Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Honderdjarige Oorlog

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1857 woorden
  • 24 mei 2001
  • 180 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
180 keer beoordeeld

Inleiding Vraagstelling Ik heb diverse “sub” vraagstellingen. Maar de belangrijkste is toch: “Waarom verloren de Fransen bij Crécy en Poitiers?” Ik ben van tevoren eerst gaan beschouwen. Met beschouwen bedoel ik: “Wat was de aanleiding”, “Wie waren er bij betrokken”, “Hoe zagen de strijdkrachten eruit.” En als laatste de conclusie waren ik vertel waarom de Fransen nou eigenlijk van de Engelsen verloren. Korte motivatie Ik heb het onderwerp gekozen omdat ik het interessant vond natuurlijk. Maar ik heb ooit eens een jeugdboek gelezen dat over de honderd jarige oorlog ging. Dat is me nog steeds bij gebleven. Ik vond dat een enorm interessant boek. Maar er is nog een reden, ik heb wel wat met die Fransen. Waar heel europa een hekel aan heeft, moet ik weer aardig vinden, ik weet dat het raar is. Maar al eeuwen lang strijd heel europa tegen Frankrijk, die mensen hebben gewoon hun eigen trots, traditie en eer gevoel.
Hoe is het betoog opgezet? Ik heb het hierboven al een beetje verteld, maar ik zal het nog een keer uitleggen. Eerst kijken we naar de oorzaak, dat vind ik wel heel belangrijk. Hoe gebeurt iets, dat zijn altijd de wortels van het probleem en de oplossing. Vervolgens gaan we kijken wie er schuld heeft, wie bemoeit zich er mee. Kortom wat zijn de partijen en wat voor een rol spelen die in de oorlog. Want dat kan al een heel stuk helpen bij het trekken van een conclusie! Daarna bekijken we hoe de strijdkrachten in elkaar zaten. Is er een groot verschil? Ook dit helpt bij het trekken van een conclusie. Want als de strijdkrachten ongelijk zijn verdeeld, dan is de oorzaak van het verliezen van een oorlog of slag al heel makkelijk te beargumenteren. En als laatste bekijken en beschouwen we de veldslagen bij Crécy en Poitiers. Met de gegevens die we daar behandelen, gecombineerd met die we daar voor hebben besproken kunnen we een goede conclusie trekken. Gebruikte Literatuur Behalve het boek dat ik van u had gekregen was het heel moeilijk om een boek te vinden die hoofdzakelijk over de honderd jarige oorlog ging. Daarom moest ik mijn gegevens allemaal bij elkaar sprokkelen, uit encyclopedieën en naslagwerken uit de middeleeuwen! Primaire literatuur “De Honderd Jarige Oorlog” Auteur: Prof. Dr. M. Mollat
Aanvullingen: “Grote Winkler Prins Encyclopedie” “Over Hellebaarden Donderbussen en Huurlingen” “Wereld Geschiedenis” “Geschiedenis van Europa” “De eeuw des onheil: 1300-1400” Wat was de aanleiding die leidde tot de honderdjarige oorlog? Aanleiding tot het uitbreken van de honderd jarige oorlog was een dynastiek conflict (gevecht om een troon). Het Franse koningshuis (van Capetingen) was uitgestorven. Het Franse parlement bood de troon aan Filips VI van het huis van Valois. Maar het probleem was dat Eduard III ook aanspraak maakte op de Franse troon. Eduard was namelijk een zoon van de dochter van de Franse koning Filips (Isabella van Frankrijk). Volgens de Fransen zou Eduard nooit enige troon aanspraak kunnen maken omdat de Fransen erfelijkheid via de vrouwelijke lijn niet erkennen. Eerst hield Eduard zich in, omdat hij bang (en jong) was dat Guyenne ingenomen zou worden. Eduard was echter al lang ziedend op Frankrijk omdat die zich continu bemoeide met Franse inmenging in Vlaanderen. Maar ook omdat Frankrijk altijd bereid was om steun te geven aan Schotland. Acht jaar later pakte Eduard zijn koninklijke aanspraken weer op. Dit leidde inderdaad tot inname van Guyenne. Als resultaat volgde tal van militaire acties op het continent. Wie waren hier bij betrokken? Er waren in deze strijd verschillende partijen betrokken. Natuurlijk de twee koningshuizen van Engeland en Frankrijk. Voor Frankrijk stonden in de ring: Filips II (Filips de Schone) Jean II (Jan de Goede), Charles V (Karel de Wijze). Maar bij Engeland was het ook niet misselijk: Eduard III en Eduard van Woodstock (“The Black Prince”). De koningen en prinsen hadden ook hun veldheren. De Fransen hadden iemand van lage adel (dat is een heel lang verhaal) Bertrand du Guesclin. Later werd hij de connétable van Frankrijk. Connétable staat voor de hoogst rang in het Franse feodale leger. Du Guesclin was een van de raadgevers van de koning. En aan Engelse zijde was dat: Sir John Chandos, Hendrik van Lancaster, Robert Knolles en de Graaf van Warwick. Beide landen hadden ook bondgenoten. Voor Frankrijk was Spanje (behalve Navarra) met Henry van Castilië een goede bondgenoten. En voor Engeland waren de Vlaamse, Duitse en Nederlandse landen goede bondgenoten. Deze bondgenoten van Engeland waren zeer ongunstig voor Frankrijk. Al deze noordelijke landen zijn een perfecte uitvalsbasis! Hoe zagen hun strijdkrachten eruit? Van vechten hadden de Engelsen duidelijk meer kaas gegeten dan de Fransen. De Fransen wisten alleen maar waar hun eer voor stond: slag leveren. De Engelsen waren veel slimmer en hechten niet zo veel waarden aan hun tradities en eer. Het gerucht gaat zelf dat hun topaanvoerder (Robert Knolles) een zwerver was geweest. De Fransen vielen ook altijd aan in dezelfde formatie aan: “en masse”. Dat hield in dat je jouw leger in drie verschillende groepen opdeelde. Deze zouden allemaal in formatie (slagorde) aanvallen. Eduard had zelfs ook besloten boeren als voetvolk te gebruiken, want een boer met een longbow (boog) was een dodelijk moordwapen voor de ridders te paard. De Fransen hadden ook Genuese kruisbogen. Maar die waren lang niet zo snel te herladen dan de handbogen. De handbogen konden 6x zo snel herladen! Ook besloot de Engelse Koning wel eens dat alle ridders van hun paard moesten af stappen, om mee te vechten met het voetvolk. Als ze dit weigerde stond de doodsstraf boven hun hoofd. Want de Engelse ridders wisten ook hoe het voetvolk werd afgeslacht. De Engelse ridders toonden zich superieur omdat ze meer discipline hadden en makkelijker principes lieten vallen. Ofschoon ze zich zelf nog als feodaal leger zagen moesten ze wel veel principes over boord gooien. Het “precedent”, eenmaal geschapen, was bezig zich als een regel te vormen. Het afstijgen van het paard werd gezien als een teken van ridderlijkheid. Een opvatting die tegenwoordig als grondslag ligt voor de moderne officierenopleidingen.
Waarom verloren de Fransen bij Crécy en Poitiers? Zoals we in hoofdstuk 3 gezien hebben zijn de twee legers best aan elkaar gewaagt. Maar hoe pakte zich dat in de praktijk uit? De Fransen hebben flink op hun falie gekregen bij Crécy, de meeste weten dat wel. Waarom? De slag bij Crécy 1346 De dag van de slag was op 26 Augustus 1346. Het was dus net zomer geweest. De Engelsen hadden ongeveer 14.000 mensen in hun leger. Daar van waren ongeveer 10.000, boogschutters. Philips was met veel meer man dan Eduard hoeveel is onbekend gebleven. Philips wist ze nog maar net af te snijden, na een lange snelle en vermoeiende mars. Toen Eduard wist dat hij niet langer kon vluchten voor de steeds sneller optrekkende Fransen, besloot hij zich te verschansen op een heuvel bij Crécy. In theorie waren de Fransen dus ver in het voordeel. Niet alleen hun numerieke hoeveelheid was in het voordeel hun soldaten waren ook nog eens meer bekend met het terrein! Het leek die dag of het onheil de Fransen achtervolgde. Plotselinge regenval had de pezen van de Genuese boogschutters doen doorweken, waardoor hun veerkracht verloren ging. De Engelse schutters hadden het bevel gekregen hun pezen van hun bogen te halen en onder hun helm te stoppen. Het Engelse leger stelde zich op in slagorde op een licht hellend terrein, dat uitstekend diende voor hun plan. De Franse ridders werden twee keer verrast. Eerst door de kanonnen van de Engelsen. Engelsen beschikten over kanonnen genaamd donderbussen. En de tweede keer werden ze verrast door de “tangbeweging” van de Engelse boogschutters. Terwijl de Franse ruiters door de pijlenregen gingen, lag de helft al dood in de greppels. Degenen die niet door zijn eigen volk onder de voet werd gelopen werd doodgestoken door de afgestegen Engelse ridders. Het resultaat van de veldslag was dat het een flinke nederlaag werd voor de Fransen. Deze nederlaag had echter niet gehoeven, de Fransen hadden ze moeten omsingelen en uithongeren totdat de Engelsen zich overgaven (het gevolg van het verlies was het verliezen van een machtige havenstad: Calais). De slag bij Poitiers 1356 Er was al een tijdje een vredesverdrag door de komst van de zwarte dood. De pest had de bevolking van europa gehalveerd! De slag van Poitiers begon toen Eduard twee legers naar Frankrijk zond. Eén van deze legers werd aangevoerd door Eduard van Woodstock, de oudste zoon van de koning. Het eerste leger vertrok van het westen terwijl het tweede uit het noorden vertrok. Het was de bedoeling dat de twee legers elkaar zouden ontmoeten voor een plundertocht. Terwijl de Zwarte Prins noordwaarts trok om aansluiting te zoeken, keerde hij terug richting Bordeaux, waar hij vernam dat hij werd achtervolgd door een veel grotere Franse legermacht. Want de Franse koning snapte ook dat hij aansluiting van deze twee moest verkomen! De Fransen achterhaalden de Engelsen op 17 September in de buurt van Poitiers. Het geluk was wederom met de Engelsen, twee kardinalen hadden uitstel gevraagd, zij wouden op zondag geen bloed vergieten. Dit is natuurlijk super hypocriet want wat is het verschil? Dit gaf de Engelsen weer de kans uitgebreid een positie te kiezen en zich daarin te verschansen. De Engelsen verschanste zich in een bos- moerasachtig gebied, dat ongeschikt was voor de Fransen cavalerie. Weer waren de Engelse boeren met hun handbogen die de eer opeiste, ze handen zich perfect verschanst in kuilen en achter bomen. Het werd een ware slachting voor de Franse ridders. Het treffen duurde in totaal acht uur. Toen de boogschutters hun pijlen afgeschoten hadden, werd het gevecht te voet verder gezet. De overwinning van de Engelsen werd bezegeld met het gevangen nemen van de Franse koning. Conclusie Ik denk dat ik na vier hoofdstukken wel redelijk kan zeggen waarom de Fransen verloren. Daar zijn meerdere oorzaken voor aan te wijzen: 1.)De Fransen hadden gewoon geen geluk! Sommigen zullen zeggen dat geluk geen rol speelt bij het uitvechten van een veldslag maar dat doet het zeker wel. Als het van tevoren niet geregend had dan waren de pezen niet nat geweest. Als er bewolking was geweest dan hadden ze de zon niet tegen gehad. En zo kan ik nog wel even door gaan! 2.)Maar ook een belangrijke oorzaak is dat de Fransen weinig verstand hadden van tactisch oorlog voeren. Oorlog voeren was voor de Franse adel niks anders dan even een paar boeren de kop afhakken. De Engelsen wisten wat ze deden en wat ze moesten doen. Want aan de hoeveelheid soldaten heeft het niet gelegen. Het lag hem aan het idee erachter. Eduard vond het niet erg als hij zijn ridders af moest laten stijgen om met de boeren mee te vechten. Eduard vond het niet erg, als hij een boer een ridder liet doodsteken of dat iemand van adel dat deed. En dat heeft beide veldslagen bepaald. De eeuwige eer en roem stonden bij de Franse adel veel meer voorop dan de overwinning. Literatuurlijst -Atlas van de Geschiedenis-John Haywood -De eeuw des onheils -De Honderd Jarige Oorlog-Prof. Dr M. Mollart -Geschiedenis van Europa-Frédéric Delouche -Over Hellebaarden Donder-H.W. Koch -Wereld Geschiedenis

REACTIES

P.

P.

ik vind dit een fijn/handig verslag.

13 jaar geleden

A.

A.

Hallo,
Ik vind dit een heel erg mooi werkstuk en hij verdient er 4 sterren!!
groetjes, anoniempje!!

12 jaar geleden

N.

N.

Srry dat ik het zeg maar de Franse hebben de Honderdjarige oorlog gewonnen de Engelsen niet.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.