Titel: Spijkerschrift
Uitgever: De Geus
Plaats en datum van uitgave: Breda, 2000
Genre: psychologische roman 2. Eerste reactie. A. Verantwoording van keuze. Toen ik het onderwerp en de flaptekst van het boek gelezen had leek mij Spijkerschrift van Kader Abdolah een leuk boek. Verder wilde ik ook graag eens wat van Kader Abdolah lezen. Dit omdat een meester van de basisschool een goede vriend van Kader Abdolah was en ons wel eens wat van hem laten gelezen heeft. Diezelfde meester heeft ook de foto van de omslag van het boek gemaakt. Al deze dingen zorgden er voor dat ik het boek wilde lezen. B. Eerste reactie achteraf. Ik vond het een erg mooi boek, ook het einde is erg mooi en ontroerend. Echt een boek waar je even over na blijft denken.
Er worden niet veel moeilijke woorden en lange zinnen gebruikt, dit is vrij opvallend. De reden hiervoor is denk ik omdat het boek is geschreven door iemand wiens eerste taal niet Nederlands is. Ook wil de schrijver niet te mooi schrijven, zo zouden er namelijk alleen maar leugens het verhaal in komen. Het taalgebruik is van deze tijd. 2. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in twee landen, in Iran en in Nederland. Het verhaal begint met Aga Akbar die geboren wordt in Iran, in het Saffraandorp dat ligt aan de Saffraanberg. Later verhuist Aga Akbar met zijn gezin naar de stad Senedjan en af en toe wordt er ook wat verteld over de stad Teheran waar Ismaiel studeert. Het andere deel van het verhaal begint nadat Ismaiel naar Nederland is gevlucht en dit deel speelt zich dus af in Nederland, in Flevoland. Het boek bestaat uit drie boeken: Spelonk, Nieuwe Grond en Spelonk. De eerste twee boeken zijn beide niet chronologisch verteld. Zo begint het eerste boek vóór de geboorte van Aga Akbar en volgt verder een deel van de Perzische geschiedenis. Tegelijkertijd worden er veel gebeurtenissen verteld uit de jeugd van Aga Akbar. Het eerste boek eindigt bij de geboorte van Ismael. Het tweede boek begint in Nederland, dus nadat Ismaiel naar Nederland gevlucht is. Er worden vele sprongen gemaakt naar de tijd toen Ismaiel nog niet in Nederland maar in Iran woonde. Het derde deel is wel op chronologische volgorde verteld. Het verhaal begint op het punt waar het tweede deel afliep en eindigt met de dood van Aga Akbar. De boeken zijn dus afzonderlijk wel in chronologische volgorde geplaatst. Verder komen er in het verhaal veel flashbacks en flashforwards voor. Zo worden er in het tweede boek hoofdstukken afgewisseld: sommige staan in de tijd toen Ismaiel al in Nederland woont, andere in de tijd toen Ismaiel nog in Iran woonde. De lezer wordt soms ook geïnformeerd over waar het volgende hoofdstuk over zal gaan, over welke herinnering van Ismaiel en welke gebeurtenis die Aga Akbar geschreven heeft. Zoals hier: “Verder herinner ik me niet zoveel. Maar in het volgende hoofdstuk staat een huifkar klaar. We gaan verhuizen; ik, toen een jaar of zeven, acht, heb dat goed onthouden. Ik zie, Tine, mijn moeder, nog naar het huis van Kazem Gan rennen. Ik hoor haar: ‘Oom! Help! Akbar is gek geworden!’ Daarna het hoefgekletter van Kazem Gans paard op de stenen van onze binnenplaats. ‘Waar is Akbar?’ ” Er zijn ook tijdversnellingen en tijdvertragingen. Een voorbeeld van een tijdversnelling: “Het leven in het Saffraandorp ging zo zijn eigen gangetje. Mijn moeder Tine baarde nog drie kinderen, drie dochters. En daarmee was Aga Akbar vader van vier gezonde kinderen.” De geboorte van Ismaiel werd uitgebreid beschreven terwijl de geboortes van de drie dochters in twee zinnen is beschreven. 3. Verhaalfiguren
Ik kies als hoofdpersonen Ismaiel en Aga Akbar. Beide zijn erg belangrijk in het verhaal. Als Aga Akbar niet een spijkerschrift had bedacht had Ismaiel nooit een boek over zijn vader geschreven. Zij kunnen dus zonder elkaar niet bestaan. Beide hoofdpersonen worden uitgebreid beschreven, zij zijn dus round characters. Ook de bijpersonen die ik noem veranderen gedurende het verhaal, dit wordt ook goed beschreven. Zij kunnen dus ook als round characters gezien worden. Ismaiel
Ismaiel Mahmoede Gazanwieje Gorasani is de zoon van Tine en Aga Akbar. Ismaiel heeft nog drie zusjes, Mahboebé (Goudklokje), Marzi en Ansi. De opvoeding van Ismaiel wordt voor een groot deel overgenomen door Kazem Gan, Ismaiels oom, omdat zijn vader Aga Akbar doofstom is en dus niet in staat is dat te doen. Ismaiel werd in eerst instantie geboren om de last van zijn vader te dragen, dit verwachtte zijn familie van hem. Ismaiel zou een deel van de taken van zijn vader over moeten nemen, de dingen die zijn vader niet kon moest hij doen. Ismaiel is een deel van Aga Akbar, en Aga Akbar is een deel van Ismaiel. Samen zijn ze compleet. Wanneer Ismaiel alleen in de stad gaat studeren kan hij zich maar moeilijk redden, hij mist de last van zijn vader en voelt zich niet compleet. Als Ismaiel in Teheran gaat wonen verliest hij zijn geloof en gaat in het verzet tegen de leider van het land, de sjah. Aga Akbar: Aga Akbar Mahmoede Gazanwieje Gorasani wordt geboren in Djerja. Bij zijn geboorte komt men er achter dat hij doofstom is. Zijn alleenstaande moeder, Hadja, leert Aga Akbar een eenvoudig spijkerschrift waarmee hij toch kan communiceren met zijn familie. Wanneer Aga Akbar ongeveer tien jaar is overlijdt zijn moeder. Hadja’s opvoeding wordt over genomen door haar broer, de dichter Kazem Gan. Kazem Gan leert Aga Akbar een eenvoudig spijkerschrift, hij weet dat Aga Akbar eigenlijk een dichter is die zijn gevoelens en gedachtes op moet schrijven. Aga Akbar lijkt veel op een kind, hij heeft maar weinig wereldkennis. Dingen als tijd begrijpt hij niet. Toch gedraagt Aga Akbar zich ook als een volwassenen man, zo besluit hij in de stad te gaan wonen om zo zijn kinderen wel een kans te geven om te leren, de kans die hij nooit heeft kunnen nemen. Enkele bijpersonen: Tine. Tine is de tweede vrouw van Aga Akbar. De familie van Aga Akbar zoekt hopeloos naar een geschikte vrouw voor Aga Akbar. Deze wordt niet gevonden. Tot op een dag dat Kazem Gan bij een jager langs gaat. Daar treft hij Tine aan. Kazem Gan weet meteen dat zij de vrouw is die met Aga Akbar moet trouwen, Tine heeft namelijk een sterke persoonlijkheid die een vrouw van een doofstomme man wel nodig zal hebben. Tine trouwt met Aga Akbar en baart vier kinderen. Goudklokje. Goudklokje is het jongste zusje van Ismaiel en zo ook de dochter van Aga Akbar en Tine. In tegenstelling tot haar zussen trekt zij naar Aga toe. Net als Ismael is zij dus heel hecht met haar vader, en minder hecht met haar moeder. Wanneer Goudklokje in contact komt met het verzet, wil ze meewerken met het verzet tegen de sjah (zie ‘’Creatieve Opdracht’’). Ze wordt echter gearresteerd en belandt in de gevangenis. 4. Perspectief
Het thema dat ik bij dit verhaal vind passen: ‘’De vriendschap tussen een zoon en zijn doofstomme vader”. 2. Titelverklaring
De titel, Spijkerschrift, slaat direct op het schrift van Aga Akbar. Dit schrift is in een taal geschreven die door Aga Akbar zelf is geschreven en door Ismaiel wordt vertaald om zo een boek over het leven van zijn vader te schrijven. Ook slaat de titel op een verhaal in het boek. In het begin van het verhaal wordt verteld dat in een grot in de Saffraanberg een schrift op een muur is geschreven. Dit spijkerschrift is geschreven door de eerste koning van Perzië en niemand heeft het schrift ooit kunnen vertalen. Veel mensen proberen het spijkerschrift te vertalen om te weten wat de eerste koning van Perzië het volk wil vertellen. “Ergens in de diepte van die grot, in het donker op de zuidelijke wand staat een tafereel gebeiteld. Het is meer dan drieduizend jaar oud. Een spijkerschrift dat in de rots geslagen is, waar tijd, wind, zon en regen het niet kunnen bereiken. Deze inscriptie is een bevel van de eerste Perzische koning. Een geheim dat nog niet ontcijferd is. Heel soms als je achter het raam van Kazem Gans huis stond, zag je een ruiter, een spijkerschrift deskundige – een Engelsman, een Fransman of een Amerikaan – op een muilezel de grot in gaan. Dan werd opnieuw een poging gedaan het schrift te ontcijferen.” De titel heeft iets geheimzinnigs, want bijna niemand kan beide spijkerschriften vertalen. D. Informatie over de schrijver. Kader Abdolah
Bron: http://www.nrc.nl/W2/Lab/Rb2000/2030.html
auteur: Kader Abdolah
geboorteland: Iran
geboortejaar: 1954
Kader Abdolah studeerde natuurkunde in Teheran en zat in de redactie van een ondergrondse krant totdat hij gedwongen werd zijn land te ontvluchten. Hij verblijft sinds 1988 in Nederland. Zijn eerste verhalenbundel, De adelaars (1993), werd bekroond met het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het bestverkochte debuut. Ook zijn verhalen De meisjes en de partizanen (1995) kregen van pers en publiek veel waardering. De roman De reis van de lege flessen (1997) werd door NRC Handelsblad ‘een meesterwerk’ genoemd. Voor zijn columns in de Volkskrant, waarvan een selectie is gepubliceerd in de bundel Mirza (1998), ontving hij de Mediaprijs 1997. Portretten en een oude droom schreef hij na een reis naar Zuid-Afrika. Abdolahs boeken zijn vertaald in het Duits, Frans, Italiaans en Spaans. Boeken van Aga Akbar verschenen: De adelaars (1993) De meisjes en de partizanen (1995) De reis van de lege flessen (1997) Mirza (1998) Spijkerschrift (2000) De koffer (2001) Een tuin in de zee (2001) 4. Persoonlijke beoordeling. Het Spijkerschrift van Kader Abdolah vind ik een erg mooi, ontroerend en interessant boek. Naarmate je verder komt in het verhaal kom je steeds meer te weten over de hoofdpersonen in het boek. Dit maakt het lezen wel spannend, verder zijn er namelijk niet echt veel spannende gebeurtenissen in het boek. Juist omdat ik meer en meer wilde weten bleef het boek spannend. Zo vond ik het vooral leuk om meer te weten te komen over Aga Akbar. Er wordt nooit in het boek vanuit hem, vanuit zijn gedachten, gesproken. Vaak worden zijn gedachten door Ismaiel vertaald en ben je dus ook helemaal afhankelijk van wat Ismaiel wel en niet vertelt. Ik zou het leuk gevonden hebben als ik het boek ook eens vanuit het perspectief van Aga Akbar zou kunnen lezen, om zo zijn kijk op de wereld wat beter te begrijpen. Vaak gedraagt Aga Akbar zich als een kind, hij heeft maar een beperkte wereldkennis omdat hem niet veel geleerd is, hij is immers doofstom en in een simpele gebarentaal kan men hem niet veel uitleggen. Maar Aga Akbar is toch echt ook een volwassenen man en gedraagt zich daar ook wel naar. Het boek vond ik vooral interessant omdat ik veel over de Perzische cultuur te weten ben gekomen. Deze is namelijk heel anders dan de Nederlandse cultuur van nu. De relatie tussen de doofstomme Aga Akbar en zijn zoon maakte het boek heel mooi en ontroerend. Aga Akbar en zijn zoon Ismaiel kunnen niet zonder elkaar. Zij zijn samen één persoon. Wanneer zij elkaar niet meer zien gaat het met beide personen slecht, dit geeft aan hoe de band tussen hen beiden is. Ik kan me geen boek herinneren dat ik heb gelezen en dat op dit boek lijkt. Het was dus weer iets heel nieuws voor mij. Ook de manier waarop het verhaal geschreven is is heel anders dan ik gewend ben. Het boek geeft veel informatie, maar is toch ook heel eenvoudig geschreven. Eigenlijk vond ik het taalgebruik wel origineel, dit omdat ik gewend ben aan óf een moeilijk taalgebruik óf een makkelijk taalgebruik. Ik heb nog nooit eerder een heel boek voor literatuur gelezen, en ik verwachte dat mijn eerste boek qua taalgebruik wel wat pittiger zou zijn. Het tegendeel was echter waar. Ik snapte zo’n beetje alles wel, ik heb geen woordenboek hoeven te gebruiken. Er werden wel eens Perzische woorden en zinnetjes gebruikt, maar de vertaling hiervan was gemakkelijk terug te vinden in de “Aantekeningen” (ook wel de woordenlijst) achter in het boek. Het is ook leuk om te zien hoe sommige woorden in het Perzisch gebruikt worden en hoe sommige uitdrukkingen bij vaste gebeurtenissen gebruikt worden. Zo wordt het woord “salam” gebruikt als een groet van vrede en wordt er bij het huwelijk door de imam de volgende woorden uitgesproken waarmee het huwelijk wordt voltrokken: aan kahto wa zawagto
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden