Gechiedenis

De nieuwe Geschiedenis

Rond 1500 veranderde er veel voor de gewone mens. Door de contacten met de Arabieren kwamen wij in contact met de oude kennis v.d. Grieken en Romeinen.
Er ontstond:
• Een nieuw mensbeeld
• Een nieuw wereldbeeld
Een nieuw mensbeeld
In de periode vlak naar de middeleeuwen bewondert men de Oude Grieken en Romeinen. Deze periode noemen we de Renaissance- wedergeboorte v.d. cultuur v.d. Oude Grieken en Romeinen. In de Middeleeuwen zagen mensen ’t leven op aarde als voorbereiding op ’t leven na de dood. (momento mori = denk eraan eens zul je sterven) In de Renaissance gaat men genieten v.h. leven (Carpediem = pluk de dag) Dit zag je in de kunst, in de architectuur enz. Bijv. Leonardo da Vinci homo(mens) univerzalis (universeel) Michelangelo
Een nieuw wereldbeeld

Door de contacten met de Arabieren krijgen mensen in West-Europa een nieuw wereldbeeld. De wereld blijkt geen platte schijf te zijn maar een bol. Bovendien kwamen we in contact met nieuwe producten en gaat men op zoek naar kortere en veiligere handelsroutes
 ontdekkingsreizen
Boeren verdeelden het land in 3 stukken. Op één veld zaaiden de boeren graan in het voorjaar. Op een tweede veld zaaiden zij graan of groenten in het najaar, het derde veld lag braak. Hier graasde het vee, zodat de grond door de mest weer vruchtbaar kon worden. Daarvoor werkten boeren volgens het tweeslagstelsel: de helft bebouwd en de helft lag braak.

Ontginnen  het voor landbouw bruikbaar maken van bossen en moerassen
Halsjunk  een trektuig rond de hals van een trekdier, waardoor het ploegen beter ging
Drieslagstelsel  een landbouw methode die in de 10de eeuw voor het eerst werd toegepast in plaats van het tweeslagstelsel
Geldeconomie  een samenleving waarin mensen elkaar met geld betalen
Handelssteden  steden waarin het inkopen en weer doorverkopen van producten het belangrijkste middel van bestaan is (Venetië, Genua)
Hanze  samenwerking van handelssteden in Noordwest-Europa in de tweede helft van de Middeleeuwen
Stadsrechten  het recht van de inwoners om hun stad zelf te besturen en zelf recht te spreken
Gilde  een vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen
Stadshuis  gebouw waar de bestuurders van de stad bij elkaar kwamen om wetten te maken en recht te spreken

Kathedraal  een bisschopskerk
Burgerij  in de Middeleeuwen de groep (of stand) rijke burgers in de steden
Schepenen  mensen uit de rijke burgerij die onder leiding van de schout zorgden voor de rechtspraak
Schout  voorzitter van de rechtbank, die benoemd werd door de heer van het gebied
Stadsraad  een raad van rijke burgers die nieuwe wetten moest goedkeuren en meestal gekozen werden door de leden van het koopliedengilde
Renaissance  wedergeboorte. Overgangsperiode in de vijftiende en zestiende eeuw tussen de middeleeuwen en de Vroegmoderne tijd
Mensbeeld  ideeën die mensen hebben over de mens
Wereldbeeld  ideeën die mensen hebben over de wereld
Ontdekkingsreizigers  mensen die op zoek gaan naar gebieden die voor hen onbekend zijn

Specerijen  kruiden, zoals kruidnagels, peper en nootmuskaat, die gebruikt worden om smaak aan het voedsel te geven
Indianen  de oorspronkelijke bewoners van Amerika
Koloniën  onderworpen gebied in een overzees werelddeel
Plantages  grote landbouwbedrijven waar gewassen worden verbouwd.

Christoffel Columbus (1492)

Vasco da Gama (1498)
Ferdinand Magelhaes (1521)
Marco Polo (1254-1324)
Hendrik de Zeevaarder (1415)
Ibn Battuta (1304-1378)
Noormannen (900-1000