Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Bolletjesslikkers Nederlandse Antillen

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 6521 woorden
  • 24 juni 2004
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Inleiding

Onze praktische opdracht van maatschappijleer gaat over bolletjesslikkers. We hebben dit onderwerp gekozen omdat het op dit moment een zeer actueel onderwerp is. Bolletjesslikkers zijn een groot probleem voor onze maatschappij, maar ook in andere landen. Wij vroegen ons af wat er aan dit probleem gedaan wordt, wat het beleid is. Ook wilden we weten welke economische voordelen er voor bolletjesslikkers zijn en of hun culturele achtergrond iets te maken heeft met het gedrag, het bolletjes slikken. We zijn begonnen met informatie zoeken over het onderwerp. Zo konden we bekijken of er voldoende materiaal beschikbaar was om een goed en volledig onderzoek te kunnen uitvoeren. Dit was zo en toen zijn we begonnen met de hoofdvraag te formuleren. Deze luidt: Waarom komen bolletjesslikkers nog steeds naar Nederland ondanks de verscherpte controles? We hebben ook deelvragen bedacht, deze konden ons helpen bij het beantwoorden van de hoofdvraag. Deze deelvragen zijn:
1. Wat is het beleid tegen bolletjesslikkers in het Koninkrijk Nederland.
2. Wat zijn de economische voordelen voor bolletjesslikkers om naar Nederland te komen?
3. Wat heeft de komst van bolletjesslikkers te maken met hun achtergrond?
Daarna hebben we de taken verdeeld en elkaar informatie uitgewisseld. Na dit allemaal gedaan te hebben zijn we met het echte werk begonnen, het verslag maken.

Deelvraag 1: Wat is het beleid tegen bolletjesslikkers in het Koninkrijk Nederland?

Dit is de deelvraag die past bij optiek een over de politiek-juridische achtergronden.

Zowel Nederland als de Nederlandse Antillen worden de laatste jaren geconfronteerd met een toenemende drugsproblematiek. Steeds grotere hoeveelheden drugs worden vanuit Zuid-Amerika via de Antillen naar Europa vervoerd. Het vervoeren van de drugs gebeurt op verschillende manieren. Het grootste deel van alle drugs wordt in grote partijen via lucht- en scheepvaartroutes vervoerd. Een zeer klein percentage van het drugstransport (minder dan 1%) wordt gedaan door individuele personen, die de drugs in hun bagage en op of in hun lichaam vanuit de Antillen naar Nederland vervoeren.
In de praktijk veroorzaakt de laatste categorie drugskoeriers de meeste directe overlast. Luchtvaartmaatschappijen worden regelmatig geconfronteerd met o.a bolletjesslikkers.
Op dit moment wordt er veel gedaan aan het huidige bolletjesslikkersprobleem in Nederland. Het huidige beleid bleek niet goed genoeg te zijn dus zijn er extra maatregelen genomen. Minister Piet Hein Donner van Justitie heeft de maatregelen op een persconferentie toegelicht. Volgens hem leiden de huidige maatregelen tot zoveel mensen die worden vastgezet dat de celcapaciteit een probleem wordt. En aan de bolletjesslikkers hebben ze al hun handen vol dus moesten er nieuwe maatregelen komen.
DCA (Dutch Caribbean Airlines) wilde in 2002 meewerken aan de controles op voorwaarde dat de screening 30 dagen voor vertrek zou plaats vinden, zodat ze tijd zouden hebben om de lege stoelen alsnog te vullen. Als tweede voorwaarde werd gesteld dat niet het eigen personeel de verdachte passagier weigert.
Tot een overeenkomst komen ging niet omdat de eerste voorwaarde in de praktijk moeilijk uitvoerbaar bleek. Uiteindelijk wordt vanuit Nederland zelfs met beslagleggen van een DCA vliegtuigen gedreigd als DCA nog langer bewust bolletjesslikkers naar Nederland vervoerd wordt, en dus niet meewerkt aan de pre-flight controles. In juni 2002 worden er toch afspraken gemaakt tussen DCA en de justitie in Nederland over de manier waarop zij gaan meedoen aan de pre-flight controles en hoe ze de controles uit gaan voeren. Er blijft een verschil tussen DCA en KLM bestaan. Bij DCA raakt een geweigerde passagier zijn ticket kwijt, bij KLM behoudt een geweigerde passagier zijn ticket.
Hoewel door deze regeling de toestroom van drugskoeriers afneemt wordt de douane als screeningsmechanisme ernstig overbelast. Dat leidt tot een protestactie van de douane (vakbond). Dit is de aanleiding geweest om in mei 2002 het Hato-team op te richten, bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende eenheden van de politie, het openbaar ministerie en de douane.

Screening
Op basis van door de luchtvaartmaatschappij versterkte gegevens wordt een
verdachte passagier gescreend op bepaalde criteria die later genoemd zullen worden. Indien de passagier aan een bepaald aantal criteria voldoet, geeft het Hato-team een negatief reisadvies af. De afspraak tussen justitie en de luchtvaartmaatschappijen is dat het reisadvies per definitie wordt overgenomen en de luchtvaartmaatschappijen de betreffende passagier weigeren.
Later in september 2002 wordt de manier waarop KLM en DCA de pre-flight controles uitoefenen gelijkgetrokken. In geval van een negatief reisadvies kan de passagier niet vliegen en wordt zijn ticket ongeldig verklaard.
In oktober 2002 werd er op Curaçao een voorziening gecreëerd waarmee passagiers die geweigerd worden en claimen onschuldig te zijn, hun onschuld kunnen bewijzen. De kosten van de röntgenfoto die wordt gemaakt moet de passagier wel zelf betalen. Als de onschuld met de foto wordt bewezen, krijgt de passagier zijn geld terug. Als uit de foto blijkt dat de betreffende passagier wel bolletjes heeft geslikt, wordt deze ingerekend en alsnog vervolgd via het strafrechtelijk systeem.
Deze voorziening was van tijdelijke duur. Het ziekenhuis stopte al na 3 weken met het verlenen van medewerking. Als argument werd aangedragen dat het personeel te veel met agressiviteit van zowel schuldige als onschuldige passagiers te maken heeft en het Hato-team de veiligheid onvoldoende heeft weten te garanderen.
Een particuliere artsenpraktijk in de buurt van het vliegveld ging wel verder met het maken van röntgenfoto’s, totdat begin december 2002 er een aanslag werd gepleegd op deze artsenpraktijk. Als gevolg dat deze artsenpraktijk niet meer mee wilde werken. Dit is dus een van de aanleidingen geweest om bodyscans op vliegvelden te plaatsen.

Bodyscans
Met de nieuwe maatregelen wordt geprobeerd om via een intensivering van het aantal controles meer verdovende middelen te onderscheppen. Het grootste belang van de organisaties achter de smokkel is om de verdovende middelen het land binnen te krijgen, volgens minister Donner. Daar wil de regering dus al hun inspanningen op richten. Hiervoor wordt op alle vliegvelden bodyscans geplaatst, waarmee kan worden vastgesteld of iemand bolletjes heeft geslikt.
Bij drugskoeriers die niet meer drugs bij zich hebben dan een bolletjesslikker doorgaans bij zich heeft, zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de bestaande mogelijkheden van:
? Verwijdering
? Beperking van de voorlopige hechtenis
? Signalering tot ongewenst vreemdeling
? Inhouding dan wel inbeslagname van het paspoort
? Overdracht van strafvervolging aan het land van herkomst
Bij deze maatregelen wordt onderscheid gemaakt tussen verdachten met een vaste woon- en verblijfplaats in Nederland, op de Nederlandse Antillen of Aruba en verdachten van buiten het Koninkrijk. Voor de laatste groep geld dat, indien overdracht van strafvervolging aan het land van herkomst niet mogelijk is, de verwijdering pas plaatsvindt nadat de dagvaarding is uitgereikt.
Voor drugskoeriers die meer drugs bij zich hebben dan een bolletjesslikker doorgaans bij zich heeft, blijft het huidige beleid gelden. Dit betekent dat berechting en uitvoering van het vonnis in Nederland plaatsvinden.

Schiphol
Al een hele tijd wordt de luchthaven Schiphol gebruikt om drugs op illegale wijze Nederland binnen te smokkelen. In 2001 zijn aanzienlijke hoeveelheden drugskoeriers op Schiphol aangehouden (ruim 1200) voornamelijk via de route Curaçao-Amsterdam, zo erg dat de strafrechtketen in het nauw wordt gedreven. Door de Nederlands justitie is deze situatie onaanvaardbaar verklaard en heeft dit uiteindelijk geleid tot het “alternatief plan van aanpak drugssmokkel Schiphol”.
Als onderdeel van dit plan is op 4 februari 2002 een protocol tussen Nederland en de Nederlandse Antillen gesloten over een gezamenlijke aanpak van de drugsproblematiek. Van alle in dit verband getroffen maatregelen heeft de invoering van de pre-flight controle de meeste impact gehad op de samenleving.
Justitie vraagt aan de luchtvaartmaatschappijen, die vliegen op de route Curaçao-Amsterdam, om hun medewerking te verlenen aan het screenen van passagiers vóór vertrek. Als een passagier door de douane/ marechaussee als een verdachte wordt gezien van het smokkelen van drugs, dan wordt er een negatief reisadvies gegeven. Dit reisadvies wordt gebaseerd op een aantal criteria zoals:
- Afkomst
- Hoeveelheid geld en bagage die de passagier bij zich heeft
- Bekendheid bij justitie in verband met eerder drugsdelict
- Reist passagier alleen of in gezelschap
- Gegevens m.b.t. ticket (moment van boeken, verblijfsduur, wie heeft de ticket betaalt)
- Uiterlijke/ persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, zenuwachtig gedrag, rode ogen)
Dit negatief reisadvies wordt doorgegeven aan de luchtvaartmaatschappij dit de betreffende persoon vervoert, met de bedoeling dat deze reiziger vervolgens niet toelaat in het vliegtuig.

Het beleid van het Koninkrijk Nederland is toch meer gericht op bijv. de vliegvelden omdat de bolletjesslikkers met het vliegtuig vaak naar Nederland komen. Het drugsbeleid is veel minder streng dan in de rest van de wereld. Nederland maakt een onderscheid tussen softdrugs en harddrugs en tussen handel en gebruik. Gebruik wordt in de praktijk niet gestraft. Het bezit van softdrugs is sinds 1976 geen misdrijf meer, maar een overtreding. De politie en justitie richten zich vooral op de handel. De aanpak van Nederland is meer repressie gericht omdat ze de bolletjesslikkers nu aan het bestrijden zijn. Veel landen vinden het drugsbeleid van Nederland de handel van drugs aanmoedigt, maar toch zie je tegenwoordig dat andere (Europese) landen in de praktijk steeds meer de Nederlandse kant op gaan. Steeds minder worden gebruikers vervolgd.

Wat zijn de voor- en nadelen van bolletjesslikkers om naar Nederland te komen?

Deze deelvraag past bij de tweede optiek over de sociaal-economische achtergronden.

De bolletjesslikkers die naar Nederland komen om de drugs af te leveren komen vaak van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname. Er zijn verschillende redenen voor bolletjesslikkers om naar Nederland te komen.
De economische situatie in de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname is dramatisch, er wordt regelrecht armoede geleden door het merendeel van de bevolking. Bovendien maken de verschillende bestuurslagen op de eilanden meer kapot dan dat ze iets opbouwen. De Nederlandse Antillen willen meer geld van Nederland, minder bemoeienis en minder prioriteiten voor de drugsbestrijding. Er moet wel degelijk iets aan de drugsbestrijding worden gedaan in de Nederlandse Antillen.

De voordelen van het bolletjes slikken:
Er is eigenlijk maar een voordeel voor de bolletjeslikkers, geld. De bolletjesslikkers verdienen op een relatief snelle manier geld met de bolletjes. Ze hebben dus vaak geen werk, geld nodig voor bijvoorbeeld een operatie van hun kind. Ze weten ook vaak niet wat voor gevaren het slikken van die bolletjes met zich meebrengt. Ze zijn vaak niet goed voorgelicht dus weten niet wat het allemaal inhoudt. Ze laten zich dan sneller over halen, want ze hebben het geld hard nodig. Vaak worden ze ook gedwongen door de grote bazen die er achter zitten. Het vervelende is dat ze niet veel met bolletjes slikken verdienen, dus gaan ze nog een keer en dan heeft Nederland dus meer last van drugskoeriers.
Het is voor de grote bazen achter die hele smokkel het meest interessant. Zij verdienen er het meeste mee. In verhouding met de bolletjesslikkers hebben ze veel minder risico’s. De bolletjesslikkers moeten al die bolletjes inslikken met gevaar voor eigen leven en dan kunnen ze dus ook nog opgepakt worden op beide vliegvelden, in hun eigen land en op Schiphol.
Voor het land zelf heeft het ook nog wel positieve effecten ook al lijkt dit raar. Door het geld wat er in omgaat, verdienen de inwoners die iets met de smokkel te maken hebben geld. Dit geld geven ze dan weer uit in het land zelf. Door dingen te kopen met dat geld wordt er geconsumeerd en zo gaat dat door en komt het geld ook voor een deel bij de overheid terecht. Door de drugshandel ligt het bruto nationaal product per hoofd op 12000 dollar. Door de problemen die in het land zijn zou je het tot een ontwikkelingsland kunnen rekenen waar het bruto nationaal product per hoofd op nog geen 1000 dollar ligt. Het heeft dus ook weer een nadelig effect op de economie. De staat kan geld gebruiken omdat het eigenlijk een ontwikkelingsland is maar het krijgt geen ontwikkelingshulp dus lopen ze op die manier ook weer geld mis. Het is dus aan de ene kant nadelig en aan de andere kant voordelig het is maar hoe je het bekijkt.

Nadelen van het bolletjes slikken:
Het brengt natuurlijk ook een groot risico met zich om die bolletjes te slikken. Als één van de bolletjes knapt, heb je al een overdosis en ben je dus dood. Laat staan dat je een stuk of dertig bolletjes hebt geslikt, en er knappen er een paar dan ben je dus morsdood. Ook is het lastig om die bolletjes in te slikken en er weer uit te krijgen. Het ergste van alles is als je gepakt wordt. Je bent in een vreemd land waar je de taal niet kent en je hebt de bolletjes niet afgeleverd. Je krijgt nu dus een gevangenisstraf maar als je terug komt dan wil die dealer ook wel met je afrekenen omdat hij geld is misgelopen. Dan moet je dus nog een keer om je schuld af te betalen, en als het dan die tweede keer ook niet lukt, zit je pas echt in de problemen. Dan kan het je je leven kosten, niet alleen door de bolletjes, maar ook doordat je vermoord wordt.

Nederland heeft er niet veel baat bij dat de bolletjesslikkers naar Nederland komen. Cocaïne is een harddrug en schadelijk voor de gezondheid dus is het illegaal. Het kost Nederland alleen maar geld om het tegen te houden. Het kost ze extra controles zoals als de bodyscans en dus meer tijd om die risico vluchten te controleren. Als ze een bolletjesslikker er tussenuithalen dan moeten ze voor een proces zorgen en dat kost ook extra geld en mensen. Want er moeten cellen zijn om die mensen in te stoppen en er moeten weer mensen zijn die ze bewaken en begeleiden. Er is een cellentekort dus nu raken ze alleen maar nog voller. Het is voor Nederland alleen maar nadelig.

Waarom ze naar Nederland komen:
Er zijn wel wat voordelen te noemen om naar Nederland te komen in plaats van andere landen. In Nederland is er een veel minder streng beleid dan in andere landen. Het is veel socialer dan in andere landen. Ze kijken meer naar je achtergronden dan ze in andere landen doen. Je hebt hier wel kans dat je wordt gepakt maar als je hier in de gevangenis komt, ben je er veel sneller uit dan in andere Europese landen. In Frankrijk bijvoorbeeld, is er namelijk een veel strenger beleid dan in Nederland. Laat staan de behandeling in de gevangenis ten opzichten van andere niet Europese landen. In Thailand bijvoorbeeld, daar krijgen de mensen de doodstraf als ze drugs smokkelen. Bijvoorbeeld de behandeling in de gevangenis daar, dat is niet echt niet zoals in Nederland. Dan kan je Nederland een hotel noemen.
Nederland wordt ook wel het drugsland genoemd. Er is veel handel in drugs in Nederland dat komt omdat Nederland de poort is naar Europa. Je kunt de drugs gemakkelijk verspreiden via de Rotterdamse haven. Zo komt het makkelijk de grens over. Ook grenscontroles zijn niet streng gecontroleerd. Je kunt het dus snel naar Duitsland of België brengen. Ook is Nederland niet erg groot dus is het gemakkelijk te verspreiden.

Hard oordeel
Die conclusies logen er niet om; de financieel-economische situatie op de Antillen is dramatisch, er wordt regelrecht armoede geleden, de rechtstaat bevindt zich in zwaar weer en sommige eilanden dreigen af te glijden in de richting van narco-staatjes. En bovendien maken de vertegenwoordigers van de verschillende bestuurslagen op de Antillen meer kapot dan dat ze iets opbouwen, met als treurig dieptepunt de zogeheten landsregering van de Antillen, kersvers en onder leiding van mevrouw Godett, waarin vrijwel alle Nederlandse fractievoorzitters op voorhand geen vertrouwen hebben.
Dat is niet verwonderlijk als men weet dat de voornaamste bouwstenen van het kabinet Godett volkomen tegengesteld zijn aan wat men vanuit Nederland als keiharde prioriteiten beschouwt. Het kabinet Godett wil minder Nederlandse bemoeienis maar meer geld, ‘Antillianisering' van de rechterlijke macht en minder prioriteit voor de drugsbestrijding.

Mogelijk ingrijpen
De Nederlanders gruwen daarvan en zijn eensgezind in hun conclusies: met een regering die zo’n beleid wil voeren, valt niet serieus samen te werken. En – sterker nog – daarbij kan het dan niet blijven. Om erger te voorkomen zal Nederland moeten ingrijpen op de eilanden en desnoods bestuurslagen en/of bestuurders opzij moeten schuiven.
Het zijn van Nederlandse kant geluiden die de laatste twintig jaar niet meer zijn gehoord. En juist omdat de hardste taal afkomstig is van de politieke leiders van de drie Nederlandse coalitiepartijen, CDA, VVD en D'66, zal het deze keer niet bij harde taal blijven. De partijen laten niet na te benadrukken dat de zogeheten tijd van ‘pappen en nathouden’ definitief over is.

Achterste van de tong laten zien
De verantwoordelijk minister voor Arubaanse en Antilliaanse zaken, Thom de Graaf van D'66, zal dit binnenkort op de overzeese eilanden duidelijk moeten maken aan zijn Antilliaanse collega's. En ook premier Balkenende zal zich na Prinsjesdag en tijdens de Algemene Beschouwingen niet langer op de vlakte kunnen houden met slappe teksten over dialoogjes en de uitwisseling van standpunten.
De Nederlandse fractievoorzitters hebben al gezegd dat ze de regering desnoods zullen dwingen tot harde maatregelen tegen de Antillen. Er is nog nooit een Nederlands kabinet gestruikeld over een Antilliaanse kwestie, maar de situatie is nu zo politiek gericht dat zelfs een Antillencrisis in Den Haag voorstelbaar wordt.

De berechting van bolletjesslikkers stuit Lampe tegen de borst. Volgens hem gaat het om 'arme sloebers', de echte 'losers', die in Nederland worden berecht volgens 'heel grove categorieën en straftarieven'. Ze zitten hier met meer mensen in een cel in een land waarvan ze de taal niet kennen en krijgen geen bezoek, aldus de rechter. "We treffen bovendien niet de grote jongens die er achterzitten, laat staan de gebruikers in Nederland."

Maatschappijleer vraag 3: Wat heeft de komst van de bolletjesslikkers te maken met hun culturele achtergrond?

Dit is de deelvraag die past bij optiek drie, over de sociaal-culturele achtergronden.

Geschiedenis
Zoals iedereen wel weet, zijn de eilanden Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba de ‘koloniën’ van Nederland, hoewel Aruba een aparte status heeft. Koloniën tussen haakjes, want de eilanden worden niet echt meer behandeld als koloniën. De landen hebben wel een eigen bestuur, maar moeten voor sommige dingen eerst toestemming vragen aan de Nederlandse regering. Op Curaçao, het grootste eiland, wordt het meeste geregeld.
Curaçao, Aruba en Bonaire zijn al sinds 1634 in bezit van Nederland. Toen werden de eilanden veroverd op Spanje. Nederland wilde de eilanden houden, omdat ze op een strategische positie lagen, en de zoutpannen zout zouden opleveren voor het inmaken van vis.
Dit bleek echter wel een beetje tegen te vallen, dus werd het de basis voor de slavenhandel en er werd veel gesmokkeld. Toen de slavenhandel voorbij was, kwam er een olieraffinaderij op Curaçao, omdat de olie uit Venezuela alleen daar goed aangevoerd kon worden. Vanuit Curaçao kon het dan de hele wereld over. Het ging goed met Curaçao. Er kwam in 1936 ook een raad, de staten van Curaçao, met 15 leden, waarvan 5 gekozen door de Nederlandse regering. De andere 10 leden werden gekozen door 5% van de bevolking. In 1948 werden alle staatsleden gekozen door de bevolking.
In 1954 kregen de Antillen zelfbestuur. Ieder eiland kreeg een eigen bestuur, en alle eilanden samen ook nog de staten van Curaçao. Nederland is nog steeds verantwoordelijk voor de buitenlandse politiek en defensie. Aruba kreeg in 1986 een aparte plaats in de regering. Dit is in het kort de geschiedenis van de Nederlandse Antillen. Dit heeft nu nog steeds invloed op de cultuur van de Nederlandse Antillen. Want, zo bleek uit een onderzoek in 1998, de Antillen bestaan niet. Het is fictie, bedacht door Nederland.

Onderzoek
Eind 1997 en begin 1998 hielden drie universiteiten van de Nederlandse Antillen, samen met het Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde in Nederland, een grootschalige enquête onder de Antilliaanse bevolking. Er werden ruim 2500 mensen ondervraagd, van alle eilanden. Deze enquête is later nooit meer herhaald.
De Antilliaanse bevolking bestaat uit zo’n 60 nationaliteiten, en die voelen zich allesbehalve één volk. Veel Antillianen vinden dat. Ik citeer even een zin uit de reacties van mensen op dit onderzoek: “De Antillen, dat zijn een paar eilanden die niets met elkaar te maken hebben, samengeraapt door een koloniale meester die zich daarna nooit meer heeft ingespannen voor de vorming van een natie.” En zo denkt het grootste deel van de Curaçaoënaars (Antillianen is dus eigenlijk fout), erover, zo’n 66%, dus bijna tweederde. En daar woont toch het overgrote deel van de Antilliaanse bevolking.
Om het voor de overzichtelijkheid maar bij Curaçao te houden, 69% vond dat Nederland de komende twintig jaar nodig is om de democratie op de Antillen te garanderen. 85% vond dat Nederland garant moet blijven staan voor rechtspraak en democratie. Ruim 50% vond dat Nederland zich niet teveel bemoeide met het bestuur van de Antillen. 80% vond dat Nederland controle moest uitoefenen op het financiële beleid van de Antilliaanse regering. 94% vond dat Nederland de Antillen financieel moet blijven steunen. Dus de Antillianen hebben Nederland nodig en willen de situatie graag houden zoals het is.
Men wilde zelfs graag nauwere banden met Nederland, vooral de kleinere eilanden, op Bonaire 65%, op Saba 54% en op Sint Eustatius 72,2%. Dit is helaas een enquête van 7 jaar geleden, maar er zijn dus geen andere enquêtes voorhanden.
Maar in de politiek op de Antillen hoor je juist vaak, dat ze vinden dat de Antillen onafhankelijk moeten worden van Nederland. De bevolking denkt hier dus heel anders over. Daaruit kun je concluderen, dat de verdeeldheid op de eilanden groot is, en er dus geen echt, eensgezind, Antilliaans volk bestaat.

Volk
Dat betekent ook, dat er geen echte, oer-Antilliaanse cultuur bestaat.
Veel Antillianen zijn opgevoed met het idee, minderwaardig te zijn aan andere volkeren, omdat ze in de minderheid waren. En ook weer door de koloniale geschiedenis. Dit vertelt de Antilliaanse socioloog Roland Antonius.
“Het karakter van ‘de’ Antilliaan wordt hooguit gekenmerkt door een diepgeworteld minderwaardigheidsgevoel, veroorzaakt door de koloniale geschiedenis. Een voorbeeld is het Papiamentse gezegde dat, vertaald, luidt: de stem van de ezel komt nooit in de hemel terecht. En die ezel is het Antilliaanse volk, de hemel zijn de hoogverhevenen, de rijken. En met dat soort negativisme moet je dan opgroeien.” De Antillianen hebben namelijk jarenlang als slaaf moeten werken. Ze zijn dus gewend dat ze, als zwarte zijnde, nederig moet zijn aan je meester, de blanke. Dit wordt van generatie op generatie overgedragen.
Verder vergrijst de Antilliaanse bevolking ook zeer snel. Op Aruba komen bijvoorbeeld steeds minder jongeren, terwijl er een hele grote generatie ouderen is. Die jongeren moeten straks allemaal voor de ouderen gaan zorgen, want op de Nederlandse Antillen is het gebruikelijk dat je je vader, moeder, opa, oma, ooms en tantes in huis neemt als ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. En als je dan ook nog eens heel weinig verdient, dan moet je wel andere, vaak criminele dingen gaan doen om aan geld te komen. En bolletjesslikker worden is op zich niet zo moeilijk. Dat is natuurlijk ook een cultuuraspect. Het is gemakkelijk om crimineel te zijn, omdat veel mensen daar al crimineel zijn. Je kunt je dus gewoon aanmelden bij een adresje, waarschijnlijk weet iemand uit je buurt er vast wel eentje, en dan word je misschien uitverkoren om mee te gaan en een hoop geld te verdienen. Tenminste, als alles goed gaat. Dan heb je weer een tijdje minder zorgen.

Andere landen
Verder heeft de ligging van de Antillen ook te maken met de komst van bolletjesslikkers. De Antillen liggen precies tussen de leveranciers uit Zuid-Amerika en de aanvragers van cocaïne in Nederland. Want uit onderzoek in 2002 bleek dat Nederland, samen met Spanje, het land is waar de meeste drugs worden ingevoerd. Vanuit Nederland worden de drugs over heel Europa verspreid. Vanuit Zuid-Amerika wordt de cocaïne aangevoerd naar de drugsbaronnen, die vaak een huis met privé-strand bezitten. Van daaruit wordt alles geregeld. De bolletjesslikkers krijgen het spul daar naar binnen, vlak voordat ze gaan vliegen. De Antillen zitten als het ware tussen twee vuren in. Want als de politie alleen de Zuid-Amerikaanse drugsvervoerders op gaat pakken, krijgen ze te maken met de drugsbaronnen, die niet willen dat ze alles kwijt raken, en met de Nederlandse regering, die niet wil dat de bolletjesslikkers naar hen toe komen, maar als ze de bolletjesslikkers aan gaan pakken, krijgen ze weer problemen met de mensen op het eiland, die vinden dat ze alleen maar de Antillianen zelf aanpakken, en niet de grote drugsbaronnen of de mensen uit Zuid-Amerika.
De komst van de bolletjesslikkers heeft dus ook te maken met de Nederlandse en de Zuid-Amerikaanse samenleving. De Nederlandse samenleving was lange tijd te laks om iets aan het probleem te doen, terwijl heel veel andere landen drugsinvoer streng controleerden. Daarom komen de bolletjesslikkers naar Nederland.
En de Zuid-Amerikaanse regering doet ook te weinig aan het cocaïneprobleem, maar daar heb je, nog meer dan op de Antillen, een wijdverbreid cultuurprobleem en een slechte economie.

Dus de culturele achtergrond van de Antillianen heeft wel degelijk iets te maken met de komst van bolletjesslikkers naar Nederland.
De Antillianen zijn niet eensgezind, er bestaat geen echt, geïntegreerd Antilliaans volk, dit heeft tot gevolg dat de mensen van andere culturen langs elkaar heen leven. Er is dus weinig sociale controle van de bevolking en er wordt je ook geen etiketje opgeplakt als je bolletjes slikt. „Die slikt bolletjes, daar mag je dus niet mee om gaan,“ wordt daar niet gezegd. Daardoor is het gemakkelijk om mensen te vinden die bolletjes willen slikken.
De politiek is instabiel, doordat er veel culturen zijn, die veel verschillende meningen hebben.
Verder heeft de leefwijze ook te maken met de komst van bolletjesslikkers. Want als je in je eentje een heel gezin en je ouders moet onderhouden, moet je op een gegeven moment toch iets doen, om geld te verdienen. Dat betekent dus vaak: het criminele pad op.
Ook andere culturen hebben te maken met de komst van bolletjesslikkers. De Nederlandse cultuur heeft ervoor gezorgd, dat de bolletjesslikkers nu massaal naar Nederland komen, omdat er daar niet zo‘n streng drugsbeleid is. En de Zuid-Amerikaanse cultuur zorgt ervoor dat de Antillianen niets anders kunnen dan afwachten totdat er eindelijk eens iets gedaan wordt aan de toevoer.

Visie van de politieke partij D66

D66 is tegen het slikken van bolletjes. Ze denken dat als er meer, beter en consequent gecontroleerd wordt, zou de toename van bolletjesslikkers veel minder worden.

Het terug sturen van drugskoeriers met een dagvaarding is geen goed alternatief. Het maakt op de kleine gemeenschap op de Antillen en in Suriname geen indruk. De koeriers worden weer als pakezel gebruikt of andere drugkoeriers zullen door de drugsorganisaties gevraagd blijven worden en naar Nederland blijven vliegen. Daarom is opsluiten en berechten noodzakelijk om de rechtsstaat geloofwaardig te houden.

D66 vindt preventie veel belangrijker. Wil de problematiek wezenlijk worden aangepakt, dan zal toch iets gedaan moeten worden aan het verbeteren van de leefomstandigheden van veel van de mensen in de Nederlandse Antillen en Suriname. De armoede moet aangepakt worden. Daarnaast moeten de drugsorganisaties goed worden aangepakt.

D66 vindt het niet goed als de bolletjesslikkers met meerderen in een cel zitten. D66 is het er niet mee eens dat bolletjesslikkers geen rechten hebben op de normale detentiezorg omdat er te veel celtekort en personeelstekort is. De mensen zouden dan geen bezoek kunnen krijgen, geen sport, geen geestelijke verzorging en geen dagbesteding. D66 vindt het wel belangrijk dat de mensen die de cocaïne smokkelen wel zoveel mogelijk moeten worden gestimuleerd om iets van hun leven te maken. Ze vinden het belangrijk dat de Nederlandse Antillen en Suriname moeten worden geresocialiseerd. Ze vinden het dus belangrijk dat de regering ervoor zorgt dat de meeste faciliteiten worden gegeven.

Ze hebben ook moeite met het feit dat de particuliere beveiligers die nauwelijks praktijkervaring hebben en hooguit een snelle cursus achter de rug hebben, deze moeilijke groep drugskoeriers moeten begeleiden. Het zou niet verantwoord zijn om die mensen te laten bewaken.

De overheid heeft de plicht actief tegen drugsgebruik te waarschuwen en daar actie tegen te ondernemen. Het drugsgebruik neemt erg toe, D66 wil graag deze geluiden internationaal in discussie te brengen. Om na te gaan of de enorme krachtinspanningen om handel in harddrugs tegen te gaan wel effectief zijn. Nederland is ook lid van de antidrugsverdragen.

D66 is van mening: hoe betere controles des te groter de pakkans. Hoe groter de pakkans, des te geringer is het animo om naar Schiphol te vliegen. Het blijkt ook dat dit werkt omdat vaker 100% controleactie op de risicovluchten is gehouden en toen werden er meer drugskoeriers gepakt. 100% controles werken dus en de koeriers weten dat ze er niet door komen.

Kortom D66 wil dus dat er scherpere controles moeten komen op de risicovluchten. Ook moeten de koeriers niet worden terug gestuurd want dan worden ze alleen maar nog een keer gestuurd. Er moet iets gebeuren aan de situatie in de Nederlandse Antillen en Suriname. Ook hebben de bolletjesslikkers net zoveel recht op dezelfde behandeling in de gevangenis als andere gevangenen.

Dit is de brief die wij woensdagavond kregen van D’66:

De bolletjesslikkers smokkelen cocaïne naar Nederland omdat ze hopen op die manier binnen korte tijd veel geld te kunnen verdienen. Vaak zijn het mensen die niet veel geld hebben en daarom "bezwijken" voor het aanbod dat drugshandelaren hen doen. Bovendien is nu dus gebleken dat de controle en vervolging van deze smokkelaars in Nederland lange tijd lange tijd niet goed was.
Het probleem bestaat al langer, maar pas sinds afgelopen zomer is duidelijk dat de douane op grote schaal smokkelaars liet lopen. In de maanden daarop is de discussie losgebarsten.

De regelgeving is op 2 manieren belangrijk veranderd. Er is een wet gekomen die het mogelijk maakt om meer dan 1 persoon op een cel te plaatsen, zodat alle bolletjesslikkers ook echt achter de tralies kunnen worden gezet. Er is ook een wet gekomen die het mogelijk maakt dat de politierechter in zijn eentje in rechtzaken kan beslissen waar vroeger drie rechters over besloten, zodat de bolletjesslikkers sneller veroordeeld kunnen worden. D66 is tegen deze wetswijzigingen. Door meer dan 1 gevangene op een cel te plaatsen krijg je vaak agressie op de cel, en dat is een te zware belasting voor de gevangenisbewakers die toch al te veel werk met te weinig mensen moeten doen. D66 vindt ook dat je de kwaliteit van de rechtspraak niet mag opofferen omdat er meer zaken komen. Minister Korthals van Justitie had het probleem veel eerder moeten zien aankomen en hij had moeten zorgen dat er voldoende celcapaciteit en voldoende rechters waren. Ook op de Nederlandse Antillen, waar de meeste bolletjesslikkers vandaan komen, wordt geprobeerd om te voorkomen dat de bolletjesslikkers de grens over komen. De Antillen krijgen daarvoor hulp van Nederland. Toch loopt de controle daar nog niet echt goed. D66 wil verbeteringen op dit terrein

Met vriendelijke groet,

Tina Schulte Voorlichting D66
070 - 35 66 023
Postbus 660 - 2501
CR Den Haag

Conclusie

Het probleem was dus de bolletjesslikkers. Zij vormen een probleem, omdat de bestrijding van deze bolletjesslikkers geld kost.
Het probleem werd kleiner, nadat de regering in 2002 een noodwet heeft ingesteld, zodat de bolletjesslikkers makkelijker gepakt kunnen worden.
De belangrijkste oorzaken van dit probleem zijn de armoede op de Nederlandse Antillen, de culturele achtergrond van de Antillen en van Nederland, en de regelgeving in Nederland (of in ieder geval: zoals die regelgeving was).

Het beleid van het Koninkrijk Nederland is gericht op de vliegvelden omdat de bolletjesslikkers met het vliegtuig vaak naar Nederland komen. Het drugsbeleid is veel minder streng dan in de rest van de wereld.
De economische voordelen voor bolletjesslikkers om naar Nederland te komen, zijn vooral het geld en het goede drugsnetwerk in Nederland. Het gevaar is echter dat ze doodgaan of gepakt worden. Nederland kost het alleen maar geld om de bolletjesslikkers op te sporen en te berechten.
De cultuur van het Koninkrijk Nederland is ook een oorzaak van de komst van bolletjesslikkers. Want doordat er geen echte Antilliaanse cultuur bestaat, is er weinig controle-binding en ook bijna geen etikettering van bolletjesslikkers, want er zijn heel veel mensen die daar het criminele pad op gaan. Ook de leefwijze draagt bij aan de komst van bolletjesslikkers, om een heel gezin te onderhouden, moet men vaak meer geld verdienen, dus gaat men sneller criminele dingen doen.
Ook de Zuid-Amerikaanse cultuur heeft hier iets mee te maken. Zij berechten namelijk de cocaïnetelers te weinig, waardoor de toevoer naar de Antillen alleen maar groter wordt.

Het antwoord op de hoofdvraag: Waarom komen de bolletjesslikkers ondanks de verscherpte controles toch naar Nederland? Is dus:
- Het drugsbeleid is minder streng dan het beleid in de rest van de wereld en het drugsnetwerk is goed.
- Er valt veel geld mee te verdienen.
- Er is weinig controle-binding en etikettering, wat de mensen alleen maar aanzet om bolletjesslikker te worden.
- De Zuid-Amerikaanse cultuur dwingt de Antillianen tot het vervoer van cocaïne.

Hier volgen de meningen van ons over het onderwerp bolletjesslikkers.

Jela
Ik vind dat er meer gedaan moet worden aan de economische situatie in de Nederlandse Antillen en Suriname. Als dat gedaan wordt dan hebben de mensen het daar beter en dan zijn ze minder snel bereid om bolletjes te slikken en naar Nederland te smokkelen.
Ook vind ik het goed dat er meer veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Zo zorg je ervoor dat de drugshandel in Nederland wordt tegengewerkt. Juist omdat de handel in Nederland zo groot is vind ik dat goed.
Ik vind alleen dat ze de bolletjesslikkers niet al te hard moeten aanpakken omdat zij vaak in armoede leven en dit een kans is om snel geld te verdienen. Vaak weten ze niet wat de gevaren zijn van het slikken van de bolletjes. Ook worden ze vaak gedwongen. Ik vind juist dat ze de dealers die er achter zitten moeten proberen op te sporen. Zij verdienen er uiteindelijk het meeste geld mee en zij zijn degenen die alles regelen. De bolletjesslikkers zijn tussenpersonen en niet degene die er daadwerkelijk achter zitten.

Eveline
Ik vind dat de bolletjesslikkers meer moeten worden aangepakt op de Antillen zelf. Want als ze allemaal pas in Nederland gepakt worden, is er ook geen houden meer aan als er elke dag 25 bolletjesslikkers komen. Daar is veel te weinig ruimte voor. Daarom vind ik de pre-flight controles heel goed, dan weet je tenminste welke mensen er in het vliegtuig zitten en welke mensen misschien bolletjesslikker zijn.
Ook vind ik dat de handel in Nederland teruggedrongen moet worden. Hierdoor zorg je ervoor, dat Nederland steeds minder aantrekkelijk wordt om drugs naar te vervoeren, zodat er minder bolletjesslikkers komen.
Verder vind ik, dat de mensen op de Antillen allemaal een beetje meer op zichzelf mogen vertrouwen. Als die cultuur werkelijk zo zwak is, als uit het onderzoek bleek dat ik behandeld heb, dan moeten alle mensen op de Antillen op een hoe-leer-ik-mijn-zelfvertrouwen-op-te-peppen-cursus, beginnend op scholen. Want pas dan wordt er iets gedaan aan de zwakke cultuur van de Antillen. Dit zou ook bij kunnen dragen aan het voorkomen van andere vormen van criminaliteit.
Ook zouden de Antillen misschien een ander exportproduct dan cocaïne kunnen produceren, zodat de economie weer een beetje op poten komt.

Anke
Ik vind dat Nederland het bolletjesslikkersprobleem verkeerd aanpakt. Nu proberen ze de drugkoeriers te onderscheppen. Ze proberen het probleem nu op een indirecte manier aan te pakken, terwijl als ze achter de drugsorganisaties aan gaan het veel effectiever zou zijn. Als je de drugskoeriers oppakt, dan stop je wel de drugshandel op dat moment richting Nederland, maar de drugsorganisaties zullen altijd weer andere manieren vinden om de drugs te smokkelen. De drugskoeriers zijn alleen maar kleine pionnen in hun grote spel. Als je het probleem dus bij de kern aanpakt zal het dus effectiever zijn dan alleen het tegen houden van de drugskoeriers. Dit kost namelijk veel geld, tijd en moeite en het resultaat is minder goed, dan als je achter de kern van het probleem aan zou gaan. Dit kost ook veel geld, tijd en moeite, maar als het eenmaal gelukt is dan ben je wel mooi van het probleem af. Nu is dat niet zo het geval, de regering bedenkt allemaal maatregelen om drugskoeriers tegen te houden en wordt de drugshandel ook tijdelijk minder totdat de drugsorganisatie weer nieuwe wegen hebben gevonden voor hun handel en dan heb je weer een nieuw probleem. Natuurlijk komt het ook door het minder strenge drugsbeleid van Nederland. Ze riskeren het liever om drugs te smokkelen naar Nederland, dan naar een ander Europees land omdat hier de straffen minder hoog zijn. Als Nederland een strenger drugsbeleid zou hebben, zou de handel van drugs naar Nederland ook minder worden. Ik vind dat Nederland op dit moment wel goed bezig is met hun beleid om bolletjesslikkers tegen te houden en het is ook best effectief, maar als ze nou eens doen wat ik hierboven heb verteld dan zouden ze een keer helemaal van het drugsprobleem af zijn.

Reflectie

De opdracht die wij moesten maken, ging best goed. Over het onderwerp was veel informatie te vinden. Alleen voor de deelvraag van Jela moesten we wel langer zoeken, want daar viel bijna niets over te vinden.

Het formuleren van de hoofd- en deelvragen was vrij pittig, we hebben er een hele middag over gedaan, dat zijn ongeveer 3 uurtjes, om in totaal 4 vragen te verzinnen, die we later weer afgekeurd hebben, omdat Eveline in 4 minuten betere vragen kon bedenken (is niet bedoeld als opschepperij).

Het zoeken van informatie die specifiek over de deelvragen ging, was bij Jela dus moeilijker. Maar we hebben er met zijn allen aan gewerkt, en Jela heeft toch alles bij elkaar genoeg informatie kunnen vinden.

Het contact met de politieke partij D’66 verliep goed. We hebben vrijdagmiddag een e-mail gestuurd, en we kregen er woensdagmiddag een terug. Dat is dus 3 werkdagen, wat op zich best snel is. We konden het alleen niet meer in het verhaal verwerken, dus hebben we de brief eronder gezet.

Het uitwerken op de computer verliep niet helemaal volgens plan, omdat Eveline’s computer er ineens mee ophield toen we het bijna af hadden. Gelukkig had iedereen zijn eigen deel nog en Eveline had het op klad staan, dus is het uiteindelijk toch nog allemaal gelukt, alleen niet op de precieze inleverdatum.

Al met al vonden we het een leerzame opdracht, we weten nu veel meer over bolletjesslikkers en we kunnen nu ook echt een duidelijk beargumenteerd standpunt innemen, omdat we er zoveel over weten. Het was niet zo leuk om eraan te werken, maar we zijn trots op het eindresultaat.

Literatuurlijst

De belangrijkste websites die wij gebruikt hebben, zijn:

www.nrc.nl ? dossiers
www.d66.nl
www.google.nl ? zoeken op bolletjesslikkers

en een aantal artikelen die via acrobat reader gaan, zoals bijvoorbeeld het stuk over de noodwet, waar wij een deel uit gebruikt hebben (die was nl. 46 bladzijden).

We kunnen niet alle sites meer achterhalen, en het is ook onzin om die hier allemaal op te gaan zetten met een hoop / en – en getallen erin.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.