Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Een tafel vol vlinders door Tim Krabbé

Beoordeling 7.1
Foto van Cees
Boekcover Een tafel vol vlinders
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4238 woorden
  • 7 maart 2009
  • 613 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
613 keer beoordeeld

Boekcover Een tafel vol vlinders
Shadow

En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was - van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield hij omdat het Bram was.

En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was - van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield …

En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was - van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield hij omdat het Bram was.

Een tafel vol vlinders door Tim Krabbé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Gebruikte editie voor het boekverslag
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: Opening Boekenweek 2009 (10 maart)
Aantal bladzijden: 90
Uitgegeven door CPNB
Sinds jaar en dag worden tijdens de Boekenweek gratis exemplaren uitgereikt aan kopers van een Nederlandstalig boek ter waarde van minimaal 11,50 €. De oplage van het exemplaar in 2009 is 968.000 stuks. (een recorduitgave)

Beschrijving voorkant
Een gifgroene voorkant met in knalrode letters de titel


Genre van het boek
Vanwege de lengte kun je het geschenk weer een novelle noemen.

De aangeleverde flaptekst
'En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was – van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield hij omdat het Bram was.'

Titelverklaring
De titel komt aan het einde van het verhaal letterlijk in de tekst voor.
Blz. 86 : “ De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders. Ieder seconde vliegt er één weg. Als de tafel leeg is ben ik dood.
Vier bladzijden verder (90) staat : Er zijn niet zoveel vlinders mee. […..] De tafel raakt leeg
Het is duidelijk dat Bram aan het einde van zijn leven raakt.

Structuur en/of verhaalopbouw en perspectief
De novelle heeft twee delen.
Deel 1 heet Het Vijverspook (blz. 5-46)
Deel 2 heet Het scherfje. (47-90)
De beide delen zijn dus bijna even groot.

In deel I is Fred de personale verteller van het verhaal. Hij is op reis in Siberië en krijgt een telefoontje van zijn vrouw. Hij is dan bang dat zijn aangenomen zoon Bram dood is. Hij denkt in Siberië terug aan de tijd dat hij Bram leerde kennen tot aan het moment dat hij door Bram naar Schiphol werd gebracht.
In deel II is dezelfde Bram nu de verteller: hij doet dat in de ikvorm in een dagboek. Daarom vertelt hij enerzijds in de o.v.t. als hij opgeschreven heeft wat hij een dag ervoor heeft meegemaakt. Andere passages waaronder natuurlijk de laatste zijn in de o.t.t. geschreven.
In beide delen overlappen enkele passages elkaar: eerst wordt een scène verteld vanuit Fred, daarna in het tweede deel wordt de scène verteld door Bram.
In deel I wordt door de angst van Fred de spanning voor deel 2 opgeroepen.
De novelle heeft dus een opening in handeling (Fred is in Siberië en denkt terug aan vroeger.)
Het einde kun je enerzijds open noemen, maar als je goed leest, is het eigenlijk helemaal gesloten.

De tijd van het verhaal
Krabbé laat weinig los over data en jaartallen.
In het tweede deel (toch een dagboek) hanteert hij een bijzondere indeling van de dagen. Bram is naar een bijzondere plek geweest in Nieuw-Zeeland en vanaf het moment dat hij een voor hem magische steen heeft aangeraakt, is dat dag 0 in de rest van zijn bestaan. Daarna wordt er doorgeteld tot dag 47 (zondagavond laat) en maandagmorgenvroeg is het dan weer dag 0. (de laatste dag van de rest van zijn leven)
Wel is er sprake van een actueel verhaal door het beschrijven van de moderne communicatiemiddelen als een mobieltje en internet.

Het verhaal heeft geen concrete data etc. nodig, want een vader-zoonrelatie is er natuurlijk één van alle tijden.

De plaats van handeling
Fred is in deel 1 in Siberië op reis. Vroeger maakte hij zijn aangenomen zoon Bram reizen voor weekbladen. Deze keer wil Bram niet mee: hij heeft een vriendinnetje opgedaan.
Vanuit Siberië belt Fred naar huis (Asterdam) .
Deel 2 speelt zich voornamelijk af in Amsterdam en het deel beschrijft de ontmoetring tussen Bram en Emma in de hoofdstad..

Samenvatting van de inhoud

Deel 1
Fred Berkow is journalist en reislustig. Hij is op het moment dat de novelle begint op reis in Siberië, waar hij met een klein maar dapper gezelschap de krater van de Gloebinyi-vulkaan beklimt. Hij durft niet helemaal tot het einde te gaan.
Wanneer ze weer teruggekeerd zijn, belt hij zijn vrouw Carla, maar tegelijkertijd belt zij hem.. Ze vraagt hem straks terug te bellen en vanaf dat moment voelt Bram zich onrustig. Hij denkt dat Bram dood is en hoort zich zelf al een toespraak houden voor zijn overleden zoon.
Daarna denkt hij terug aan de wijze waraop hij Bram leerde kennen. Bram was de 3-jarige zoon van Nicolien en vanaf het eerste moment was hij niet alleen op Nicolien gevallen maar ook op haar zoontje. Hij voelde meteen liefde voor het ventje en hij doet er heel veel voor. Ook al is Fred zelf nog maar jong (19 jaar) Nicolien laat Fred daarna in de steek voor een tandarts, maar Bram mag steeds komen wonen bij hem. Ze doen aan een soort co-ouderschap. Bram is een heel slim ventje dat al snel kan lezen en schrijven. Hij wil ook te allen tijde voorkomen dat Bram confectie wordt, zo’n doorsneemannetje. Bram moet origineel blijven.

Brams echte vader is een week na de geboorte weggelopen. Volgens Nicolien was het een echte klootzak.

Als de tandarts Nicolien zwanger maakt, stelt deze ook voor om Bram te “echten.” Hij heeft namelijk ook een vervelende achternaam. Bontje, maar Fred is het niet eens met het voorstel. Wanneer Bram acht is, wil hij van Fred weten wat zijn vader heeft uitgespookt. Die heeft namelijk zelfmoord gepleegd door van een dak te springen en Fred laat de plek zien aan Bram waar dit is gebeurd. Vooralsnog maakt het niet veel indruk. Fred maakt reizen met Bram en die mag dan als schrijvertje ook zijn reisverhalen publiceren in de bladen. Dat is in het begin erg succesvol en Fred denkt dat Bram later echt een schrijver zal worden. Bij een van die reizen naar Schotland krijgen ze verschil van mening over een te volgen route. Bram doet zijn eigen zin en raakt even verdwaald van Fred. Wanneer hij ’s avonds naar hem zoekt, ziet hij aan de overkant van een vijver een silhouet. Fred vaagt zich af of die “vijverspook” Bram is, maar hij vraagt er niet naar. Daarna gaan ze steeds minder vaak samen op reis en op één van zijn soloreizen ontmoet Fred Carla: een heel aardige vrouw die bovendien goed voor Bram is.
Die is wel intelligent maar werkt niet hard op school. In zijn jeugd heeft hij van Fred een boek gekregen overeen magische steen in Nieuw-Zeeland. Die moet je aanraken en dan begint je leven opnieuw. Hij wil de man van het verhaal zijn en naar Nieuw -Zeeland vertrekken. Bram gaat daarom na zijn eindexamen werken om de reis te kunnen maken. Zeer tot verdriet van Nicolien en de tandarts. Bram weet wel Nieuw-Zeeland (via Griekenland) te bereiken , gaat ook naar de magische steen, maar komt daarna toch vrij snel weer terug naar Nederland.
Hij gaat als chauffeur werken bij een transportbedrijf. Fred wil hem uitnodigen om mee naar Siberië te gaan, maar Bram weigert. Wel zal hij Fred naar Schiphol brengen. Wanneer hij Bram gaat afhalen, ziet hij dat de jongen verliefd is. In de auto vertelt hij over zijn liefde Emma die voor hem geschapen is. Fred waarschuwt hem voor te veel impulsiviteit. Geniet eerst van je leven is zijn advies aan Bram. Dan vraagt hij vlak voor Schiphol nog of Bram het vijverspook was. Die ontkent het.

Deel 2
Dit deel is in de vorm van een dagboek van Bram. Hij vertelt van zijn eerste bijzondere ontmoeting met Emma, een meisje dat hij op de tram ontmoet door een wonderlijk toeval. Maar hij vindt dat het geen toeval is, sinds hij in Nieuw-Zeeland is geweest. Hij heeft daar wel een oudere vrouw Naomi Silver “gehad”. (ze was 36 jaar geweest toen hij korte tijd bij haar verbleef. Het meisje heeft een vriend in Amerika en zal binnenkort met hem trouwen. Maar ze wordt toch ook verliefd op Bram en het duurt niet lang of ze hebben voor de eerste keer seks met elkaar. Dat gebeurt op de kleine kamer van Bram en daarna brengt hij haar steeds naar huis, waarbij ze elkaar altijd kussen bij de tramhalte. Een mooi ritueel. Ze denken dat ze de twee helften van de ziele zijn ,zoals in de klassieke mythologie wordt voorgesteld.
Hoewel ze een lager IQ heeft dan Bram, vindt hij dat toch niet zo erg. Ze maakt het uit met haar vriend die overkomt : een erg zekere en saaie jongen. (Arnold Danmaarweer, bijnaam omdat ze altijd na een verkering weer op hem terugviel)
Emma heeft ook een eigen poldertje waar vrijwel niemand komt en waar ze dus ook de liefde in het open veld kunnen bedrijven. Ze worden aanvankelijk steeds gekker op elkaar. Doen dingen die verliefden doen: bijvoorbeeld overdag in de auto van de zaak naar het polderweitje om daar te vrijen.
De illusie wordt dan ook later wreed verstoord wanneer twee milieutypes in het poldertje bloemen komen plukken.
Bram gaat Fred wegbrengen naar Schiphol, zodat hij een week de auto van zijn stiefvader heeft om met Emma naar het strand te kunnen gaan. Hij praat met hem over zijn liefde voor Emma en zijn vader waarschuwt hem voor een te vaste band op een te jonge leeftijd.. Op de terugweg rijdt hij op een weg langs een spoorbaan, waarlangs verlepte sla groeit.

Bram gaat ook nadenken over zijn biologische vader Emma en zoekt contact met zijn grootouders van die kant. Hij maakt een afspraak en wanneer hij ze ontmoet, weet zijn oma hem zover te krijgen dat hij gaat nadenken over zijn bestaan. “Breek met alles”. Zegt zijn oma. Hij gaar weg bij het transportbedrijf en wil nu Nederlands gaan studeren, maar zijn eerste kennismaking met de studentes, is niet best. Hij weet niet goed wat hij moet doen: weggaan en eerst reizen en hopen dat Emma op hem zal wachten. Of blijven voor Emma en dan toch meer een confectiemannetje worden. Dan neemt hij een beslissing. “ De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders [ zie de titelverklaring]

Hij gaat in Freds auto met Emma naar het strand en besluit haar recht in haar gezicht te zeggen dat hij niet meer van haar houdt. Resoluut keert Emma zich om en zegt dat ze hem nooit meer wil zien. Waarschijnlijk gaat ze weer terug naar Arnold “Danmaarweer.” Diezelfde avond heeft hij al spijt. Hij gaat schrijven aan zijn tafel. De tafel met vlinders raakt leger en leger.
Bram wordt ineens depressief: hij denkt dat hij de mensen in zijn omgeving ongeluk brengt. Hij neemt een besluit: .
Ik ben geen Tepuki, ik ben de zoon van Menno Bontje van wie ik niets weet, behalve dat hij de kracht had om te den wat ik ga doen. Zijn moeder heeft het me zelf gezegd: “Breek met alles wat je dacht te zijn.”
Mijn sleutels liggen voor me, klaar om mee te nemen. Sorry van je auto, Fred. Ik stap in en rijd naar de verlepte kropjes sla. Daar kijk ik op mijn horloge en zal zien dat het op nul staat.
En nu krijg ik te zien wat geen schrijver kan beschrijven: het opdrogen van de laatste punt.

Emma.


Thema, motieven en interpretatie
In de eerste plaats heeft de novelle nauwelijks iets met het thema van de Boekenweek 2009 te maken. Daarin staat namelijk het dier centraal. De titel verwijst nog wel naar de tafel vol vlinders, maar dat is slechts een symbolische weergave van een element in het verhaal.

In de novelle speelt uiteraard de vader-zoonverhouding de belangrijkste rol. Bram wordt door Fred geadopteerd en zijn stiefvader is helemaal bezeten van hem. Omdat Fred een schrijver/journalist is, wil hij dat zijn stiefzoon in zijn voetsporen treedt (nl. het schrijven van de reisverhalen.) Iedere vader heeft toch ergens wel een idee dat zijn zoon hem moet navolgen. Dat is niet altijd een succes: vgl. Titus de zoon van Rembrandt, de voetballer Jordi Cruyff tegenover vader Johan, Axel Merkx ten opzichte van wielrenner Eddy. Maar ja, dan Sven Kramer …….

Belangrijk voor Fred is ook dat zijn zoon geen “confectie”wordt. Je moet wat bijzonders zijn in het leven (maatkleding) en geen standaardtype mens (confectie) Uit interviews rondom de Boekenweek ( bij Pauw en Witteman, De Volkskrant) blijkt dat het verhaal waarschijnlijk wel geïnspireerd is door de eigen vader-zoonverhouding van Krabbé. Zijn wat eigenzinnige zoon Esra (kind van Tim en de actrice Liz Snoeyink) studeert Japanse literatuur in het Land van de Reizende Zon en is ook karateleraar. Dus niet echt een confectiezoontje. Wel is Krabbé er in het interview in Volkskrant Magazine (zaterdag 7 maart 2009 ) ervan overtuigd dat zijn zoon later een schrijver zal worden die hem wellicht zal overtreffen.


In het verhaal lijkt de voorbeeldfunctie van de vader ten opzichte van de zoon te lukken, maar Fred is indirect ook de oorzaak van hun verwijdering. Hij heeft Bram in zijn jeugd een boekje gegeven waarin het verhaal van Tepuki staat (de man die de magische steen gaat aanraken.) dat wordt het doel van Bram en hij maakt dan waar, waardoor er echter een verwijdering tussen hem en Fred ontstaat. Dat gebeurt dat werkelijk in Schotland, waar ze ruzie krijgen over welk pad ze moeten nemen. Dat is natuurlijk een mooi symbolische manier om de verwijdering aan te geven. Vader Fred is niet langer zijn goede gids meer. Bram gaat daarna ook zijn eigen gang en gaat zelfs naar Nieuw-Zeeland. Maar hij vindt het geluk daar ook niet helemaal (wel een oudere vrouw Naomi Silver) Toch keert hij terug naar Nederland om daar bij toeval dat geen toeval is, de liefde van zijn leven te vinden. Weer geeft zijn stiefvader hem ht advies niet meteen te blijven hangen aan de eerste vrouw in zijn leven (“geen confectie, immers.”) maar hier wordt uiteindelijk de wijze raad genegeerd, hoewel….

Kan het eigen verleden helemaal los gelaten worden? Nee, ergens in Bram blijft iets knagen om wat te weten te komen over zijn overleden vader die van een dak is gesprongen. Hij was al eens langs de plek met Fred geweest, hij herhaalt dat met zijn vriendin Emma en hij besluit ook contact te zoeken met zijn grootmoeder die hem het advies geeft te breken met wat hem bindt. Die tip is de weg voor Bram om met Emma te breken. Maar kort daarna heeft hij alweer spijt. Hij beseft dat hij aan anderen het ongeluk brengt en besluit datgene te doen wat zijn vader ook heeft gedaan. Het is een naturalistisch trekje in het boekje, de zelfmoord zit in zijn genen.
Hij kiest in tegenstelling tot zijn biologische vader alleen voor de treinmoord. Natuurlijk in zijn stiefvaders auto. Bram, Fred en Menno worden op de wijze met elkaar verbonden. Bram rijdt naar de verlepte sla en dat was een plek die langs een spoorbaan lag. (blz. 75) Zijn horloge zal dan op 0 staan.

De literaire motieven op een rijtje voor het opbouwen van je leesdossier:
- vader-zoonrelatie
- het opvolgen van wat je vader graag zou zien
- de liefde van twee zielen die voor elkaar geschapen lijken
- de queeste naar de zin van het bestaan (Nieuw-Zeeland)
- de zelfmoord
- het noodlot via de genen ingegoten
- het toeval

Waardering scholieren.com
“Een tafel vol vlinders:” is één van de beste en mooiste boekenweekgeschenken van de laatste jaren. Tim Krabbé is op zich al een meester in het schrijven van korte romans en novellen waarin hij grote levensvragen als thema geeft. Populair bij scholieren zijn natuurlijk “het gouden ei” en ‘De grot. “ Een heel mooi boekje was ook “Marte Jacobs.”
In een heldere en mooie opbouw ( met enkele spiegelende passages) laat hij vader en stiefzoon hun verhaal vertellen: eenvoudig van woord en in mooie beelden. Symbolisch wordt de vader-zoonrelatie uitstekend weergeven. De vader zie zijn zoon voor het kwaad wil behoeden en de zoon die aan het einde denkt dat hij het ongeluk in de wereld heeft gebracht,

En dan het slot waarin Bram toch nog in de voetsporen van zijn eigen vader stapt.
Mooi boekje voor je lijst: waarschijnlijk ook nog wel geschikt voor Mavo-eindexamenleerlingen. Voor havo- en vwo-leerlingen mag het niveau geen probleem zijn. Het boek is natuurlijk uitstekend te combineren met andere vader-zoon boeken van bijvoorbeeld Wolkers, ’t hart, Kellendonk etc. (zie onze www.scholieren.com-literatuurlijst op thema.)
Jammer dat we altijd alle boekenweekgeschenken met `1 punt waarderen vanwege de geringe lengte. Literair gezien is het zeker een aantal sterren waard. Het is een goede keus geweest van de CPNB om Krabbé uit te nodigen voor het schrijven van het geschenk.

Recensies
Krantenredacties krijgen het boekenweekgeschenk natuurlijk een maand eerder dan de dag waarop het uitkomy. Op het bespeken van de novelle rust een embargo tot de dag waarop de Boekenweek begint. Niet elke redactie houdt zich aan het embargo.

Reeds op vrijdag 7 maart 2009 verscheen een recensie van het Boekenweekgeschenk in De Volkskrant. De bekende recensent Arjan Peters is niet zo positief. De start is sterk. Een halve schrijver, ene Fred, die reportages maakt voor een reisblad, heeft in Siberië net niet de top van een vulkaan beklommen omdat hij afgepeigerd was, maar als zijn vrouw Carla belt, doet hij alsof hij het hoogste punt wél heeft gehaald. Kinderachtige kerel. ‘Bel je mij terug?’ vraagt zijn vrouw. ‘Ja, goed. Maar ik snap het niet, we bellen nu toch al?’ ‘Ja maar bel je straks? Ik hou ook van jou. Heel erg veel.’ In verwarring legt hij neer, en onderweg naar zijn hotel gaan Freds gedachten alle kanten op. Waarom moet hij Carla later terugbellen? Haar stem klonk ongewoon. Er is dus iets gebeurd. Wat kan dat zijn?[…..] Hier was het mogelijk geweest, dat Krabbé de spanning van het eerste deel weer had teruggebracht – in deze carrousel van verwachtingen (van ouders, en van jezelf) en overtuigingen (dit is pure liefde) die bij nadere inspectie op risicomijdend gedrag stoelen. Maar om onduidelijke redenen bestaat het tweede deel van Een tafel vol vlinders uit het dagboek van de schrikbarend weeë en talentloze Bram: ‘Emma is mijn vrouw. Als ik haar neus tegen mijn wang voel, dan is daarin al meer geluk dan ik met een meisje voor mogelijk had gehouden. Als ze in het poldertje een plas doet, en ze kijkt me aan terwijl ze hurkt, dan is haar blik vrij van twijfel: ik hou van jou.’ Zelfmedelijden en vulgair naturalisme (elke zoon doet zijn vader na) blazen het verhaaltje uit, en laten de lezer achter in verwondering over zoveel onnozelheid. De oppervlakte, die alles is, boeide maar eventjes. Krabbé weet niet aan zijn belangrijkste eis te voldoen.

Ook op www.recensieweb.nl verscheen op 6 maart 2009 al een recensie van Eveline Vink. Die is heel wat positiever gestemd dan die van Karen Overmars. Eindelijk eens een boekenweekgeschenk dat niet méér wil zijn dan 90 pagina’s. Niet een uitgedunde roman, maar een echte novelle. Een goede novelle.
De opbouw en ontwikkeling van de personages zijn de grootste kwaliteit van dit boekenweekgeschenk. Boeiende, echte mensen met sympathieke en ergerlijke kanten, grote idealen en kleinzielige besluiten. Krabbé schetst een vader-zoon relatie die verandert, meandert, opgroeit met Bram en eigenlijk ook met de jonge vader Fred. Meer dan over liefde of talent gaat Een tafel vol vlinders voor mij over deze relatie. Fred & Bram, the wonder years, Fred & Bram, aftasten en loslaten, Fred & Bram, samen eenzaam.

Op 6 maart 2009 schrijft Coen Peppelenbos in
De Leewarder Courant : Krabbé heeft zijn verhaal in tweeën gedeeld. Het eerste deel wordt verteld door Fred, het tweede deel is het dagboek van Bram dat hij, na zijn reis naar Nieuw-Zeeland, bijhoudt als hij in Amsterdam Emma ontmoet. De toon is totaal anders. Je komt opeens in de wereld van een ietwat eenzame jongen die zin aan zijn leven geeft door de impulsen die hij krijgt van anderen. Een terloopse opmerking van Fred over vrouwen in het algemeen: ‘De man is er om groot te zijn, de vrouw om hem klein te houden,’ zorgt voor een kettingreacties aan gedachten in Brams hoofd en vanaf dat moment koerst het verhaal op een noodlottig einde aan.
Het knappe van dit Boekenweekgeschenk is dat je dat einde al weet. In de eerste bladzijden wordt dat namelijk al aangekondigd, maar je verdringt die wetenschap omdat je, net als Fred, wilt dat het goed gaat met Bram. Op de een na laatste dag schrijft Bram: ‘De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders. Iedere seconde vliegt er één weg. Als de tafel leeg is ben ik dood.’ Dan wil je eigenlijk niet meer verder lezen en dat is een teken dat deze novelle je raakt. Ongemerkt heeft Krabbé ervoor gezorgd dat de lezer ook in de vaderrol komt en lijdzaam moet toezien dat hij het gekozen levenspad van de zoon niet kan veranderen. Een erg mooi geschenk.

Op 11 maart 2009 schrijft Arie Storm in Het Parool het volgende (positieve bericht): Eigenlijk is het een onmogelijk iets, dat Boekenweekgeschenk (om over die hele Boekenweek maar te zwijgen). Een literaire auteur krijgt opdracht binnen een bepaalde tijd een afgesproken aantal woorden te leveren. [....]Gelukkig is dit aan Tim Krabbé wel toevertrouwd. Met het geschenk Een tafel vol vlinders heeft hij goed aan de opdracht voldaan. Het boekje telt negentig bladzijden en kan precies in tweeën worden gedeeld - vakwerk. [.....] Krabbé blikt met Fred terug op de jeugd van Bram en op de manier waarop Bram zich heeft ontwikkeld tot de man die hij nu is. Dat is een enigszins rare vorm, omdat daardoor een groot deel van dit boekje uit terugblikken bestaat. Veel urgentie lijkt een en ander niet te hebben. Tegelijkertijd is dat ook een sterk punt van Krabbé; hij weet als geen andere schrijver mooie nostalgische gevoelens op te roepen. Welke ellende er in het verleden ook is geweest, hij weet die tijd toch maar fraai te beschrijven. En dan komt Bram dus aan het woord. Ook hier krijg je weer al die weemoedige emoties. Bram is een jonge man, of liever gezegd een jongen nog, die voornamelijk schrijft over zijn eerste verliefdheid. Het zijn de problemen van een adolescent, maar er komt bij Bram wel iets bij, namelijk de wijze waarop zijn echte vader dood is gegaan. Nu ja, aan het eind zitten we toch allemaal te snikken.

Ook al op 11 maart zegt Dirk van der Linden op www.8weekly.nl het volgende: "Opnieuw begeeft Krabbé zich op glad schrijversijs. De eerste verliefdheid, kan het zoeter? Deze keuze valt echter meer te bewonderen dan te betreuren. Het is mooi dat de afloop van het verhaal is weergegeven vanuit het perspectief van Bram. Brams eigen verhaal is tot aan het einde clichématig, maar Krabbé weet desondanks veel identificatie op te roepen en een getrouw beeld te schetsen van een adolescent die zijn weg in de wereld probeert te vinden. Bram blijkt uiteindelijk een zoon die handelt en denkt als elke zoon in zijn situatie, net als zijn vader een vader is als alle andere. De zoektocht naar zichzelf leidt Bram uiteindelijk naar zijn echte vader, die zelfmoord pleegde toen Bram enkele weken oud was. Het bezoek aan zijn grootouders doet Brams leven radicaal kantelen.

Het prachtige uitgangspunt contrasteert met het verloop van de gebeurtenissen. In alles is Fred de vader van Bram en lange tijd is Bram een echte zoon van Fred. Terwijl ze dat tegelijk nooit helemaal zullen worden – iets wat op het einde op tragische wijze duidelijk wordt. Krabbé heeft moeten balanceren tussen eenvoudige schoonheid en oppervlakkige ongeloofwaardigheid en blijkt een evenwichtskunstenaar. Een tafel vol vlinders is een cadeau dat op zichzelf al de ruim tien euro aan boeken waard is. "

Jeroen Vullings zegt in
Vrij Nederland op 14 maart 2009 : Maar in zijn niet-sportgerelateerde boeken is zijn schrijfstijl kreukvrij en vaak karakterloos. Met de opgeroepen gevoelens, gróte gevoelens, is niks mis in Krabbés proza - integendeel - maar wel met het drama dat hij daar via de intrige van wil maken. Zo ook in Een tafel vol vlinders, dat fataal ontspoort doordat hij uiteindelijk het vertelperspectief verlegt naar de zich zo infantiel uitende en denkende Bram, dat sprake is van een onwaarachtige karikatuur. Daardoor laat de portee in dit emo-proza voor alle gezindten en leeftijden ons onberoerd.

Pieter Steinz op dinsdag 10 maart 2009 in het NRC over het geschenk"" De novelle van Tim Krabbé is goed geschreven, mooi geconstrueerd, en spannend tot op de laatste bladzijde. Dat laatste bedoel ik letterlijk, want het zijn de 25 zinnen aan het slot die de subtiliteit van het boek teniet doen; die een roerende roman veranderen in een uitleggerige draak.[....] Ik zou de clou van het verhaal (die eigenlijk al aan het begin van het boek weggegeven wordt) nooit verklapt hebben, als Krabbé niet iets vergelijkbaars doet in de laatste zinnen van Een tafel vol vlinders. Heel expliciet meldt Bram daarin dát (en hoe) hij zelfmoord gaat plegen: ‘De tafel is leeg […] Sorry van je auto, Fred.’ Het is een onnodig slot bij een tot op dat moment sterke novelle; een regelrechte onderschatting van de lezer. Je mag alleen maar hopen dat het geen knieval is voor de macht van het grote getal die iedere boekenweekauteur bedreigt."


Over de schrijver en zijn eerder gepubliceerde werk
Bron: website uitgever
Tim Krabbé (Amsterdam, 1943) is een veelzijdig man met drie grote passies: wielrennen, schaken en natuurlijk vooral schrijven. Als bestsellerschrijver heeft hij een rijk en zeer gewaardeerd oeuvre. Hij werd bekend met verhalen en romans als Het Gouden Ei, Vertraging, De Paardentekenaar, De Grot, Kathy’s Dochter en het vorig jaar verschenen Marte Jacobs.
Zijn werk werd in 16 talen vertaald en is meermalen verfilmd. Spoorloos, de filmversie van Het Gouden Ei, won in 1988 het Gouden Kalf voor de beste film. Begin jaren ’70 behoorde Krabbé tot de twintig beste schakers van Nederland. Naast topschaker was hij een niet onverdienstelijk amateurwielrenner. Hij putte er inspiratie uit voor 43 Wielerverhalen en De Renner.

REACTIES

L.

L.

Hallo,
Ik heb een vraagje.
Wat is/zijn de motto/motto's van het boek precies? Ik dacht dat zinnetje met die vlinders, omdat die symbool staan voor de dood (weinig dan). Of..?
Met vriendelijke groet.

14 jaar geleden

J.

J.

ik vind de samenvatting van het boek heeeeel erg slecht. als je die leest weet je nog niet waar het verhaal over gaat. heel veel fouten.

12 jaar geleden

E.

E.

Zijn er geen verhaalmotieven? Beetje vreemd dat die er niet bij staan als dit echt door een docent is geschreven, vooral de spelfouten.

12 jaar geleden

-.

-.

er is geen motto. een motto staat altijd aan het begin van een verhaal.

11 jaar geleden

A.

A.

Erg slecht sommige dingen kloppen niet eens

10 jaar geleden

H.

H.

ik vind dit een slecht verslag omdat er heel veel dingen niet aan kloppen

6 jaar geleden

H.

H.

ik ben het daar helemaal mee eens

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een tafel vol vlinders door Tim Krabbé"

Ook geschreven door Cees