Hoofdstuk 3, Tweede Wereldoorlog

Tweede wereldoorlog §1 Aanloop tot de tweede wereldoorlog - Hitler komt aan de macht doordat de Duitse bevolking niet meer in de huidige regering gelooft (werkeloosheid etc.) > Hitler krijgt merendeel van de stemmen en maakt Duitsland tot een totalitaire . - Hitlers idealen: · Lebensraum (vindt hij bijvoorbeeld in Rusland); · Europa vrij van joden; · Grossdeutschland. > Duitsland vormt gevaar voor Europa > appeasementpolitiek > conferentie van München - Door de crises deed de Volkenbond niets aan de agressie van Duitsland, Italië en Japan > non-interventie politiek - Japan heeft problemen (door crisis) > afzetproblemen > veroveringsoorlog (Groot-Aziatische welvaartssfeer) > bedreiging voor Amerikaanse economische en politieke belangen > olie-embargo - Pearl Harbor > Japanners westerse koloniën veroveren > zou oorlog met VS en GB betekenen > daarom aanval op Pearl Harbor > Hitler verklaart oorlog aan VS §2 Het verloop van de oorlog EUROPA: - Polen aangevallen: west door Duitsland, oost door Sovjet-Unie > verklaring oorlog aan Duitsland door GB & Frankrijk - Bezetting west -en noord Europa - Vichy-Frankrijk - Battle of Britain -> Duitse nederlaag > Duitsers blijven wél druk uitoefenen op Britten, ondanks de vele verliezen. - Verovering Balkan, Albanië en Griekenland (door Duitsland & Italië) - Operation Barbarossa > Duitsers proberen Stalingrad te bezetten > mislukt door koude winter en harde tegenoffensieven van de Russen - Geallieerden vallen Italië via Sicilië binnen (vanuit Noord-Afrika) > capitulatie van Italië ná Mussolini’s gevangenschap - Mussolini bevrijd door Duitsers - Zwak Duits leger

Bevrijding Europa / afrekening met Duitsers - D-day (6 juni 1944) > vanuit Normandië Europa bevrijden. - Market-Garden, slag om Arnhem (gedurfde aanval bij Arnhem, doorstoten naar Rührgebied) > mislukt > hongerwinter boven de rivieren - Sovjettroepen bevrijden grote delen van Oost-Europa - Duitsland wordt vanuit westen (geallieerden) en vanuit oosten (Russen) binnengevallen -> Duitsland kan hen niet tegenhouden > val Berlijn > 9 mei 1945 einde Tweede Wereldoorlog in Europa. NOORD-AFRIKA: - Italianen moeite met veroveren (teruggedrongen door Britten) - Offensief Britten > Duitse leger teruggedrongen - GB & VS dwingen Duitse Afrikakorps tot overgave
JAPAN (AZIË): - VS willen Japan terugpakken voor haar daad bij Hawaï > VS moeten hun vloot etc opbouwen - Japan verovert Maleisië, de Filippijnen, Hong Kong, Thailand, Singapore, Nederlands-Indië en Birma. - Japanners willen India en Australië innemen > Japanse opmars stokt > nederlaag bij de Midway-eilanden - VS gaan over op “Island-hopping” > eiland na eiland bevrijden van de Japanners > komen steeds dichter bij Japan - Atoombommen Hirosjima en Nagasaki - Rusland verklaart oorlog aan Japan > Einde tweede wereldoorlog in Azië §3 Holocaust - Tweede wereldoorlog onderscheidt zich van andere oorlog(en) door vervolgingen specifieke “rassen” - Hitler racistisch, geeft joden de schuld van slechte dingen op aarde - Rassenwetten afgekondigd - Verplichte registratie jodeneigendommen - Kristalnacht - Endlosüng der Judenfrage - Wannsee-conferentie > besproken wat er met joden moet gebeuren, plan voor vernietiging. - Joden kwamen dikwijls in opstand > baatte niet > getto’s > deportatie §4 Nederland tijdens de bezetting - Nederland was snel gecapituleerd (zwakke tegenstand) - Bezet Nederland geregeerd door Duitsers -> wél belangrijke mensen op hun post gehouden - Oosterijkse nazi Seyss Inquart > bovenaan bestuur in Nederland - Doel van Duitsers bij bezetting Nederland: · Nederlandse soldaten konden vechten voor Duitse Rijk; · Nederlandse arbeiders konden werken in de oorlogsindustrie · Nazificatie - Stap voor stap krijgen Duitsers meer te zeggen in Nederland > ze houden Nederlanders als het ware voor het lapje (bijvoorbeeld Nederlandse militairen uit gevangenschap halen) - Gelijkschakeling - Ariërverklaring - Razzia(’s) -> februaristaking > duidelijk voor Duitsers dat nazificatie mislukt was - Verplicht in getto’s wonen - Anti- Duits -> harder optreden van de Duitsers - April-mei-staking -> ná hechtenissen van Nederlanders om in fabrieken voor Duitsers te werken -> Arbeitseinsatz.(uitzonderingen mensen met een Ausweis) Manier waarop Nederlanders met bezetting omgaan: - Accommodatie (aanpassing) > grootste deel v/d bevolking deed dit. - Collaboratie (steun v/d bezetter) > groep v/d Nederlanders deed dit. - Verzet > kleine groep van de Nederlanders ging in verzet. Kon op meerdere manieren bijvoorbeeld gewoon door het verspreiden van illegale kranten.