Killer nach Leipzig – Jürgen Kehrer
Categorie: Crimi
Perspectief: Hij/zij perspectief. Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van Mario Lubitsch.
Titelverklaring: Killer nach Leipzig staat voor de hoofdpersoon Mario Lubitsch die een opdracht in Leipzig krijgt. Lubitsch is een ‘Killer’ van beroep en hij gaat dus naar Leipzig.
Samenvatting
Hoofdstuk 1.
Er stapt een dikke man in een auto, waarna de auto ontploft. Mario Lubitsch keek toe, hij had de opdracht gekregen om de auto te laten ontploffen. Lubitsch is een ‘Killer’ van beroep. Na deze gebeurtenis ging hij naar een cafeetje en Lubitsch krijgt geld voor zijn voldane taak. Lubitsch krijgt daarna erge buikpijn en neemt pillen.
Hoofdstuk 2.
Lubitsch komt thuis en neemt meer pillen, waarvan hij slaperig wordt. Hij kruipt bij zijn vriendin Roberta in bed. Roberta kent de echte naam van Lubitsch niet, want Lubitsch noemt zich Paul Müller. Lubitsch en Roberta wonen in Italië en Roberta weet niet dat Lubitsch haar verstaat als ze Italiaans spreekt. Roberta werkt in nachtclub ‘Cher Ami’.
Hoofdstuk 3.
Lubitsch gaat naar dokter Finkelkötter om zijn dosis pillen op te hogen. Eerst wil de dokter dat niet doen, maar als Lubitsch zegt dat hij voor Riemenschneider werkt wel. Riemenschneider is de leider van een maffiabende. Als Lubitsch thuis komt, plannen hij en Roberta een vakantie. Dan gaan ze eten bij een Italiaan en Roberta zegt tegen Lubitsch dat hij Robert Almstedt moet bellen. Ze spreken wat af, want Almstedt heeft een opdracht voor hem in Leipzig. Eerst wil Lubitsch niet, want hij heeft vakantie en pauze nodig. Lubitsch is echter de beste man van Riemenschneider en Almstedt wil daarom Lubitsch voor deze opdracht hebben. Almstedt is na Riemenschneider de hoogste man van de organisatie. Uiteindelijk accepteert Lubitsch de opdracht, maar wel voor dubbel loon en de garantie daarna een jaar vrij te hebben. In Leipzig moet Lubitsch Pancic vinden en vermoorden. Van Pancic is weinig bekend.
Hoofdstuk 4.
Lubitsch is naar Leipzig gereisd en maakt kennis met zijn nieuwe collega Rainer Holthaus in een computerzaak. Samen beginnen ze de zoektocht naar Pancic, te starten bij een bezoek aan een vrouw die in de villa van Pancic is geweest.
Hoofdstuk 5.
Holthaus en Lubitsch gaan naar Club Venus om prostituee Ute Lämper ter spreken. Ze kan alleen niet veel informatie over Pancic geven, alleen dat Pancic haar door Mirko Sebisch bij zich liet brengen. Dan is er een soort aanval in de club en Lubitsch redt Ute en brengt haar naar haar huis in de DDR. Het huis is mooi ingericht. Ze spreken af niets te zeggen over waarom Lubitsch kwam. Lubitsch doet zich voor als een zakenman met de naam Andreas Thewald.
Hoofdstuk 6.
Commissaris Schumann ondervraagt Holthaus naar de overval. Holthaus doet zich voor als bedrijfsleider en zegt niks te weten. Schumann en Fiedler geloven dat niet. Het was een poging tot doodslag, maar het slachtoffer overleeft het wel. Commissaris zegt geen zin te hebben in een oorlog in de ‘ondewereld’.
Hoofdstuk 7.
Lubitsch gaat naar de club van Sebisch en vraagt naar hem. Hij krijgt alleen geen gehoor, maar houdt vol. Dan mag Lubitsch Sebisch toch spreken. Lubitsch zegt dat hij als uitsmijter wil werken. Hij krijgt het nummer van Sebisch. In het hotel belt hij Roberta even die in haar club Cher Ami werkt.
Hoofdstuk 8.
Lubitsch belt Sebisch om te vragen of hij is aangenomen. Dat wordt hij. Sebisch blijkt niet de baas te zijn, maar de rechterhand van de chef. In Leipzig gaat Sebisch over de zaken. Lubitsch wordt aangenomen als bewaker van de villa van de chef. Lubitsch belt Almstedt om het nieuws door te geven en zegt alleen verder te willen werken. Na een gesprek met Holthaus besluiten ze toch om samen te werken. Als Lubitsch weg gaat, wordt er een aanval gepleegd op Holthaus.
Hoofdstuk 9.
Een aantal Vietnamese mensen is overvallen door de Skins. De Skins zijn mannen met kale koppen die alle buitenlandse mensen uit Duitsland willen hebben. De politie heeft één Skin, Daniel Haber, gearresteerd en meegenomen voor verhoor. Hij bekend dat de Skins achter Club Venus zitten en nog een aanslag gaan plegen in Connewitz. De leider van de Skins is Bernd Bäcker en hij krijgt geld van iemand, maar niemand weet van wie.
Hoofdstuk 10.
Lubitsch heeft zijn eerste werkdag. Om 8 uur moet hij beginnen in de villa van Pancic. Hij maakt kennis met zijn collega’s en aan het eind met de baas Pancic. Ze drinken op een goede samenwerking.
Hoofdstuk 11.
De Skins willen met 30 à 40 man de overval plegen. De politie weet met succes in te grijpen. 35 Skins worden gearresteerd en 3 ontsnappen. Bernd Bäcker wordt meegenomen voor verhoor. Bäcker wil een Duitsland zonder buitenlanders.
Hoofdstuk 12.
Tijdens het werk van Lubitsch komt de politie langs. Ze willen Mirko Sebisch spreken. Sebisch is er echter nog niet en de bewaker smeken of ze mogen gaan. Ze worden echter vast gehouden. Als Sebisch komt, mogen ze weg. Lubitsch zoekt een hotel en gebruikt zijn eigen naam Mario Lubitsch. Hij hoopt dat hij z’n opdracht om Pancic te overmeesteren kan afmaken.
Hoofdstuk 13.
Lubitsch krijgt van Pancic de taak een vrouw van Tivol te brengen. Pancic heeft Sebisch ontslagen, wegen het voorval met de politie. Als Lubitsch de vrouw heeft gebracht, zegt hij nog een vrouw te moeten halen, maar hij gaat naar zijn blauwe Audi om naar zijn hotelkamer te gaan.
Hoofdstuk 14.
Lubitsch gaat naar zijn hotelkamer, maar er zijn drie mensen binnen. Lubitsch voelde al dat iets niet klopte. Van één achtervolger kwam hij meteen af. Toen vluchtte hij naar het station. Op de wc schoot hij de tweede neer en de derde bij zijn auto.
Hoofdstuk 15.
Schumann wordt ’s nachts gebeld wegens de schietpartij. In hotel Sächsischen Hof wacht Fiedler op hem. Ze vinden de drie doden en weten dat Lubitsch de achtervolgde hotelgast is. De eerste ligt in een bloedplas en de agenten denken dat hij dood is, maar hij is alleen in zijn been geraakt en overleeft het.
Hoofdstuk 16.
Schumann en Fiedler starten het onderzoek. Ze kunnen de naam Mario Lubitsch niet plaatsen. Ze gaan naar het ziekenhuis om de man met de beenwond te bezoeken, maar ze spreken hem niet. Dan wordt er een lijk in het water gevonden. Eerst denken ze dat het zelfmoord is, maar de man heeft metaal aan zijn nek. De baas Müller brengt Hartgen mee naar commissaris Schumann. Hartgen legt de strijd tussen Riemenschneider en Pancic uit. Riemenschneider is de bezitter van Club Venus en Pancic van Club Tivol. Het lijk is Pancic en is vermoord door Andreas Thewald alias Mario Lubitsch: de beste man van Riemenschneider.
Hoofdstuk 17.
Lubitsch is weer terug naar zijn woonplaats. Roberta is echter niet thuis en ook niet op het werk. Lubitsch belt daarom Almstedt. Het blijkt dat Almstedt en Riemenschneider Roberta hebben meegenomen. Lubitsch is woedend en eist dat Riemenschneider de volgende dag het geld en Roberta brengt. Almstedt zegt dat Riemenschneider en hij alles goed bedoelen, maar Lubitsch denkt dat niet en verdenkt hen dat ze de drie mannen op hem hebben afgestuurd, omdat zij als één van de weinigen zijn echte naam kennen.
Hoofdstuk 18.
Lubitsch heeft met Riemenschneider afgesproken. Riemenschneider is een oude, zieke man in een rolstoel. Roberta is er ook bij. Lubitsch geeft haar een briefje met aanwijzigen. Dan rijdt hij met Riemenschneider weg. Onderweg probeert Riemenschneider aan Lubitsch duidelijk te maken dat hij geen verkeerde bedoelingen heeft en dat hij Lubitsch ziek is en het misdadige Leipzig moet vergeten. Lubitsch gelooft het allemaal niet en blijft woedend op Riemenschneider. De chauffeur richt dan plotseling zijn wapen naar Lubitsch, maar Lubitsch is sneller en neemt het stuur over. Op een afgelegen plek stopt hij, gooit Riemenschneider uit de rolstoel. Roberta belt en moet aanwijzingen volgen. Lubitsch belooft Riemenschneider een langzame pijnlijke dood en rijdt weg.
Hoofdstuk 19.
Lubitsch gaat naar een motel om Roberta op te halen. Hij legt haar het één en ander uit. Lubitsch wil naar een huisje in Sanova en daarna naar een eiland. Hij let niet zoveel meer op, maar wordt aangevallen door twee mannen. Hij kan er één neerslaan, maar Lubitsch heeft wel een wond. Het bloed stroomt uit zijn slagader en hij schreeuwt als een dier. Roberta sterft wel.
Hoofdstuk 20.
Lubitsch zat lang in een drinktent. Daarna maakt hij een strandwandeling. Lubitsch voelt zich ziek en zwak. Hij is in Frankrijk, waar een huis van Riemenschneider staat. Hij wil wachten tot Riemenschneider het huis uit komt. Een vrouw, Sabine Weitmer, wil samenwerken.
Hoofdstuk 21.
Lubitsch wordt naar Weitmers’ huis gebracht, waar hij zijn lithiumtabletten krijgt en wordt goed verzorgd. De volgende dag gaan ze uit eten. Sabine wil niet veel zeggen over zichzelf, maar Lubitsch gaat akkoord met de samenwerking. Ze willen samen Riemenschneider aanpakken. Tijdens het etentje praten ze wat.
Hoofdstuk 22.
Riemenschneider komt zijn huis niet uit en alleen de kapper bezoekt hem. Lubitsch en Weitmer komen op het idee om Sabine als kapster te laten gaan. Ze stelen kleren uit de kapsalon en maken een plan. ’s Avonds hebben Lubitsch en Weitmer seks.
Hoofdstuk 23.
Sabine Weitmer is verkleed als kapster en zij en Lubitsch gaan in de auto naar het huis. Lubitsch is verstopt in de auto. De bewakers laten Sabine doorrijden en wanneer zij naar binnen is, rent Lubitsch naar binnen. Er wordt op hem geschoten en hij raakt gewond aan zijn arm. Na een tocht vol schoten, komt Lubitsch in de ruimte waar Riemenschneider en Weitmer zijn. Riemenschneider zegt weer de drie mensen niet op Lubitsch te hebben afgestuurd en denkt dat Schmidt het is geweest die voor Pancic werkte. Riemenschneider beweert daarnaast ook dan Sabine Weitmer voor Schmidt werkt, maar zij verdedigt zichzelf. Dan wordt er op Lubitsch geschoten en hij sterft.
Personen
Mario Lubitsch is de hoofdpersoon. Hij is 34 jaar oud, woonachtend in Italië met zijn vriendin Roberta. Lubitsch werkt voor Riemenschneider.
Roberta is de vriendin van Lubitsch en werkt in een club die ‘Cher Ami’ heet.
Riemenschneider is de leider van een maffiaorganisatie en is in strijd met Pancic. Het liefst wil hij dat Pancic vermoord wordt. Riemenschneider is een oude zieke man in een rolstoel.
Robert Almstedt is na Riemenschneider de hoogste man in de organisatie. Hij werkt nauw samen met Riemenschneider. Almstedt heeft veel zakelijk contact met Lubitsch.
Holthaus is een nieuwe collega van Lubitsch. Zij moeten samen de opdracht in Leipzig voltooien.
Pancic is de tegenstander van Riemenschneider en is de baas van club Tivol. In deze club kunnen mensen wat drinken, maar er zijn ook prostituees.
Mirko Sebisch is de onderbaas van Riemenschneider en regelt vrijwel alles in de club. Hij neemt ook Lubitsch aan als bewaker.
Schumann en Fiedler zijn beiden commissaris. Zij proberen de misdaden die worden gepleegd op te lossen.
Sabine Weitmer is de vrouw die wil samenwerken met Mario Lubitsch om Riemenschneider te verslaan.
Tijd
Er wordt geen jaartal in dit boek genoemd, maar het is duidelijk dat het verhaal zich wel een tijdje geleden heeft afgespeeld. Het is wel na de Tweede Wereldoorlog, want de DDR bestaat. Dat is echter pas, dus het verhaal speelt zich vlak na de Tweede Wereldoorlog af. Het verhaal duurt een paar weken. Het is in chronologische volgorde verteld, met weinig flashbacks.
Ruimte
Het begin van het verhaal speelt zich af in Italië. Daarna gaat het verder in Leipzig, omdat Mario Lubitsch daar een opdracht moest vervullen. Het verhaal eindigt in Frankrijk, waar een huis van Riemenschneider staat.
Aantal bladzijden: 139
Categorie: Crimi
Perspectief: Hij/zij perspectief. Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van Mario Lubitsch.
Titelverklaring: Killer nach Leipzig staat voor de hoofdpersoon Mario Lubitsch die een opdracht in Leipzig krijgt. Lubitsch is een ‘Killer’ van beroep en hij gaat dus naar Leipzig.
Samenvatting
Hoofdstuk 1.
Er stapt een dikke man in een auto, waarna de auto ontploft. Mario Lubitsch keek toe, hij had de opdracht gekregen om de auto te laten ontploffen. Lubitsch is een ‘Killer’ van beroep. Na deze gebeurtenis ging hij naar een cafeetje en Lubitsch krijgt geld voor zijn voldane taak. Lubitsch krijgt daarna erge buikpijn en neemt pillen.
Hoofdstuk 2.
Lubitsch komt thuis en neemt meer pillen, waarvan hij slaperig wordt. Hij kruipt bij zijn vriendin Roberta in bed. Roberta kent de echte naam van Lubitsch niet, want Lubitsch noemt zich Paul Müller. Lubitsch en Roberta wonen in Italië en Roberta weet niet dat Lubitsch haar verstaat als ze Italiaans spreekt. Roberta werkt in nachtclub ‘Cher Ami’.
Lubitsch gaat naar dokter Finkelkötter om zijn dosis pillen op te hogen. Eerst wil de dokter dat niet doen, maar als Lubitsch zegt dat hij voor Riemenschneider werkt wel. Riemenschneider is de leider van een maffiabende. Als Lubitsch thuis komt, plannen hij en Roberta een vakantie. Dan gaan ze eten bij een Italiaan en Roberta zegt tegen Lubitsch dat hij Robert Almstedt moet bellen. Ze spreken wat af, want Almstedt heeft een opdracht voor hem in Leipzig. Eerst wil Lubitsch niet, want hij heeft vakantie en pauze nodig. Lubitsch is echter de beste man van Riemenschneider en Almstedt wil daarom Lubitsch voor deze opdracht hebben. Almstedt is na Riemenschneider de hoogste man van de organisatie. Uiteindelijk accepteert Lubitsch de opdracht, maar wel voor dubbel loon en de garantie daarna een jaar vrij te hebben. In Leipzig moet Lubitsch Pancic vinden en vermoorden. Van Pancic is weinig bekend.
Hoofdstuk 4.
Lubitsch is naar Leipzig gereisd en maakt kennis met zijn nieuwe collega Rainer Holthaus in een computerzaak. Samen beginnen ze de zoektocht naar Pancic, te starten bij een bezoek aan een vrouw die in de villa van Pancic is geweest.
Hoofdstuk 5.
Holthaus en Lubitsch gaan naar Club Venus om prostituee Ute Lämper ter spreken. Ze kan alleen niet veel informatie over Pancic geven, alleen dat Pancic haar door Mirko Sebisch bij zich liet brengen. Dan is er een soort aanval in de club en Lubitsch redt Ute en brengt haar naar haar huis in de DDR. Het huis is mooi ingericht. Ze spreken af niets te zeggen over waarom Lubitsch kwam. Lubitsch doet zich voor als een zakenman met de naam Andreas Thewald.
Hoofdstuk 6.
Commissaris Schumann ondervraagt Holthaus naar de overval. Holthaus doet zich voor als bedrijfsleider en zegt niks te weten. Schumann en Fiedler geloven dat niet. Het was een poging tot doodslag, maar het slachtoffer overleeft het wel. Commissaris zegt geen zin te hebben in een oorlog in de ‘ondewereld’.
Hoofdstuk 7.
Lubitsch gaat naar de club van Sebisch en vraagt naar hem. Hij krijgt alleen geen gehoor, maar houdt vol. Dan mag Lubitsch Sebisch toch spreken. Lubitsch zegt dat hij als uitsmijter wil werken. Hij krijgt het nummer van Sebisch. In het hotel belt hij Roberta even die in haar club Cher Ami werkt.
Hoofdstuk 8.
Lubitsch belt Sebisch om te vragen of hij is aangenomen. Dat wordt hij. Sebisch blijkt niet de baas te zijn, maar de rechterhand van de chef. In Leipzig gaat Sebisch over de zaken. Lubitsch wordt aangenomen als bewaker van de villa van de chef. Lubitsch belt Almstedt om het nieuws door te geven en zegt alleen verder te willen werken. Na een gesprek met Holthaus besluiten ze toch om samen te werken. Als Lubitsch weg gaat, wordt er een aanval gepleegd op Holthaus.
Een aantal Vietnamese mensen is overvallen door de Skins. De Skins zijn mannen met kale koppen die alle buitenlandse mensen uit Duitsland willen hebben. De politie heeft één Skin, Daniel Haber, gearresteerd en meegenomen voor verhoor. Hij bekend dat de Skins achter Club Venus zitten en nog een aanslag gaan plegen in Connewitz. De leider van de Skins is Bernd Bäcker en hij krijgt geld van iemand, maar niemand weet van wie.
Hoofdstuk 10.
Lubitsch heeft zijn eerste werkdag. Om 8 uur moet hij beginnen in de villa van Pancic. Hij maakt kennis met zijn collega’s en aan het eind met de baas Pancic. Ze drinken op een goede samenwerking.
Hoofdstuk 11.
De Skins willen met 30 à 40 man de overval plegen. De politie weet met succes in te grijpen. 35 Skins worden gearresteerd en 3 ontsnappen. Bernd Bäcker wordt meegenomen voor verhoor. Bäcker wil een Duitsland zonder buitenlanders.
Hoofdstuk 12.
Tijdens het werk van Lubitsch komt de politie langs. Ze willen Mirko Sebisch spreken. Sebisch is er echter nog niet en de bewaker smeken of ze mogen gaan. Ze worden echter vast gehouden. Als Sebisch komt, mogen ze weg. Lubitsch zoekt een hotel en gebruikt zijn eigen naam Mario Lubitsch. Hij hoopt dat hij z’n opdracht om Pancic te overmeesteren kan afmaken.
Hoofdstuk 13.
Lubitsch krijgt van Pancic de taak een vrouw van Tivol te brengen. Pancic heeft Sebisch ontslagen, wegen het voorval met de politie. Als Lubitsch de vrouw heeft gebracht, zegt hij nog een vrouw te moeten halen, maar hij gaat naar zijn blauwe Audi om naar zijn hotelkamer te gaan.
Hoofdstuk 14.
Lubitsch gaat naar zijn hotelkamer, maar er zijn drie mensen binnen. Lubitsch voelde al dat iets niet klopte. Van één achtervolger kwam hij meteen af. Toen vluchtte hij naar het station. Op de wc schoot hij de tweede neer en de derde bij zijn auto.
Schumann wordt ’s nachts gebeld wegens de schietpartij. In hotel Sächsischen Hof wacht Fiedler op hem. Ze vinden de drie doden en weten dat Lubitsch de achtervolgde hotelgast is. De eerste ligt in een bloedplas en de agenten denken dat hij dood is, maar hij is alleen in zijn been geraakt en overleeft het.
Hoofdstuk 16.
Schumann en Fiedler starten het onderzoek. Ze kunnen de naam Mario Lubitsch niet plaatsen. Ze gaan naar het ziekenhuis om de man met de beenwond te bezoeken, maar ze spreken hem niet. Dan wordt er een lijk in het water gevonden. Eerst denken ze dat het zelfmoord is, maar de man heeft metaal aan zijn nek. De baas Müller brengt Hartgen mee naar commissaris Schumann. Hartgen legt de strijd tussen Riemenschneider en Pancic uit. Riemenschneider is de bezitter van Club Venus en Pancic van Club Tivol. Het lijk is Pancic en is vermoord door Andreas Thewald alias Mario Lubitsch: de beste man van Riemenschneider.
Hoofdstuk 17.
Lubitsch is weer terug naar zijn woonplaats. Roberta is echter niet thuis en ook niet op het werk. Lubitsch belt daarom Almstedt. Het blijkt dat Almstedt en Riemenschneider Roberta hebben meegenomen. Lubitsch is woedend en eist dat Riemenschneider de volgende dag het geld en Roberta brengt. Almstedt zegt dat Riemenschneider en hij alles goed bedoelen, maar Lubitsch denkt dat niet en verdenkt hen dat ze de drie mannen op hem hebben afgestuurd, omdat zij als één van de weinigen zijn echte naam kennen.
Hoofdstuk 18.
Lubitsch heeft met Riemenschneider afgesproken. Riemenschneider is een oude, zieke man in een rolstoel. Roberta is er ook bij. Lubitsch geeft haar een briefje met aanwijzigen. Dan rijdt hij met Riemenschneider weg. Onderweg probeert Riemenschneider aan Lubitsch duidelijk te maken dat hij geen verkeerde bedoelingen heeft en dat hij Lubitsch ziek is en het misdadige Leipzig moet vergeten. Lubitsch gelooft het allemaal niet en blijft woedend op Riemenschneider. De chauffeur richt dan plotseling zijn wapen naar Lubitsch, maar Lubitsch is sneller en neemt het stuur over. Op een afgelegen plek stopt hij, gooit Riemenschneider uit de rolstoel. Roberta belt en moet aanwijzingen volgen. Lubitsch belooft Riemenschneider een langzame pijnlijke dood en rijdt weg.
Hoofdstuk 19.
Lubitsch gaat naar een motel om Roberta op te halen. Hij legt haar het één en ander uit. Lubitsch wil naar een huisje in Sanova en daarna naar een eiland. Hij let niet zoveel meer op, maar wordt aangevallen door twee mannen. Hij kan er één neerslaan, maar Lubitsch heeft wel een wond. Het bloed stroomt uit zijn slagader en hij schreeuwt als een dier. Roberta sterft wel.
Lubitsch zat lang in een drinktent. Daarna maakt hij een strandwandeling. Lubitsch voelt zich ziek en zwak. Hij is in Frankrijk, waar een huis van Riemenschneider staat. Hij wil wachten tot Riemenschneider het huis uit komt. Een vrouw, Sabine Weitmer, wil samenwerken.
Hoofdstuk 21.
Lubitsch wordt naar Weitmers’ huis gebracht, waar hij zijn lithiumtabletten krijgt en wordt goed verzorgd. De volgende dag gaan ze uit eten. Sabine wil niet veel zeggen over zichzelf, maar Lubitsch gaat akkoord met de samenwerking. Ze willen samen Riemenschneider aanpakken. Tijdens het etentje praten ze wat.
Hoofdstuk 22.
Riemenschneider komt zijn huis niet uit en alleen de kapper bezoekt hem. Lubitsch en Weitmer komen op het idee om Sabine als kapster te laten gaan. Ze stelen kleren uit de kapsalon en maken een plan. ’s Avonds hebben Lubitsch en Weitmer seks.
Hoofdstuk 23.
Sabine Weitmer is verkleed als kapster en zij en Lubitsch gaan in de auto naar het huis. Lubitsch is verstopt in de auto. De bewakers laten Sabine doorrijden en wanneer zij naar binnen is, rent Lubitsch naar binnen. Er wordt op hem geschoten en hij raakt gewond aan zijn arm. Na een tocht vol schoten, komt Lubitsch in de ruimte waar Riemenschneider en Weitmer zijn. Riemenschneider zegt weer de drie mensen niet op Lubitsch te hebben afgestuurd en denkt dat Schmidt het is geweest die voor Pancic werkte. Riemenschneider beweert daarnaast ook dan Sabine Weitmer voor Schmidt werkt, maar zij verdedigt zichzelf. Dan wordt er op Lubitsch geschoten en hij sterft.
Personen
Mario Lubitsch is de hoofdpersoon. Hij is 34 jaar oud, woonachtend in Italië met zijn vriendin Roberta. Lubitsch werkt voor Riemenschneider.
Riemenschneider is de leider van een maffiaorganisatie en is in strijd met Pancic. Het liefst wil hij dat Pancic vermoord wordt. Riemenschneider is een oude zieke man in een rolstoel.
Robert Almstedt is na Riemenschneider de hoogste man in de organisatie. Hij werkt nauw samen met Riemenschneider. Almstedt heeft veel zakelijk contact met Lubitsch.
Holthaus is een nieuwe collega van Lubitsch. Zij moeten samen de opdracht in Leipzig voltooien.
Pancic is de tegenstander van Riemenschneider en is de baas van club Tivol. In deze club kunnen mensen wat drinken, maar er zijn ook prostituees.
Mirko Sebisch is de onderbaas van Riemenschneider en regelt vrijwel alles in de club. Hij neemt ook Lubitsch aan als bewaker.
Schumann en Fiedler zijn beiden commissaris. Zij proberen de misdaden die worden gepleegd op te lossen.
Sabine Weitmer is de vrouw die wil samenwerken met Mario Lubitsch om Riemenschneider te verslaan.
Tijd
Er wordt geen jaartal in dit boek genoemd, maar het is duidelijk dat het verhaal zich wel een tijdje geleden heeft afgespeeld. Het is wel na de Tweede Wereldoorlog, want de DDR bestaat. Dat is echter pas, dus het verhaal speelt zich vlak na de Tweede Wereldoorlog af. Het verhaal duurt een paar weken. Het is in chronologische volgorde verteld, met weinig flashbacks.
Ruimte
Het begin van het verhaal speelt zich af in Italië. Daarna gaat het verder in Leipzig, omdat Mario Lubitsch daar een opdracht moest vervullen. Het verhaal eindigt in Frankrijk, waar een huis van Riemenschneider staat.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden