Leren op school
Voordat een hond naar de blindengeleidehondenschool mag, moet hij eerst gekeurd worden. Hij mag geen problemen hebben met zijn heupen en poten, en ook gehoor moet goed zijn. Achter de school is een oefenterrein. Het lijkt op een normale straat, maar deze is speciaal aangelegd voor de blindengeleidehondenschool. Op het plein zijn dingen te zien die je op een gewone weg ook ziet, zoals stoepen, bankjes, bloembakken, telefooncel en nog veel meer dingen. Ook lopen er allemaal dieren los zoals eenden, poezen , katten en schapen. De instructeur begint hier met de hond te oefenen.
Eerst moet hij leren waar hij moet lopen. Elke dag worden de oefeningen herhaald totdat de hond weet hoe hij het moet doen. De oefeningen duren eerst kort, maar daarna duurt het steeds langer, zolang dat de hond het wel een paar uur achter elkaar kan volhouden. Dit moet hij later ook kunnen. Al snel gaar de hond ook op andere plaatsen oefenen bijvoorbeeld in een woonwijk en op de markt. Hij leert ook om bij elke stoeprand te stoppen, dat weet zijn baas later dat hij op moet letten. Zo struikelt hij niet en de hond leert ook om recht over te steken. De blinde baas luistert zelf ook wanneer hij over kan steken.
De hond leert ook commando's, bijvoorbeeld: Vooraan - links - rechts - zoek de zebra - zoek plaats. Sommige mensen denken dat een hond Nederlands kan verstaan, maar dat is niet zo. Hij weet niet wat rechts is, maar hij weet wel dat hij moet doen bij het woord rechts, dat hij die kant op moet. De instructeur leert de hond om een hindernis heen te lopen, bijvoorbeeld een bloembak. Er moet dan ongeveer 1 meter ruimte tussen zijn zodat ze er makkelijk langs kunnen lopen. Hij leert ook om op te letten op zonneschermen en laaghangende takken, niemand wil namelijk graag zijn hoofd stoten. De instructeur wijst de hond er op en zegt telkens: Let op (en loopt er dan om heen). Steeds maar weer worden deze oefeningen herhaald totdat de hond het weet. Ook leer de hond om commando's te weigeren als ze gevaarlijk zijn, want hij mag nooit zijn baas in gevaar brengen.
Voordat een hond naar de blindengeleidehondenschool mag, moet hij eerst gekeurd worden. Hij mag geen problemen hebben met zijn heupen en poten, en ook gehoor moet goed zijn. Achter de school is een oefenterrein. Het lijkt op een normale straat, maar deze is speciaal aangelegd voor de blindengeleidehondenschool. Op het plein zijn dingen te zien die je op een gewone weg ook ziet, zoals stoepen, bankjes, bloembakken, telefooncel en nog veel meer dingen. Ook lopen er allemaal dieren los zoals eenden, poezen , katten en schapen. De instructeur begint hier met de hond te oefenen.
Eerst moet hij leren waar hij moet lopen. Elke dag worden de oefeningen herhaald totdat de hond weet hoe hij het moet doen. De oefeningen duren eerst kort, maar daarna duurt het steeds langer, zolang dat de hond het wel een paar uur achter elkaar kan volhouden. Dit moet hij later ook kunnen. Al snel gaar de hond ook op andere plaatsen oefenen bijvoorbeeld in een woonwijk en op de markt. Hij leert ook om bij elke stoeprand te stoppen, dat weet zijn baas later dat hij op moet letten. Zo struikelt hij niet en de hond leert ook om recht over te steken. De blinde baas luistert zelf ook wanneer hij over kan steken.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
heeeey allemaal hoe is ie?
met mij alles goed -xxx-merel-xxx-
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
het is wel oke. Maar ik heb er niet zo veel aan gehad, maar wel bedankt :) ;)
11 jaar geleden
Antwoorden