Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Neo

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Tentoonstelling door een scholier
  • 4e klas vwo | 788 woorden
  • 24 juni 2004
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Cultureel Activiteit 4: Neo- tentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht Neo betekent 'opnieuw.' In deze tentoonstelling worden dingen hergebruikt van iets dat al bestaat. Dat kan een stijl, object, functie of een techniek zijn. De industrie heeft hierin een grote rol in gespeeld en daarom ook 250 jaar neo ( dit is het tijdperk waarin de industrie zich heel erg ontwikkelde). In de tentoonstelling gaat het erg om rococo en gotiek. Veel dingen in de tentoonstelling zijn nog nooit eerder vertoond, want ze zouden niet origineel genoeg zijn. Proloog, Typologieën: De gebruiksfunctie bepaalt vaak het type en bezit vaak ook een waarde. Zo hoort de kerk bij de gotiek. In de 19de eeuw ontstaan er hele nieuwe dingen en vraagt men zich af, welke waarde en welk type erbij hoort. Ondanks dat er velen zijn die vinden dat op nieuwe dingen geen oude stijlen mogen worden toegepast, zie je het steeds terug.
Zaal 1, Natuur: In het midden van de 18de eeuw kwamen er overal dierentuinen; rijke mensen verzamelden allemaal exotische dieren en bloemen. Ook kwam het terug op de porselein en aardewerk. De vogels waren ook populair als afbeelding op een klok. Maar ook minder populaire dieren zoals kwallen en slakken werden heel nauwkeurig nagemaakt en werden gebruikt op de universiteit. Zaal 2, Meesterwerken: Neo is belangrijk voor meesterwerken. De echte kunstwerken worden gekopieerd of iets veranderd. Zo bleef 'bedreigde' kunst in leven en kon het grote publiek er ook van genieten. Ook kan het een soort ode aan de kunstenaar/ het kunstwerk zijn. Het neo zorgt er ook voor dat het origineel en het kopie steeds minder op elkaar lijken. Zaal 3, Rococo: Met Napoleon herleeft de rococo. De neorococo is vooral terug te vinden in meubels en mode. Het is te herkennen aan de vele krullen en andere accessoires en de afbeeldingen met schelpen, planten en dieren. De neorococo lijkt erg veel op de 'oude' rococo, het verschil zit 'em in de industriële materialen en technieken. Zaal 4, Klassiek: De kunst uit de Oudheid is het meest gebruikt voor neo, uit alle perioden zijn dingen terug te vinden die terugwijzen naar de Romeinen en Grieken. Soms gaat het om kleine details en andere keren om grote kopieën. In de tentoonstelling kom je verkleinde versies tegen. Zaal 5, Gemengd: Vaak zijn er in een kunstwerk meerdere stijlen te vinden; een nieuwe stijl oftewel eclecticisme. Vroeger dacht men dat dit zou leiden tot het volmaakte kunstwerk. Later vond men dat eclecticisme gewoon een gebrek aan creativiteit was. Nu komt men daar weer op terug. Zaal 6, Barok: In de 18de eeuw kwam de barok naar voren door middel van meubelen die van duur hout gemaakt en met dure half-edelstenen waren ingelegd. Halverwege de 19de eeuw kwam de b

arok terug door uitbundige versieringen van meubelen. In de 20ste eeuw gaat dat door alleen dan door het gebruik van eigentijdse materialen. Zaal 7, Gedekte tafels: In deze zaal kon je twee gedekte tafels zien, geen borden en bestek, maar échte tafelstukken; enorme pannen en vazen. De ene was een neo-klassiek, de ander was neo-rococo. Het is beide afkomstig van de laatste Duitse keizer. Zaal 8, Exotisme: De Chinese kunst is eeuwenlang belangrijk geweest voor de westerse kunst. Een typische Chinese kunstvorm en toch ook een typische neo-vorm is 'Art Celeste': lakens, kleding, schoenen, geld, auto's en huizen worden nagebootst in papier. Bij de Chinezen hangt het ook weer samen met (bij) geloof: deze objecten worden met de dode verbrand. Zo heeft diegene wel spullen mee, maar de achtergeblevenen zijn hun goederen ook niet kwijt. Zaal 9, Gotiek: Aan het eind van de 19de eeuw had men zo'n hekel aan de industrialisatie dat men de neogotiek wilde; de ambachtsman was een lopende-band-werker geworden. Men dacht met liefde terug aan de middeleeuwse gilden. De religieuze neogotische voorwerpen zijn vaak exacte kopieën. Bij de gewone gebruiksvoorwerpen is de gotiek iets verder te zoeken. Eigen mening: Deze tentoonstelling vond ik vreselijk. Dat kwam ook door de slechte presentatie. Ook heeft het te maken dat ik dit te kitscherig vond. Er waren allemaal kasten verhoogd aan beide kanten naast elkaar gezet. En dan moest je jezelf gaan wijsmaken dat je in Venetië was en dan waren de kasten huizen en zat jij in zo'n bootje ( om die sfeer te benadrukken was er licht uit Venetië?). Die kasten waren van Willem III en hij had ze niet gekocht als huisjes uit Venetië, dat hebben de mensen van de tentoonstelling zo gedaan. Ik vind dat geen Neo. Er stonden op zich wel mooie dingen bij, maar het was moeilijk om er de samenhang met Neo in te vinden. En die mevrouw bracht het niet leuk, was zelf niet enthousiast. Het is jammer, maar dit museum is beslist niet aan te raden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.