Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 3, Politiek en ruimte

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 762 woorden
  • 26 augustus 2004
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Samenvatting Hoofdstuk 3 · mensen voelen zich meestal verbonden met hun eigen woonplaats of land · EU -> een groot europa, toch niet, want taalverschillen en eigen cultuur · Schaalvergroting: wereld wordt samenhangend geheel, landen hebben altijd met elkaar te maken · toch elk volk apart · Europese integratie -> drie takken · 1. Defensieve organisaties : als er militair moet worden ingegrepen gebeurt dat gecoördineerd · 2. Economische organisaties: Duidelijke afspraken om economie en handel van de lidstaten te bevorderen · 3. politieke organisaties: nauwere band tussen staten
Europese integratie is speciaal, nooit is Europa één geweest. Geschiedenis EU

1949 Raad van Europa-> overlegorgaan (VN voor Europa) Amerikanen zetten zich ook in voor een Europa, want: - economisch: grote afzetmarkt - politiek: een blok tegen communisme
Marshallplan ook naar heel Europa, niet elk land apart
1948 OESO: Organisatie Europese Samenwerking en Ontwikkeling
Oprichting EU: wens tot samenwerking, vooral economisch. 1957 Verdrag van Rome: EEG ontstaat. Europese Economische Gemeenschap
1951 EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
1958 Euratom: Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
De EEG bestond uit 6 landen. Italië, Frankrijk, Lux, België, Nederland, BRD
1973 UK en DK
1981 GR
1986 ES, P
1995 A, FIN, S
De manier is veranderd: EEG, EGKS en Euratom -> EG, Europese Gemeenschap
Er zijn ook andere organisaties ontstaan: 1960 EVA (economische organisatie met Scandinavië en Alpenlanden) 1949 Comecon (communistische economische organisatie) Na val SU CEVA Centraal-Europese Vrijhandelsassociatie
IJsland en Zwitserland-> geen lid, neutraal
1991 Verdrag van Maastricht, EG wordt EU
EU = EMU + EPU (monetair en Politiek) Samenwerking -> overleg van staten

Integratie -> bevoegdheden van staten worden overgedragen aan bestuursorgaan
De lidstaten van EU hebben soms andere visie op EU: D zag EG als politieke erkenning en stabiele afzetmarkt
F wilde politieke macht D inperken
Twee modellen: 1. Atlantisch model: Stevige banden met VS en CA
2. Rijnlands model: Aandacht naar Centraal Europa, Continentaal
1985 Verdrag van Schengen, afschaffing grenscontroles. Niet alle landen
Niet alle landen doen overal aan mee, daardoor blijft de EU bij elkaar. Nederland
Hoge inactiviteit: Groot deel beroepsbevolking werkt niet
BNP per hoofd van bevolking: graadmeter economische status van een land
BNP per hoofd van bevolking = BBP (bruto binnenlands product) meer criteria: · verdeling beroepsbevolking over bestaansmiddelen · bruto toegevoegde waarde van bestaansmiddelen aan ned. Economie · percentage werklozen · aandeel in intra-EU-invoer ten opzichte van de totale invoer en de intra-EU-uitvoer
Elk criterium heeft voor- en nadelen, dus altijd beoordelen op meerdere critieria! Agrosector

Landbouw -> grote inkomstenbron in NL
Landbouw is verschillend, dus niet één soort landbouw, dat komt door fysische factoren, en door geschiedenis, eetgewoonten enz. De EU probeerde men regionale specialisatie te bevorderen
Regionale specialisatie-> landbouw bedrijven waar dat het beste gaat (sinaasappelen langs de Middellandse Zee, wijn in Frankrijk en boerenkool in Nederland) HET GLB
Toen elk land zijn eigen landbouwbeleid had, bemoeide elke overheid op zijn eigen manier zich met de landbouw. 1958 GLB opgericht
GLB -> structuur, markt- en prijsbeleid. Structuurbeleid
Landbouw ontwikkelen en goedkoper maken
steun aan agrarisch zwakkere gebieden
Markt- en prijsbeleid
marktprijs onder de richtprijs, EU betaalt de rest. Dus altijd je product voor een minimumprijs. EU helpt met exporteren, via exportrestitutie (gewoon subsidie) Veel nadelen aan het GLB
Als het aanbod groter is dan vraag, hou je over. Te veel overhebben kost veel geld. Door GLB was er vaak te veel over, dus prijzen ook laag. Doordat de prijzen laag waren, moest de EU veel subsidie betalen. Oftewel GLB was veel te duur. WTO is wereldhandelorganisatie, die geholpen heeft om het GLB om te vormen (toen heette WTO GATT (General Agreement on Tariffs and Trade) In het nieuwe GLB kwamen de volgende dingen voor: - inkomenstoeslagen aan landbouw (per hectare) als compensatie voor verlaging van richtprijs - Maatregelen om het produceren tegen te gaan. (braaklegging van akkers, quotering enz.) - exportrestituties en invoerheffingen gehandhaafd (om maar te zorgen dat er niet nog meer producten van buiten de EU binnenkwamen) Consequenties: - Afname van productie, door de braaklegging en quotering - extensievering, (minder producten per vierkante meter) - Afname van export-> EU consumptie steeg sneller dan productie. Gevolgen voor landbouwsectoren: Akkerbouw: - Graansector krijgt meer concurrentie met VS, en raakt daardoor beschermende positie van EU een beetje kwijt. Kan gevaarlijk zijn in slechte tijden - nog geen marktordening voor aardappelen. NL heeft daar veel hinder van
Vlees: Bijna geen effect

Zuivel: Bijna geen effect
Tuinbouw: Eigen markt wordt minder beschermd. Meer concurrentie tussen landen van binnen en buiten EU (DEZE PUNTEN GELDEN SPECIAAL VOOR NL, DUS NIET VOOR HELE EU!!!) Visserij: Gemeenschappelijk Visserij beleid - quotering: Vissers waren het niet eens - TAC (Total allowable Catch) Vissers krijgen beperkingen, met het oog op toekomst - EEZ (Exclusieve Economische Zones) Landen houden speciale gebieden zelf in de gaten en zijn daar ook verantwoordelijk voor...

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.