Trekvogels

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Keuzeopdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 477 woorden
  • 7 oktober 2001
  • 78 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
78 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
ANW Keuzeopdracht
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling §3 Navigatie
B Navigatie bij vogels
Vragen: a. Welke drie ‘kompassen’ gebruikt een trekvogel om te navigeren? b. Hoe oriënteren trekvogels zich ’s nachts? c. Waarom vliegen postduiven niet bij dichte mist? d. Op welke wijze wordt er onderzoek gedaan naar navigatie bij vogels? a. Het magnetisch kompas De trekvogels maken gebruik van lijnen in de ruimte. Om een bepaalde richting op te gaan moeten ze houvast hebben(referentie). Dat is de noord-zuidrichting van het aardmagnetisch veld die nooit verandert. De vogels oriënteren zich direct op het magnetische veld in vergelijking met mensen die dit indirect die door een kompas. Hoe vogels dit magnetische veld waarnemen is onduidelijk. Toch nemen we aan naar experimenten dat de vogels de richting van de magnetische denkbeeldige lijnen vergelijken met de denkbeeldige lijnen van de zwaartekracht. Vogels zouden dan hun breedtegraad kunnen bepalen. Het sterrenkompas Vogels verplaatsen zich voor het merendeel ’s nachts. In heldere nachten oriënteren zij zich op de sterrenhemel. De vogels oriënteren zich op de draaiing rond het centrum. Het voordeel van het ’s nachts trekken is dat de vogels overdag voedsel kunnen zoeken. Maar een nadeel is dat de vogels de koers niet kunnen corrigeren als ze afdwalen door bv. Wind en het werkt alleen goed bij een heldere nacht.
Het zonnekompas Een kompas waarbij de koers wordt bepaald door de zonnestand. Nadat bij insecten was aangetoond dat zij ook de zonnestand gebruikten, werd dit kompas ook bij vogels aangetoond. Het kompas werd experimenteel aangetoond door via een spiegel de zon onder verschillende hoeken aan te bieden en vervolgens de voorkeursrichting van de hoogte waaronder de zon werd aangeboden. De hoek tussen de projectie van de zon op de horizon en het noorden is van belang. Dit heet met azimut. De zon komt dus in oostelijke richting op, dan bereikte hij in het zuiden zijn hoogste punt en aan het eind van de dag gaat de zon weer onder. Het azimut is dus tijdsafhankelijk. Dus de vogel moet het azimut kennen. b. ’s nachts oriënteren de vogels zich met het sterrenkompas( zie hierboven bij sterrenkompas) c. Door de mist hebben de duiven geen zicht meer op de zon en kunnen dan niet meer oriënteren en raken dan uit koers.Ook zien zij dan de aarde niet meer waardoor ze zich ook niet op de aarde kunnen oriënteren. Ze raken dan helemaal gedesoriënteerd. Vandaar dat duiven niet met mist vliegen. d. Ze doen bijvoorbeeld experimenten waarbij ze de natuur nabootsen en zo uitzoeken hoe de vogels zich oriënteren. Of ze doen de vogels in een ruimte waarbij ze geen standpunt hebben, zo kunnen onderzoekers zien waar de vogels zich op oriënteren. Door ringetjes aan de pootjes van de vogels te doen, kunnen de onderzoekers ook ontdekken, hoe de vogels vliegen en hoe ze oriënteren.

REACTIES

M.

M.

slecht

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.