Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 (Massamedia)

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1852 woorden
  • 22 december 2004
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Maatschappijleer: Massamedia (SE B) 1 Communicatie 1.1 Wat is communicatie? *massamedia = krant, tijdschrift, radio, tv, internet - groot publiek *communicatie = proces waarbij zender een boodschap overbrengt aan ontvanger *medium = manier om indirect te communiceren, bv telefoon *feedback = directe reactie - zender en ontvanger allebei aanwezig ; face-to-face - zender en ontvanger communiceren dmv communicatiemiddel (telefoon,brief) - zender richt zich tot groot, betrekkelijk anoniem publiek (ontvanger) bv theater, radio *communicatiestoornis = informatie komt niet of onjuist over *verbale communicatie = gesproken taal *non-verbale communicatie = niet-gesproken taal (lichaamstaal bv) 1.2 Massacommunicatie *massacommunicatie = vorm van communicatie waarbij de zender met technische hulpmiddelen in staat is met zijn boodschap een groot publiek te bereiken. - technische hulpmiddelen ; media *kenmerken van massamedia : - de informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk - relatie tussen zender en ontvanger is onpersoonlijk - informatie is bedoeld voor een groot, heterogeen en anoniem publiek - communicatie verloopt vaak eenzijdig (directe feedback vaak onmogelijk) *de volgende media voldoen aan deze kenmerke: - gedrukte media : kranten en tijdschriften - audio-visuele media: radio en televisie
2 Functies van de massamedia Deze functies worden verdeeld in algemene- en politieke functies 2.1 Algemene functies 1 de nieuwsfunctie - in de krant, op radio en televisie - echte publiekstrekkers, hoge kijkcijfers - sportnieuws en programma’s met nieuwswaarde (trouwdag M&W) + mengfunctie: hier speelt amusementsfunctie ook een rol
2 de amusementsfunctie - soap, quiz, show, comedy - dienen als amusement - Idols uit VS, de zwakste schakel van BBC - eigen kaskrakers: Big Brother, de soundmixshow
3 de educatieve functie - TELEAC, Schooltelevisie, discovery, Animal Planet - als educatie kijker/luisteraar - quiz Twee voor twaalf is educatief, maar ook amusement
4 de opinierende functie - discussieprogramma Het Lagerhuis - proberen bij te dragen tot de meningvorming *mixen van functies: om kijkers vast te houden 2.2 Vijf politieke functies van de massamedia *hebben betrekking op de verhouding overheid-burgers
1 de informatieve functie - massamedia; info vd overheid zo snel mogelijk bij burger - belangrijke debatten op tv, dagbladen hebben vaste pagina’s voor politiek - wetten bekendmaken? Publicatie in staatsblad (+ massamedia) 2 de woordvoerders- of spreekbuisfunctie - het verwoorden van standpunten over zaken/problemen; van burgers => overheid
3 de commentaarfunctie - via massamedia wordt commentaar gegeven op politieke besluiten

4 de onderzoeksfunctie - journalisten zoeken naar verborgen feiten en gegevens
5 de controlerende functie - politici + hun beleid wordt voortdurend gecontroleerd - ook schandalen worden gepubliceerd - media kan ook gebruikt worden door politici om menings- en besluitvorming te beïnvloeden, info wordt ‘per ongeluk’ gelekt *net als de algemene functies, kunnen politieke functies met elkaar vermengd zijn 3 Invloed van de massamedia *Hoe wordt de maatschappij beïnvloed door de massamedia? 3.1 Visies *censuur = openlijke kritiek en vrijheid van meningsuiting wordt beperkt *invloed vd massamedia; 4 theorieën => 1 de injectienaaldtheorie - info bij publiek ‘ingespoten’ en wordt helemaal opgenomen - begrippen: geïndoctrineerd ; steeds weer dezelfde informatie
propagandamachine, manipulatie
2 de agendatheorie - benadrukken & herhalen van info, bepalen massamedia de publieke agenda - indirect invloed; bepalen niet mening, maar waar men over praat
3 de selectieve-perceptietheorie - perceptie = waarnemen - ‘vreemde’ info wordt door ontvanger snel vergeten als het niet in referentiekader past - referentiekader = patroon van kennis, ervaringen, wensen, vooroordelen e.d. die zich in je hoofd heeft vastgezet
4 de multi- of two-step-flow theorie - mensen sluiten zich aan bij mening v. mensen die ze betrouwbaar en terzake kundig achten => opinieleiders - vertegenwoordigers van waardigen ; kerkleiders - deskundigheid ; experts - strategische informatie ; columnisten - ook wel opinieleiders / aanhaaktheorie genoemd
3.2 Invloed van reclame op de consument *overal komen we reclame tegen; is volgens ondernemers effectief *trucjes: - bekende personen gebruiken - ‘wetenschappelijke’ termen (moeilijke klinkende woorden die indruk maken) - gebruik van termen uit andere talen - product koppelen aan bepaalde sfeer - inspelen op bepaalde gevoelens van de consument - muziek - gericht benaderen van doelgroepen - humor - de consument zelf aan het woord laten - herhaling 3.3 Waarden en normen *reclame; probeert (koop)gedrag van consument te beïnvloeden - ook onbedoelde gedragsbeïnvloeding (bv bij soaps) *waarden = opvattingen over goed en kwaad *normen = gedragsregels om de waarden te beschermen *gemeenschappen = Nederland, gezin, vriendenkring, school, sportvereniging *socialisatie = overdracht van waarden en normen *aanpassingsgedrag (deel socialisatie) begint vaak met imitatie - imiteert het gedrag door; kleding, woorden, uitdrukkingen etc - bv hiphop / heavy-metal - bronnen van socialisatie; MTV, Hitkrant, Break-Out 3.4 De invloed van televisiegeweld *agressief gedrag = bewust schade toebrengen aan anderen / zaken van anderen - fysiek / niet-fysiek (psychische druk) *-these = stelling, -hypothese = vooronderstelling *relatie tussen televisiekijken en agressief gedrag
1 Stimulatiethese - elementaire activatiehypothese = fysiologische activering
agressiestimulerende, emotionele opwinding bij kijken naar agressie op tv - twee-factorentheorie = fysiologische activatie en mogelijkheid tot agressie
geweldscénes stimuleren alleen als beide factoren aanwezig zijn - associatiethese = inhoud speelt een grote rol
stimulatie; aanleiding tot ~, verband filmgeweld en doelwit - desensitisatiethese = emotionele barriere verdwijnt
barriere verdwijnt die agressie verhindert, kan stimuleren of minder stimuleren - aanstekelijkheidthese = gedragsbesmetting
versterking interne agressie, agressie werkt aanstekelijk - observationele leertheorie = imitatie van (agressief) gedrag

gedrag dat bestraft wordt, imiteer je minder snel. 2 Reductiethese - catharsishypothese = door kijken naar geweld stoom afblazen - empathiehypothese = invoelingsvermogen
het lot van het slachtoffer ; smakeloos en zinloos - aandachtsverschuivingshypothese = geweldscénes leiden kijkers af van agressieve gevoelens
3 Geen-effectthese - geweld op tv heeft geen effect op de kijker
beleid: geweld beperken op tv
Commissariaat voor de Media; toezien op naleven v uitzendtijden programma’s met geweld 4 Welke media hebben de meeste invloed? 4.1 De krant *oudste massamedium - censuur was toen normaal - soms politieke berichtgeving, maar vaak over handel
Persvrijheid *1848 Nl grondwet aangepast; artikel 7 recht op persvrijheid - belangrijke voorwaarde democratie
Een groter publiek *redenen waarom de krant een massamedium werd: - dagbladzegel (soort belasting) werd afgeschaft - efficientere druktechnieken, en opnemen van reclame; prijzen dalen - verspreiding werd goedkoper en makkelijker; verbetering infrastructuur - politieke emancipatie in NL: vraag naar info over politieke/maatschappelijke ontwikkelingen
Pluriformiteit en verzuiling *in democratie kenmerkt de pers zich door pluriformiteit = veelvormigheid - veel opinies die mogen worden geuit, leidt tot verscheidenheid aan pers/dagbladen *ander kenmerk democratie = verzuiling - zuilen op basis van godsdienstige en levensbeschouwende uitgangspunten - tegenstelling arbeidersbeweging en rijke burgerij groeide door industrialisatie - zuilen: protestants-christelijke, katholieke, sociaal-democratische, liberaal-conservatieve *jaren ’60; ontzuiling , de zuilenmaatschappij is nog te ontdekken in verschillende publieke omroepen en onderwijs

Verschillende soorten dagbladen *Trouw: doelgroep protestants-christelijk Nederlands Dagblad: orthodox-protestantse doelgroep Telegraaf: zo groot mogelijke doelgroep *soorten dagbladen: - doelgroepgeorienteerd - algemene dagbladen - richtingkranten - kwaliteitskranten/kaderkranten en populaire kranten - regionale – en landelijke kranten - ochtend- en avondbladen (bv Parool, NRC handelsblad *regionale dagbladen; stads- en streeknieuws - berichten uit internationale persbureaus en gemeenschappelijke redacties - geen geld voor eigen net aan correspondenten - bv GPD = Gemeenschappelijke Persdienst *groot persbureau ANP = Algemeen Nederlands Persbureau - Agence France Press, Reuter, Associated Press *selectiecriteria: (welke berichten de krant publiceerd) - signatuur, uitzondelijkheid - nabijheid, actualiteit *inkomsten - vd krant; abonnementsgelden, losse verkoop, verkoop advertentieruimte *waar welke advertenties? - Trouw + Volkskrant advertenties voor onderwijzend personeel - Algemeen Dagblad personeelsadvertenties in technische sector - Telegraaf (zat.) markt voor 2e hands auto’s *1967; televisiereclame mogelijk via de STER => slecht voor dagbladen => gevolg; persconcentratie = het fuseren van kranten, of kranten worden opgekocht = bedreiging pluriformiteit vd pers => Het Bedrijfsfonds voor de Pers ; dagbladuitgevers geld *Kader-informatie ó massa-informatie (=Teleraaf, Algemeen Dagblad) - doelgroep: klein hoogopgeleide ó breed publiek - diepgang & karakter: serieuze onderwerpen, U.B-info ó luchtigere aanpak, O.B-info - inspanning: informatiepijn ó informatieplezier - aandacht: wetenschap, politiek, maatschapp. problemen ó misdaad, sport, rampen, society- nieuws - opmaak strak, saai, veel tekst, weinig foto’s ó grote kop, meer foto, minder tekst, afw, opm. *al deze eigenschappen zul je in beide soorten media tegenkomen, alleen in mindere mate 4.2 Weekbladen en andere tijdschriften *verdeling; opinie-, gezins-, hobbybladen, sensatiepers, wetenschappelijke tijdschriften *opiniebladen - verschijnen wekelijks, - politieke, sociaal-culturele, artistieke onderwerpen - beschouwende/opinierende wijze - journalistiek onafhankelijk (niet-gebonden aan een partij) wel duidelijk politieke signatuur - Vrij Nederland, HP De Tijd, Hervormd Nederland, de Groene Amsterdammer - Hebben het moeilijk door bv concurr. landelijke bladen; weekendbijlagen *gezinsbladen en sensatiepers - Veel foto’s, gericht op verstrooiing lezer, sensatie, sappigheid - Tv-/filmsterren, bekende Nederlanders, koningshuis, - Privé, Story, Weekend, Panorama, Nieuwe Revue - grondwettelijk recht op privacy; eerst informeren of iets waar is/inlichten - Libelle, Margriet; relatief grote oplagen, vrouwen van middelbare leeftijd - Donald Duck, bedoeld voor jongere jeugd (ook gelezen door volwassenen) 4.3 Radio en televisie Radio - uitgevonden; eind 19e eeuw - 1e radio-uitzending NL: 1916 - elke zuil had eigen omroepvereniging - NCRV (1924), VARA, KRO, VPRO, AVRO - trouw aan eigen zuil * Radio Oranje (WOII); steunde bezette Nederlanders, tijdelijk eind omroepzuilen
Opkomst van de televisie - 1951; 1e tv uitzending => nu verzuilde radio-/en televisieomroepen *jaren ’60; begin v. einde aan de verzuilde verhoudingen (tv/radio) - piratenzenders kregen meer aandacht; vooral jongeren (bv radio Veronica, Noordzee) - Tros; 1e niet aan zuil gebonden omroep
Een nieuw omroepbestel - succes ‘radiopiraten’=> ontrouw aan zuil - oude omroepverenigingen; meer amusement - kijk-/luistercijfers werden belangrijker, kwaliteit minder belangrijk - EO; evangelische omroep (v christenen) wilden chr. Gezicht en evangelische boodschap *TROS, Veronica, EO en oude omroepverenigingen; binnen kader oude omroepbestel - oude omroepbestel, dat via nieuwe ‘Mediawet’ ’88 door overheid werd gereguleerd *eisen Mediawet aan publieke omroepen; - culturele, maatschappelijke of geestelijke stroming (niet gericht op winst) - gevarieerde programma’s - minstens 150.000 leden *Omroepcommissariaat: controleerde naleving vd eisen - overheid financierde ‘brave’ omroepen - financierde NOS, => nieuws en nieuwsachtergronden *toen kwamen commerciele zenders => winst (door reclame/sponsoring) Nederlandse overheid wilde zenders buiten de deur houden, lukte niet - warrige situatie; publieke bestel (oude omroepbestel) gereguleerd door Mediawet/ commerciele zenders - voorspelling: publieke bestel snel weg na komst comm. Zenders ; bleek niet waar
Kabelmaatschappijen *samen met commerciele zenders kwamen kabelmaatschappijen => gevolg: aanpassing Mediawet - uitgebreider deel over commerciele tv - nog steeds onrust over verdelen radiofrequenties *eerst had men antennes , nu een kabelnet: - betere ontvangt - uitbreiding zenderaanbod - ontwikkeling regionale / lokale omroepen - gespecialiseerde omroepen *gespecialiseerde omroepen: CNN (nieuws), Eurosport (sport), Discovery Channel (wetenschap) *kabelmaatschappij: verplicht publieke Nl + Nl-talige belgische zenders door te geven 5 De nieuwste ontwikkelingen op mediagebied *deelvraag: Welke ontwikkelingen op mediagebied zijn te verwachten?
5.1 Telefonie *privatisering PTT ; einde aan concurrentie gebied v. telefonie - KPN Telecom = telefonie-onderdeel v PTT *concurrentieslag; KPN, Vodafone, Orange, T-mobile - niet alleen bellen ; wappen, foto’s sturen, emails 5.2 Dagbladen *ondanks internet is markt voor landelijke dagbladen niet bedreigd - gebruik ervan gemaakt: eigen sites, (nog verliesgevend) 5.3 De radio *publieke bestel: op de radio geprofileerd door 5 themazenders te creëren *probleem: beperkte etherruimte - overheid: nieuwe zender moet iets toevoegen => dan een licentie; met tijdslimiet (mogelijkheid tot verlenging) 5.4 Televisie *commerciële tv ; stevigere plaats => verandering programma-aanbod - meer reality-tv en emotie-tv (grote publiekstrekkers) - ook publieke omroepen zenden dit uit - steeds vaker moet een rechter bepalen; geldboete, verbod van uitzending - soaps belangrijker; docu-soaps = werkelijkheid/gespeeld drama vermengen zich *kwaliteitstv zal nooit verdwijnen; vraag naar kwaliteitsproducten blijft (publieke bestel) *Kijkwijzer (initiatief vd overheid); met icoontjes kijkers waarschuwen 5.5 Internet *eerst via telefoonnet, nu via kabelnet *pc = massamedium, waarover iedereen kan beschikken (betaalbaar) - mogelijkheid tot uiten v mening; kan negatief (porno, racisme)
5.6 Verdere ontwikkelingen *veel technologische vernieuwingen; mobiele telefoon - deze ontwikkelingen hield men tientallen jaren geleden niet voor mogelijk *veel sciencefictionverhalen van toen zijn nu werkelijkheid - robot, tv, fax, raket, pc

REACTIES

L.

L.

verveling heerst, dus k stuur je f n berichtje. wou je f vethard bedanken dat je die samenvatting online hebt staan, hijs zó fijn.
hug, Loes

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.