Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Aantonen voedingsstoffen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 5e klas havo | 707 woorden
  • 23 juli 2008
  • 110 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
110 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inleiding:

Dit experiment gaat over het aantonen op welke indicatoren de voedingsstoffen reageren, en welke reactie ze daarbij vertonen. De voedingsstoffen eiwit, glucose, zetmeel, vitamine C en vet worden hierbij onderzocht.
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Er worden hierbij twee aminozuren onderscheiden: de essentiële aminozuren, die we niet zelf kunnen maken en dus via de voeding binnen moeten krijgen, en de niet essentiële aminozuren, die we wél zelf kunnen maken met behulp van andere aminozuren. Eiwitten hebben een functie als bouw- en brandstof.
Er zijn drie verschillende soorten koolhydraten: mono-, di- en polysachariden. Glucose is een monosacharide en zetmeel een polysacharide. Koolhydraten komen voor in bijvoorbeeld zoete vruchten, jam, stroop, honing, brood, aardappelen, pasta en melk. Net als eiwitten hebben koolhydraten een functie als bouw- en brandstof.

Vitamine C is een vitamine: een organische stof die ervoor zorgt dat je gezond blijft. Het is onder andere nodig voor een goede opbouw van bindweefsel en bloedvaten en de vorming van hemoglobine. Vitamine C zit in voedingsmiddelen als fruit, kool en andere bladgroenten en in aardappelen. Als je er onvoldoende van binnen krijgt, kan dit leiden tot vermoeidheid, een verminderde weerstand tegen ziekten, tandvleesbloedingen en scheurbuik.
Vetten zijn opgebouwd uit vetmoleculen die een glycerol- en drie vetzuurmoleculen bevatten. Er zijn verzadigde en onverzadigde vetzuren. De verschillen daartussen zijn dat de eerste het maximale aantal waterstofatomen bevat en een rechte vorm heeft, terwijl dat bij een onverzadigd vetzuur niet zo is. Alleen onverzadigde vetten moeten in je voedsel voorkomen, omdat glycerol en de meeste vetzuren in je lichaam gevormd kunnen worden uit andere organische stoffen. Vetten hebben vooral een functie als brandstof, maar kunnen ook als bouwstoffen dienen.
De onderzoeksvraag van dit experiment is: op welke indicatoren reageren de voedingsstoffen en welke reactie vertonen ze daarbij?
De hypothese is dat eiwitten op salpeterzuur reageren, glucose op haines, zetmeel op jood, vitamine C op DCPIP en vetten op Sudan III. Als dat zo is, dan zal er bij het gebruik van die indicatoren een kleurverandering optreden.

Materiaal:


- 5 reageerbuizen en een reageerbuisrek
- etiketten
- eiwit
- glucose
- zetmeel
- vitamine C
- vet (slaolie)
- geconcentreerd salpeterzuur in een flesje met een druppelpipet
- Haines in een flesje met een druppelpipet
- joodoplossing in een flesje met een druppelpipet
- DCPIP-oplossing in een flesje met een druppelpipet
- sudan III-oplossing in een flesje met een druppelpipet
- een brander met een driepoot en een gaasje
- een reageerbuisknijper
- een bekerglas van 500 ml
- een mes

- water

Methode:


De reageerbuizen werden genummerd van 1 t/m 5. In de eerste reageerbuis werd een beetje eiwit met een paar druppels geconcentreerd salpeterzuur gedaan. Het bekerglas werd voor de helft met water gevuld, waarna de reageerbuis daarin verhit werd.
In reageerbuis 2 werd een mespunt glucose en ongeveer 3 ml water gedaan. Er werd geschud, totdat de glucose was opgelost. Vervolgens werden er ongeveer 10 druppels haines aan toegevoegd, waarna de buis verhit werd totdat de inhoud kookte. De buis werd daarvoor in het bekerglas met water gezet.
Het zetmeel werd in reageerbuis 3 gedaan, samen met ongeveer 3 ml water. Vervolgens werden een paar druppels joodoplossing toegevoegd, waarna de buis geschud werd.
In reageerbuis 4 werd een beetje vitamine C-oplossing gedaan, waarna er 1 druppel DCPIP-oplossing aan toegevoegd werd. Toen werd de buis geschud.
In de laatste reageerbuis werd een aantal druppels slaolie gedaan. Daarna werden er enkele druppels sudan III-oplossing aan toegevoegd. De buis werd geschud, waarna er ongeveer 3 ml water aan toegevoegd werd. Wederom werd de buis geschud.

Resultaten:

De vloeistoffen in de verschillende reageerbuizen kregen allemaal een andere kleur. In onderstaande tabel is te zien welke kleurveranderingen dat zijn.

Voedingsstof        Indicator           Kleur(verandering)
Eiwitten               Salpeterzuur      Lichtgeel
Glucose                Haines               Oranje
Zetmeel                Jood                  Paars

Vitamine C            DCPIP               Lichtbruin
Vetten                 Sudan III           Roze/rood

Hierbij moet worden opgemerkt dat de vetten in reageerbuis 5 zich bovenaan in het buisje ophoopten; de kleur was daar donkerder.

Conclusie:


Uit de resultaten van dit experiment blijkt dat salpeterzuur de indicator voor eiwit is, haines voor glucose, jood voor zetmeel, DCPIP voor vitamine C en sudan III voor vet. De kleurveranderingen die daarbij optreden zijn achtereenvolgens: lichtgeel, oranje, paars, lichtbruin en roze/rood. Als bij een voedingsmiddel met eiwit salpeterzuur en een doorzichtige vloeistof (water bijvoorbeeld) wordt toegevoegd, zal de vloeistof lichtgeel kleuren. Bevat een voedingsmiddel glucose en wordt daar haines en water aan toegevoegd, dan wordt het water oranje, enzovoort.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.