Verbranding

De Verbrandings Proef

Anna & Karine 2T
Lab 14

Inleiding

In het dagelijks leven zijn we veel bezig met verbranding en het het verwarmen van dingen.
Dit heeft allemaal te maken met warmte.
Bijvoorbeeld bij het koken:
Je verwarmt water om pasta in te koken of om thee te zetten.
Door het vuur verwarm je het water en kan je het tot het kookpunt laten brengen.
Zo doe je dat met veel meer dingen.

Onderzoeksvraag
Wat verwarmt water beter…een brandende pinda of een brandend blokje hout?

Tekening:

Benodigdheden

Bij de verbrandings proef hadden we een aantal dingen nodig:

• Een teclubrander
• Een maatglas
• 50 ml. Demiwater
• Een Erlenmeyer
• Een statief met statiefklem
• Een thermometer
• Een weegschaal
• Lucifers
• Een lange naald
• Pinda
• Een klein blokje hout

En voor de veiligheid:

• Een veiligheidsbril
• En een jas
• Een bakje
• Een ijzeren plaat

Werkwijze

Al eerste moesten we het statief en de statief klem in elkaar zetten.
Daarna moesten we het maatglas vullen met 50 ml. Demiwater.
Het blokje hout en de pinda moesten gewogen worden.
De temperatuur van het water moest gemeten worden en opgeschreven worden in je tabel die we hadden gemaakt.
Je stak de teclubrander aan op de goede volgorde:

1. eerst controleren of alles dichtzit
2. gaskraan op tafel opendraaien
3. gasregelknop van de brander opendraaien
4. gas aansteken met lucifer
5. luchtring opendraaien

Nu doe je het blokje die op een lange naald was geprikt boven de teclubrander, zolang totdat hij vlam vatte.
De naald met het blokje hielden we onder het maatglas.
De warmte werd door geleiding naar het water gestuurd zodat het water warm werd.
Het blokje hout moesten we net zolang onder het glas houden totdat hij was gestopt met branden.
Hierna moest snel de temperatuur van het water gemeten worden zodat we wisten hoe veel graden Celsius het brandend blokje hout het water had verwarmt.
Met deze informatie konden we dus zien hoeveel verbrandingswaarde een blokje hout had en hoeveel verbrandingswaarde p/(g).

Wat gedaan om eerlijk te vergelijken:
Als je eerlijk wilt vergelijken moet je alles heel goed bijhouden en nauwkeurig meten.
Zo moet je ook precies de temperaturen weten.
Hier een voorbeeld om dat eerlijk te doen:
Nadat je het blokje hout hebt verbrandt moet je het demiwater verschonen zodat je weer dezelfde begintemperatuur hebt of gewoon opnieuw meten.

Resultaten

Er gebeurde verschillende dingen zoals:
De pinda en het blokje hout brandden niet helemaal af maar stopten gewoon met vlam vatten.
De temperatuur van het water steeg maar het kookte nog lang niet.
De pinda en het blokje werden al zwart voordat ze echt brandden.
Wanneer we de pinda en het blokje een tijdje 3 cm. onder de erlenmeyer hielden werd de erlenmeyer zwart van het roet aan de onderkant, en besloeg een klein deel van het glas van binnen.

Tabel

Hout Pinda
Massa (g) 0,47 gram 0,64 gram
Begintemperatuur (C°) 20 ° C 31 ° C
Eindtemperatuur (C°) 32 ° C 55 ° C
Temperatuurstijging (C°) 12 ° C 14 ° C
Temperatuurstijging °C/ (g) 25.5 °C/gram 21,9 °C/gram

Conclusie

Uiteindelijk zijn we erachter gekomen dat het blokje hout een grotere verbrandingswarmte per gram heeft.
Maar de pinda gaf een grotere temperatuurstijging,
Dit komt omdat de pinda een grotere massa had.
Hoe wisten we nou wat de grootste verbrandingswarmte had…
Door de temperatuurstijging per gram uit te rekenen…zo doe je dat:

Temperatuurstijging( ° C) : massa = temperatuurstijging per gram
Bijvoorbeeld bij het hout: