Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Cultuurschrift

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas vwo | 3335 woorden
  • 15 mei 2003
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
26 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Grieks cultuurschrift
Odysseus’ dagboek
Hoofdstuk 1.0: Odysseus’ inleiding
Hallo Lezer, Dit dagboek gaat over mijn lange terugreis naar mijn vaderland. Ik heb het eigenlijk voor Penelope geschreven, zodat ze kon lezen wat ik heb beleefd. Hiernaast is een kaartje afgebeeld over de reis die ik gemaakt heb. Hoofdstuk 1.1: de Trojaanse oorlog Hallo Penelope, We vochten al 10 jaar lang in de Trojaanse oorlog. En op een dag kreeg ik echt een geweldig idee om de oorlog te winnen! Mijn plan was om een paard te bouwen, met in dat paard een holle ruimte, zodat er helden in passen. We zouden dan het paard geven als geschenk aan de Trojanen. Ik had het plan helemaal uitgedacht, en iedereen stemde er ook mee in. Direct begonnen we met het maken van het reusachtige paard. Toen het klaar was verzamelden alle helden zich bij het paard, en gingen in het paard zitten. De rest van mijn mannen gingen met schepen weg. Je kon wel aan de gezichten van de Romeinen zien dat ze erg verbaasd waren dat ze weggingen, omdat we al tien jaar met hen aan het waren oorlog voeren. We wouden dus het paard aan de Trojanen geven, maar eerst vertrouwden die het zaakje niet. Uiteindelijk namen ze het paard toch aan, en zette het binnen hun muren. De Trojanen vierden ´s avonds feest omdat ze dachten dat we weg waren. Wij keken naar dat feest van de Trojanen, omdat we het konden zien want we zaten in het paard. Toen het al laat was, waren de Trojanen uitgevierd en vielen op de grond in slaap. Wij hadden net zolang gewacht tot dat de laatste feestvierder sliep. Toen gingen wij uit het paard en vielen de Trojanen aan. Dit leidde tot de ondergang van Troje! Hoofdstuk 1.2: De Kikonen Hey Penelope (De Kikonen) We reisden weer terug naar huis, nou jah dat was de bedoeling dan. De wind bracht ons in plaats van naar huis, naar het land van de Kikonen, dat Ismaros heet. Ik en mijn mannen doodden daar een aantal Kikonen en roofden vrouwen en spullen mee. Ik zei dat we snel weer terug moesten gaan, maar de anderen luisterden niet naar me. En ik heb achteraf van iemand gehoord dat een paar ontsnapte Kikonen andere Kikonen om hulp vroegen. De Kikonen kwamen terug

Grieks cultuurschrift
Odysseus’ dagboek (vervolg) en ze gooiden speren naar elkaar. Helaas versloegen de Kikonen ons, en veel vrienden van mij zijn door hun gedood. Ik en nog wat anderen konden nog net aan de speren ontsnappen. We zeilden bedroefd verder. Hoofdstuk 1.3: De Lotoseters Hallo Penelope, We dreven 9 dagen in verschrikkelijk noodweer, zonder enig stukje land te zien. De tiende dag kwamen we aan bij het land van de Lotoseters. We gingen aan wal om water te halen. Ik stuurde twee mannen en een heraut erop uit om te
onderzoeken welke mensen daar woonden. Ze gingen op zoek naar de Lotoseters. De Lotoseters deden de drie mannen geen kwaad, maar ze lieten hen wel van de
lotosvrucht eten. Door de lotosvrucht wouden de drie mannen bij de Lotoseters
blijven. Ik sleepte de drie mannen terug naar de schepen en bond ze vast aan de banken. Iedereen ging weer aan boord en we begonnen weer aan onze reis. Hoofdstuk 1.4: De kykloop Polyfemos Hallo Penelope, Na een paar dagen kwamen we aan op een eiland. Vlakbij dat eiland lag nog een veel groter eiland waar de Kyklopen wonen. Ik ging samen met nog 12 door mij gekozen mannen naar het eiland van de Kyklopen. Ik nam ook zoete wijn mee als welkomstgeschenk voor de bewoners. We gingen naar het hol van de heer, maar hij was niet thuis want hij was met zijn kudde op de wei. Dit hol was van Polyfemos, een eenogige sterke reus, die zelfs rotsen kon optillen. We besloten om in het hol te wachten op Polyfemos en ondertussen aten we van de kaas. Toen Polyfemos terug kwam vroeg hij wie wij waren en at twee van mijn mannen op. Daarna ging de reus slapen, maar wij konden niet weg uit het hol, omdat er voor de uitgang een groot rotsblok was geplaatst. Zelfs wij konden dat rotsblok niet verplaatsen van de
uitgang. De volgende dag at Polyfemos weer twee mannen op. Toen verliet hij het hol met z’n kudde. Wij bleven achter in zijn hol. Toen bedacht ik een plan zodat we konden gaan uit dit vreselijke hol. Uit de stal haalden we een knots en maakte hem puntig. Ik verstopte de paal onder de mest. Met de paal wouden we het oog van Polyfemos uitbranden. Polyfemos kwam ´s avonds weer terug en at weer twee van mijn mannen. Ik gaf aan de reus mijn zware wijn. De wijn beviel hem. Ik raakte met Polyfemos in gesprek, en hij vroeg hoe ik heette. Ondertussen was

Grieks cultuurschrift
Odysseus’ dagboek (vervolg) Polyfemos al aardig dronken van mijn wijn. Op de vraag van Polyfemos hoe ik heette, antwoordde ik: ik heet Niemand. Later viel de gigantische reus in een
diepe slaap. Ik stak de paal in de as, net zolang het helemaal gloeide. Met vier mannen pakten we de paal en stoken hem in het oog van Polyfemos. De reus maakte van pijn een vreselijk gekrijs, en hij zei dat Niemand hem zeer had gedaan. Ik was blij, omdat Polyfemos in mijn list trapte! De andere Kyklopen vonden het gekrijs van Polyfemos vreemd, en dachten dat hij ziek was. De reus ging naar buiten, en betaste alle schapen die naar buiten gingen, zodat wij niet naar buiten konden. Maar Polyfemos voelde alleen aan de bovenkant van de schapen, zodat wij onder de buik van de schapen konden wegvluchten. Toen gingen
we weer met het schil terug naar het andere, kleinere eiland, naar mijn overgebleven mannen. De volgende dag zetten we onze reis weer voort. Hoofdstuk 1.5: Aiolos Hallo Penelope, We landen aan op een drijvend eiland dat van Aiolos, de god van de winden, was. We mochten daar een maand blijven, en ik moest Aiolos steeds weer vertellen over wat we hadden beleefd. Toen we weer verder wouden gaan reizen, kreeg ik van Aiolos een leder zak waarin alle winden waren opgesloten. Toen we weggingen waaide er een zachte wind, en die wind waaide zo dat we precies richting ons vaderland gingen. De tiende dag na ons vertrek was ik zo moe, dat ik lang ging slapen. De andere mannen vonden het niet eerlijk dat ik als enige iets van Aiolos had gekregen, stel je voor dat er in die zak goud zit! Daarom maakten ze de zakken open, maar toen braken alle winden los en daardoor stormde het hevig. Ik werd wakker door de storm, en we werden door de wind teruggeblazen naar het eiland van Aiolos. Aiolos was boos en vervloekte ons. En wij gingen snel weer weg. Hoofdstuk 1.6: De Laistrygonen Hallo Penelope, Na 6 dagen varen, kwamen we aan in een land waar de Laistrygonen wonen.Drie van mijn mannen gingen aan wal, om het land te verkennen. Ze vertelden dat ze op het land een reuzin waren tegen gekomen. Ze was net bezig water uit de bron te halen. De reuzin wees naar een paleis. Dat bleek het paleis van haar vader te zijn. Mijn verkenners gingen naar dat paleis toe,en kwamen daar een nog grotere reuzin tegen. Zij riep naar haar man. Die greep 1 van mijn mannen en maakte het avondmaal klaar. De andere 2 mannen vluchten naar de
Grieks cultuurschrift

Odysseus’ dagboek (vervolg) schepen terug, maar ze werden achterna gezeten door meer dan duizend reuzen. Die slingerden met grote rotsstenen. Alleen mijn eigen schip, dat ik achter de rotsen had vastgelegd, bleef gespaard. De rest van de schepen en mannen zonken naar de diepte van de zee. Hoofdstuk 1.7: Kirke Hey Penelope, We vaarden op het enige overgebleven schip verder totdat we bij het eiland van Kirke, Aiaiam kwamen. Ik ging het land verkennen. Een eindje verder zag ik uit een paleis rook opstijgen, maar ik ging weer terug naar de rest van de mannen. Ik verdeelde de mannen in twee groepen. Eurylochus was de aanvoerder van de groep die het eiland zou verkennen. Wij bleven op hun wachten op het schip. De mannen van de groep van Eurylochus gingen naar het paleis van Kirke. Rond het paleis liepen wolven en leeuwen. Later bleek dat dit mensen waren. Toen ze in
het paleis waren, behalve Eurylochus dan want die vertrouwde het niet, kregen ze allemaal lekkere dingen te eten van Kirke. Alleen had ze wat door het eten gedaan, zodat mijn mannen in zwijnen veranderden. Dit zag Eurylochus en ging meteen terug naar het schip. Toen ik zijn verhaal hoorde ging ik naar het paleis. Onderweg trof ik Hermes, en hij gaf me een zwarte wortel, die mij beschermde tegen de toverkunsten van Kirke. Ik moest van Hermes mijn zwaard trekken alsof ik haar wilde verslaan. Ik ging het paleis binnen, dronk wat en moest naar de varkensstal, en toen deed ik wat ik van Hermes moest doen. Ik had haar toverkracht verbroken en ze toverde ‘mijn zwijnen’ weer om naar mijn mannen. Kirke bood aan om hier nog een poosje te blijven en dat deden we ook. Hoofdstuk 1.8: de onderwereld Hallo Penelope, Toen we het eiland van Kirke wouden verlaten, zei ze tegen ons dat we naar de onderwereld moesten om de blinde ziener Tiresias te vragen over de toekomst. Ik en mijn mannen houden niet echt van de onderwereld, maar ja. We gingen toch maar met ons schip naar het bos van Persephone, want daar bevindt zich de ingang van de onderwereld. Toen we bij de onderwereld waren, brachten we dodenoffers. Zo kwamen de zielen van de overledenen omhoog. Ik verdrong veel zielen, omdat zij niet van het bloed moesten drinken, anders was er niks meer over voor de Tiresias. Toen kwam eindelijk de ziel van hem, en liet hem drinken van het bloed. Tiresias zei dat ze alleen een voorspoedige thuisreis krijgen als ze de koeien van Helios niet aanraken. Ik bedankte Tiresias, en hij verdween weer. Grieks cultuurschrift
Odysseus’ dagboek (vervolg) Daarna zag ik mijn moeder en nog een aantal mensen uit de Trojaanse oorlog nog. Maar ik wilde niet al te lang blijven, omdat ik het best wel eng vond, daarom gingen we met het schip al snel weer verder. Hoofdstuk1.9: de Sirenen Hallo Penelope, Nadat we de onderwereld hadden bezocht, gingen we even terug naar Kirke. Ze waarschuwde ons voor een aantal gevaren en daarna maakten wij ons op voor de terugtocht. Onderweg dacht ik dat we bijna bij het eiland van de Sirenen waren, daarom deed ik was in de oren van mijn mannen. Ik liet me op de mast vastbinden. En jah..Kirke had gelijk: het gezang van de Sirenen was betoverend. Ik beval mijn mannen om me los te maken, maar dat deden ze niet. Ze maakten me pas los toen we al ver voorbij het eiland waren. Hoofdstuk 1.10: Skylla en Charbais Hay Penelope, Toen we al een eind voorbij het eiland waren hoorden wij de Charybais. Dat is een vreselijke draaikolk waarin iedereen verzwelgt. Aan de overzijde dreigde Scylla, een zeemonster met zes hoofden en twaalf voeten. Helaas verbrijzelde hij mijn zes beste mannen!!! Gelukkig ben ik en de rest er wel veilig doorgekomen.
Hoofdstuk 1.11: De runderen van Helios Hey Penelope, Nu ik dit schrijf ben ik echt heel verdrietig, ik vertel waarom: Eindelijk zagen we weer land. Dat was deze keer het eiland Trinakria. Op dat eiland zijn de runderen van Helios, de zonnegod. Toen we langs het eiland vaarden, zei ik tegen mijn mannen dat ze absoluut niet het eiland moesten betreden. Dat vonden ze niet leuk, want ze wouden graag een paar runderen slachten. Ze mochten van mij niet op het eiland komen, omdat Kirke me dat had geadviseerd. Maar toen het eten en de drank opraakte, hadden we honger. Daarom slachtte we toch een paar stieren van de zonnegod. Daardoor werd Zeus heel erg boos want hij zei tegen ons dat hij ons schip zou verpletteren. We hadden net het eiland verlaten toen het hevig begon te onweren en te bliksemflitsen. Al mijn mannen verdronken door deze storm, alleen ik wist me vast te klampen aan een stuk hout, en dat heeft me mijn leven gered. Hoofdsuk 1.12: De godin Kalypso Aloha Penelope, Ik kwam aan op het eiland van Kalypso. Maat omdat ik geen schip had, kon ik niet weg, en als het kon liet Kalypso dat niet toe. Totdat Hermes kwam om tegen
Kalypso te zeggen dat ze mij moest laten gaan. Dus kon ik na een schip te hebben gemaakt eindelijk het eiland verlaten. Hoofdstuk 1.13: Nausikaä en de Faiaken Hallo Penelope, Toen ik vlakbij de Faiaken was, werd het opeens donker om mij heen. Poseidon stuurde een storm op mij af. En weer dreef ik op een stuk hout door de zee, maar deze keer beschermde Demodoces mij. Ik speelde aan op het eiland Scheria, helemaal naakt en verweerd. De volgende dag kwam Nausikaä, Die in een droom van Athena was verteld dat ze naar de oever moest. Ik hoorde het dansen, gezang en gelach en ik ging helemaal naakt naar hen toe. De andere meisjes vluchten omdat ik geen kleren aan had. Maar Nausikaä gelukkig niet, ze luisterde naar me. Ik vroeg haar om kleren en eten, en dat kreeg ik van haar. Daarna volgde ik haar naar het paleis van Alcinoüs. Athena gekleed als Faiaken-meisje gaf mij als
raad met de vrouw van Alcinoüs, Arette, te praten. Ze liet me onzichtbaar naar de koning en koningin leiden en daar smeekte ik Arette mij te helpen. De goede Alcinoüs reikte mijn hand en zei dat ik deel mocht nemen aan het feestelijke maal. Alcinoüs vroeg me: wie ik was en ik antwoordde; Odysseus. Alcinoüs had veel over mij gehoord en vroeg zich af of ik mijn avonturen aan hem wou vertellen. En dat deed ik. Toen ik al mijn verhalen had verteld werd ik overladen met cadeaus en Alcinoüs zou me naar huis brengen. Maar eerst een feestmaal! Na afscheid hebben genomen van Alcinoüs en Nausikaä brachten de Faiaken me naar Ithaka. Ik was in slaap gevallen , dus droegen ze me op het vaste land en vertrokken. Hoofdstuk 1.14: Odysseus thuiskomst Hallo Penelope, De dagen na mijn aankomst op Ithaka gingen snel. Ik had geen tijd meer om over elke gebeurtenis te schrijven, daarom vertel ik puntsgewijs mijn belevenissen op Ithaka: · Ik werd wakker en wou naar het paleis. Maar Athene raadde me aan om naar Eumaeüs te gaan. · Ik mocht niet worden herkent, omdat de vrijers me anders zouden doden. · Athene veranderde mij in een oude bedelaar, en zo ging ik naar Eumaeüs · Hij herkende me niet van vroeger, en ik mocht bij hem blijven · Telemachos kwam een paar dagen later bij Eumaeüs. Hij herkende me ook niet, maar toen Athene me veranderde in mijn gewone gedaante herkende hij mij wel. · Ik maakte met mijn zoon plannen om de vrijers uit mijn paleis te jagen. · Maar ging eerst als bedelaar in het paleis kijken. Later vocht ik nog met Iros. · De vrijers werden ongeduldig, en ze vonden dat Penelope nu met iemand moest trouwen. Wie de boog van mij kon spannen en door de 12 bijlen heen kon schieten, trouwde met haar. · Ik deed ook mee, en het lukte mij!! Daarna vermoorde ik samen met mijn zoon en twee mannen die mij trouw waren gebleven de vrijers. · Euryclea vertelde Penelope dat ik weer thuis was. · Penelope was blij dat de vrijers niet meert in het paleis waren. Maar het leukste vond ze dat ik er was. · De volgende dag ging ik naar mijn vader. Eerst was hij nog niet overtuigd dat ik het echt was, maar toen ik het mijn litteken liet zien en vertelde over de bomen die mijn vader me vroeger had geschonken was hij overtuigd. Odysseus overleed toen hij een hoge leeftijd had bereikt.
Grieks cultuurschrift Het geslacht der Tantaliden
Zeus
Tantalus ? (onbekend) Pelops Hipodamia Niobe Amphion Atreus ? Thyedes ? (onbekend) (Zij hebben vele kinderen: o.a: Damasichton en Tantalus) Agamemnon Klutaimnestra Aegisthus
Ifigenia Electra Orestes Chrysothemis Plisthenes Grieks cultuurschrift
Agamemnon en familie
In dit hoofdstuk probeer ik antwoord te geven op de hoofdvraag: Hoe liep het af met de broers, schoonzus en kinderen van Agamemnon? Dit zijn mijn deelvragen: Deelvraag 1: Wie waren de broers, schoonzus en kinderen van Agamemnon? Deelvraag 2: Hoe liep het af met de broers van Agamemnon? Deelvraag 3: Hoe liep het af met Agamemnon´s schoonzus? Deelvraag 4: Hoe liep het af met de kinderen van Agamemnon? Deelvraag 1: Wie waren de broers, kinderen en schoonzus van Agamemnon? De broers van Agamemnon zijn: Plisthenes, Menelaos en Strophius
De schoonzus van Agamemnon is: Helena
De kinderen van Agamemnon zijn: Ifigenia, Chrysothemis, Orestes en Electra. Deelvraag 2: Hoe liep het af met de broers? Plisthenes
Hij werd opgevoed door Thyestes, en niet door zijn echte vader. Toen Plisthenes volwassen was, ging hij naar Mycene om zijn ´oom´te vermoorden. Alleen was dat zijn oom niet maar zijn vader. Hij werd gevangen genomen, en hij werd door Atreus, zijn vader, vermoord. Menelaos: Hij was de konig van Sparta. Doordat zijn vrouw over werd gehaald door Paris om mee naar Troje te vluchten, begon Menelaos een vreselijke strijd tegen de Trojanen. Of te wel: de Troajaanse oorlog
En toen Telemachus onderzoek deed naar zijn vader kwam hij ook terecht bij Menelaos en Helena (die waren toen alweer bijelkaar). Menelaos ergerde zich aan het gedrag van de vrijers in het paleis. Hoe had Telemachus ook nog wat tevertellen, wat de zeegod Proteus tegen hem gezegd had: Odysseus moet op een eenzaam eiland blijven omdat de nimf calypso hem daar vasthoudt. Strophius: Hij was de koning van Phokus. Ik had niet veel informatie over Strophius gevonden, maar ik weet wel dat hij een bode stuurde maar Klutaimnestra, om haar te vertellen dat Orestes dood was. Deelvraag 3: Hoe liep het af met Agamemnon´s schoonzus? Zij is de dochter van Zeus en Leda. En ze is de schoonste vrouw ter wereld. Helena is de vrouw van Menelaos. Door haar kwam de Trojaanse oorlog (zie ook Menelaos). Deelvraag 4: Hoe liep het af met de kinderen van Agamemnon? Zo liep het af met Ifigenia: Is een priesteres die op haar pad haar broer Orestes tegenkomt. Zij zorgt er voor o.a. voor dat Orestes kan worden vrijgelaten. Zo liep het af met Chrysothemis: Zij vertelde aan Electra dat Orestes doodt was. Electra vroeg aan haar of ze me wou helpen om te wreken op de man die hun vader heeft vermoord: Aegisthus. Maar daarmee stemde Chrysothemis niet in, maar dat verbaasde Electra niet. Electra zei tegen haar: ga heen! En Chrysothemis ging weg. Zo liep het af met Orestes: Hij doodde zijn eigen moeder en Aegisthus, de man waarmee zijn moeder een relatie had. Onmiddellijk nadat hij hen had vermoord, voelde hij hem in zijn macht bij de Erinyen, dat zijn de wraakgodinnen. Hij vluchtte voor de wraakgodinnen, maar ze kwamen hem achter na. In de heilige tempel van Apollo was hij veilig, omdat hij de opdracht gaf om zijn moeder en haar man te doden. Maar omdat Orestes hier niet voor altijd kon blijven, moest hij van Apollo naar de stad Athene. Daar moest hij van hem heen omdat ze daar een eerlijk en rechtvaardig oordeel over hem zouden geven. Daarom ging Orestes weer snel weg, naar Athene. Daar werd hij beschermd door de godin Athene. Nu volgde de dag van het oordeel: er werden steentjes onder de rechters verdeeld: de zwarten zijn voor `schuldig´ en de witten voor `onschuldig´. Uit de telling van de aantal zwarte en witte steentjes bleek dat de stand gelijkwas, en in dat geval moest de godin die de vergadering voorzat het oordeel geven. Die godin was Athene, en die sprak Orestes vrij. Zo liep het af met Electra: Zij hielp met het doden van haar moeder en haar man. Dat deed ze omdat haar moeder en haar man Electra´s vader had vermoord. Ik weet niet hoe Electra aan haar einde is gekomen.

REACTIES

L.

L.

Een aantal dingen zijn storend:zoals het consequent gebruiken van: Ze wouden, i.p.v. ze wilden.In hoofdstuk 1.13:Toen ik had vertelt, moet zijn verteld. In hoofdstuk 1.14: Ik mocht niet worden herkent, moet worden: herkend. Daarna vermoorde ik, moet zijn : vermoordde ik
verder is dit een mooi bruikbaar verhaal voor het onderwijs aan mijn kinderen van groep 7/8 van de basisschool.

17 jaar geleden

?.

?.

Ja, de Romeinen waren waarschijnlijk erg verbaasd!
(midden hoofdstuk 1.1)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.