Zij beschadigen het trilhaarsysteem. - Houdt een in warm water uit geknepen spons voor je mond en adem rustig in. Hoe kun je de gevolgen van infectie verminderen? - Dit kan door een stoombad te nemen. Stoom met eucalyptusolie, kamille thee of
keukenzout. - Neem een aspirine. Deze verdunnen het bloed op een niet gevaarlijke manier. Zij verminderen het gevoel van ziek zijn. - Neem veel vitamine B en C, zij heffen het tekort aan die vitamines op. Dan zijn er ook nog de overbekende huismiddeltjes waarvan niemand echt weet hoe ze werken. - Houd een doorgesneden ui in de omgeving. Deze werkt op de slijmvliezen en trekt hen samen, hierdoor wordt de neus geopend en kun je weer rustig adem halen. - Los citroen en honing in heet water op, hier pak je de keel mee in, Wanneer je thee gebruikt kan je het ook drinken. Dat zorgt voor slijm en geeft dus een goed gevoel. - Dropjes zorgen ook voor slijm en kunnen dus ook gegeten worden. - Leg gekneusde witte koolbladeren op de keel en breng er verband op aan. - Leg een in een warm water uitgeknepen doekje op de keel, wikkel daar een plastic zakje omheen en daarom weer een sjaal. Het broeien zou het ziekteproces sneller moeten laten lopen. Ook een homeopathisch middel als Echinaforce zou tegen de verkoudheid moeten helpen. Natuurlijk zijn er ook nog andere middeltjes te verkrijgen tegen verkoudheid, maar dit zijn de belangrijkste en handigste middeltjes en oplossingen voor je problemen. Hou verbeter je de conditie van de stem? Vanaf het moment dat je op de wereld komt maak je geluid (geboorteschreeuw). In de loop van de jaren creëert men zijn eigen stemgedrag. Dit kan, zoals je hebt kunnen lezen, helmaal fout gaan. Hoe moet je dan wel je spraakfuncties gebruiken? Je stemgedrag mag niet lijden onder slechte gewoonten. Ook een goede lichaamshouding en de spanningsgraad van je spieren hebben invloed op je stemgedrag. Emoties hebben ook een grote invloed op je stem, deze kunnen je stemgeluid belemmeren doordat je je middenrif te veel heen en weer laat bewegen op een verkeerde manier (schokkend en impulsief). Het is belangrijk dat je (met je beroep) je stem zo optimaal mogelijk gebruikt. Wanneer je dit doet zul je zoveel mogelijk weerstand kunnen bieden tegen langdurige belasting. Al de middelen die we in het vorige deel hebben genoemd zijn niet het beste tegen al deze kwalen, want voorkomen is altijd beter dan genezen. Met een goede stemhygiëne kun je je conditie verbeteren en de factoren uitschakelen die het stemgedrag kunnen bemoeilijken of aantasten Verschillende factoren zijn: Roken en overmatig gebruik van alcohol. Zij irriteren het keelslijmvlies met grote slijm- vorming als gevolg. - Veel praten in slecht geventileerde ruimten en in ruimten met droge lucht droogt het keelslijmvlies uit. (airconditioning is dus slecht voor de keel) - Bij kuchen en het schrapen van de keel voer je de spanning in de stembanden en keelspieren op. - Overmatig hard roepen en schreeuwen zijn erg schadelijk op je stemgebruik. Omdat je stembanden niet rekenen op zo’n plotseling intensief stemgebruik. - Alle vormen van stemacrobatie zijn af te raden (imitatie van stemmen en geluiden) - Het verwaarlozen van algemeen lichamelijke rust, in het bijzonder slaap, heeft zware nadelige gevolgen.Rust zorgt voor een goede conditie, en ook een optimale stem- conditie. Ook heb ik nog een paar handige adviezen om je stem te optimaliseren: - Zing in je eigen stem en ga niet wanneer je een alt bent een sopranenpartij zingen. - Eet geen strek geruide spijzen vlak voordat je gaat slapen. - Belast bij het zingen de stem niet overmatig - Neem elke stem- of keelklacht serieus. - Houd elke dag genoeg stemrust. Wanneer je de tips goed toepast en de stem schoon houdt kan je beginnen met de volgende stap om een goede stem te ontwikkelen. Hoe krijg je naast dat je stem in goede conditie is ook een mooie klank. Daar gaat het volgende deel over. Hoe geef je kwaliteit aan de stem? Iedereen die het leuk vind om te zingen wil graag ook over een kwalitatief goede stem bezitten. Eerder heb ik aangegeven dat de kwaliteit van de stem afhangt van onder andere de gezondheid van je stemorgaan, de adem, de spierspanning en de optimale sluiting van de stembanden. Wanneer de stem in goede conditie is kan hij kwalitatief worden verrijkt. Dit kan je door verschillende dingen doen. Ik behandel de conditie, de ademtechniek, de resonantie, de articulatie en de expressie.
Goede conditie van het gehele lichaam Wanneer je een goede stem wil hebben zal je een goede conditie van het lichaam moeten hebben. Wanneer je ziek bent zal je lichaam zich daarop moeten concentreren en zal de stem niet vorderen. Genoeg slaap, stemrust en genoeg gezond eten dat zijn de sleutelwoorden voor je lichamelijk onderhoudt. Wanneer je je lichaam niet onderhoudt zal er teveel spanning op je lichaam staan. Zo ook op de stembanden, wat weer tot ziekte kan leiden. Gebruik je stembanden ook op de goede manier. Dit voorkomt vele problemen en zo zal je je stem beter kunnen gebruiken. Goede techniek van het ademen. Hieronder valt de lage buikademhaling. Wanneer je geen goede techniek bezit zal je nooit je stem optimaal gebruiken. Pas wanneer je de techniek onder de knie hebt kun je er verder op bouwen. Bezit je geen goede techniek dan zal de zang vroeg of laat instorten als een kaartenhuis. Resonantie Je stemgeluid moet vanuit je keel een weg afleggen naar de buitenwereld om hoorbaar te worden voor anderen. Het geluid gaat dan door de keel-, mond-, en neusholte. Wanneer mijn stemgeluid in die holtes komt gaat de aanwezige lucht meetrillen. Daardoor krijgt het geluid een andere kleur en wordt het versterkt. Er gaat namelijk nog meer lucht trillen.In de borstholte doet dit verschijnsel zich ook voor alleen is deze minder belangrijk dan de andere resonantieholtes. Door een goede resonantie krijgt de stem een goede draagkracht en een mooie, volle toon. Hoe groter je de resonantie holtes maakt hoe groter en voller je stem zal klinken. Aangezien iedereen andere afmeting van de resonantieholten heeft, heeft iedereen een eigen stemgeluid. Maar hoe gebruik je dan de resonantieholtes optimaal? Ten eerste moet je een goede lichaamhouding hebben. Wanneer je onderuitgezakt staat of je nek naar achteren gebogen zal de lucht niet goed in de holtes kunnen trillen en het geluid dus verminderen. Ook je manier van articulatie beïnvloedt de resonantie. Hoe meer open je articuleert (daar gaan we straks dieper op in), hoe meer lucht er aan het trillen kan worden gebracht. Ook moet je voor de juiste klank de juiste resonantieholten gebruiken. Er zijn nu eenmaal nasale en orale klanken. In het Nederlands zijn die nasale klanken de m, n en g. De overigen zijn oraal. Wanneer je de orale klanken uitspreekt mag er geen lucht door de neusholtes naar buiten stromen en als je de nasale klanken uitspreekt mag er geen lucht door de mondholte naar buiten stromen. Wanneer je de neusresonantie verkeerd gebruikt leidt dit tot nasaliteit bij het spreken of zingen. Je kan de gesloten en open neusspraak onderscheiden. Bij het eerste is het zo dat wanneer je de nasale klanken uitspreekt geen lucht door de neus komt. De klanken veranderen. Zo wordt de m een b, de d en ng een g. Dit ervaar je ook wanneer je verkouden bent. Bij een open neusspraak is het zo dat alle klanken een nasale klank hebben. a- neusgat m- stembanden
b- neusholte n- luchtpijp

c- lippen o- slokdarm
d- tanden
e- tandkasrichel
f- hard gehemlte
g- zacht gehelmte
h- huig
i- tongpunt
j- tongblad
k- tongrug
l- strotklepje Articulatie Via het articuleren kun je je stemgeluid omvormen tot spraakklanken. Elke taal heeft haar specifieke spraakklanken. Ook het aantal is verschillend. Articuleren doe je door beweging van tong, onderkaak, lippen en het gehemelte. (De articulatoren) Je moet onderscheid maken tussen: - De juiste uitspraak; Dit is volgens de conventionele fonetische manier. Dat betekent dat er geen articulatiestoornis of afwijking aanwezig mag zijn (b.v. lispelen) en sterke dialectische invloeden moeten worden vermeden. - Gezonde articulatie. Die bestaat uit het maken van voldoende mondbewegingen met
voldoende mondspanning in de articulatiespieren. Met goed articuleren bedoelen ze dan ook voorin de mond spreken om de spanning en druk van de stem af te leiden. Het articulatieproces bekijk ik globaal en noem de algemene eigenschappen kenmerken hiervoor: - open articuleren - pittig of veerkrachtig articuleren - vóór in de mond articuleren.
Expressie Expressie is de franje van de spraak en zang. Wanneer je weinig expressie gebruikt is de kans groot dat je tekst in het niet valt en je de luisteraar niet zal bereiken. Je hebt twee algemene factoren waarin je je expressief kunt uitdrukken. Dit zijn de lichamelijke factoren en de spraaktechnische factoren. Lichamelijke factoren: - Om alle spraakspieren optimaal te kunnen gebruiken moet je een goede lichaamshouding hebben. Hierdoor zal je ook meer ontspannen staan. - Een goede lichaamshouding voorkomt rugklachten. - Een actieve houding straalt zelfvertrouwen en betrokkenheid uit. - gebaren en mimiek verduidelijken en verlevendigen de spraak. (niet overdrijven en geen nutteloze gebaren maken), wanneer je gebaren maakt, maak ze dan groot genoeg. - een uitdrukkingloos gezicht krijg je alleen bij onvoldoende articulatie. - Houd oogcontact met de luisteraar. Spraaktechnische factoren: - Gebruik intonatiewisselingen en dynamiek in je stem zodat het niet monotoon wordt. - Beklemtoon sommige woorden op de juiste manier. - Durf pauzes te nemen, zo wordt het effect naar bepaalde woorden getrokken en geef je de luisteraar tijd om na te denken over de zo juist uitgesproken stof. - Zeg niet alles even snel, maak aangename tempowisselingen Oefenen oefenen oefenen! Wanneer je niet oefent zal je stem zich nooit kunnen ontwikkelen, maar wanneer je oefent moet dit wel op de goede manier worden gedaan. Omdat je nou eenmaal niet kunt leren zingen van papier is het noodzakelijk dat je iemand hebt die je begeleidt. Het zou een doodzonde zijn als er hard aan de stem wordt gewerkt en dit blijkt verkeerd gedaan te zijn. Ik heb een paar redelijk makkelijk uitvoerbare oefeningen uitgezocht die je niet heel snel fout kan doen, maar wanneer je serieus met allerlei oefeningen bezig bent, laat je dan echt begeleiden. Anders duurt het proces langer en wordt het steeds moeilijker om allerlei dingen af te leren. Ontspannen Het is natuurlijk belangrijk om ontspannen te zijn wanneer je gaat zingen. Niet allen omdat het ontspannen beter zingt, maar ook omdat je dan beter geconcentreerd bent. Hiervoor verschillende oefeningen
1. - Zit tien minuten met gesloten ogen in kleermakerszit zit en luister naar je ademhaling
2. - Ga recht op staan met je benen stevig in de grond. - Breng je handen naar de rug, kruis de armen, draai de handen naar binnen en pak ze samen beet. Zodat de palmen elkaar raken. - Rek de handen naar beneden en de schouders naar achteren. - Breng je hoofd naar boven en steek je tong zo ver mogelijk uit. (probeer je kin te raken) Wanneer je 3 minuten in deze positie hebt gestaan en weer normaal staat voel je je lichaam en tong ontspannen. 3. Maak je spieren los, schudt ze allemaal eens flink uit. 4. Maak kleine en grote bewegingen met je hele lichaam. Vergeet je gezicht en handen niet. Adem Als eerste heb ik een oefening waarbij je je adem leert te beheersen - Sta goed stevig, accent op de vóórvoet - Armen gestrekt omhoog bewegen en uitademen, - Adempauze, de armen blijven omhoog, schouders laag, - Adem door de neus in en beweeg de armen beheerst naar beneden, niet laten vallen. - Adem bewaren en royaal uitademen. Herhaal deze oefening. Zoals je hebt gelezen is het belangrijk om een goede lage de abdominale flankenademhaling te hebben. Maar hoe weet je dat je die gebruikt. - ga op je rug op de grond liggen, voel waar je adem vandaan komt. Pak een boek en leg die op je buik. Wanneer alleen het boek heen en weer beweegt zit je adem goed laag. Wanneer je dit goed beheerst kun je deze oefening ook zittend en staand doen zolang je dezelfde techniek maar volhoudt. Zorg dat je schouders laag blijven. Wanneer je deze oefening voor de spiegel doet kan je jezelf daarop wijzen.
Resonantie Hiervoor gebruik je woorden die je meerdere keren achter elkaar zingt en neuriet. Wanneer je dit goed doet zal je de resonantieholtes voelen trillen. Woorden die je kunt gebruiken zijn zoal: jong, zing, nemen, noemen. De trilling zal het sterkst te voelen zijn bij woorden met een ng, m of n klank. Ook kan het geen kwaad om toonladders te zingen/neuriën. Op deze manier zoek je je grenzen op en kan je de registers in elkaar over laten vloeien zodat de stembreuk niet meer te horen is. De registers zullen dan mengen. In het begin heb ik gezegd dat voor het mengen van deze registers een ontwikkelde kopstem handig is. Deze ontwikkel je door licht en zacht te zingen of te neuriën. Articulatie Bij het juist articuleren gaat het er om dat je de woorden duidelijk uitspreekt en goed afmaakt. Hier heb je heel veel oefeningen voor. Een van de oefeningen zijn tongbrekers. Deze tekst moet je zo duidelijk mogelijk uitspreken. Deze tekst moet steeds sneller zeggen, maar wel goed blijven articuleren. Dit zijn wat tongbrekers: - Twintig witte wilde zwanen wachten op de woensdagochtend - De meid snijd recht en de knecht snijd scheef. - De kat krabt de krullen van de trap. - Babbel maar een beetje - Zo knap als de kapper knipt, knipt kapper knip niet. - Trillend trippelde tante Tiny tandloos naar de treiterende tandarts toe. - Jeukt jouw jeukende neus ook zoals mijn jeukende neus jeukt? - Ruud Rups raspt rap rode ronde radijsjes - Plak bakbloedworst - Ik mix whisky in de whisky mixer
Om deze wat aantrekkelijker te maken kan je er natuurlijk een melodie onderzetten. Expressie Dit kun je van alle onderdelen nog het minst echt oefenen. Je moet hierbij vooral het gevoel van het nummer omhoog halen en duidelijk uitdrukken. Wat wel kan helpt om gebaren te leren maken kun je de tekst letterlijk uitbeelden. Maar let op: Doe dit niet als je op treed, dit ziet er niet professioneel uit. Deze oefening is alleen maar om je gemakkelijker te leren bewegen. Om je stem in goede conditie te houden is het belangrijk dat je genoeg oefent. Voor een amateur-zanger moet dit ongeveer een half uur per dag zijn. Dit hoeft niet in één keer achter elkaar maar wel met alle concentratie. Wanneer je professioneler bezig bent is een uur oefenen per dag geen uitzondering. Afsluiting In het begin heb gezegd dat ik er graag iets van wilde leren en ik hoopte dat ik er wat aan zou hebben. Ik weet zeker dat ik hier wat mee kan. Ik merkte het meteen al toen ik er mee bezig was. Als eerst las ik over de ademhaling en ik ging er meteen beter op letten. Ook ben ik nu op dit moment ontzettend verkouden en zal wel wat van de tips gebruiken om de gevolgen zo veel mogelijk terug dringen. Ondertussen heb ik al zangles genomen en krijg ik veel behandelde stof, die je hier kon lezen , in praktijk. Het voordeel is dat ik nu beter weet waar we (mijn zangleraar en ik) over praten en er dus ook meer mee kan doen. Maar wat moet ik nu nog doen? Dat was wat ik in me in het begin van dit werkstuk ook afvroeg: Wat moet ik nog doen om mijn stem te optimaliseren? Ik heb het hier met mijn zangleraar over gehad we kwamen op verschillende dingen uit. - Mijn ademhaling moet ik verbeteren en geheel eigen maken - Ik moet meer oefenen, helaas is dat dit jaar niet zo heel erg gelukt, vanwege mijn overdrukke schema. - Als ik er voor wil gaan, moet ik dat ook helemaal doen en me ook geheel laten gaan. Ik zal in het avontuur moeten springen. Gelukkig kwam als pluspunt wel naar voren dat ik al wel vooruit ben gegaan sinds dat ik zangles heb. Daar was ik zelf erg blij mee, zeker omdat dat voor mij ook zo voelde.
Wat ga ik dan nu verder doen? Wat ik vooral ga doen is veel oefenen. Zingen op de juiste manier moet net zoiets worden als ademhalen (wel de lage buikademhaling dan), gewoon, zonder erbij na te denken. Dus dat wordt oefenen, oefenen en nog eens een keer oefenen. Ik vond het alles bij elkaar een heel leuk onderwerp om te doen en heb er ook zo nu en dan ook echt van genoten. Bronnenlijst: Boeken: Teksten: Boek 1 Brouwer, Bob, Van auditie tot concert, Amsterdam, 1995
Boek 2 Sas, Paul en Clerq, Carry de, Als je veel moet praten deel 1, Leuven /Apeldoorn, 1991
Boek 3 Schouten, Frans, Koorvorming en koorscholing, Groningen, 1989
Boek 4 Deinse, J.B. van, De stem in beeld, Haarlem, 1994
Boek 5 Reinders, Ank, Sesam Atlas van de zangkunst, 1998, Amsterdam. Boek 6 Koenen, M.J./Drewes, J.B/ Boer, W.T.H.de/, Wolters handwoordenboek Nederlands, Utrecht/Antwerpen, 1992 Illustraties: -Deinse, J.B. van, De stem in beeld, Haarlem, 1994, blz. 11, 54 -Sas, Paul en Clerq, Carry de, Als je veel moet praten deel 1, Leuven /Apeldoorn, 1991, blz. 22,23, Internetadressen: Teksten en andere informatie:
http://www.gezondheidsplein.nl
htttp://www.let.uu.nl
Illustraties: http://www.entjournal.com
http://www.eur.nl/ http://www.entusa.com
http://www.entjournal.com/assets/immages/laryn>9909/ http://www.texasvoicecenter.com/larynx.html

REACTIES

M.

M.

je leert hier veel van! ga zo door!
xxx michelle

12 jaar geleden

I.

I.

deze wil ik graag bewaren om als les materiaal te gebruiken.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.