Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Watersnoodramp 1953

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 2903 woorden
  • 9 januari 2004
  • 185 keer beoordeeld
Cijfer 6
185 keer beoordeeld

1 Inleiding Dit werkstuk gaat over de watersnoodramp van 1953 en de Deltawerken. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat de watersnoodramp me nogal aanspreekt en op 1 februari j.l. de ramp herdacht werd. De hoofdvraag van dit werkstuk, de vraag die beantwoord wordt door de informatie in de hoofdstukken, luidt: Wat gebeurde er in Nederland in de rampnacht en de dagen en jaren daarna? In ieder hoofdstuk probeer ik dan een gedeelte van die hoofdvraag duidelijk te maken. In het eerste hoofdstuk wordt wat verteld over de gevolgen van de ramp. Het tweede hoofdstuk gaat over de oorzaken van de ramp en andere stormvloeden worden vergeleken met de stormvloed van 1953. Want waarom had de stormvloed van 1953 grotere gevolgen dan andere stormvloeden? Die vraag wordt verder uitgebreid in hoofdstuk 3, waar het gaat over de stormvloed van 1995 en in hoofdstuk 4, want daar gaat het over de Deltawerken. In dat hoofdstuk ligt de nadruk op de belangrijkste afsluitingen van de Deltawerken en wat het Deltaplan met de ramp te maken heeft. In het laatste hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan de herdenking van de ramp op 1 februari 2003, 50 jaar later. 2 Waarom had de stormvloed van 1953 grotere gevolgen dan andere? De stormvloed van 1953 was de grootste van de vorige eeuw. Dat deze stormvloed zo groot was, kwam door verschillende omstandigheden. De eerste is de windkracht en zijn richting. De wind was toen zeer krachtig en kwam uit het noordwesten. Hierdoor blies de wind loodrecht op de Nederlandse kust, werd het water opgestuwd en zo ontstond een verhoging van de Noordzeespiegel. Door die verhoging ontstond een stormvloed. Zo’n stormvloed is extra krachtig als zon en maan op één lijn met de aarde staan. Dat is het geval vlak na nieuwe maan en volle maan. Dan is er sprake van krachtige eb en vloed en spreekt men van springtij. In de nacht van 31 januari op 1 februari was er sprake van springtij. Naast de stormvloed van 1953 zijn er in Nederland nog meer stormvloeden geweest. In de 20e eeuw telde ons land 21 zeer zware stormvloeden. Op grond van het aantal slachtoffers is de watersnoodramp van 1953 de grootste van de afgelopen eeuw. Toch is deze stormvloed niet de grootste aller tijden. Dat is de St. Elisabethsvloed die de meeste schade aanrichtte in de nacht van 18 op 19 november 1421. Rond de 60, 70 dorpen kwamen onder water te staan. Ruim 10.000 mensen werden slachtoffer van de ramp. De vloed heeft deze naam omdat het de feestdag was van Elisabeth van Thuringen. Bij deze vloed is ook veel meer land onder water geraakt dan in 1953, zo’n 45.000 hectare. Hierbij is de Biesbosch ontstaan. Omdat dit werkstuk vooral over de 20e eeuw gaat, ga ik niet verder op de St. Elisabethsvloed in. In 1993 werden delen van Noord-Brabant en Limburg overstroomd door een andere oorzaak. Door uitzonderlijke regenval in Duitsland, Noord-Frankrijk en de Ardennen stroomden de Maas en de Rijn op een aantal plaatsen over. In het volgende hoofdstuk worden de gevolgen hiervan beschreven. Als je de overstromingen van ’93 vergelijkt met die uit ’53 zijn er natuurlijk redenen te noemen waarom die uit ’53 meer gevolgen had. In ’53 was er een veel groter gebied overstroomd en werden mensen en huizen geteisterd door verschillende krachten: de storm en de sterke stromingen van het water. In ’93 was men technisch gezien beter in staat om mensen in moeilijke situaties te redden. In 1995 werden Limburg, maar ook Noord-Brabant, opnieuw door hoog water getroffen. Gelukkig hielden de dijken het goed en was de schade zeker in Noord-Brabant te overzien.
3 Wat gebeurde er tussen 23-1-’95 en 5-2-’95 in Limburg, precies 42 jaar na de ramp? Er is een heleboel gebeurd in de laatste dagen van januari ‘95 en de eerste dagen van februari ’95 in Limburg. Dat was precies 42 jaar na de ramp. De zorgen in Nederland om het hoge water begonnen op maandag 23 januari. Hier volgt per dag een samenvatting van wat er toen allemaal gebeurde. 23 januari
In Noord-Frankrijk en België had men veel last van aanhoudende zware regenval. De vooruitzichten waren ook niet al te best, want er werd alleen nog maar meer regen verwacht. Hierdoor werden de Nederlandse gemeenten langs Maas gealarmeerd. Vandaag werden er al zandzakken uitgedeeld. 24 januari
Rijkswaterstaat voorspelde vandaag dat het water die dag zou zakken tot woensdagnacht. De voorspelling voor donderdag was minder positief. In de Ardennen was er tussen de 20 en 30 mm neerslag gevallen en na 1½ dag zou dat in Nederland aankomen. Vele bewoners in het betreffende gebied moesten geëvacueerd worden of met ondergelopen huizen rekening houden, maar diezelfde ochtend werd een belangrijke nooddijk voltooid: men besloot even te wachten met evacuatie. 25 januari
Rijkswaterstaat kwam helaas opnieuw met slechte berichten. Het water zou sterk stijgen. Deze voorspelling was het definitieve sein voor actie. Bewoners werden geadviseerd hun huizen direct te verlaten. Wegen konden namelijk overstroomd en dus onbegaanbaar raken. Er waren slechts weinig mensen die het advies opvolgden. 26 januari
In de loop van deze dag steeg het water snel en tegen middernacht stond er bij sommige huizen een halve meter water. Zo’n 1500 mensen hebben besloten hun huizen te verlaten, 3000 stelden die beslissing uit. Minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat verzocht de inwoners van Limburg weg te gaan nu het nog kan. 27 januari
Opnieuw regende het in de Ardennen veel en dus zakte het water maar niet. In Limburg stonden totaal bij 3700 mensen de huizen onder water. Hiervan waren zo’n 700 mensen thuis gebleven. ’s Avonds braken onverwachts 2 dijken door, waardoor 1500 inwoners gedwongen werden weg te gaan. 28 januari
In Limburg maakte de één zich zorgen om de nooddijken, de ander kreeg een dringend advies om de woning voor het einde van de dag te verlaten en de laatste vertrouwde de nooddijken wel en wachtte op een evacuatie-advies. 29 januari
Half 10 ’s ochtends trok men eindelijk echt weg, omdat 1½ uur na het 8-uur-journaal de situatie nog alarmerender was. De voorspelling van Rijkswaterstaat was blijvend hoog water. De evacuatie begon meteen. De bewoners van Venlo werden gewaarschuwd voor een nieuwe vloedgolf die kon ontstaan wanneer de dijken het niet zouden houden. Helaas werd het evacuatie-advies tamelijk massaal genegeerd. ’s Ochtends stroomde bij Venlo het water toch over de dijken: 800 woningen staan onder water, in heel Limburg 2720, er zijn 8685 evacués aan het einde van deze dag. 30 januari
In de vroege middag werd aan de bewoners in Noord-Brabant het advies gegeven dringend te evacueren. Deze keer werd het advies niet genegeerd en wachtte men niet op een latere verplichte evacuatie. Massaal vertrokken 75 duizend mensen. Die avond steeg het peil van de Rijn 1½ cm per uur. 31 januari

Het aantal gedwongen evacués liep op tot ongeveer 210 duizend. De evacuatie verliep wel soepel. Alleen op de rijkswegen zoals bijvoorbeeld de A2 vormden zich vele files, meer niet. 1 februari ’s Ochtends was er nog veel onzekerheid over de toestand van de dijken, maar ’s avonds was duidelijk dat ze het hoogste peil hadden doorstaan. Toch werden 4500 mensen geëvacueerd. Vandaag was het water al doorgedrongen tot 6 provincies. 2 februari ’s Ochtends werden opnieuw 113 duizend inwoners bevolen om hun huizen te verlaten. Gelukkig hoorden zij in de opvangcentra dat de kans bestond dat de mensen in het weekeind terug mochten. 3000 bewoners van zuidelijke gemeentes mochten vandaag al terug en begonnen aan de grote schoonmaak. 3 februari
Vandaag daalde het water overal in Nederland. Toch was dat niet zo’n goed teken. Als het water te snel zakte, konden verzadigde dijken instorten. Vele bewoners mochten terug naar huis, andere moesten nog even wachten tot de volgende dag. De binnenstad van Venlo stond weer droog. 4 februari
Goed nieuws voor vele mensen: vele mensen mochten terug naar huis. De stroom auto’s en treinreizigers kwam direct op gang. 5 februari
Tegen het einde van de middag was 80 % van de evacués terug naar huis. Maandagochtend 6-2 zouden ook de resterende evacués naar huis mogen. Met deze watersnoodramp heeft de Maas een record gebroken. Niet met de hoogste waterstand, maar met de meest langdurige hoge stand sinds 1911. De ramp vond opvalland genoeg plaats in dezelfde week als in 1953. 4 Wat heeft de watersnoodramp met de Deltawerken te maken en wat zijn de belangrijkste bouwwerken van het Deltaplan? Het stelsel van dijken, dammen en bijbehorende kunstwerken, dat Zuidwest Nederland moet beschermen tegen de Noordzee, wordt de Deltawerken genoemd. Dit plan kwam dankzij de watersnoodramp versneld tot stand in 1958, want iedereen was het eens dat zo’n grote ramp nooit mocht meer gebeuren. In heel Nederland waren in 1953 vele steden en dorpen ondergelopen. De afsluitdijk heeft er voor gezorgd dat het Zuiderzeegebied niet veel schade heeft opgelopen. Met de afsluiting van bepaalde zeegaten zou de ramp minder grote gevolgen hebben gehad. De plannen hiervoor lagen al voor de ramp op tafel, want in 1939 was er namelijk al een stormvloedcommissie opgericht die de plannen tot werkelijkheid moest brengen. Dat was eigenlijk ook al best laat, want al in 1916 maakte men zich zorgen om de situatie van het water in Zeeland. Deze afsluitingen lieten helaas langer dan gepland op zich wachten. Dit kwam door de Tweede Wereldoorlog en doordat men niet over de juiste technieken beschikte. Na de oorlog schonk men eerst aandacht aan het eiland Voorne. In de omgeving was veel zout water te vinden, maar er was een gebrek aan zoet water. Daarom bouwde men een dam in het Brielse Gat, de Maas en de Botlek, zodat de Brielse Maas in 1950 een zoetwaterbekken werd. Na de watersnoodramp werd op 18 februari een deltacommissie opgericht. Deze commissie zou verdere plannen op tafel brengen om te zorgen dat er niet nog een ramp zou volgen. Hierdoor kwam de positieve kant van de ramp tevoorschijn: het Deltaplan kwam versneld tot stand in 1958. Men besloot om alle zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamse Waterweg af te dammen. In werkelijkheid begon men in 1954 al met de eerste afsluitingen, maar het duurde tot 8 mei 1958 voordat het werk echt goed op gang kwam. In die tijd had men de stormvloedkering van de Hollandse IJssel al gebouwd. Men was toen ook al bezig met de Volkerakdam en de Haringvlietdam. In totaal zijn er 11 dammen en keringen gebouwd. De stormvloedkering Oosterschelde(’68-’86) was het hoogtepunt van het Deltaplan. Deze bouw is ook wel een verhaal apart. Normaal zou de Oosterschelde een gewone dam krijgen, precies zoals de Haringvlietdam en de Grevelingendam waren gebouwd. Maar de felle protesten van vissers en van de milieubeweging zorgde ervoor dat het parlement in 1976, 8 jaar later, tot een andere aanpak besloot. Er kwamen nu 66 pijlers te staan met daartussen beweegbare schuiven. De pijlers zijn 50 meter lang, 25 meter breed, vanaf de bodem van de zee 45 meter hoog en wegen 14.000 tot 17.500 ton. Door deze bijzondere afsluiting was de dam niet, zoals het plan was, in 1978 af, maar pas in 1986. De bouw werd door deze andere aanpak ook peperduur. Alles bij elkaar genomen heeft de bouw van de Oosterscheldedam zo’n 10 miljard gulden gekost. De bouw heeft 19 jaar geduurd. Ook de Maeslantkering, de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland is anders gebouwd dan de andere dammen. Het bijzondere van deze stormvloedkering is dat deze zowel horizontaal als verticaal beweegbaar is. Horizontaal om schepen door te kunnen laten en verticaal voor het afzinken. Bovendien moeten ze kunnen meedeinen op de golven. Dat alles gebeurt met bolscharnieren met een diameter van 10 meter, die je kan vergelijken met het menselijk schouder- of heupgewricht. De Maeslantkering bevat 2 grote sectorvormige stalen deuren (zie foto), die ieder 15.000 ton wegen. De fundering, driehoekig van vorm, weegt ook nog eens 52.000 ton. De deuren sluiten als er storm op komst is en gaan weer open als het gevaar geweken is. De armen van de kering zijn net niet even lang als de Parijse Eiffeltoren, maar wel 4 keer zo zwaar. Normaal zijn de deuren dus open en varen er zo’n 250 schepen per dag doorheen. Dat zijn er best veel, maar dat komt omdat het een van de belangrijkste toegangsroutes is naar de Rotterdamse haven. De kering werd op 10 mei 1997 door koningin Beatrix in werking gesteld. Er werden toen ruim een miljoen mensen in Zuid-Holland beschermd tegen de zee. Hiermee werd het Deltaplan voltooid. De Maeslantkering is tegenwoordig ook in Madurodam te vinden. Voor het Deltawerk is heel veel geld en steun nodig geweest. Het heeft uiteindelijk 44 jaar geduurd en 12 miljard gulden gekost om het hele Deltaplan te realiseren. 5 Hoe werd de watersnoodramp in 2003, 50 jaar later, herdacht? Op zaterdag 1 februari 2003 en de dagen daaromheen werd in Nederland de watersnoodramp herdacht. Het was toen namelijk precies 50 jaar geleden dat de ramp plaatsvond. Op vele plaatsen kwamen mensen bijeen om de slachtoffers van de ramp te herdenken. In Oude Tonge, het plaatsje waar in 1953 de meeste slachtoffers vielen, werd in aanwezigheid van de koningin de ramp herdacht. Ook ging koningin Beatrix langs Ouwerkerk. De televisie deed uitgebreid verslag. Van 12.00 uur tot 17.55 uur was alles live te volgen. 12.00 uur: begin van de uitzending
13.00-14.00 uur: nationale herdenking in Oude Tonge

14.00-14.30 uur: koningin Beatrix bezoekt de begraafplaats ‘Slachtoffers Watersnoodramp’ in
Oude Tonge en legt een krans neer bij het monument op de begraafplaats
15.00-16.30 uur: herdenking in Ouwekerk, de koningin gaat langs het ‘Watersnood herdenkingsmuseum’ en bekeek een monument ter herinnering aan de ramp. 17.55 uur: einde herdenkingsuitzending
Koningin Beatrix praatte op 1 februari met overlevenden, zowel in Oude Tonge als in Ouwekerk. Tijdens de uitzending waren niet alleen de live herdenkingsbeelden te zien, maar ook beelden van de ramp, interviews met overlevenden, reportages en documentaires. Ook in de regio Waterweg werd de ramp van 1953 herdacht. Vooral in Maassluis stond men stil bij de watersnoodramp van 50 jaar terug. Ook hier was 1 februari de belangrijkste dag. Er was veel te doen. Zo waren vele musea en kerken open en konden belangstellenden tentoonstellingen en exposities bewonderen: Muren slepen tegen water
In het Nationaal Sleepvaart Museum kon men de expositie ‘Muren slepen tegen water’ bewonderen. Hier kon men beelden zien van transporten en het afzinken van caissons tijdens de dagen van en na de ramp. Ook waren er beelden te zien van activiteiten bij de Deltawerken. Vloedpaal
Op het Havenplein, tussen de spoorbrug en de havenbrug werd op 1 februari om 12.00 uur een vloedpaal met informatiepaneel onthuld ter herinnering aan de watersnoodramp. Het informatiepaneel toont waterstanden tijdens verschillende stormvloeden, zodat men een indruk kan krijgen van de hoogte van het water. Maassluis en het water
Deze tentoonstelling was te zien in het Gemeentemuseum van Maassluis. Foto’s lieten zien wat het water voor gevolgen had in Maassluis 50 jaar geleden. Ook werd de sfeer van de stormnacht van 31 januari op 1 februari met bepaalde effecten nagebootst. Herdenkingsconcert
In de Groote of Nieuwe Kerk in Maasluis werd zaterdagavond een herdenkingsconcert gegeven ter afsluiting van de Herdenking Watersnoodramp 1953. Bovendien kon hier ’s middags ook naar een foto-expositie gekeken worden. Het Keringhuis
Ook bij het Keringhuis, het informatiecentrum bij de Maeslantkering werd aandacht aan de ramp geschonken. Zo werden er speciale rondleidingen gehouden. Bij deze rondleiding kregen de bezoekers de film ‘De aanleiding’ te zien en kregen ze een verslag te horen over de rampnacht. Natuurlijk kreeg men ook informatie over de Maeslantkering en hoe daarmee een ramp zoals die in 1953 voorkomen kan worden. Als laatste werd er ook nog aandacht geschonken aan de waterstanden toen en nu. Conclusie De deelvragen van mijn werkstuk zijn: 1. Wat had de watersnoodramp voor gevolgen? 2. Waarom had de stormvloed van 1953 grotere gevolgen dan andere? 3. Wat gebeurde er tussen 23-1-’95 en 5-2-’95 in Limburg? 4. Wat heeft de watersnoodramp met de Deltawerken te maken en wat zijn de belangrijkste bouwwerken van het Deltaplan? 5. Hoe werd de watersnoodramp in 2003, 50 jaar later, herdacht? Ik heb ervoor gekozen om het vierde hoofdstuk niet op te splitsen, omdat ik vond dat die onderwerpen echt bij elkaar horen en omdat het dan ook 2 korte hoofdstukken zouden worden. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 veroorzaakte een noordwesterstorm een stormvloed die grote gevolgen had. Grote delen van Nederland kwamen onder water te staan, er zijn veel slachtoffers gevallen en er is enorm veel schade aangericht. Vooral in Zeeland was de schade groot. Daar vielen dan ook de meeste slachtoffers. Ook delen van Zuid-Holland en het westen van Noord-Brabant kregen het zwaar te verduren. Er zijn verschillende redenen te noemen waarom die stormvloed zoveel gevolgen had. Zo blies de noordwesterstorm loodrecht op de Nederlandse kust en was er sprake van springtij. Bovendien waren de Deltawerken toen nog niet gebouwd en beschikte men nog niet over de juiste techniek om zo’n ramp aan te pakken. In 1995 kreeg Nederland weer te maken met hoog water. Nu werden delen van Noord-Brabant en Limburg getroffen met vooral materiële schade als gevolg. Er vielen enkele slachtoffers, wel werden er honderdduizenden mensen geëvacueerd. Toen de Deltawerken klaar waren werd Nederland voor een groot deel beschermd tegen het water van de Noordzee. Bovendien kon een ramp zoals die van 1953 in de toekomst voorkomen worden of zouden de gevolgen beperkt blijven. De twee belangrijkste afsluitingen van de Deltawerken zijn de Oosterscheldekering en de Maeslantkering. Beide bestaan uit een zeer bijzondere constructie, anders dan de andere dammen. Op1 februari j.l. werd op vele plaatsen in Nederland de ramp herdacht. Zo ging de koningin naar het rampgebied en bezocht o.a. Oude Tonge en Ouwerkerk. Dat de koningin juist in die twee plaatsen op bezoek ging kwam omdat dat de twee zwaarst getroffen plaatsen waren. Het bezoek van koningin Beatrix was live te volgen via de televisie. Ook in het waterweggebied, vooral in Maassluis, werd de ramp herdacht. Er werd bijvoorbeeld een vloedpaal geplaatst ter herinnering aan de ramp.
Bruikbare internetsites: www.wandelpaden.com/elisabeth.html
www.drainway.nl/oplossingen/pbl/pbl_maeslantkering.htm www.jobvdsande.com/projects/deltawerken/data/ne/ramp/schade.htm

REACTIES

A.

A.

mooi verhaal

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.