Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vliegen zonder vleugels door Gerda van Erkel

Beoordeling 7.2
Foto van Cees
Boekcover Vliegen zonder vleugels
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3482 woorden
  • 1 augustus 2008
  • 208 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
208 keer beoordeeld

Boekcover Vliegen zonder vleugels
Shadow
Vliegen zonder vleugels door Gerda van Erkel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


Gebruikte editie voor het boekverslag
Gebruikte druk: eerste
Verschijningsdatum eerste druk: juni 2008
Aantal bladzijden: 197
Uitgegeven bij: Davidsfonds/Infodok (België)

Beschrijving van de voorkant
Op de voorkant staat een afbeelding van een lege vogelkooi. Dat is een fraaie verwijzing naar de titel. Zie daar.

Voor wie geschikt ?
In Nederland zou het boek gerangschikt worden in de categorie C-boeken. Het is bedoeld voor leerlingen vanaf 14 jaar. Het is daarom uitermate geschikt voor het plaatsen op een leeslijst voor tweede en derde klas van het voortgezet onderwijs (vooral havo en vwo).
Juist omdat Gerda van Erkel vrijwel altijd over actuele thema’s schrijft en zelf therapeute is, zijn de boeken erg aantrekkelijk voor jonge lezers die de overstap kunnen en willen maken naar de literatuur voor volwassenen. De thematiek van haar boeken komt namelijk ook voor in boeken voor volwassenen. Zo heeft “Vliegen zonder vleugels” o.a hetzelfde thema als “Hart zonder steen” van Renate Dorrestein. Ook het niet aanvaarden van homoseksualiteit door ouders van kinderen die met hun geaardheid worstelen, komt in boeken voor volwassenen vaak voor. Op die manier kunnen scholieren zich voorbereiden op het lezen voor hun literatuurlijst.


Daarom zal “Vliegen zonder vleugels”zijn weg wel vinden binnen de scholen.

 Wat voor soort boek is het ?
Het is een jeugdboek waarin de schrijfster een psychologische verklaring zoekt voor de gezinsdrama’s die zich de laatste jaren in Nederland en België afspelen.

Op haar website schrijft Gerda van Erkel over de aanleiding voor het schrijven van het boek Ik begon aan dit boek, geschokt door een golf gezinsdrama’s die het nieuws overspoelde. De vraag hoe zoiets kon gebeuren liet me niet los. Wat dreef iemand om zijn eigen bloed te doden? Was het haat, wanhoop, nog iets anders… wat iemand door het lint liet gaan? Kon zoiets met voorbedachten rade gebeuren, of was het een (bijna) onvermijdelijke momentopname, het ogenblik dat de emmer overliep? Veroorzaakt door één druppel, niet groter dan de andere die deze emmer tot de rand toe hadden gevuld. Eén druppel, die een hele overstroming kon teweegbrengen? Is dat wat men bedoelt met ‘buiten zijn zinnen raken’?
Een tweede reden was dat ik in mijn werk als therapeute toch nog vaak geconfronteerd word met absoluut onbegrip van ouders voor de homoseksualiteit van hun kinderen. Dat onbegrip en die afkeuring kunnen zeer ver gaan en leiden tot psychisch en verbaal geweld, waarbij een kind als persoon met de grond wordt gelijk gemaakt. Soms wordt een kind uit de familie verbannen. De afwijzing door de ouders kan voor levenslange schade zorgen, van verdriet en gemis tot haat en zelfhaat en, voor alles, een diep geworteld gevoel van minderwaardigheid.


De aangeleverde flaptekst
Als Manthe na elf jaar te horen krijgt dat haar ouders en haar zus vermoord werden door haar broer, kan ze het niet geloven. Hoe moet ze hiermee om? Kan ze dit ooit vertellen aan haar vriend Arne? Er is maar één vraag die door haar hoofd spookt. Waarom heeft Tibo het gedaan?

In haar herinneringen zoekt Manthe naar aanwijzingen, beelden van vroeger. Een map vol krantenknipsels en fotoalbums zijn het begin van haar tocht naar het verleden en naar haar broer. Ze wil antwoorden om haar eigen leven weer te kunnen opbouwen.

Gerda Van Erkel en de gevatte Manthe ontrafelen een kluwen van emoties en drijfveren. Een verrassend jeugdboek met een onverwacht, hoopvol einde. Over de breekbare verbondenheid van een familie, de kracht van liefde en een onmetelijk groot verdriet.


De verklaring van de motto’s
Vooraan in het boek staan twee motto’s aangegeven.


Het eerste is van Kari Hotakainen uit het boek “De Huisman” . Het luidt: Ze zien me in zwart-wit, maar ik heb ook geel, rood en groen. Dat is een heel toepasselijk motto voor dit verhaal. Tibo, die eerst zwart-wit als een moordenaar wordt afgeschilderd, blijkt wanneer we nader met hem kennismaken via de gesprekken in de gevangenis ook heel andere kanten van zijn karakter te kunnen laten zien. De situatie is niet zo zwart-wit als zijn grootouders aan Manthe willen doen geloven (vooral zijn grootmoeder denkt zo) maar Tibo is een heel gevoelige jongen die door de afwijzing van zijn homoseksualiteit en onder invloed van pillen tegen zijn depressie zijn ouders en zusje doodt. In de loop van het verhaal krijgt de lezer sympathie voor hem.

Het tweede motto luidt : Iets wat ons voorkomt als een op zichzelf staande dramatische gebeurtenis, kan simpelweg een schakel zijn tussen wat eraan vooraf ging en wat volgde Een uitspraak van Linda Olsson in “Astrid en Veronika”. Ook dat is een duidelijke verwijzing naar het gezinsdrama van Tibo en Manthe. De moord op zijn ouders en zusje vindt zijn oorzaak in de afwijzing van zijn vader vanwege de homoseksualiteit en de dingen die daarna volgden. Kortom, zulke gezinsdrama’s hebben altijd een oorzaak en een gevolg-relatie.

Titelverklaring
Hierover zegt de schrijfster zelf Ik vertrok van het beeld van de vogelkooi. De uitgever is van dat beeld vertrokken voor de kaft, maar zocht een titel die iets poëtischer klonk. Zo kwamen we bij ‘Vliegen zonder vleugels’ uit, om dezelfde redenen als waarom ik aan ‘De vogelkooi’ had gedacht. De gevangenis is als een kooi waarin Tibo zit opgesloten. Tibo die er als jongen al van droomde om een vrije vogel te zijn – vrij in de zin van: zichzelf kunnen en mogen zijn, ook als dat niet strookte met de verwachtingen van zijn ouders. Ook toen werd hij al gekortwiekt. In zijn cel heeft hij een vogelkooi, ook die parkieten kunnen niet ver vliegen, maar symboliseren voor hem wel verlangen naar betere tijden, naar een Merlijn die het in orde kan brengen, naar een weerzien met zijn zusje. Ook Manthe is in haar verdere leven beknot als ze niet eerst met deze nieuwe waarheid leert omgaan. Ze is verlamd door de schok en moet opnieuw leren leven, of vliegen, om bij het beeld te blijven. En dan is er nog het vogels spotten samen met Arne, vogels die wél vrij zijn, en als zodanig ook symbool zijn van hun en onze dromen.

Hoe is het verhaal opgebouwd?
Er zijn 28 hoofdstukken: deze worden alleen genummerd en ze hebben geen titel. Ze worden vrijwel achter elkaar verteld in de volgorde van de tijd. Het verhaal begint aan het einde van een zomer in een niet nader te bepalen jaar en de vertelster Manthe geeft haar ervaringen en gevoelens prijs tot 23 mei van het jaar daarop. Er wordt dus vrijwel chronologisch verteld.


Wie vertelt het verhaal aan de lezer
Manthe, het achttienjarige meisje, dat elf jaar na de fatale gebeurtenis in haar gezin, de ware toedracht van haar grootouders hoort, is de ikvertelster van deze jeugdroman. Zij vertelt in de o.t.t. Daardoor beleef je het verhaal als het ware meteen met haar mee.

Tijd van het verhaal
Zoals hierboven al geschreven, duurt het verhaal van september van het ene jaar tot aan 23 mei van het jaar daarop. Op die datum wordt broer Tibo in vrijheid gesteld. Een jaartal valt niet uit het boek op te maken. Wel wordt er verteld over euro‘s, wat betekent dat het verhaal in ieder geval na 2002 speelt. Dat blijkt ook uit actuele gegevens als een gsm, het internet etc.

Plaats van handeling
Het eerste deel van het verhaal woont Manthe nog bij haar grootouders. Dat is in een klein plaatsje Kalmthout. Deze plaats ligt ook niet ver van Nederland (Bergen op Zoom) De grote stad Antwerpen ligt op treinafstand binnen bereik. Daar gaat Manthe in de loop van het boek studeren. Wanneer ze hoort dat haar broer gevangen zit in Leuven, gaat ze vaak bij hem op bezoek en speelt het laatste deel van het verhaal voornamelijk in die stad. Tenslotte vertelt Tibo ook nog over Amsterdam, waar zijn vriend Thijmen woonde.

Samenvatting van de inhoud
Manthe, die bij haar grootouders woont, hoort val voordat ze 18 jaar wordt dat haar ouders niet bij een auto-ongeluk om het leven zijn gekomen. Haar ouders en haar oudere zusje Emma zijn doodgeschoten door haar oudere broer Tibo. Die is derhalve niet in het buitenland maar in de gevangenis. Nu Manthe 18 jaar wordt (het is allemaal elf jaar geleden gebeurd) vinden haar grootouders dat ze de ware toedracht moet weten. Ze krijgt ook een map met krantenknipsels over de toedracht van de moord. Uit alles blijkt dat de grootouders Tibo haten en niets met hem te maken willen hebben. De schok voor Manthe is groot. Ze heeft een lieve vriend Arne die vier jaar ouder is en al in Leuven studeert. Ze wil zijn leven niet verzieken en maakt plots de verkering uit. Ze wil het grote geheim niet vertellen. Maar haar oma vindt dat ze het wel moet doen. Arne blijkt een heel begripvolle vriend en wanneer ze weer contact zoekt, staat hij haar met raad en daad bij. Ze krijgt naast de knipselmap een sleutel van een container waarin de spullen van vroeger staan opgeslagen. Ze gaat die op een dag met Arne bekijken en natuurlijk komen er dan herinneringen boven. Zo denkt ze o a. terug aan Tibo die heel lief voor haar was en haar vaak het verhaal van de jongen Merlijn vertelde. Wanneer je ween wens mocht doen, wilde Merlijn dat hij een vogel was. (het symbool van de vrijheid) Dat is opmerkelijk symbolisch omdat Tibo nu juist geen vrijheid heeft in de gevangenis.

Manthe heeft twee vriendinnen van school: Stien en Marie. Stien is een echte flapuit , Marie is wat bedachtzamer. Ze zijn op het moment dat Manthe het nieuws hoort op werkvakantie in Frankrijk, maar als ze terug zijn , durft Manthe het niet te vertellen. Voordat hun studentenleven begint gaan ze met elkaar naar een bungalowpark, maar daar raakt Manthe bij een survivalopdracht in paniek. Wanneer ze wordt gered, durft ze niet te vertellen waar haar paniekaanval door veroorzaakt werd. Haar vriendinnen spreken kwaad over een jongen die zijn ouders heeft gedood. Een zaak die op het nieuws is. Dan durft ze het helemaal niet meer, bang als ze is om haar vriendinnen te verliezen. Ze heeft intussen een kleine kamer in Antwerpen gekregen bij een hospita. Er zijn nog drie andere studenten in het huis, maar die spelen geen grote rol.


Manthe raakt steeds meer in de ban van de vraag waarom Tibo het gedaan heeft. Zelf was ze aan de moordpartij ontsnapt, omdat ze bij haar oma en opa logeerde. Eerst denkt ze dat hij Antwerpen in de gevangenis zit, maar door speurwerk komt ze erachter dat hij al 9 jaar in Leuven zit. Ze besluit hem op te zoeken: Arne gaat met haar mee om te steunen , maar zal wel buiten blijven. De eerste keer ziet Tibo er slecht uit: hij is erg verrast Manthe te zien, want hij heeft al die jaren geen bezoek gehad. Manthe gedraagt zich heel gereserveerd. Arne vangt haar na afloop op.

Haar 18e verjaardag viert Manthe bij haar grootouders. Wanneer ze vertelt dat ze bij Tibo is geweest, worden ze boos. Manthe kan het aan de ene kant wel begrijpen, maar ze hoort min of meer dat ze niet langer gewenst is. Op de terugweg krijgt ze nog een boze sms van haar oma waarin staat dat ze niet meer hoeft te komen wanneer ze contact blijft houden met Tibo. De ouders van Arne zijn wel begripvol.

Bij het tweede bezoek aan de gevangenis zegt Tibo dat hij haar vaak brieven heeft geschreven, maar die zijn weggehouden door haar grootouders. Tibo vertelt veel over het gevangenisleven, wat niet gemakkelijk is. Om de tijd te doden is hij gaan studeren: psychologie. Manthe krijgt wat meer begrip voor hem.

Ze gaat nu toch het geheim vertellen aan haar vriendinnen, maar die reageren heel afwijzend. Ze zijn heel boos dat ze het geheim verzwegen heeft bijv. toen ze in het bungalowpark waren.
Het betekent bovendien het einde van de vriendschap. Bij volgende bezoeken vertelt Tibo steeds meer over zichzelf en dan komt de “aap uit de kast” Tibo onthult dat hij homoseksueel is. Dat is wel een klap voor Manthe. Daarna hoort ze de ware toedracht van het drama. Haar vader had niet kunnen accepteren dat zijn zoon homo was. Hij zat bij de politie en was een echte machoman. Tibo’s moeder verloochende haar zoon eigenlijk, waardoor die niet lekker in zijn vel kwam. Vader was te streng en moeder te bang. Tibo vertelt over zijn eerste vriendje, maar het wordt thuis helemaal ondraaglijk wanneer hij een oudere homovriend krijgt: Thijmen. Die woont op een boot in de grachten van Amsterdam en is heel rijk. Dat is onacceptabel voor de vader van Tibo en die raakt depressief door die houding. Via allerlei psychiaters wordt hij tenslotte een gebruiken van pillen van antidepressiva. Maar die hebben een verkeerde uitwerking op zijn karakter. Er komen gevoelens van agressie en op een slechte dag pakt Tibo het wapen van zijn vader en schiet zijn beide ouders en Emma neer. Hij is zich eigenlijk nergens van bewust door de pillen. Maar kort daarna gaat hij zichzelf aangeven. Dan verliest hij ook Thijmen uit het oog. Hij wil dat Thijmen niets met de zaak te maken heeft en ze hebben alle sporen die naar de Amsterdammer kunnen leiden uitgewist. Manthe schrikt natuurlijk maar kan wel begrip opbrengen voor Tibo. Ze omhelzen elkaar. Ook vindt ze steun bij haar vriend Arne.

In december komt grootvader bij haar langs. Haar oma heeft een hartinfarct gekregen en hij wil het contact herstellen: het leven is immers maar kort. Toch is hij ook een beetje schijnheilig: hij durft niet zo goed tegen zijn vrouw op te komen voor Manthe (en Tibo) Toch lijkt er een verzoening te komen.

Manthe staat steeds meer achter Tibo. Bij zijn proefverloven helpt ze hem en wanneer duidelijk wordt dat hij een Voorwaardelijke Invrijheidstelling krijgt, wil ze samen met hem een woning betrekken op hem op te vangen. Dat gebeurt op 23 mei. Het boek eindigt met de situatie dat Tibo de sleutel in zijn nieuwe woning steekt. Er is een nieuw begin mogelijk: hij zal ook in een boekhandel gaan werken. Manthe heeft door alle omstandigheden haar eerste studiejaar verknald, maar ze vindt dat er ergere dingen zijn in het leven. Ze verwacht dat ze het wel zal kunnen inhalen.

Waar gaat het boek over ?
“Vliegen zonder vleugels” is een jeugdboek over een gezinsdrama en daaruit voortvloeiend een familiegeheim. Manthe wordt op haar 18e jaar (elf jaar nadat het gebeurd is) ingelicht over de ware toedracht van de dood van haar ouders. Ze blijken niet bij een auto-ongeluk om het leven te zijn gekomen, maar ze zijn vermoord door haar oudere broer Tibo. Dat hebben haar grootouders altijd voor haar verborgen gehouden, omdat ze o.a. verhuisd waren naar een andere plaats. Maar op haar 18e wordt het familiedrama toch onthuld. Manthe heeft moeite daarmee om te gaan. Ze maakt haar verkering met Arne uit, maar beseft kort daarna l heel goed dat ze die lieve jongen nodig zal hebben om het verdriet te verwerken. Toch maakt ze dezelfde fout als haar grootouders en ze verzwijgt het verleden voor haar vriendinnen. Wanneer z e het op aanraden van Arne toch vertelt, zijn deze boos vanwege het gebrek aan vertrouwen dat Manthe in hen heeft gehad. Het is vrijwel het einde van de vriendschap.

Manthe moet klaar zien te komen met de wetenschap dat Tibo niet in het buitenland woont, maar in de gevangenis van Leuven. In de reeks bezoeken die ze aflegt, krijgt ze steeds meer informatie over vroeger te horen. Wanneer Tibo vertelt dat hij homoseksueel is en de afwijzing van zijn ouders daardoor, krijgt Manthe een andere kijk op haar broer. Onder invloed van pillen heeft hij zijn daad gepleegd. Het boek gaat dus ook over het feit dat ouders de seksuele geaardheid van hun kinderen slecht oppakken. De moord wordt daarmee wel verklaard maar niet gerechtvaardigd.


Gerda van Erkel schrijft op haar website nog over een derde bedoeling van haar roman.: Een laatste bedoeling met het boek is om toch even in te gaan tegen de zo vaak en zo snel gemaakte uitspraak dat gevangenen een luxeleven hebben: ze zijn op hotel, tv op de kamer, ze kunnen sporten à volonté, mogen studeren, gratis filmpje of optreden van BV’s, medische zorg is gratis… Wie zo spreekt denkt kortzichtig. De echte straf is de vrijheidsberoving en het verlies van je identiteit.

De motieven van het boek zijn o.a. dus:
- het verzwegen familiegeheim
- het gezinsdrama
- homoseksualiteit
- de opvoeding van ouders
- echte vriendschap en valse vriendschap
- de relatie tussen broer en zus
- het gevangenisleven
- hoop en vergeving

De belangrijkste personages in het boek
Manthe is 18 jaar, wanneer ze hoort van de ware toedracht van de dood van haar ouders. Eerst denkt ze heel zwart-wit waarschijnlijk ingegeven door de houding van haar grootouders bij wie ze opgroeit. Maar ze leert in meer kleuren te denken (o.a. door haar lieve vriend Arne en diens ouders) Wanneer ze van Tibo de ware toedracht hoort, probeert ze haar broer te helpen.
De breuk met haar grootouders is haar dat wel waard. Ook de breuk met haar vriendinnen is een prijs die ze betaalt. Maar ze blijkt dus een heel goed mens te zijn.


Over Arne valt weinig anders te vertellen dan dat hij een lieve vriend is en een verstandige student die Manthe in haar moeilijke tijd goed opvangt. Hij is lief voor haar en blijft op gepaste afstand. Hij en zijn ouders steunen Manthe in de moeilijke strijd. De stabiliteit van zijn opvoeding (deze ouders zouden als voorbeeld kunnen dienen) komt hem goed van pas. Hij toont ook geen tekenen van jaloezie wanneer Manthe veel tijd aan haar broer besteedt. Zelf vindt ze dat ze hem het afgelopen half jaar te weinig aandacht heeft gegeven.

Tibo: over hem wordt eerst een monsterlijk beeld geschapen door de grootouders. Ze haten hem maar ze hebben wel gegevens over hem verzwegen. Manthe nieuwsgierigheid kunnen ze niet bedwingen en wanneer ze op zoek gaat naar haar broer wordt het beeld vanaf het eerste moment bijgesteld. Hij is aardig voor Manthe en na zijn bekentenis over zijn homoseksuele geaardheid krijgt Manthe (en dus de lezer) begrip voor hem. Hij vervalt ook niet in meer criminaliteit maar gaat in de gevangenis studeren.

Minder goed komen de grootouders van Manthe eraf. Ze zijn vanaf het begin haatdragend t.o.v. Tibo en dat beeld wordt nauwelijks bijgesteld. Ze zijn natuurlijk van een andere generatie, maar hun opvatting over de homoseksualiteit van hun kleinzoon blijft streng en hard. Vooral oma gaat hierin het verst, maar juist daardoor krijgt de houding van opa een
schijnheilig tintje. (het bezoek aan Manthe als oma in het ziekenhuis ligt)

Stien en Marie zijn voorbeelden van vriendinnen die afhaken wanneer het in de vriendschap juist aankomt op steun en vertrouwen. Ze vertonen weinig begrip voor de positie van Manthe, die het verschrikkelijke nieuws toch eerst zelf zal hebben moeten verwerken. Vooral Stien blijkt een oppervlakkig feestnummer te zijn. Aan zulke vriendinnen heb je niet veel als het erop aankomt.


Over de schrijfster
Geboren in Wilrijk
Geboortedatum: 13/04/1954
Nationaliteit: Belgisch
Ze debuteerde als auteur in 1984

Gerda van Erkel studeerde aanvankelijk Romaanse filologie aan de UFSIA in Antwerpen. Het jaar nadien stopte ze met deze studies en begon ze aan de opleiding Secretariaat Moderne Talen aan het Sint-Lodewijksinstituut te Antwerpen. In juni 1975 studeerde ze af.

Gerda van Erkel begon al gauw verhalen en sprookjes te schrijven voor verschillende jeugdbladen. In 1980 won ze met één van die verhalen, ‘Blauwvliesje en de wervelwind’, een prijs bij het tijdschrift Appel.
Ook in de reeks Vlaamse Filmpjes kwamen heel wat verhalen van Gerda voor. Intussen begon ze romans voor volwassenen te schrijven.
In 1985 verschenen haar eerste sprookjesbundels, ‘Olleke Bolleke Knol’ en ‘De bezem van Ambrosie’. In hetzelfde jaar publiceerde Gerda van Erkel haar eerste jeugdroman ‘Tussen twee oevers’. Voor dit historisch werk ontving ze in 1986 de prijs voor de letterkunde van de provincie Antwerpen. In de periode die volgde, startte Gerda van Erkel de opleiding Gestalttherapie die haar volgende adolescentenromans opvallend tekenden. Dit toonde zich voor het eerst in ‘Zes maal één is zeven’. Voor dit boek ontving ze bovendien de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek. Met dezelfde prijs werd ze nogmaals bekroond voor het boek ‘Een dubbel vuurteken’, waarvoor ze eveneens de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2003 ontving.

De boeken van Gerda van Erkel kregen, naar eigen zeggen, allemaal een biografische inslag. Centraal staat steeds de thematiek van de persoonlijke zoektocht en het opnemen van eigen verantwoordelijkheid. Gerda van Erkel hanteert daarvoor een heldere en vlotte taal, schrijft beeldrijk en poëtisch en de karaktertekeningen die ze maakt zijn goed uitgediept en voldoende genuanceerd. De pedagogische boodschap neigt af en toe wel te sterk naar voor te treden maar dat doet niets af aan het realistische karakter en de psychologische diepgang van haar romans


Wat schreef zij o.a. nog meer ?
Voor dezelfde leeftijdsklasse:
Engel in rood (2003)
Mijn zoute zoen (2006)
Zes maal een is zeven
Een rugzak vol
Huilen naar de maan

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Vliegen zonder vleugels door Gerda van Erkel"

Ook geschreven door Cees