Economische zaken, H3

ng: de kunst van het verkopen Een winkelier denkt goed na hoe hij marketing zal toepassen  Bijv. welke artikelen hij goedkoper of duurder moet maken. {prijsbeleid}  Hij denkt na waar hij de artikelen zal neerzetten (de kortingen moeten opvallend ergens staan) {plaats beleid}  Hij denkt na over hoe hij zijn winkel bekent maakt door bijv reclame {promotiebeleid}  Hij moet nadenken welke producten het beste zijn voor zijn winkel {productbeleid}  Hij moet nadenken welk personeel het beste is en of hij die moet aannemen {personeels beleid} DIT HEET MARKETING MIX Van omzet naar netto winst. De totale opbrengst van de verkoop van de producten in een bepaalde periode heet omzet. Hiervan moet de winkelier nieuwe producten inkopen; dit heet inkoopwaarde. Meestal houdt hij een bedrag over; dit heet de bruto winst. Van de bruto winst gaan er ook weer kosten vanaf bijv. de elektriciteit van de winkel; en de personeels kosten en belasting. Als je van dit nog wat overhoudt heb je de netto winst dit gaat naar de eigenaren van het bedrijf. Als je veel ervaren werknemers in dienst hebt dan heb is de arbeidsproductiviteit hoog. Als je arbeidsproductiviteit hoog is dan kun je meer produceren in hetzelfde aantal uren. En ook blijven de loonskosten even hoog. Hierdoor krijg je dalende loonkosten per product. Ondernemers willen steeds betere arbeidsproductiviteit. Dat doen ze door bijv meer samenwerking te doen. Dit heet reorganisatie. De meeste bedrijven gebruiken de beste machines; hierdoor wordt de arbeidsproductiviteit hoger. En je hebt minder loonskosten en het werk wordt makkelijker, beter en lichter. Dat is handig. Als je meer machines gebruikt dan arbeiders heb je een kapitaalintensief bedrijf. Als je meer arbeiders hebt dan machines, heb je een arbeidsintensief bedrijf. Bedrijven kunnen ook langere uren instellen. Maar de arbeiders kunnen dan ook verdeelde uren krijgen. Dan krijgen ze flexibele werktijden

Het is beter om verpakte producten te verkopen. Dat is hygiënischer voor de klanten en makkelijker voor de werknemers want die hoeven het niet meer in te pakken. Ook blijft het product langer goed. Een product heeft meestal een mooie verpakking. Dat is gunstiger want dan kun je reclame maken. Ook is het handiger voor de consument want op de verpakking staat allerlei informatie. Er is echter wel een nadeel. Het is slechter voor het mileu. Daarom zijn bijv dranken verpakt in statiegeld flessen. Dat is beter voor het mileu want de klanten brengen het terug omdat ze geld terug krijgen en je kunt recycling toepassen. Om te zorgen dat je bedrijf mileu vriendelijker wordt moet je een goed overzicht hebben over je productieproces. Dit doe je met een stoffenbalans hier schrijf je of welke stoffen je gebruikt en welke je weggooid . Zie tabel op de andere blz. daarop staan een voorbeeld over koffie
Winkeliers bestellen eindproducten om hun voorraaden aan te vullen. De eindproducten worden meestal in een fabriek gemaakt. Die heeft grondstoffen nodig. Als je ergens een bounty koopt is er heel wat vooraf gegaan. Dit zie je in een bedrijskolom. (geen voorbeeld srry) Dit is een voorbeeld van een bedrijfskolom van bounty Fabrieken verkopen hun producten aan handelsbedrijven in grote porties, die het dan weer doorverkopen aan winkels in kleine porties voor meer geld dit heet distributie. Van grondstof naar eindproduct krijgt het product steeds meer waarde
Dit heet toegevoegde waarde