Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Politiek en ruimte (Examenonderwerp 2003)

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1282 woorden
  • 8 april 2003
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
- schaalvergroting: de wereld is een samenhangend geheel geworden door oa politieke samenwerking, de media en export en import. - Europese integratie: landen gaan samenwerken onder 1 bestuur, bv. De douane unie, monetaire unie, EU. - Mainports : knooppunt internationale vervoersnetwerken, bv. Schiphol, haven R’dam. - Import: wat Nederland vanuit het buitenland haalt om in onze behoeftes te voldoen. - Export: wat het buitenland uit Nederland haalt om in hun behoeftes te voorzien. - Handelsbalans: balans van de in en uitgaven van 1 land in 1 jaar - er zijn 3 soorten samenwerkingsorganisaties binnen Nederland. 1. defensieve organisaties; gaat om handhaving van vrede en veiligheid (militaire acties) 2. economische organisaties; wil duidelijke onderlinge afspraken om de handel en ec. Van alle lidstaten te bevorderen. 3. politieke organisaties; proberen een nauwere band tussen de lidstaten tot stand te brengen. - raad van Europa: in ’49 opgericht. Een intergouvermenteel overlegorgaan van zelfstandige staten, gericht op Europa als democratische eenheid. - VN: functioneert hetzelfde op internationaal niveau. - OESOE: organisatie van Europese samenwerking en ontwikkeling. - In ’55 begonnen besprekingen over oprichting van de Europese economische gemeenschap. (EEG) - In ’51 werd de EGKS opgericht: Eur. Gemeenschap voor kolen en staal - In ’58 werd de Euratom opgericht: Eur. Gemeenschap voor atoomenergie. - De laatste twee zijn samengevoegd tot de EG, de Europese gemeenschap. - De EG werd in ’91 omgevormd tot de EU, die bestaat uit een Eur. Politieke Unie, en een EMU. - Samenwerking tussen landen. Daarbij gaat het om een intergouvernementeel overleg waarbij elke staat zijn gehele souveraniteit behoudt. - Integratie gaat verder dan samenwerking. - Verschillende opvattingen van landen tov de EU; 1. atlantisch model: stevige banden tussen de EU en de Noord-Amerikaanse staten. 2. Rijnlands model: gericht op het hart van de EU. - Verdrag van Schengen: ’85. Tussen Duitsland, Frankrijk, Benelux. Verdrag voor afschaffing van de grenscontroles. - Verdrag van Maastricht: ’91. Een aantal landen hebben een paar paragrafen getekend over bijvoorbeeld soc. Zekerheid en hebben daardoor een uitzonderingspositie. - inactiviteit: een groot deel van de beroepsbevolking van bv. Nl werkt niet. - De economische positie van een land wordt gemeten mbv het BNP per hoofd van de bevolking, ook wel B bin. P - Meer criteria om te bepalen of een land een gunstige ec. positie heeft: 1. verdeling van de beroepsbevolking over de verschillende categorieën bestaansmiddelen. 2. de bruto toegevoegde waarde die punt 1 levert aan de NL economie. 3. het % werkelozen van de totale beroepsbevolking
4. het aandeel van de intra-EU-invoer tov de totale invoer en de intra-EU-uitvoer van een land - agrosector: categorie van agrarische bestaansmiddelen, bestaande uit akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw. - Regionale specialisatie: het verbouwen van producten in het gebied binnen de EU waar dat fysisch mogelijk is en ec. het goedkoopst kan. - In ’58 werd het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) opgesteld. Het bestaat uit een structuur- en een markt/prijsbeleid. - Structuurbeleid: vooral gericht op afzonderlijke verbetering van de landbouwstructuur, verhogingen van de kwaliteit van de producten, en dergelijke antwoorden van efficiënte productiewijzen, bv. Mechanisatie, ruilverkaveling, automatisering. - Markt- en prijsbeleid; vooraf wordt een richtprijs vastgesteld voor landbouwproducten. Er is een garantieprijs voor deze producten, als de prijzen er onder komen betaald de EU de rest. - WTO: world trade organisation - Globalisering: de ruimtelijke samenhang tussen bedrijven en instellingen die over de wereld verspreid zijn; waarbij landsgrenzen zijn weggevaagd. - Trans Europese netwerken; bv. Internationale computernetwerken, snel- en spoorwegen. - Twee mainports in NL; Schiphol en de haven van R’dam. - regionale differentiatie: soc. Ec. pol. Of cul. Verschillen tussen bepaalde deelgebieden of landen. - Regionale ongelijkheid: onrechtvaardige soc-ec. verschillen tussen bepaalde deelgebieden of landen. - NUTS: statistische verdeling van EU-lidstaten in deelgebieden namelijk landsdelen, provincies en COROP-gebieden. - COROP: coördinatie commissie Regionaal onderzoeksprogramma. - BRP: Bruto regionaal product per inwoner: alles wat de inwoners van een land verdienen : het aantal inwoners van het land. - Structuurfondsen: fin. Ondersteuning aan gebieden of sectoren binnen de EU met een ontwikkelingsachterstand. Er zijn er 3: EFRO, ESF, EOGFL. 1. EFRO: het Europese fonds voor Regionale Ontwikkeling

2. ESF: Europees Sociaal Fonds. 3. EOGFL: het Europees Oriëntatie- en Garantie fonds voor de Landbouw. - er zijn bepaalde doelstelling regio’s waar geld naar toe gaat; - doelstelling 1 regio’s: waar het BNP 25% lager ligt dan het gemiddelde van de EU. - Doelstelling 2 regio’s: gebieden waar het scheppen van werkgelegenheid en verbetering van het milieu voorop staan. - Doelstelling 5b regio’s: gebieden waar het accent ligt op scheppen van niet-agrarische werkgelegenheid. - internationalisering: de verspreiding van en samenwerking tussen bedrijven en instellingen in verschillende landen. - Joint ventures: afspraken tussen bedrijven en instellingen in verschillende landen om samen aan een project (bv. De ontwikkeling van een bepaald product) te werken. - Globalisering: de ruimtelijke samenhang tussen bedrijven en instellingen die over de wereld verspreid zijn, waarbij landsgrenzen zijn vervaagd. - Internationalisering en globalisering worden mogelijk gemaakt door 3 aspecten: 1. technologische ontwikkelingen
2. de rol van multinationale ondernemingen
3. de rol van de overheid. - triadisering: proces waarbij steeds meer ec. en pol. Relaties ontstaan tussen drie machtsblokken in de wereld: EU, Noord-Amerika (NAFTA), en Japan. - De drie regio’s heten de Triade. - Het proces van tiadisering wordt door het volgende beïnvloed; 1. toename van kapitaalintensieve productieprocessen. 2. snelle technologische ontwikkelingen
3. koopkracht en homogeniteit binnen de Triade
4. het protectionisme van de 3 kernregio’s. - for Europa: term die aangeeft dat de EU haar gemeenschappelijke buitengrenzen afsluit voor niet_EU lidstaten. - Verdrag van Rome: verdrag tot oprichting van de EEG, 1957. Dit is gesloten om; 1. de harmonische ontwikkeling van de wereldhandel te bevorderen
2. de geleidelijke afschaffing van de beperkingen in het internationale handelsverkeer
3. een verlaging van de tariefmuren. - protectionistische maatregelen; 1. tariefmuren (invoerrechten ed) 2. contingentering (quotum) 3. technische handelsbelemmeringen (kwaliteitseisen) 4. grensbelemmeringen (inspectie, invoervergunningen enz.) - handelsovereenkomsten zijn vaak ontstaan vanwege de geografische nabijheid van landen, bijvoorbeeld de EFTA, of door relaties met voormalige koloniën, bv. De ACP-landen of door gelijkwaardige ec. ontwikkelingen, bv de NAFTA. - Europese ec. ruimte: EER: samenwerkingsverband tussen lidstaten van de EU, en andere Europese landen (in het verleden voornamelijk de EVA). Gericht op vrij verkeer van goederen, diensten en personen. betrekkingen Midden- Oost Europa - PHARE-programma: biedt steun bij de herstructuering/privatisering van bedrijven en zorgt voor promotie van kleine/middelgrote bedrijven. - Associatieakkoorden (europa akkoorden): overeenkomst tussen de EU en een potentiële nieuwe lidstaat, waarbij handelsbelemmeringen van de EU geleidelijk aan worden opgeheven en financiële steun wordt verstrekt bij ec. hervormingen. - TACIS-programma: zorgt voor technische ondersteuning van nieuwe ontwikkelingen in gebieden van de voormalige SU. Betrekkingen NAFTA, Japan, Aziatische tijgers - MFN-clausule: most favoured nation-clausule. Afspraak dat elk handelsvoordeel dat twee lidstaten van de GATT aan elkaar toekennen automatisch wordt toegekend aan alle lidstaten. Betrekkingen ACP-landen - gaat om 69 landen uit Afrikaans en Caribisch gebied en de Stille Oceaan (Pacific) - Vierde Lomé-conferentie:’89. overeenkomst over handel, hulp en samenwerking tussen de EU en de ACP landen. Volgende voorkeuren zijn er in vastgelegd: 1. vrije toegang van industriële producten van de ACP landen tot de EU markt. (muv textiel en kleding, quota voor landbouwproducten) 2. EU subsidies. Voor oa onderwijs, industriële ontwikkeling, projecten voor vrouwenemancipatie ed. 3. financeringsfaciliteiten. Ontwikkelingssysteem die is vastgelegd om de inkomsten uit export van mijnbouwproducten te stabiliseren (SYSMIN systeem) betrekkingen landen rond de Middellandse Zee - associatie of samenwerkingsovereenkomsten met een aantal landen. - Turkije, Malta Cyprus à duane unie: samenwerking tussen twee of meer landen waarbij onderling geen invoer/uitvoer rechten meer betaald hoeft te worden. - Handelsakkoorden zonder wederkerigheid met: Maghreb landen (algerije, Tunisië, Marokko) en Machrak landen (Egypte, Jordanië, Libanon, Syrië.) Betrekkingen GSP landen - onder andere landen uit Zuid Oost Azië en de Arabische wereld. - GSP regeling: General System Of Preferences: door de EU toegekende handelsvoordelen (lagere importtarieven ed) aan ontwikkelingslanden. - Voor goeden van de EU daarheen geldt de MFN regeling.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.