Doe mee aan een online community en ontvang een beloning van 45 euro. 
Klik voor meer info en meld je aan!

Meer info

Hanna's reis door Martine Letterie

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Hanna's reis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1670 woorden
  • 5 januari 2013
  • 216 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
216 keer beoordeeld

Boekcover Hanna's reis
Shadow
Hanna's reis door Martine Letterie
Shadow

Hanna’s  reis

1. Titel: Hanna’s reis

2. Auteur: Martine Letterie

3. Genre: Oorlog, geschiedenis

4. a. De hoofdpersoon: Hanna Engelsman

b. Is het verhaal in de ik-vorm geschreven? : Nee, er                 .                   wordt meer geschreven over Hanna

c.  Wordt er invormatie gegeven over haar uiterlijk?: Nee, er is niets te vinden over haar uiterlijk.

5. a.  wie zijn de belangrijkste bijpersonen? Noem de naam en geen aan in welke relatie ze tot de hoofdpersoon staan.

Anneke: Een stoer meisje dat Hanna een keer tegen komt als ze terug komt van haar baantje als schoonmaakster. Ze lopen daarna elke dag samen naar huis. Hanna en Anneke doen samen weddenschappen die op een gegeven moment uit de hand lopen waardoor het helemaal mis gaat voor Hanna. Later in het boek ziet ze Anneke nog een keer terug. Ze is dan gevlucht uit het Apeldoornse Bos, de inrichting waar ze woonde. Als ze in Amsterdam teruggekomen is, gaat ze terug naar hun oude huis. Onderweg komt ze Anneke tegen, die haar verraad en ze moet             weer terug naar haar instelling.

Jan: Hij werkt op het station als knecht. Als Hanna vanuit Amsterdam naar het Apeldoornse Bos moet stranden ze op het Station in Apeldoorn. De vrouw die Hanna moet begeleiden naar de instelling verstuikt haar enkel en kan niet meer verder reizen. Jan brengt haar met de fiets verder en er groeit een speciale band tussen hun. Later in het boek loopt Hanna weg uit het Apeldoornse Bos. Ze loopt naar het station en Jan smokkelt haar de trein in. Op het allerlaatst is Jan degene die ziet hoe Hanna en 160 anderen als beesten de trein in worden gebeukt.

Rosa: Een meisje wat ook in de inrichting zit. Ze worden al snel behalve lotgenoten ook hele goede vriendinnen.

Wolf: Een jongen met het syndroom van down. Direct een van de eerste dagen wordt er aan Hanna gevraagd of zij Wolf even wil helpen. Dit doet ze en er groeit een band tussen hun. Ze gaan vaak samen eventjes wandelen of ze helpt hem met de activiteiten die hij moet doen.

b. Beschrijf, waar mogelijk, het uiterlijk van 2 bijpersonen.

Rosa: ongeveer even groot als Hanna (staat niet bij hoelang Hanna is). Ze heeft bruin haar en draagt vaak 2 vlechtjes. (Helemaal aan het einde van het boek knipt ze deze eraf en heeft ze kort haar).

Wolf: wolf is een klein jongetje. Hij heeft blauwgrijze ogen.

Rosa: gedraagt zich heel netjes om onder het toezicht weg te komen, maar is eigenlijk een brutaal en grappig meisje.

Wolf: Altijd vrolijk. (Meer staat er niet vermeld over zijn karakter).

6. A. Waar speelt het verhaal zich af?:

Het verhaal begint in Amsterdam, waar Hanna eigenlijk woont. Later wordt ze wegens slecht gedrag naar een instelling in Apeldoorn gestuurd.

B. Beschrijf de sfeer van het begin van het verhaal:

‘’Laat ik je hier niet weer zien, bromt de agent…’’ (blz 12) Hanna wordt om vier uur op straat gestuurd vanuit de cel. Het is donker. Het is koud, want het vriest.  

7. A. wanneer speelt het verhaal zich af?

In de tweede wereldoorlog

B. Hoe lang is de periode die wordt verteld? Waar leid je dat af?

slechts een paar maanden tijd; Hanna wordt 3 maanden lang in de gaten gehouden terwijl ze in de inrichting zit. Als ze 3 maanden lang goed gedrag laat zien mag ze terug naar huis is de afspraak. Maar als de 3 maanden voorbij zijn mag ze (wat ze echt niet leuk vind) niet naar huis omdat het te onveilig is in Amsterdam. Daarna is ze nog +/- 2 maanden in de inrichting voor ze worden afgevoerd naar een kamp.

C. Wordt het verhaal chronologisch verteld?: Ja

D. Komen er flash-backs voor in het verhaal?:

Nee niet echt, er staat af en toe wel dat ze verlangt naar Amsterdam, maar dan staan daar verder geen voorbeelden bij.

8. A. Wat is het belangrijkste probleem in het verhaal?:

De Duitsers zijn van plan om het Apeldoornse Bos te ontruimen en alle joden af te voeren naar (vernietigings-)kampen. Uiteindelijk doen ze dit ook.

B.  Hoe loopt het af?:

Jan hoort dat de Duitsers van plan zijn om de gehele inrichting te ontruimen omdat er alleen maar joden zijn (het is een joods gesticht). Hij is heel erg geschrokken en denkt gelijk aan Hanna en aan Izzie (een vriend van hem die daar werkt als schoonmaker). Hij pakt de dienstfiets en rijdt snel naar de inrichting om hen te waarschuwen. Als hij aankomt bij het Apeldoornse Bos rijden er net allemaal Duitse afvoervrachtwagens achter hem: hij is te laat. Maar Jan geeft niet op. Hij rijdt door naar het hoofdgebouw en weet Izzie te vinden voor de Duitsers binnen zijn. Hanna is niet meer te redden: dat gebouw is helemaal omsingelt. Met Izzie achterop fietst hij naar zijn oom en tante waar hij kan blijven tot hij een andere plek heeft gevonden. Als Jan weer bij het station aankomt staat daar een trein met 40 goederenwagons. Dan komen de vrachtwagens eraan. Er worden allemaal Joodse jongeren uitgelaten, sommigen met een gebrek, anderen lastig opvoedbaar. Hij ziet hoe ze stuk voor stuk, als dieren, in de wagons worden gestouwd tot dat er niemand meer bij in kan. Dan komt er nog een vrachtwagen, waar allemaal meisjes worden uitgeladen. Jan ziet hoe Hanna de trein wordt ingeslagen en hoe in de verte de laatste wagon daarna vertrekt. Ze zijn weg. Hanna is weg en Jan moet huilen.

C. Loopt het verhaal goed of slecht af?:

Slecht, Hanna, de hoofdpersoon wordt in een trein afgevoerd naar een kamp.

D. Is er sprake van een open einde? verklaar je antwoord:

Half, er staat niet hoe het met Hanna is afgelopen, maar het is aannemelijk dat ze waarschijnlijk is omgekomen in een kamp.

 

9. Welke betekenis heeft de titel van het boek?:

De titel is Hanna’s reis. In het boek zie je een deel van de reis van Hanna’s leven; hoe ze in Amsterdam woont met haar familie, hoe ze ernstig de fout in gaat, hoe ze vervolgens naar Apeldoorn wordt vervoert en daar gaat wonen en hoe het daar gaat, en ten slotte hoe ze helaas wordt afgevoerd naar het kamp met de trein.

10. Geef een samenvatting van het verhaal.

Hanna is een 15 jarig joods meisje. En dat laatste, dat ze een jood is, daar heeft ze echt de pest in. Hanna leeft in de oorlog en op dat moment mogen joden helemaal niets meer. Ze komt uit een gezin met 10 kinderen. Haar vader staat bekent als ‘Jesaja de jatter’ (blz7). Hij zit regelmatig vast voor kleine misdrijven. Omdat haar vader geen normale baan heeft moet zij werken als huishoudster bij de familie Blom. Omdat de rest van het gezin verder niet hoeft de werken voelt ze zich vaak eenzaam, ondergewaardeerd en boos. Als ze een keer weer uit haar werk komt, komt ze Anneke tegen. Zij werkt kort bij in een naaifabriek. Ze lopen daarna regelmatig samen naar huis en doen weddenschappen die van kwaad tot erger lopen. Anneke wed dat Hanna niet na de avondklok op straat durft te lopen. Dit doet Hanna toch en ze wordt dat voor het eerst opgepakt en moet een nacht in de cel zitten. Omdat ze de weddenschappen helemaal zat is bedenkt ze voor Anneke een weddenschap die ze nooit zal doen zodat zij gewonnen heeft: Anneke moet een Duitser vragen om haar te zoenen. Maar Anneke doet dit wel. Ze lopen samen naar het station en Anneke vraagt dit aan een Duitser. Maar een politieagent hoort dit en ze worden alweer opgepakt. Hanna’s 2e keer. Een week later ziet Hanna Anneke weer. Maar Anneke heeft nu een andere weddenschap voor haar bedacht, Anneke moest een Duitser vragen om te zoenen, maar zij moest met een Duitser zoenen. Hanna en Anneke lopen over straat en dan vraagt Hanna het. Een Duitser begint haar te zoenen. Weer ziet een agent dit en Hanna wordt voor de 3e keer opgepakt. Omdat dit de derde keer is in korte tijd wordt ze naar een inrichting gestuurd bij het Apeldoornse Bos ter observatie. Onderweg naar Apeldoorn komt ze Jan tegen, hij brengt haar naar de inrichting en het klikt direct tussen hun. Later zoekt hij haar nog een paar keer op. Als Hanna’s 3 maanden voorbij zijn wordt ze bij de directeur geroepen voor het observatiegesprek. Hij zegt dat het te gevaarlijk is om haar naar Amsterdam te sturen omdat daar veel Joden worden weggevoerd. Iedereen denkt dat Hanna in het Apeldoornse Bos veilig is. Maar schijn bedriegt. Op een dag wordt de inrichting omsingelt en alle joden worden afgevoerd naar kampen.

11. Beschrijf je mening over het boek. Gebruik hierbij uitleg enzo.

Het is niet zo’n heel dik boek; het heeft 172 bladzijden. Het boek is op een makkelijke maar hele mooie manier geschreven waardoor ik het zo uitlas. Het boek was wel indrukwekkend,          hoe een meisje van 15 jaar in een instelling komt en hoe ze wordt afgevoerd naar een kamp is best hard en gemeen. Het interesseerde me echt wat de hoofdpersoon meemaakte, je kunt je echt heel goed inleven door de manier hoe het boek is geschreven. De afloop vond ik minder. Ik vind het fijn als een boek een ‘happy-end’ heeft maar dat heeft dit boek niet. Ik vond het indrukwekkend dat ik achter in het boek terug las dat het boek is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Dat het meisje dus echt had geleefd en soortgelijke dingen had meegemaakt vond ik best wel zielig. Maar ondanks dat de hoofdlijn behoorlijk zielig is, gebeuren er in het boek ook wel een paar grappige dingen, wat het toch wel wat fijner maakte om te lezen. Ik vond het een boeiend boek om te lezen. 

REACTIES

E.

E.

Wie is die izzie?

10 jaar geleden

J.

J.

Dat is ook een jongen van Het Apeldoornsche Bosch

10 jaar geleden

K.

K.

staat er ook in het boek wat er met jan gebeurt nadat hanna is weggevoert ???????

7 jaar geleden

E.

E.

nee

7 jaar geleden

D.

D.

hoe verzin je een argument van waarom je het boek leuk vind

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hanna's reis door Martine Letterie"