Terminologie: Heksen

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas aso | 747 woorden
  • 8 november 2003
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Woorden i.v.m. toverij, heksen Uitdrukkingen 1. Hij is te dom om voor de duivel te dansen Hij is verschrikkelijk dom. 2. Zij is van de duivel bezeten. Zij is dol, buiten zichzelf. 3. Iemand de duivel aandoen. Iemand erg plagen. 4. Naar de duivel zijn. Weg, verloren, kapot zijn. 5. Bij de duivel te biecht gaan. Te rade gaan bij iemand die niet te betrouwen is. 6. Als men van de duivel spreekt, trapt men op zijn staart, ziet men zijn staart, rammelen zijn benen. Wanneer men over iemand spreekt die men afwezig waant, komt hij juist. 7. Hij is een duivelstoejager. Iemand die gebruikt wordt voor allerlei kleine en onaangename diensten. 8. Zo mager als een spook
Vel over been, graatmager zijn. 9. Hij ziet overal spoken. Hij zit allerlei ingebeelde gevaren. 10. Als bij toverslag. Ineens, onverwachts. 11. Een satan van een wijf. Een duivels persoon, ook wel van vrouwen gezegd. 12. Zij ziet eruit als een geest. Zeer bleek. 13. Een boze geest bezweren. Iemand ervan genezen. 14. Het zijn goede geesten die terugkeren. Schertsend gezegd tegen iemand die na een korte afwezigheid terugkeert. 15. Ik kan niet toveren. Je moet van mij het onmogelijk niet verwachten.
Terminologie 1. Bezweren Onder aanroeping van God iets doen verschijnen of verdwijnen. 2. Demon
Bovennatuurlijk wezen dat mensen en hun handelingen beheerst : kan goed of kwaad zijn. 3.Exorcisme
Duiveluitdrijving
4. Heksensabbat
Feest van de heksen, onder leiding van de duivel
5.Helderziend
De gave hebbend om dingen te zien die voor anderen onzichtbaar zijn. 6. Horoscoop
Het kruispunt van de aardbaan met iemands geboorteuur, waaruit zijn leven wordt voorspeld. 7. Inquisitie
Onderzoek van overheidswege naar daden die strijdig zijn met de zeden en het geloof. 8. Kaartlegster
Vrouw die uit de kaarten iemands toekomst leest. 9. Magiër Sterrenwichelaar, droomuitlegger, tovenaar
10.Occult Geheim, alleen voor ingewijden kenbaar. 11.Paragnost Helderziende
12. Paranormaal Naast het normale staande, niet p de natuurlijke wijze verklaarbaar. 13. Parapsychologie

Buiten de gewone psychologie vallende leer van de paranormale verschijnselen. 14. Ritus Geheel van rituele, godsdienstige gebruiken, van kerkelijke ceremoniën
15. Sekte
De gezamenlijke aanhangers van een godsdienstige gezindheid, die afwijkt van de oorspronkelijke religie. 16. Telepathie
Gedachten en gevoelens op anderen overbrengen of van anderen opvangen zonder spreken/handelen. 17. Waarzeggerij De kunst of gave van het voorspellen van de toekomst. 18. Wichelaar
Iemand die uit voortekens voorspellingen doet over toekomstige gebeurtenissen. 19. Wichelroede
Gaffelvormige tak waarmee gevoelige personen ondergrondse voorwerpen vaststellen. 20. Zwarte magie Toverij met behulp van duivelse machten. Gezegden 1. Met zijn tien geboden eten. Met je vingers; op je vingers tel te tot tien. 2. Het hoekje om zijn. Dood zijn. 3. Zijn hoed staat op halfzeven. Gezegd van iemands wiens hoed parmantig scheef staat op zijn hoofd; halfzeven = dronken. 4. Het hemd is nader dan de rok. Men is meer bekommerd om het persoonlijk belang of welzijn dan om dat van anderen; rok= jas = buitenste kledingstuk. 5. Het zijn twee handen op één buik. Ze zijn het eens in alles, ze trekken één lijn; ( neg) 6. Leven als god in Frankrijk. Een gemakkelijk leven leiden
7. Anderhalve man en een paardenkop. Een gering aantal mensen als publiek, als opkomst voor een vergadering. 8. Als je van de duivel spreekt, zie ja zijn staart. Gezegd als iemand juist komt op het ogenblik waarop men met een ander over

hem sprak. 9. ’t Is kermis in de hel. Wordt gezegd wanneer het regent, terwijl de zon schijnt
10. Bij de duivel te biecht gaan. Te rade gaan bij iemand die niet te betrouwen is. Woordenschat 1. Een dwaallicht
Een blauwachtig, beweeglijk vlammetje boven moerassen en kerkhoven, ontstaan door langzame verbranding van moerasgas; een verkeerde leidsman
2. Een klopgeest Een geest die zijn tegenwoordigheid aankondigt door te kloppen op tafel, … 3. Een Kludde, Kleudde
Een duivel die ’s nachts als een pak op je lijf valt, vooral nadat je veel gegeten hebt ! 4. Een weerwolf
Een mens die zich volgens het bijgeloof in een wolf kan veranderen en ’s nachts of roof uitgaat. 5. Iemand belezer
Liturgische gebeden uitspreken tot uitdrijving of afwering van de boze geest en zijn invloed. 6. Lange Wapper
Een waterduivel; hij is vals, onbetrouwbaar en de schrik van de Sinjorenstad. 7. Een heksenkring
Benaming voor een kring die zich soms op weilanden vertoont en die door het volk wordt toegeschreven aan het dansen van heksen op die plaats, maar die in werkelijkheid het gevolg is van de aanwezigheid van bepaalde zwammen. 8. De kwade hand
Volgens het bijgeloof leggen heksen de hand op het voorwerp om het kwaad te veroorzaken; bv stuipen. 9. Een zwanenzang

Een zang die zwanen voor hun dood zingen; laatste gezang of gedicht van iemand voor zijn dood; laatste werk. 10. Heksensabbat
Feest van heksen, onder de leiding van de duivel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.