Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Integratiebeleid

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2676 woorden
  • 27 februari 2005
  • 45 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
45 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het integratiebeleid 1. De geschiedenis In Nederland zijn veel verschillende soorten kleding, muziek, eten en geloven. Dit komt doordat er niet westerse allochtonen in Nederland zijn komen wonen. Zij hebben een andere cultuur dan de Nederlandse. Soms zorgt dit voor botsingen. Hier een stukje over hoe dit allemaal is ontstaan. Na de tweede wereld oorlog was Nederland bezig met de wederopbouw. In de jaren 60 ging het weer stukken beter met Nederland en ook met de economie. De metaal- en textielsector groeiden zelfs zo hard dat er een tekort was aan werkkrachten. Daarom sloot Nederland verdragen met het buitenland. Zo konden ook buitenlanders tijdelijk in Nederland werken. Die buitenlanders waren mensen uit niet westerse landen, ze werden gastarbeiders genoemd. Het waren alleen mannen die kwamen werken. Zij moesten hun kinderen en vrouw(en) in het land van herkomst achterlaten. De gastarbeiders beheersten de Nederlandse taal niet, wisten niets van de cultuur en normen en waarden. Dat kwam omdat de Nederlandse regering weinig mogelijkheden aanbood om het te leren, ze dachten toch dat ze na enige tijd weer zouden vertrekken naar het land van herkomst. Doordat er in de landen van herkomst nog steeds niets verbeterde kwamen de kinderen en vrouwen van de gastarbeiders ook in Nederland wonen. Zij kwamen voornamelijk uit Marokko en Turkije. Door de gezinshereniging nam de immigratie naar Nederland sterk toe. Er werd verwacht dat de allochtonen zich moesten integreren (= letterlijk iets tot een geheel maken), maar de regering wilde dat deze allochtonen zo veel mogelijk hun eigen cultuur hielden en niet overgingen op de Nederlandse cultuur. Zo zou het makkelijker zijn om weer terug te gaan naar het land van herkomst. In de jaren 80 beseften de Nederlanders dat de allochtonen niet meer naar het land van herkomst terugkeerden (sommigen wonen er dan al 15 jaar). Dit kwam vooral omdat ze inzagen dat het beeld van de toekomst er niet al te best uitzag. Met de economie ging het namelijk erg slecht. Daarom stelde Nederland strengere regels op zodat het moeilijker werd om naar Nederland te komen en in Nederland te wonen. En zelfs het beleid om in de eigen bevolkingsgroep te integreren werd teruggedraaid. De nieuwkomers moesten nu een inburgeringcursus volgen. Maar toch houden de immigranten zich in de jaren 90 nog steeds vast aan hun cultuur en gewoontes. Ze zijn dus ondanks de inburgeringcursus niet echt ingeburgerd. Langzamerhand komt de kennismaking met de allochtonen cultuur en de autochtonen cultuur. Nederlanders gaan bijvoorbeeld in een Turks restaurant eten of andersom. Zo ontdekken ze welke tafelmanieren ze hebben, wat ze zoal eten enz. Ook in de mode zijn veel Arabische aspecten te herkennen. Een paar jaar geleden was het in om een hoofddoek om je heup te knopen. En dit jaar was bijvoorbeeld de puntschoen helemaal in. Nederland wordt nu steeds meer een land met verschillende culturen (multiculturele samenleving). Dat is sterk te merken aan het beeld op straat. Je ziet er veel verschillende soorten mensen lopen (Surinaams, Marokkaans, Turks) en jongeren spreken straattaal. Dat is een taal op basis van Nederlands maar met heel veel buitenlandse woorden erin. Deze taal wordt met name in grote steden gesproken. Op de tv zijn ook steeds meer Arabische programma's te zien. Soms zelfs met Arabische ondertiteling. Ook in de muziek zijn er grote Arabische sterren zoals Ali B, Raymzter en Cheb Khaled. Aankomst 1e Spaanse gastarbeiders Toen de gastarbeiders naar Nederland kwamen, namen zij ook hun gewoonten, cultuur en religie mee. In 1974 werd de eerste Nederlandse moskee in Almelo gebouwd. Gastarbeiders nemen ook hun cultuur, religie en gebruiken mee naar Nederland

De eerste gastarbeiders in Nederland leefden onder erbarmelijke omstandigheden in particuliere pensions. Aankomst gastarbeiders Marokkaanse vrouw volgt een technische opleiding om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. 2. Waarom is er een integratiebeleid? Op dit moment zijn er in Nederland veel etnische minderheden. Dat komt door de immigratie en doordat de al in Nederland wonende allochtonen hun kinderen hier laten opgroeien. Die minderheden zijn ongeveer 10 % van de totale Nederlandse bevolking, dus circa 1,6 miljoen. In de steden is het aantal etnische minderheden veel groter in verhouding met het platteland of dorp. Zo'n 30 % van de stedelijke bevolking (onder jongeren 50 %) behoort namelijk tot deze groep. De eerste generatie van de minderheden van Turkse en Marokkaanse herkomst die in Nederland zijn komen wonen, moesten hun eigen cultuur zo veel mogelijk behouden. Daardoor beheersten zij de Nederlandse taal niet goed en hebben weinig of geen onderwijs gevolgd. Ze hadden ook weinig of geen sociale contacten met de autochtone bevolking. Deze kenmerken van de eerste generatie hebben ook grote gevolgen gehad voor de tweede generatie. De kinderen hebben namelijk van huis uit niet Nederlands geleerd en lopen daarmee meteen achter op scholen. Daardoor halen ze niet het niveau waar ze eigenlijk op zouden moeten zitten. En doordat ze niet de taal, gewoonten, manieren enz beheersen touwen ze meestal met een Turkse of Marokkaanse huwelijkspartner uit het herkomstland (soms ook om die familie naar Nederland te laten komen). Lang niet alle minderheden passen in het beeld van de Turkse en Marokkaanse migranten en hun kinderen. Met hoger opgeleiden uit andere groepen en sommigen van de tweede generatie gaat het tegenwoordig stukken beter. De integratie van de Surinamers heeft bijvoorbeeld een goed beeld. De schoolprestaties en schoolloopbanen van leerlingen uit etnische minderheden zien er steeds beter uit. Ook de werkloosheid is afgenomen. Dus over het geheel genomen is de maatschappelijke positie van de minderheden de afgelopen tien jaar verbeterd. Alleen de sociaal-economische en culturele positie van de etnische minderheden roept in Nederland spanningen op. Een integratiebeleid is dus nodig omdat de integratie van etnische minderheden in de Nederlandse samenleving niet vanzelf tot stand komt. Het doel van het integratiebeleid is dus: Een samenleving te vormen waaraan ook mensen uit etnische minderheidsgroepen actief en volwaardig kunnen deelnemen. 3. Hoe verloopt nu het integratiebeleid? Integratie is wederzijds: zowel van de allochtonen als de autochtonen moeten acties ondernomen worden om samen een samenleving te vormen. Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie heeft een beleid gemaakt dat gebaseerd is op 3 punten: (de 3 T-s): Toerusting, Toenadering en Toegankelijkheid. Daarbij houdt toerusting in dat men vaardigeheden heeft die nodig zijn om een zelfstandig bestaan op te bouwen. Toenadering is dat je allebei open staat om elkaar te accepteren op basis van gemeenschappelijke waarden en normen. Toegankelijkheid wil zeggen dat de openbare instellingen van de samenleving (zoals scholen en cafe's zowel voor etnische minderheden als autochtonen open staan. De minister bepaald langs welke regels (beleid) deze drie T-s worden bereikt. De minister laat elk jaar onderzoek doen naar de vorderingen van het Integratiebeleid. Wordt er welk genoeg voortgang geboekt ? In het rapport van 2004 staat te lezen dat het op sommige punten goed gaat en op somminge minder goed. In het algemeen wordt gezegd dat het integratiebeleid van de jaren negentig niet meer goed bij de actuele maatschappelijke ontwikkelingen van deze tijd past, dus moeten er zaken veranderd worden. Met name de slechte kennis van de nederlandse taal en het niet hebben van werk zijn niet gunstig voor de integratie. Je kan ook zien dat er verschillen zijn tussen de vorderingen bij nieuwkomers en de oudkomers. Nieuwkomers zijn immigranten die sinds enkele jaren naar nederland komen. Oudkomers wonen veel langer in Nederland, soms wel 20 jaar. De vorderingen zijn vooral te merken bij de nieuwkomers. Nieuwkomers - wonen meer gespreid en integreren daarom makkelijker - spreken beter de Nederlandse taal - maken als ze een hogere opleiding hebben makkelijker contact en zijn socialer - voelen zich ook meer geaccepteerd door de Nederlanders
Maar... - in het basisonderwijs hebben de nieuwkomers toch vaak een grote achterstand op de autochtonen - door hun nog korte verblijf hebben ze vaak werkloosheid, omdat ze nog niet het inburgeringprogramma hebben afgerond, en ook nog geen uitkering krijgen - ze zijn vaker betrokken bij criminaliteit - de vrouwen lopen strek achter doordat ze niet genoeg actief zijn. Oudkomers - hebben slechts voor 60 % een inburgeringprogramma gevolgd - ze zijn vaak minder hoog opgeleid 4. Welke verbeteringen zijn er ? Voor het kabinet is dit aanleiding geweest het integratiebeleid te veranderen. In de brief ´Integratiebeleid Nieuwe Stijl´ zijn de uitgangspunten van het vernieuwde integratiebeleid voor het eerst opgesteld. In het kabinet zijn deze verder uitgewerkt naar de hoofdonderwerpen van het integratiebeleid: 1. inburgering, 2. onderwijs, 3. arbeid, 4. de leefsituatie in wijken en buurten, 5. de emancipatie van allochtone vrouwen, 6. kwesties rond religie, 7. discriminatie en

8. criminaliteit
Hieronder staan van enkele punten een verdere uitleg. 1. De inburgering van nieuwkomers en oudkomers. Dit project staat voor een aantal nieuwe taken: a. wijziging van de Wet Inburgering Nieuwkomers, b. verbetering/aanpassing van het inburgeringprogramma, c. ontwikkeling en invoering van een inburgeringtoets, d. combinatie van het inburgeringtraject (combinatie leren en werken), e. het leren van de Nederlandse taal in het herkomstland. 2. Het versterken van de integratie van jongeren via opvoeding, onderwijs en vrije tijdsactiviteiten. Het omvat aspecten als: opvoedingsondersteuning, voor- en vroegschoolse lesprogramma's, het versterken van de taalvaardigheid in het Nederlands van schoolkinderen, het verbeteren van de schoolprestaties van leerlingen, het tegen gaan van spijbelen en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, het versterken van de positie van het vmbo. 3. Het verbeteren van de positie van de minderheden op de arbeidsmarkt, door het maken van afspraken over instroom (bijvoorbeeld eerlijke verdeling bij aannames, of belonen van aannemen van allochtonen) en door het meer combinaties van scholing en werken. Het vergroten van de mogelijkheden voor 'eigen baas' onder de minderheden, onder meer door stimuleringspremies 'eigen winkels' in concentratiewijken van minderheden. 4. Het tegengaan van scheiding in woonwijken tussen minderheden en autochtonen en het verbeteren van de leefkwaliteit van de wijken met veel minderheden. 7. Het tegen gaan van discriminatie en racisme. Dit wordt bereikt door onder meer het de antidiscriminatiebureaus beter te laten werken en het opstellen van een Nationaal Actieplan tegen racisme. Dit laatste project heeft ook te maken met de internationale afspraken die Nederland heeft gemaakt over racismebestrijding. 8. Terugdringen van de in vergelijking met Nederlandse jongeren uitgebreide criminaliteit onder Marokkaanse en Antilliaanse jongeren. Hiervoor krijgen een aantal gemeenten subsidies voor het uitvoeren van projecten die zijn gericht op het voorkomen van criminaliteit onder jongeren uit de minderheden. Wat vinden de Nederlanders van het integratiebeleid? Ø Wat vind Geert Wilders van het intergratiebeleid zoals het op dit moment gehandhaafd wordt? Bij deze deelvraag neem ik de meningen van verschillende politieke partijen uit Nederland. Dit zijn de partijen: Groep Wilders, CDA en SP. Wat vindt Geert Wilders van het integratie beleid zoals het op dit moment gehandhaafd wordt?: Dit is een conclusie uit een interview dat hij gegeven heeft over het integratie beleid van Nederland en hoe hij het graag zou zien. De politicus Geert Wilders in een man een extreme mening als het gaat om moslims. Door de uitspraken heeft hij gedaan wordt hij nog ook erg bedreigd door verscheidene moslims. Hij wordt dat ook continu bewaakt en verblijft op verschillende schuiladressen. Geert Wilders maakte eerst deel uit van de VVD, hier is hij uitgestapt omdat ze het met verschillende moties die hij had ingediend niet eens waren, juist deze die hij zo belangrijk vindt. Deze gingen over een immigratiestop die hij wou doorvoeren via een noodtoestand, hierdoor zouden ze moskeeën kunnen sluiten en imams uitzetten. De VVD wil imams via de rechter aanpakken, dit heeft volgens Wilders weinig zin. ‘We zijn in Nederland veel te lang naïef geweest’, zegt Wilders,’te tolerant tegen over mensen die die tolerantie niet verdienen.’ Al jaren is bekend dat er radicale islamitische groepen in Nederland rond lopen. Het televisie programma Nova heeft geheime opnames gemaakt van imams die in moskeeën verschrikkelijkste dingen zeiden, deze hadden niets meer met normale religie te maken. Maar door een vals politieke correctheid, een persverse cultuurrelativisme en het Nederlandse streven naar consensus is er te weinig opgetreden. Dit vindt Wilders erg triest, maar de waarheid. Nederland heeft dit jaar haar tweede politieke moorden meegemaakt. Er zijn op dit moment twee politici – waaronder de heer Wilders zelf – ondergedoken na de moord op Van Gogh. Er worden moskeeën in brand gestoken. Het gaat echt niet goed met Nederland, hier hadden we eerder wat aan moeten doen, dit hadden we moeten voorkomen. De kritiek van de heer Wilders over de islam gaat ver. Hij verzet zich niet alleen tegen radicale islamitische groepen maar heeft schokkende uitspraken gedaan, waaronder “hoofddoekjes, ik lust ze rauw.” Deze bedoelde hij niet letterlijk. Maar vond net als het beleid in Frankrijk dat er een scheiding moet zijn tussen Kerk en de staat. Hij is dus ook tegen het dragen van hoofddoekjes in onder meer scholen, rechtbanken en politiecommissariaten. Volgens de heer Wilders heeft Nederland grote problemen met de intergratie van minderheden. In de feiten staat vast dat de niet-westerse immigranten alle verkeerde lijsten aanvoeren: van criminaliteit via huiselijke geweld tot afhankelijkheid van uitkeringen. Overal staan ze bovenaan. Daarbij heeft hij het nog niet over de excessen van het terrorisme. We zijn veel te soft geweest. Toen bekend werd wat er allemaal in moskeeën gezegd werd zei de Amsterdamse burgemeester Job Cohen dat hij met het bestuur van die moskee ‘een kopje thee zou drinken.’ Een tijd geleden zei premier Balkenende en een speech: “We moeten elkaars handen vasthouden en het land bij elkaar houden.” Dit slaat volgens Wilders alles, dit is volgens hem alleen maar mooi gepraat. Hier zitten de mensen niet op te wachtten:” We moeten de extremisten keihard aanpakken en daarna, daarna, gaan praten met de grote meerderheid van de moslims in dit land die gematigd zijn. Ik dat ook die gematigde moslims daarvan zullen profiteren als de mensen weten waar het onderscheid ligt tussen Radicale en niet-radicale moslims.” Conclusies Conclusie hoofdstuk 1: De geschiedenis van het integratiebeleid Integratie is dus ontstaan doordat de eerste generatie gastarbeiders hun eigen cultuur moesten behouden. De overheid dacht namelijk dat ze hier tijdelijk kwamen werken, het was dan dus makkelijker om weer terug te keren naar het land van herkomst. Mening: Ik ben het ermee eens dat ze zich niet hoefden aan te passen aan onze cultuur, Het zou toch maar tijdelijk zijn. Conclusie hoofdstuk 2: waarom is er een integratiebeleid? De generaties na de eerste generatie behielden ook hun eigen cultuur maar dat was eigenlijk niet de bedoeling, want zo zouden er altijd twee groepen in Nederland blijven namelijk: de allochtonen en de autochtonen. De overheid heeft toen een integratiebeleid opgesteld zodat de allochtonen en autochtonen meer contact met elkaar krijgen en samen één worden. Onder het integratiebeleid valt ook de inburgeringcursus. Als allochtonen deze cursus niet volgen is de kans groot dat ze geen werk in Nederland vinden. Een integratiebeleid is dus nodig omdat de integratie van etnische minderheden in de Nederlandse samenleving niet vanzelf tot stand komt. Het doel van het integratiebeleid is: een samenleving te vormen waaraan ook mensen uit etnische minderheidsgroepen actief en volwaardig kunnen deelnemen. Mening Ik vind het goed dat Nederland een integratiebeleid heeft opgesteld, anders zouden de allochtonen geen gelijkwaardig bestaan op kunnen bouwen net zoals de autochtonen. Ook voor de kinderen is dit van belang, want zij moeten direct omgaan met autochtone kinderen. Conclusie hoofdstuk 4: Welke verbeteringen zijn er? Er worden verbeteringen aangebracht in het inburgeringprogramma voor nieuw- en oudkomers. In het onderwijs wordt meer aandacht besteed aan het versterken van taalvaardigheid en het verbeteren van schoolprestaties. Op de arbeidsmarkt worden mensen gestimuleerd (soms met beloning) om allochtone inwoners aan het werk te helpen. Er wordt ook actie gevoerd tegen racisme en discriminatie tegen allochtonen. En gemeenten krijgen subsidies voor het uitvoeren van projecten die zijn gericht op het voorkomen van criminaliteit van jongeren uit de minderheden.
Mening: Ik vind het heel goed van de Nederlandse overheid dat ze zoveel verbeteringen aan willen brengen, omdat de allochtonen een duwtje in de rug nodig hebben. Het is heel moeilijk om in een ander land een nieuw bestaan op te bouwen. De verbeteringen zijn ook in voordeel van de autochtone bevolking. Bronnen We hebben alle informatie van verschillende sites gehaald. Deze sites hebben we gevonden bij zoekmachines zoals google/ ilse/ altavista: · www.CDA.nl · www.geertswilders.nl · www.kennis-centrum-islam.nl · www.integratie.net/kgs/show · http://www.adboverijssel.nl/nieuw/tekst/archief/foto_archief.html · http://atlasonline.fhj.nl/gr2a/geschiedenis.htm · www.justitie.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.