Kurz und Bundig

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 8754 woorden
  • 18 augustus 2004
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
63 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Duits hoofdstuk 6 t/m 9: 6. Verlichting, Rokoko en Pietismus
1720-1785
Verlichting
Mondigheid
Ophelderen betekent: helder, duidelijk maken. Als we hier over Verlichting praten, hebben we het over een geestelijke, intellectuele richting die in de 18e eeuw in Europa een grote invloed uitoefende en de man die hier een rol in speelde is Kant. Hij verlangde naar mondigheid van de mensen en niet dat alles zo klakkeloos wordt overgenomen. Optimisme
Verlichters zijn optimisten. Leibniz, een van de intellectuele voorstaande heren, had bewijzen gezocht voor dat wij in de best mogelijke wereld leven. Hij bedoelt hiermee: voor de schepping van de wereld heeft God alle mogelijkheden overwogen, en heeft de beste uitgekozen. Verstand

Men geloofde rotsvast in het heerschap van het verstand ook in het staatswezen: despoten willen het volk wijs maken en dan naar hun wil natuurlijk. Als men het gezonde mensenverstand juist gebruikt zul je gelukkig worden. Men maakt een levensplan en voert deze uit. Als men kinderen goed opvoedt worden die kinderen goede mensen. Lessing
Een van de bekendste Duitse dichters uit de Verlichting is Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781). Hij is de zoon van een pastoor. Zijn voornamen wijzen op piëtistische invloed, net zoals bij Christian Furchtegott (fabeldichter) en Immanuel Kant (filosoof). Lessing maakte veel belangrijke geschriften. Twee bekende toneelstukken van hem zijn: Minna von Barnhelm en Nathan der Weise. Minna von Barnhelm
Dit is een komedie waarin Lessing als goede verlichter het publiek ook iets wil leren; nl dat een goede eigenschap (in dit geval eergevoel) belachelijk wordt als je hem overdrijft. De inhoud gaat als volgt: In de 7-jarige oorlog stond Sachsen in strijd tussen Maria Therasia van Oostenrijk en Friedrich II van Pruisen aan de kant van Oostenrijk. Zo waren Sachsen en Pruisen vijanden. Pruisen bezet Sachsen. Een officier (de majoor van Tellheim genaamd), betaalt uit eigen middelen een hoge prijs voor de bezettingstroepen. Een vrouw uit Sachsen heeft bewondering voor hem, voor zijn edelmoedigheid, de vrouw heet Minna von Barnhelm. Ze verloven. Na de oorlog is Tellheim erg teneergeslage.: hij wordt afgedankt, hij is gekwetst, had door zijn zelfopoffering zijn vermogen verloren en werd ervan beschuldigt dat hij met zijn daad onzuivere geldzaken had willen maken (fraude). Hij weet niet of hij de mooie, rijke vrouw nog wel mag trouwen. Waarom niet zouden velen zeggen. Hij reist naar Berlijn om de liefde te verbreken hoeveel hij ook van haar houdt. Minna reist hem achterna, woont ‘toevallig’ in hetzelfde gastenverblijf. Door een brief van de koning wordt zijn eer helemaal hersteld en krijgt hij het bedrag terug. Ze trouwen. Lessing heeft ook vele theologische geschriften geschreven. Toen deze hem verboden werden schreef hij een dramatisch werk waarvan de hoofdpersoon een Jood is, ook wel Nathan der Weise. Nathan der Weise
Het stuk speelt zich af in Jeruzalem in de tijd van de kruistochten. De sultan Saladin had Jeruzalem op de kruistochten verovert. Nathan moet hem een antwoord geven op wat de juiste godsdienst is de islam, het christendom en het jodendom. Nathan antwoord met de parabel van de drie ringen. Hij wil daarmee zeggen dat ze allemaal gelijk zijn en dat alles afhangt van de humaniteit, de ware menselijkheid. Is het mogelijk alles met ons verstand te kennen? Kant
Een beroemde filosoof uit 1800 is Immanuel Kant. Hij zegt dat de blote ervaring bedrieglijk is omdat de mens niet zomaar op de zintuigen kan vertrouwen. Iedereen weet dat uit ervaring. De ogen geven niet de dingen weer zoals ze echt zijn, of althans dat weet men niet en het is ook voor iedereen verschillend. Eerbied
Ook Goethe heeft met deze vragen te doen. Eerbied is bij hem een belangrijk begrip. Je kunt niet weten hoe de wereld precies in elkaar zit zegt hij. Rokoko 1730-1770
Verfijnen van de Barok
In Frankrijk (Versailles) is er in deze tijd, rond 1730, een nieuwe stijlrichting, wat kleding, bouwkunst en meubels betreft, de rokoko. Dat woord wordt vaak tot sierlijke kleinkunst betrokken denk aan porselein. Fabels
De fabels zijn makkelijk te begrijpen. De vertelde handeling is meestal uit de dierenwereld vernomen. Maar de dieren kunnen wel denken en praten. Zo kan de dichter allerlei nuttige lessen verkondigen die voor de lezer niet kwetsbaar waren. Pietismus 1725-1800
Godsdienstige literatuur

Als reactie op de op het verstand gerichte van de verlichting ontstonden godsdienstige groepen waarin het gevoel en geloof belangrijker zijn dan het verstand. Deze groepen werden ‘Collegia pietatis’ (diep gelovige verzamelingen) genoemd en hun leden piëtisten. Sommige van hen hebben veel religieuze liederen geschreven die kerkliederen zijn geworden (o.a. Gerhard Tersteegen, Paul Gerhard, Gellert). Overzicht na de Middeleeuwen: 1450: Renaissance humanisme. 1550: reformatie
1650: barok
1750: verlichting, rokoko en pietismus. 7. Sturm und Drang
1760-1785
Gevoel
Rond 1760 komt er een nieuwe richting tot stand: op de verheerlijking van het mensenverstand volgt een tegenstoot: vanzelfsprekend van de jeugd. Verkondiger van deze nieuwe richting in Europa is Rousseau. Niet het verstand maar het gevoel is belangrijk. Poëzie had dus niet meer de taak het publiek te beleren. Weltschmerz Sturm und Drang is een strijdverschijning. Jonge mensen schreeuwen: gevoel is alles. Ze willen van e vervormde natuur van Rokoko niets meer weten en wenden zich tot de natuur. Ze houden zowel van de groene natuur als van de menselijke natuur. Bezig zijn met het zielenleven leidde tot zelfmedelijden en zwaarmoedigheid = Weltschmerz. Sommige gingen ten gronde. Vrouwen die hun pasgeboren kinderen vermoorden etc: Gretchen in Goethes Faust. Vrijheid
Een belangrijk woord bij de Sturm und Drang is vrijheid. En kritiek op het absolutisme
Verlichting: Oudere geleerde mensen
Traditie en schooldrang
Het gezonde mensenverstand
De verstandige rechtsgeschapen burger
Poëzie had niet meer de taak de mensen te amuseren maar te beleren
Sturm und Drang: De jeugd
Het genie wordt zonder regels groot, aanval tegen al het bestaande
De grote mens (gevoel) Terug tot de natuur
Bekentenis en belevingspoëzie 8. Van Sturm und Drang tot klassiek-1: Goethe Hoe gaat het met de mens bij het ouder worden? Jeugd

Goethe (1749-1832) werd in Main in Frankfurt geboren in een patriottistische familie. Zijn vader bepaald dat Goethe jurist moet worden en stuurt hem naar Leipzig (elegante stad = rokoko). Verloving met Friederike
Na een zware ziekte die hem lang aan zijn ouders doet kleven, gaat hij naar Straßburg dat frans gebied was, maar een universiteit met Duits karakter had. Hij leerde hier Friederike Brion kennen en verloofde zich met haar. Ze was de dochter van een dominee in Sesenheim, een plaatste bij Straßburg. Na jaar verbreekt hij de verloving omdat hij bang is zich te binden. Invloed van Herder Hij leert ook een dominee uit Ostpreußen kennen: Herder is 26 jaar oud. Door hem krijgt Goethe een andere blik op de literatuur. Poëzie is belangrijk. Door Herder verdiept Goethe zich in Shakespeare en in de Duitse geschiedenis. In de 16e eeuw maakt hij 2 personen: Gottfried von Berlichingen en Faust. Over de ridder Berlichingen schrijft hij 2 jaar later een drama: Götz von Berlichingen mit der eiseren Hand ( Gottfrieds hand werd in een gevecht zwaar gewond, liet ijzeren had maken). De opbouw van dit stuk is beinvloedt door Shakespeares stukken. De hoofdgedachte is vrijheid. Wetzlar
De jonge man beëindigt zijn studie als jurist en gaat terug naar Frankfurt terug. Vind geen baan, komt te werken in het gerecht van Wetzlar, een stadje aan de Lahn. Hij ontmoet daar een bruidspaar Albert Kestner en Lotte Buff. Ze raken bevriend, Lotte maakt veel indruk op Goethe, zijn hard staat in vlammen. Wertherroman Hij vlucht weg uit Wetzlar omdat hij het geluk van het bruidspaar niet verstoren wil. Hij gaat naar huis en voelt zich eenzaam in Frankfurt. Hij krijgt brief van Kestner: collega heeft vrouw van ander afgepakt. Roman: Die Leiden des jungen Werthers (1774). Werther had een makkelijk hard, een hard dat alles meevoelt die de oneindigheid beleven wil. Hij kent geen mate. Weltschmerz
Veel moeilijkheden in het leven: liefde voor bruid van een vriend bijvoorbeeld. In zijn gedachten droomt hij van een annulering van de verloving maar hij weet dat het nooit zou kunnen zijn gevoel van levensvertrouwen gaat over in een donkere Weltschmerz. Zijn uitzichtloze toekomst in deze situatie wordt hem steeds helderder. Het leven wordt een kwelling voor hem. Werther maakt een einde aan zijn leven. De roman is een enorm succes. Niet alleen in Duitsland maar in de hele wereld wordt hij beroemd. Het lijkt op het leven van Goethe maar het is geen autobiografie want Werther is dood en Goethe niet. Goethe ontmoet de jonge Karl August, hertog van Sachsen-Weimar. Hij nodigt hem uit naar Weimar te komen. Egmont Is een drama
Weimar
1775: hij gaat naar Weimar voor een paar maanden maar hij blijft hier zijn hele verdere leven. De leerjaren zijn beëindigt. Hij is de gast van de 18-jarige hertog die net 2 maanden hertog is. Hij en zijn moeder feesten alleen maar. Wat houdt Goethe in Weimar. Cultureel heeft het weinig te bieden. De enige veelbetekende kunstenaar is Wieland, de opvoeder van Karl August sinds 1772 en is nu gepensioneerd. Herder komt ook nog naar Weimar door uitnodiging Goethe. Het adellijke gezelschap (gingen niet met burgers om) is een kleine groep van 2000 mensen met veel geklets en kwaadsprekerij. Toch blijft Goethe hier. Goethe maakt met de jonge hertog reizen. En bezoekt onder andere de Karlschule. Komt in aanraking met Schiller. Staatsminister
Goethe had goede verhouding met vorsten en wordt staatsminister. Nu moet hij dus met 2 voeten aan de grond staan en niet zoals Werther. Hij overwint zijn jeugd. Lotte
Doet veel in Weimar en raakt bevriend met Charlotte von Stein echtgenote van stalmeester. Goethe is 26 en zij is 33 en heeft al 7 kinderen. Hij is verliefd op haar wel 10 jaa rlang. Humaniteit
Vroeger waren mannen idealen voor Goethe (Götz, Faust) , nu vrouw. Door haar leert Goethe dat fatsoen/moraal heel belangrijk is = humaniteit. Zijn dichterschap staat niet meer voorop nu hij minister is en velen andere taken heeft. Italien
Uiteindelijk verbreekt hij alle bindingen en reist in 1786 naar Italië. De twee jaar die hij hier doorbracht zijn belangrijk. Hij bezoekt onder andere Rome, Napels, Sicilië en Venedig. 1788: hij keert terug naar Weimar. Hij doet nu nog maar klein deel van zijn vroegere opgaven. Enige werken worden veranderd (Iphigenie (vrouwelijke hoofdrol prinses) , Wilhelm Meisters Lehrjahre) andere afgemaakt (Tasco). Hij wijdt zich aan een natuurwetenschappelijke studie. Vriendschap met Schiller Nieuwe impulsen krijgt hij door Schiller. 1794 komen ze bij elkaar tot de dood van Schiller. Zij schrijven veel balladen (Goethe o.a. Der Zauberlehrling, die Legende vom Hufeisen en Schiller o.a. Der Ring des Polykrates, der Handschuh, der Taucher, die Kraniche des Ibykus). Schiller is voor Goethe de onvermoeibare inspiratie. Goethe maakt een liefelijk epos Hermann und Dotothea, verhaal over 2 jonge mensen die zich in roerige/levendige tijden bevinden. De versvorm is de Hexameter: de Duitse jongeling draagt Grieks gewaagd. Als Schiller sterft word Goethe eenzaam. Goethe schrijft nog een autobiografie: Dichting und Wahrheit en Faust II die na zijn dood verschijnt. Faust ontwerp

Met de 20 jaar had Goethe al van zijn Faust enkele scènes geschreven. Toen heeft hij het werk 15 jaar laten liggen. Faust is een historisch figuur die in de eerste helft van de 16e eeuw geleefd had. Hij had een bond met de duivel gesloten en deed aan tovenarij. Hij kan van alles door de duivel met de prijs zijn ziel. Faust I
Faust is eerst de ontevreden geleerde. Sluit verdrag met de duivel. In de heksenkeuken krijgt hij een verjongingsdrankje: reis naar andere geslacht. Ontmoeting met meisje maakt indruk op hem. Gretchen
Gretchentragedie, een van de mooiste scheppingen van de wereldliteratuur. Gretchen krijgt kind en vermoordt het, krijgt de doodstraf wordt gered door Faust. Faust II
Door Schiller is Faust II geschreven. Het is niet mogelijk de inhoud kort te beschrijven. Duivel verliest weddenschap. Mephisto had een pact afgesloten met God de inzet was Faust zijn ziel. 9. Van Sturm und Drang tot klassiek-2: Schiller Karlschule
Friedrich Schiller (1759-1805) wordt in een stadje in Württemberg geboren en is 10 jaar jonger als Goethe. Zijn vader is officier van de hertog Karl Eugen, die denkt onbeperkte rechten op zijn onderdanen te bezitten. Hij richt een school op (militair), om daarin gehoorzame beambten op te voeden. Het belangrijkste in een school zijn de leerlingen. Karl Eugen beveelt dat de talentvolste leerlingen naar zijn school komen (internaat). Naar de wil van de ouders en de kinderen werd niet gevraagd. Geen vakantie, de correspondentie ook die met de ouders wordt gecontroleerd. Fritz Schiller is 13 als hij hier belandt. Hij voelde zich een slaaf. Hij wilde pastoor worden maar in dit instituut dat ook een universiteit was is dat onmogelijk. Zo studeert hij medicijnen. En wordt in 1780 (21 jaar oud) regimentarts in Stuttgart. Jeugdwerken
Hij schrijft zijn eerste werk Die Räuber en woont stiekem de uitviering in Mannheim bij. De hertog verbiedt hem iets anders te drukken dan medicijnengeschriften. Schiller ziet in dat hij onder deze tirannie niet leven kan en vlucht met een trouwe vriend naar Mannheim (‘het buitenland’). Hij schrijft nu zijn tragedie Kabale und Liebe. Het verhaal speelt zich af in een Duits vorstenhof rond 1780. De intrige aan dit
hof vernietigt het geluk van twee jongen mensen. Het rijpen

Het rijper maken bij Goethe: verantwoordelijkheid in de regering en de jaren in Italië. Bij Schiller: studie en geschiedenis. Hij schreef: Die Geschichte des Abfalls der Vereinigten Niederlande en Die Geschichte des Dreißigjährigen Krieges. Hij houdt zich ook bezig met de filosofie. Hij bestudeert Kants Kritik der reinen Vernunft (1781) en de Kritik der praktischen Vernunft (1788). Als jong mens gelooft Schiller dat het onmogelijk is een innerlijk vrij mens te worden door de omstandigheden. Wie zal de mensheid opvoeden? is zijn vraag. Harmonie en schoonheid
De kunstenaar is er om de mensheid tot innerlijke harmonie te leiden. Leider voor hem is Griekenland. Hij gelooft dat de oude Grieken deze harmonie bezit hebben. Schoonheid speelt ook een belangrijke rol. Door Kant komt hij tot inzicht van de beperking van het menselijk weten. Dit laat hij zien in zijn stukken: Das verschleierte Bild zu Sais en in Taucher. Theater is een machtig middel. Van het toneel verwacht hij de wedergeboorte van de natie. Vriendschap met Goethe
11 jaar bevriend geweest. Ze hebben elk werk doorgesproken. Hun samenwerking is enorm belangrijk voor de Duitse literatuur. Schillers dood
Schiller stierf in 1805, 45 jaar oud. Goethe schreef over hem dat hij een prachtig mens was. Schiller had ooit over kunstenaars gezegd: alles war de dichter ons geven kan is zijn individualiteit. Had geen sterke gezondheid. Meesterwerken
Dramatische stukken: Wallenstein, Maria Stuart, Die Jungfrau von Orleans en William Tell. Gedankendichting: Das Lied von der Glocke: alles gaat door onder het geluid van de klokken. Kenmerken van de klassiek - Naar een hoger niveau brengen. - Interesse voor Griekenland (Goethe en Schiller). - Voorbeeldige. - Mate, huwelijk, loven de arbeid (arbeid is de burgers versiering). - Bewust van beperkingen van de mens. - Supranationaal 10 Romantik 1800-1830
Kritik an der Klassik  mensen krijgen kritiek op het vaste burgerlijke levenspatroon. Er komt een nieuwe generatie die zich niet druk maakt over de landelijke moraal. Ze verheerlijken de Duitse middeleeuwen. Ze wenden zich tot het occultisme (………….) Men heeft een grenzeloos gevoel. Friedrich von Hardenberg  Dichter, bijnaam “Novalis” Goethe  “Wilhelm Meisters Lehrjahre” Als tegenstuk, Heinrich von ofterdingen – Den weg der Liebe Liefde poëzie en kunst betekent meer dan wetenschap. Blaue Blume  Heinrich leert achter de dingen te kijken, hij wordt wedergeboren. Mittelalter  Novalis sterft op 28 jarige leeftijd. Schlegel en Ludwig Tieck introduceren de ideeën van de romantiek. Volksbuch und Marchen  Volksboeken (faust) en volksliederen worden opnieuw beleeft. Volksmarchen; door modelinge overlevering. Kunstmarchen; bewuste kunst, vaak in gedichtvorm. Phantasie  De klassieke tijd verwacht dat mensen hun plaats kennen en zich daaraan houdt. De romantiek daarentegen heeft onbegrensde ruimte. In de marchen is alles mogelijk en wordt er veel gefantaseerd. Ironie  De werkelijkheid is wat de ‘normale’ mensen de werkelijkheid noemen. De taak van de dichters is om de wichelroede te gebruiken. Wirklichheit  “De normale mensen zijn zo arm”. Het gaat om fantasiebeelden en onwaarschijnlijkheden. Holderlin  Friedrich Holderlin staat tussen de klassieke tijd en de romantiek. “de Griekse goden komen nog een keer op aarde, om de natuur en de geest te verbinden”. Kleist  Ook hij stond tussen de twee stromingen. Zijn novel “Michael Kohlhaas”. Door moord en roven wil hij gerechtigheid brengen. Zo kan recht ook onrecht zijn. Schwarze Romantik  Zwarte romantiek; het grauwe, de nadelige kant van het leven. Zusammenfassung  Romantiek = reactie op de verlichting en de klassieke periode. Het gaat om fantasie, en de niet-werkelijke wereld. 11 Ubergang zum realismus Burger  Na de vrijheidsoorlog had de burger zijn mondigheid terug gekregen. Proteste  Sommigen willen het oude recht aan de nieuwe tijd aanpassen. (Ludwig Uhland). Hij is bekent door zijn historische balladen. Junges Deutschland  De mensen zullen niet meer de gehoorzame onderdaan zijn. De literatuur word een soort propagandamiddel. Heine  Heinrich Heine (1797-1856). Emigreert naar parijs (julirevolutie). Hij sloot vriendschap met K.Marx en F.Engels. Hij had zich niet tot de commustische partij aangesloten. In zijn politieke schrift is hij Realist. “Buch Le Grand” over zijn fascinatie voor Napoleon. In het gedicht (zie boek) is hij romantisch. “mensen zijn gelijk”. Hij wekt veel sympathie bij zowel Frankrijk en Duitsland voor elkaar. Buchner  Georg Buchner (1813-1837) (broer van de materialistische filosofische Ludwig). Hij studeert medicijnen, maar gaat hier niet in verder, maar strijd tegen de manier waarop armen en bezitlozen behandeld worden. “Leonce und Lena” is een simpel sprookje over een prins die gaat trouwen met een prinses. Zij leert haar de wereld. Beidermeier  De meeste mensen zoeken een bescheiden geluk. Beidermeier, de meubelkunst van de bescheiden burgerlijke levens. Grillparzer / Stifter  Franz Grillparzer (1791-1872) de drama’s “Sappho, Der traum ein leben” en “das goldene vlieb”. Adalbert Stifter (1805-1868) “Bunte Steine” en “Der Nachsommer”.
12 Der Poëtische Realismus 1850 – 1885
Idealisierte wirklichkeit  Realisme de stroming die de werkelijkheid poëtisch weergeeft. Een idealistische wereld voor de mens. Marx/Engels  De komst van de natuurwetenschap geeft veel problemen. Marx’s/Engel’s communistisch manifest; “Proletariër aller lander, vereinigt Euch!”. Keller  Gottfried Keller (1819-1880) was een arme jongen, zonder carrièremogelijkheden. Hij beschreef zijn leven in de ontwikkelingsroman “Der grune Heinrich”. Humor moet men in het leven hebben. Seldwyla  Veel van zijn verhalen spelen af in het overal en nergens liggend “Seldwyla”. Werken van hem: “Romeo und Julia auf dem dorfe”. En gedichten, sommige met ethische motieven. C.F. Meyer  C.F. Meyer (1825-1898) tijdgenoot van Keller. Meyer is een patricier, Keller is een volksjongen. Meyer wil geen nivellering van het leven, hij wordt zelf een historische novelle. Historische Novellen  “das Amulet” speelt zich af rond (1572). Pessimismus  Raabe  Wilhelm Raabe (1831-1910) heeft meerdere romans geschreven. Veel over de zonderlingen, en het straatbeeld. In “der Hungerpastor” spreekt hij over de honger. Hoofdstuk 12: Der poetische Realismus
1850 – 1885
Deze stroming heet het Realisme, omdat ze de werkelijkheid op een poëtische manier weergeeft. Hierbij wordt de werkelijkheid geïdealiseerd, het is niet geheel wetenschappelijk verklaard. Marx/Engels
In deze tijd waren er veel problemen door de omslag naar natuurwetenschappen en techniek. Door Marx en Engels (1848) werd er een belangrijk politiek punt bereikt: alle landen moesten zich verenigen. In deze tijd waren er verschillende belangrijke/beroemde schrijvers: - Keller (Zwitser) - Theodor Storm (Duitser) - Meyer (Zwitser) - Friedrich Hebbel (Duitser) - Annette von Droste-Hülshoff (Duitse) - Wilhelm Raabe (Duitser) Keller (1819-1880, Zürich) Keller had een moeilijke jeugd, zijn vader stierf jong, arm gezin, hij was weggestuurd van school waardoor hij geen verdere opleiding meer kon volgen. Hij wilde schilder worden maar heeft op dat gebied niets bereikt. In zijn literaire werken staat humor redelijk centraal (veel humoristische beschrijvingen). Seldwyla
Seldwyla is een plaats die overal en nergens ligt, hier spelen veel van Kellers novellen af. Naast liefdesromans (Romeo und Julia auf dem Dorfe) en humoristische verhalen (Die drei gerechten Kammacher) schreef Keller ook gedichten (Jung gewohnt, alt getan; Sommernacht) C.F. Meyer (1825-1898, Zürich) Tijdgenoot van Gottheff en Keller. Kwam uit een rijke familie. Meyer wilde geen verschillen in het leven. Het volk, de massa, speelt in zijn stukken nauwelijks een rol. Hij schreef vooral historische novellen, zoals: Das Amulett (speelde in de tijd van de vervolgingen, 1572) Die Versuchung (speelde zich af bij de slag bij Pavia, 1525) Der Heilige (Hierin wordt kanzler Becket door de Engelse koning Heinrich II vermoord 1170) Meyer legt het verhaal bij de verteller, maar die weet niet alles. Zo bereikt hij objectiviteit in zijn werken. Hij heeft een voorliefde voor krachtige figuren, maar ook voor ongewone psychologische karakters (iets wat aan de ene kant wel en aan de andere kant niet aan hem verwand is). In de volgende romans komt vooral tegenstrijdigheid voor: Plautus im Nonnenkloster
Die Hochzeit des Mönchs
Der Schu von der Kanzel
Enkele gedichten van hem zijn: Der römische Brunnen Die Füe im Feuer
Der Rappe des Komturs
Pessimisme
Een paar schrijvers, bijv. Wilhem Raabe en Wilhelm Busch, waren beïnvloed door de filosoof Arthur Schopenhauer. Hij was erg pessimistisch, eenzaam en had verachting voor de mensheid. Raabe (1831-1910) Raabe heeft meerdere romans en novellen geschreven. Hij is geïnteresseerd in eenlingen en buitenbeentjes. In Der Hungerpastor richt hij zich op een arme leraar die ‘honger’ heeft naar liefde en geluk. Raabe keerde zich tegen het materialisme en tegen de technische ontwikkelingen en zoekt hij naar de innerlijke vrijheid, de hoogste waarde van de mensheid (Else von der Tanne, Die schwarze Galeere). Busch (1832 – 1908) Wilhelm Busch had twee begaafdheden, hij was woordkunstenaar en tekenaar. Hij bleek een meester te zijn in epigrammen. Hij had inzicht in de zwakke mens. De epigrammen werden door hem geïllustreerd met satirische plaatjes (bittere tijdkritiek in Max und Moritz) Fontane (1819 – 1898) Theodor Fontane was een overgangsfiguur. Zijn romans/ballades zijn verwand met het naturalisme, hij was eigenlijk een voorloper van deze richting. Werken van hem waren Irrungen Wirrungen (verloving) en Effi Briest (Pruise adelkring) Storm (1817 – 1888) Theodor Storm beschrijft vooral het huwelijk Schleswig-Holstein. Hij schreef vooral lyrieken en novellen. In zijn stukken stonden thema’s als familie(conflicten) en geborgenheid van huis en tuin centraal. Droste – Hülshoff (1797 – 1848) Anette von Proste-Hülshoff kwam uit Noord-Duitsland, Westfalen. Ze kwam uit een streng, katholiek gezin. ‘Die Judenbuche’ is een werk van haar, speelde zich ook af in Westfalen. Voor de rest beschreef ze de pieken en dalen van het huwelijk. Hebbel (1813 – 1863) Friedrich Hebbel, kwam ook uit Noord-Duitsland, maar is later getrouwd in Wenen. Hij schreef ook gedichten, maar richtte zich voornamelijk op drama’s. Vooral de dramatiek in Maria Magdalena (een milieu dat ten onder gaat doordat ze de moderne tijd niet begrijpt) was meer realistisch dan poëtisch. Hoofdstuk 13: Naturalismus 1885 – 1905

Natuurwetenschappen
Rond 1880 ontstaat er in Europa een nieuwe beweging op filosofische en literair gebied: het naturalisme. Het werd beheerst door de hoge mate van de natuurwetenschappen. Vererbung/Milieu ‘De kunst heeft de tendens, de natuur te zijn’ (Darwin). Het individuele en het maatschappelijke leven worden beïnvloed door vererbung (???) en het milieu. De filosoof Feuerbach zei, dat alleen de positieve feiten in het leven golden. Dat betekent dat alles wat wetenschappelijk bewezen kan worden positief was. Positivisme
Positief was in deze tijd wat men wetenschappelijk na kon gaan. Hier ontstond dus ook de anti-idealistische kunst die zich alleen bekommert om de ‘grijpbare’ (echte) wereld. Men heeft oog voor wat er om hun heen gebeurt (-> begin van de industrialisatie). De Fransman Emile Zola is iemand die romans schreef over de duistere, en hatelijke dingen van het leven. Naturalisten wilden de werkelijkheid op alle manieren weergeven, ook in alle verdorvenheid en ellende. Zij wezen op de leugenachtigheid van de menselijke maatschappij. Nietzsche (1844 – 1900) Friedrich Nietzsche was een filosoof. Hij ging uit van de theorie van Schopenhauer, maar slaat eigen wegen in. Hij richtte zich op de Übermensch. Iemand kon zich zo ontwikkelen, dat hij een Übermensch werd, iemand die ‘hoger’ was dan een normaal iemand. Nietzsche is anti-democratisch, niet iedereen is voor hem gelijk. Volgens hem overleefden de sterken de zwakkeren in de samenleving (evolutietheorie Darwin). Zijn filosofische denkwijze heeft invloed gehad op Hauptmann, George, Mann, Hesse en Benn. Hauptmann (1862 – 1946) Gerhart Hauptmann was één van de bekendste dramadichters in de tijd van het Naturalisme. Hij schreef drama’s zoals Vor Sonnenaufgang (ellende van de rijken) en Die Weber (ellende van de armen) en ook een komedie Der Biberpelz en het naturalistische stuk Bahnwärter Thiel. Märchenspiel
Hauptmann’s stukken en gedichten waren vaak niet bij één bepaalde categorie in te delen. Bijv. Die versunkene Glocke was symbolistisch, en zijn laatste stukken waren meer klassiek. De kern van het Naturalisme
De waarheid was het hoogste principe van het Naturalisme. Beter was hatelijkheid dan verloren schoonheid. De kunstenaars wilden niet het mooie en het goede dienen. Thema’s als de grote stad, het proletariaat, en sociale ellende kwamen bij het Naturalisme aan de orde. In stukken werden fouten niet veroordeeld, maar juist verklaard. H15 Expressionisme of de kunst van het uitdrukken (blz 61 t/m 64) 1910-1930
Jeugdbeweging: Impressionisten worden ook wel “ogendieren” genoemd maar expressionisten werken niet met hun mogen maar willen juist uitdrukken wat de ziel ziet en ervaart. Expressionisme is een tegen stroming van naturalisme en het impressionisme. Het is vooral een beweging van de jeugd. Kenmerken: Expressionistische dichters: Johannes Becher, Franz Werfel, Alfred Doblin. Toen ze ouder werden hebben ze de beweging verworpen. Ze hebben geen interesse voor het buitenleven, ze beschrijven wat ze voelen. Ze willen door de kunst een nieuwe mensheid scheppen, een dichterlijke profeet verkondigen.(ofzo)Hun motto is Mens wordt essentieel! Kaiser: George Kaiser (1878-1945) schrijft in het drama “Die burger von Calais” over een raadsheer die helemaal niet egoïstisch is, en die zich bij de belegering van de Engelse koning Eduard III zich voor de redding van de stad offert. Wedekind: Frank Wedekind (1846-1918) is een voorloper van het expressionisme. Hij schreef de kindertragedie “Fruhlingserwachen”.Hij neemt daarin de verheerlijkende sluier weg die dichters over de relaties tussen jongens en meisjes leggen weg. Hij wil de opbouw van de verstarde wereld doen schokken. Een 14 jarig meisje wordt in alle onwetendheid door een medescholier zwanger gemaakt en een jongen schiet zich neer omdat hij in de klas niet mee kan komen. De volwassenen worden gekarakteriseerd, de leraren vormen een jammerlijke groep gevaarlijke idioten. Benn: Gottfried Benn (1886-1956) had veel invloed. Hij vindt chaos horen bij het menselijke bestaan. Hij doet aan nihilisme:dit kan men halen uit het woord. Benn haalt zijn woordenschat uit vreemde dingen zoals vaktermen uit medicijnen wereld,filosofie en psychologie. Hij heeft ook leerlingen. Het expressionisme uit zijn idealistische jeugd heeft hij later opgegeven omdat hij niet eeuwig expressionist kan zijn. Hij zoekt de zin van de wereld maar tevergeefs. Aan zijn innerlijke eenzaamheid heeft hij veel geleden.(zie gedicht”Lebe wohl”) Werfel: Franz Werfel (1890-1945) kon ook niet zijn hele leven expressionist blijven. Tussen 1910 en 1917 (toen was hij tussen de 20 en 27 jaar) maakte hij de mooiste gedichten over het zoeken naar bindingen. (Der Weltfreund, Wir sind, Einander) Bruderlichkeit: Zo predikt hij broederschap en verbondenheid. Zijn enig wens is dat allen mensen verbonden met elkaar zijn. Later wendt hij zich tot Romans en drama’s. Zijn religie( hij was als jood geboren maar werd later christen) is te zien in “ Barbara oder die Frommigkeit” en “ Der veruntreute himmel”(geschiedenis van een maagd). De hoofdpersoon is een eenvoudig dienstmeisje dat haar laatste spaargeld op wil offeren om de hemelse zaligheid zeker te zijn. Als ze ziet dat dit een valse berekening is komt ze op het einde kan haar leven tot zuivering. We noemen nog : “Die Vierzig Tage des Musa Dagh” en “ Das Lied von Bernadette.” Zijn laatste boek “Stern der Ungeborenen” is een toekomstroman met een satirisch beeld van onze tijd. 3 elementen bestaan dan nog steeds: Christelijke kerk, de dood en Joden. De meeste van deze werken werden in ballingschap geschreven. (eerst in Frankrijk dan in Amerika) Voor het toneel maakte hij o.a. “Jacobowsky und der Oberst” een komedie van een tragedie, namelijk de tragedie van het joodse volk. De jood Jacobowsky die als vluchteling in Parijs een Poolse kolonel ontmoet, bewijst zich als creatieve helper in nood; uiteindelijk worden beiden door de kommandant van een engels oorlogsschip gered. In het derde rijk mochten expressionisten niet meer schrijven.Schrijvers werden verboden en expressionistische schilderijen werden als ontaarde kunst beschouwt, in beslag genomen en vernietigd.(vgl. Alfred Andersch: Sansibar, Siegfried Lenz: Deutschstunde, Franz Fuhmann: Barlach in Gustrow). Impressionisme: - Registreren van persoonlijke indrukken - Ik schrijf hoe ik het ervaar, beschrijving van bijzonderheden/ details - Aristocratisch - Verfijnd
Expressionisme: - Kunst van uitdrukking - Alleen de aard van dingen wordt beschreven en niet hoe het ding zich aan onze ogen presenteert - Extatisch, verrukt en vol gevoel - Revolutionair

Hesse: Chronologisch horen nog in deze periode: Herman Hesse (1877-19620 is als Lyriker geen expressionist maar staat zeer dicht bij de romantiekers. Om uit de chaos van de wereld te komen zoekt hij zijn weg in de eenzaamheid. Of net als de novalisten zoekt hij een weg naar binnen. Hij weet dat eenzaamheid het lot van de mens is (“Im Nebel”). Zijn jeugdwerk is “Peter Camenzind” dat bij de eeuwwisseling grote invloed had op de Duitse jeugd. In “Der Steppenwolf”(1972) spreekt hij zijn eigen nood van de tijd uit, hij laat daarin veel invloeden uit de psychoanalyse achtige inzichten vaststellen. Deze crisisroman is nog altijd actueel. Zijn liefde voor Indische mystiek komt naar voren in “Siddharta”. Zijn geestelijke testament is het monumentale werk “Das Glasperlenspiel”, een toekomstroman die rond 2400 speelt en als heilmiddel voor de zieke tijd “de terugkeer van de geest” als noodzakelijk gezien werd. Hessen heeft veel te danken aan het leven en het werk van Goethe. Hans Carossa (1878-1956) - was een arts - heeft veel van zijn werken en behaalde successen aan Goethe te danken en schreef; - Tagebuch im Kriege (over de 1e WO) - Der Arzt Gion (over zijn werk als arts) - Autobiografische werken - Gedichten (daarin zit zijn stille vertrouwen in de wereld), bijv. Der alte Brunnnen. →ja, echt met 3 n-en
Franz Kafka (1883-1924) - groeide op in Praag - is een eenling die niet in verbinding staat met de literaire stromingen van zijn tijd. - z`n romans worden surrealistisch genoemd (=bovennatuurlijk), en hij beeldt in onaangename precisie uit, wat mensen meestal in een droom of geestesverwarring beleven. - wil de dingen niet alleen beschrijven, maar echt omvatten met zijn woorden en het lijkt alsof hij daarvoor een zesde zintuig bezit. - hecht waarde aan zijn eenzaamheid. - beschrijft in z`n werk het`uitwegloze’en eenzame bestaan van de mens. - kreeg het voor elkaar om (ondanks de belabberde beheersing van het Duits door de Tsjechen) met nuchtere zakelijkheid toch in het Duits een droomtoestand te beschrijven. - zijn werk werd naar 1945 ontdekt en sloeg internationaal aan omdat het de contactloosheid van de moderne mens beschrijft. Schreef; - Der Prozeß (over eenzaamheid van de beschuldigden) - Das Schloß (over de eenzaamheid van de overvloedigen) - Amerika (over de eenzaamheid van de verscholenen) →Deze stukken samen kun je de trilogie van de eenzaamheid noemen. - Auf der Galerie (hierin; het contrast tussen schijn en zijn) - De Verwandlung (over zijn contactloosheid) - Bericht für einen Akademie (ook over zijn contactloosheid) Hoofdstuk 16 NEUE SACHLICHKEIT 1920-1933
Volgens veel jonge mensen zouden de expressionisten te subjectief en te ver van de werkelijkheid verwijderd zijn. Deze mensen willen zakelijke beschrijvingen geven, zelfs over de liefde. Ze willen objectiviteit zonder idealiserende zintuigen of subjectiviteit. Belangrijkste personen in de Nieuwe Zakelijkheid zijn; Bertold Brecht en Erich Kästner. Bertold Brecht (1898-1956) - gaf een exacte beschrijving in gedichten die leek op die van het naturalisme. - gebruikte zijn toneelstukken als politiek strijdmiddel. - emigreerde na de machtsovername door Hitler naar het buitenland en later weer terug naar de DDR. Brecht is namelijk overtuigd communist. - Heeft geen optimistische verwachtingen voor de toekomst. - z`n eerste toneelstukken zijn `leerstukken’ omdat ze het publiek na laten denken over, vooral, de politieke en sociale verhoudingen. - maakte gebruik van het zogenaamde V-effect: het Verfremdung- of vervreemdingseffect. Dit houdt in dat het alledaagse leven in het stuk wordt vervormd door vervreemding. In zijn stukken komen problemen voor en worden geen oplossingen gegeven, die moet het publiek zelf vinden. - z`n theater bestaat niet uit bedrijven, maar uit een elkaar opvolgende reeks beelden; episch theater - Dreigroschenoper (hierin laat Brecht zien dat het enige wezenlijke verschil tussen een rover en een bankdirecteur, is dat de bankdirecteur grotere sommen geld steelt). - Mutter Courage und ihre Kinder (hierin laat hij het absurde van de oorlog zien). - Der gute Mensch von Sezuan (de hoofdpersoon Shen-Te komt erachter dat naastenliefde en zelfbehoud niet te verenigen zijn). - Der Kaukasische Kreidekreis ( geen mens is klassenmatig `vastgelegd’ en ieder bezit moet beproefd worden). - An die Nachgeborenen (is een van z`n beste gedicht
Erich Kästner (1899-1974) - wil mensen verbeteren met zijn teksten. - schreef veel kinderboeken: “Nur Kinder sind für Ideale reif”. Dus die kon hij makkelijk zijn idealen `leren’. - Doktor Kästners lyrische Hausapotheke (satirische en moraliserende gedichten die de mensen wijze lessen kunnen geven die ze nodig hebben). Kurt Tucholsky (1890-1935) - deed studie rechten en was journalist, scherpe criticus (kwam daarmee in de politiek) en fijngevoelige dichter. - beveelt zijn lezers alle behoeften van gevoelens te onderdrukken - vluchtte naar Zweden voor de machtsovername door Hitler en pleegt, na die machtsovername, zelfmoord. - was een vriend van Erich Kästner. Hans Fallada (1893-1947) ontwierp in zijn tijdkritische romans een scherp beeld van de maatschappij van de jaren ’30. Zijn romans: - Kleiner Mann – was nun? - Wer einmal aus dem Blechnapf friβt - Jeder stirbt für sich allein
Erich Maria Remarque (1898-1970) werd wereldberoemd door de anti-oorlogsroman
Im Westen nichts Neues. Ook schreef zij de romans Arc de Triomphe en Nacht von Lissabon. Hoofdstuk 17 Das Dritte Reich: Emigrantenliteratur 1933-1945
November 1918 → het keizerrijk te gronde, Wilhelm II naar Holland vlucht, Duitsland moet bij het verdrag van Versailles een zware oorlogsschadevergoeding betalen en bepaalde delen van zijn gebied afstaan. De ‘Erfüllungspolitik’ → geen succes omdat de Republiek van Weimar geen goedkeuring krijgt van het volk. Door de economische crisis → werkloosheid, daling van munteenheid en de democratische partijen kunnen geen regering meer vormen. De nationaal-socialistische Duitse arbeiderspartij (N.S.D.A.P.) → krijgt meer invloed. 1933: regering wordt overgenomen door leider Adolf Hitler (1889-1945). Het Rijksdaggebouw brandt af → Hitler beschuldigt de communisten hiervan en neemt harde maatregelen tegen hen. Communisten en Joden zijn volksvijanden. Veel schrijvers vluchten uit Dld, o.a. Thomas Mann, Bertolt Brecht, Stefan Zweig, Alfred Döblin, Anna Seghers. In deze samenhang sprekt men wel van ‘Äuβeren Emigration’ (zich uitende emigratie). Andere schrijvers o.a. Hans Carossa, Werner Bergengruen, Ernst Wiechert, blijven in Dld en bestrijden, meestal door te zwijgen het nationaal-socialisme. → ‘Innere Emigration’ (inwendige/ binnenste emigratie). 10 mei 1933: In opdracht van Hitler: alle ongewenste boeken verbranden (zoals werk van Erich Kästner). Brecht was naar Denemarken gevlucht en schreef een gedicht over de verbranding: Die Bucherverbrennung
Blut-und- Bodenliteratuur: de literatuur die niet wordt verbrand. Deze literatuur wordt verheerlijkt en dient als Nazi-propaganda.
Hoofdstuk 18 Trümmerliteratur und Neubeginn 1945-1950 (Trümmer = puinhoop) Na de capitulatie van Dld heerst er een chaos. Er ontstaat veel interesse voor Franse en Engelse literatuur. (Sartre, Camus, Hemingway, T.S. Eliot) De zekerheid die de Hitlerregering in het begin had is weggevallen. De jongere generatie heeft het gevoel voor een nulpunt te staan. Ze willen dit nulpunt over-winnnen. Van de schrijvers die in ballingschap zijn gegaan, zijn verschillende gestorven, enkele gebruiken de taal van hun ballingschapsland of keren terug. 1945: De jonge schrijvers hebben het gevoel dat ze van voor af aan moeten beginnen. Ze schrijven over wat ze zien: gebombardeerde steden, puinhoop na de oorlog. Men noemt dit Trümmerliteratur (puinhoopliteratuur). Ook schrijven ze over: ellende van het vluchten, terugkeer, vernietiging v.h. familieleven, de verdeling van Dld en het ijzeren gordijn. Voorbeeld van Trummerliteratur: schrijver Wolfgang Borchert ( 1921-1947): Drama: Drauβen vor der Tür
Korte verhalen: - Die Hundeblume - An diesem Dienstag - Die traurigen Geranien
Zekerheid en geborgenheid verloren→voor de jonge schrijvers genoodzaakt iets nieuws te creëren. Dit willen ze niet alleen doen→ daarom verenigt een aantal van hen zich en noemt zich Gruppe 47. Tot deze groep behoren o.a. Enzensberger, Bachmann, Kaschnitz, Aichinger, Andersch, Hildesheimer. Hoofdstuk 19 NACH 1950-1 DIE BEWAHRENDEN
In jaren 50 opleving van de wetenschap. Bewahrenden: schrijvers, die van een culturele breuk met de vergankelijkheid niks te maken willen hebben, die vaak religieus georiënteerd zijn, nogal bewarend/conservatief zijn en naar algemeen geldige waarden voor een zinvol leven zoeken. BERGENGRUEN
Werner Bergengruen (1892-1964) schreef novellen: Der Spanische Rosenstock; Schatzgräbergeschichte; Die Feuerprobe
Romans: Der GRoBtyrann und das Gericht
Gedicht: Dies irae
LANGGÄSSER
Elisabeth Langgässer (1899-1950), schreef roman over een jood: das unauslöschliche Siegel
ANDRES
Stefan Andres, woont in oorlogsjaren in Italië. Beschrijft zijn jeugd in roman: Der Knabe im Brunnen
Novelle: Wir sind Utopia
Kort verhaal: Das Trockendock

GOES
Albrecht Goes(1908): Novelle: Unruhige Nacht ; Das Brandopfer
Prosa: Tagwerk
AICHINGER
Ilse Aichinger (1921-1974), ze is een jood en is 18 als Hirler oostenrijk bezet. Ze ervaart wat vervolging is. NA oorlog is ze der eerste oostenrijker die met haar roman Die gröBere Hoffnung een bijdrage levert aan de naoorlogsegedichten. Verhalen: Der Gefesselte ; Eliza Eliza
KASCHNITZ
Maria Luise Kaschnitz(1901-1974). Novellen: Lange Schatten; Ferngespräche
Kinderboek: Der alte Garten
RINSER
Luise Rinser (1911) Die gläsernen Ringe ; Jan Lobel aus Warschau; Ein Bündel weiBer Narzissen ; Bruder Feuer
EICH
Günther Eich ( 1907-1972) Hoofdstuk 20 NACH 1950-2 DE ZEITKRITIKER
Tweede groep schrijvers die niet net als die Bewahrenden de wereld zinvol willen aanduiden maar kritisch naar het heden kijken. Ze willen de wereld/het milieu ontmaskeren en daardoor ontstaat er een verandering in het gezelschap. Het zijn dichters die de moderne wereld en de moderne mens bekritiseren. Ook de vormen van liedjes, epik (verhalende dichtkunst) en drama zijn anders dan de traditionele schema’s van de Bewahrenden. EPIK
Het karakter in de romans is veranderd: - de rol van de held is veranderd: bijv de hoofdpersoon in Grass: Die Blechtrommel is eerder een anti-held - ook de positie van de verteller is anders geworden. Vroeger was er een alwetendeverteller, nu niet meer. KURZGESCHICHTE

Kurz geschichte is een moderne vorm van Epik. Engeland en Amerika zijn voor een deel een voorbeeld. Het is niet hetzlefde als een kurze geschichte. Het is kort door de weinige ruimte in een krant of tijdschrift. Ze wil haastige lezers tevreden stellen, maar ook meer dan dat, wil ook de lezer een pijl in het hart schieten, hem een vraag voorleggen, die hij niet kan beantwoorden en zo onrust veroorzaakt. De vraag word meestal niet beantwoord, het einde blijft open. DRAMATIK
Het drama uit de naaoorlogsetijd is sterk beinvloed door Brechts. V-Effekt (das vervremdungseffekt) Brecht wil zijn publiek aanzetten tot nadenken. Hij brengt vervreemdingseffecten aan zoals commentaarstemmen en achtergrondmuziek. Hij wil zich niet identificeren met het publiek, en hierdoor vervreemd hij het publiek van zijn gevoelens. HÖRSPIEL
Hörspiel is een andere vorm dramatische dichtkunst. Kenmerk is de combinatie van spraak en tonen. Het hörspiel berust allen op uitdrukkingsmiddelen. Het is voor een deel lyrisch en voor een deel dramatisch. Het hoorspel is een andere vorm die in het dichtinggenre ontstaan is. Een kenmerk is het samenbrengen van spraak en tonen.Bij een opera wordt het ook toegepast. Het is gedeeltelijk lyrisch en gedeeltelijk dramatisch. Ook lyriek doet afstand van traditionele vormelementen. Dichters kiezen een ontraditionele vorm. Ze beginnen een vrij spel met spraak of nemen de overgeleverde vormen parodistisch op ( 'Reklame' van Ingeborg Bachmann). Bij Brecht en Kästner spreken we ook van gebruikslyriek = lyriek die voor een bepaald doel geschreven is. Andersch (1914-1980): heeft als thema van z'n werk dat mens tot innerlijke vrijheid komt. Hij toont ook interesse voor de antwoorden van mensen op de grenssituaties van hun leven. • Sansibar oder der letzte Grund • Die Rote • Ephraim
In de roman ' Winterspelt' denkt hij na over oorlog en desertie, dood en vrijheid. Böll (1917): beschrijft zwervende door de oorlog ouderloos geworden kinderen, bedreigde huwelijken en verlaten in lichaam en geest (?) (Haus ohne Hüter, Ansichten eines Clowns). • Das Brot der frühen Jahre • Billard um halbzehn • Gruppenbild mit Dame
Böll is ook meester van korte vertellingen: • Wanderer, kommst du nach Spa • Du fährst zu oft nach Heidelberg
Walser (1927): schrijft over de verderfelijkheid van de welvaart en geeft er een satirisch beeld over. Hij schrijft ook over dramatische hoogtepunten uit levens van mensen. • Ehen in Philippsburg • Halbzeit • Das Einhorn • Seelenarbeit
Lenz (1926): gebruikt schrijven als n mogelijkheid om personen, conflicten en situaties beter te leren begrijpen. • Deutschstunde • Das Vorbild
korte verhalen: • Das Feuerschiff • Der spielverderber
Grass (1927): schrijft over de vreselijke wereld aan t begin van de 20e eeuw en het verzet tegen de volwassen in die tijd: • Die Blechtrommel • Hundejahre
Grass houdt zich niet bezig met lichte onderwerpen: niets gaat lang mee, er zijn altijd nieuwe pijnlijkheden. Frisch (1911): houdt zich bezig met: - antisemitisme in een gemeenschap - vragen naar identiteit van mensen - wat is eeuwigheid? wat is er na de dood? • Andorra • Stiller
Dürrenmatt (1921): een van de succesvolste toneelschrijvers. Hij wil achter de schijnwereld ontdekken hoe alles eigenlijk is. Door een moralistisch theater kan de wereld volgens hem niet worden veranderd. De mens hoeft de oplossing niet bij zichzelf te zoeken. Hij schrijft daarom ook komedies waarin de mens zich niet als verantwoordelijk of schuldig ziet. Hij laat ook zien dat gerechtigheid te koop is (tragische komedie: der Besuch der alten Dame). • Die Physiker • Romulus der GroBe • Der Meteor

Enkele hoorspelen en romans: • Grieche sucht Griechin • Das Versprechen (misdaadroman) • Der Verdacht (misdaadroman) Bienek (1930): Een van de beste vertellers van de tegenwoordige tijd. (Die erste Polka, Zeit ohne Glocken) Schnurre (1920): Is als schrijver van hoorspelen en vertellingen heel bekend geworden. Schrijft onder andere over liefde en over misstanden in de samenleving. • Als Vaters Bart noch rot war • Ich brauch Dich
Peter Weiß (1916) schrijft een drama: Die Verfolgung und Ermorderung Jean Paul Marats (vrije mens en dwang van totalitaire staat). Bijzonder is het documentarische theater. (bijvoorbeeld Die Ermittlung, over oorlog) Rudolf Hochhuth (1931) klaagt in zijn boek Der Stellvertreter over Rooms-Katholieke kerk, met name de paus. Andere boeken zijn Guerillas (politiek), Eine Liebe in Deutschland (WO2) en Juristen (over een minister). Ingeborg Bachman (1926-1973) is van de lirieken o.a der gute Gott von Manhattan, Das dreißigste Jahr, en Simultan. Hans Magnus Enzensberger (1929) is in zijn gedichten tegen de consumptiemaatschappij en wetenschap. (Mausoleum). Kurn Marti (1921) schrijft waarschuwingen voor o.a Christendom en maatschappij (Die Riesin) Paul Celan (1920-1970) had grote invloed op jonge dichters. Beroemd door Todesfuge, dat gaat over joden in concentratiekampen. Hoofdstuk 21 NACH 1950 – 3 Derde groep schrijvers zijn die Sucher. Zijn op zoek naar nieuwe uitdrukkingsvormen. Daarbij hoort de Konkrete Poesie: poëzie moet niet alleen te horen zijn, maar ook te zien. De typografie en het uiterlijk van het gedicht worden belangrijk. Schrijvers: Peter Handke (1942) schrijft over mensen die problemen met hun leven hebben, vooral over het familiewezen. (Die Angst des Tormanns beim Elfmeter, Wunschlos Unglück, Die linkshändige Frau en Langsame Heimkehr) Peter Bichsel (1930) heeft als thema’s lak aan communicatie en kontaktlosigkeit (??). (Eigentlich möchte Frau Blum den Milchmann kennenlernen, Kindergeschichten en Geschichten zur falschen Zeit) Gert Jonke (1946) heeft als hoofdmotief skeptisch zijn tegenover de realiteit. (Geometrischer heimatroman, Glashausbesichtigung, Die Vermehrung der Leuchttürme, en Schule der Geläufigkeit). Franz Mon (1925) speelt met de dimensie van een tekst. Wil de lezer erbij betrekken, hem mede-auteur maken. De lezer kan allerlei dingen ontdekken in een tekst. Ernst Jandl (1925) bracht zijn gedichten ook uit op platen. Schreef ook hoorspelen en theaterstukken. Hoofdstuk 22 LITERATUR IN DER DDR De tweedeling van Duitsland had grote gevolgen, ook voor de literatuur. De twee delen kregen een ander soort taal. Literatuur in de DDR staat onder kontrolle der partei. Kunstenaars en schrijvers moeten hun werk in dienst van de socialistische ontwikkeling stellen. In BRD wel vrijheid, in DDR grenzen voor dichters. Alleen dat wat de partij wil: sozialistische Realismus. Hield je je daar niet aan, dan werd je gestraft. Veel protest bij schrijvers, velen vluchten naar het Westen. Langzaamaan in de DDR-literatuur komen er twee groepen dichters: De DDR-literatuur is in twee dichtersgroepen te verdelen, 1. De groep die nog in de DDR woonachtig is
2. De groep die de DDR verlaten heeft
De 1e groep bestaat onder andere uit de in 1945 teruggekeerde emigranten (zoals Bertolt Brecht, Anna Seghers). Deze groep kon niet wennen aan de nieuwe socialistische werkelijkheid. De schrijvers, die zich door de censuur in een conflictsituatie bevonden, worden ook tot deze groep gerekend. De 2e groep bestaat vooral uit de schrijvers die onder het marxistische socialisme zijn opgegroeid. Zij hadden dan ook regelmatig kritiek op het strenge regime. Deze kritische houding had tot gevolg dat van veel schrijvers het staatsburgerschap werd ontnomen. Dit wordt ook wel de schriftstellervertreibung genoemd: verdrijving van de schrijvers
Auteurs van de 1e groep: Anna Seghers (geb.1900) werkt vanaf 1947 als belangrijk schrijfster van de DDR in Berlijn. Haar roman Das siebte Kreuz gaat over de ontsnapping van 7 gevangenen uit een concentratiekamp. Slechts 1 van de 7 slaagt in zijn ontsnapping. Een andere bekende roman van haar is Transit, een emigrantenroman met een autobiografisch karakter. Andere werken zijn onder andere de prozaverhalen: Die kraft der Schwachen (met 9 vertellingen) en Sonderbare Begegnungen (met 3 vertellingen). Bij dit laatste prozaverhaal gaat het 1e deel over buitenaardse wezens die zich verbazen over de chaos op aarde. Het 2e deel gaat over Nazi-Duitsland en het 3e deel gaat over de ontmoeting tussen Hoffman, Gogol en Kafka in een Praags café. Stefan Heym (geb. 1913) is een traditionele verteller van de 19e en 20e eeuw. Enkele publicaties van hem zijn: het detectiveverhaal Der Fall Glasenapp, Lenz oder die Freiheit (geschiedenis van rebellen uit het jaar 1849) en 5 Tage im Juni, verhaal over een politieke gebeurtenis die Oost- en West-Duitsland bijna in een oorlog gestort had. Stefan Heym heeft ook een gedichtenbundel gemaakt: Die richtige Einstellung

Stephan Hermlin (geb. 1915) is een verteller en een lyrisch dichter. Drie bekende werken van hem zijn: Der Flug der Taube (lyrische lofuiting over de vrede), Die Kommandeuse (verhaal over de vrijlating van een SS-bevelhebber) en Abendlicht (verhaal over zijn jeugd). Erwin Strittmatter (geb. 1912) is een verteller en een toneelschrijver. In Der Wundertäter vertelt hij de geschiedenis van een romantische bakkersleerling. De roman Ole Bienkopp gaat over de belemmeringen, die tevoorschijn komen bij de stichting van een nieuwe boerengemeenschap. Een ander boek is Schulzenhofer Kramkalender
Franz Fühmann (geb. 1922) schreef zowel lyrisch als proza. De novelle Kameraden gaat over enkele soldaten, die aan de Litouwse grens zijn gestationeerd. Door ongeluk worden ze voor een keuze gesteld: voor of tegen de Barbaarsheid. Zijn boekdeel Das Judenauto bevat 14 autobiografische vertellingen
Hermann Kant (geb. 1928) is een humoristische schrijver. Zijn proza ontsnapt aan het strenge regime van de DDR. Bekende werken van hem zijn: Die Aula, Das Impressum (beschrijft de socialistische carrière van een redacteur), Der Aufenthalt (geschiedenis van 18-jarige soldaten die in 1944 worden opgeroepen voor de Wehrmacht). Zijn prozaboekdeel Eine Ubertretung beschrijft de ontwikkeling van de DDR. Peter Hacks (geb. 1928) is een toneelschrijver die sterk door Bertolt Brecht is beïnvloed. Twee werken van hem werden bekend vanwege een opvoeringsverbod, namelijk Die Sorgen um die Macht en Moritz Tassow. Een ander stuk mocht wel worden opgevoerd; het ironische Rosi traumt
Ulrich Plenzdorf (geb. 1929) telt sinds zijn succes met Die neuen Leiden des Jungen Werthers tot de prominente schrijvers van de DDR. Het boek Legende vom Gluck ohne Ende is een liefdesgeschiedenis die ondanks de titel liefdevol en legendarisch eindigt. Christa Wolf (geb. 1929) gebruikt in de roman Der geteilte Himmel de opdeling van Duitsland als tegenstander. Een andere roman van haar is Nachdenken uber Christa T. In het boekdeel Unter den Linden – Drei unwahrscheinliche Geschichten schrijft ze tegen de wetenschappers die de wereld willen verbeteren. Een verhaal in de vorm van een droom, een verhaal in de vorm van een fabel en een verhaal in de vorm van een sarcastische sciencefiction. Het boek Kindheitsmuster gaat over de herinneringen van de auteur. Kein Ort Nirgends gaat over de Duitse literatuur in de tijd van de romantiek. Auteurs van de 2e groep
Peter Huchel (geb. 1903) was een hoogbegaafde lyrische dichter. Pessimisme was een vaak gebruikt kenmerk in zijn gedichten. In An Taube Ohren der Geschlechter uit de bundel Chausseen-Chausseen is dat duidelijk te herkennen. Hij woont nu in een BRD
Christa Reinig (geb. 1926) heeft de DDR verlaten in 1964. Ze schreef gedichten, proza en hoorspelen. Haar roman Die himmlische und die irdische Geometrie is sterk autobiografisch. Gunter Kunert (geb. 1929) schreef gedichten, onder andere Wegschilder und Mauerinschriften en Unterwegs nach Utopia, en verhalen, Die Beerdigung findet in aller Stille statt. Een veelgelezen roman is Im Namen der Hute. In 1979 kreeg hij een vergunning om het land uit te gaan. Reiner Kunze (geb. 1933) moest de DDR in 1977 verlaten. Hij was een vijand van de DDR en het socialisme. Kunze is in eerste instantie bekend als lyrisch dichter. Zijn gedichtenbundel Zimmerlautstärke bevat veel satirische gedichten. Zijn prozaboek Die Wunderbaren Jahre vond grote erkenning. Uwe Johnson (geb. 1934) heeft de opdeling van Duitsland als hoofdthema gebruikt in zijn boeken. Enkele boeken van hem zijn: Mutmaβungen uber Jakob (verhaal over Jakob die gedood wordt omdat zijn vrouw bij de NAVO werkte), Jahrestage (Johnson probeert samenhang te ontdekken tussen de Duitse opdeling en de deling van de wereld in 2 machtsblokken) en Zwei Ansichten (gaat over de 2 Duitse werelden met 2 mogelijkheden om een leven te beginnen). Sara Kirsch (geb. 1935) heeft met haar gedichtenverzameling Rückenwind zichtbaar bijgedragen aan de DDR-lyriek. Met de verhalenbundel Die Pantherfrau kreeg ze nog meer erkenning. In 1979 kreeg ze van de overheid een vergunning om het land te verlaten. Wolf Biermann (geb. 1936) verhuisde in 1953 naar de DDR. In 1965 kreeg hij vanwege zijn kritiek op de partij een optreedverbod. Daarom werd hem in 1967 het staatsburgerschap ontnomen. Zijn liederen zijn in tekst, muziek en voordracht grandioos. Bekende liedjes zijn Die Drahtharfe, Mit Marx und Engelszungen en Nachlass 1. Het zijn liedjes met kritiek op de landelijke politiek. Jurek Becker (geb. 1937) kreeg in 1977 een vergunning om het land te verlaten en woont sindsdien in het Westen. In zijn 1e roman Jakob der Lügner vertelt hij over het leven in de buitenwijken na het einde van de tweede wereldoorlog en over de succesvolle opmars van het Rode leger. Nieuwe hoop is er bij de gevangenen. Door veel leugens plegen velen gettobewoners zelfmoord. Irreführung der Behörden vertelt het verhaal van een jong iemand die door de DDR ten gronde wordt gericht. Zijn derde roman is Der Boxer, en gaat over een Jood die het concentratiekamp overleeft heeft. Zijn korte roman Schlaflose Tage werd pas in de BRD geopenbaart. Thomas Brasch geboren in 1945 was geen geaccepteerde schrijver door de DDR en hij reisde al in 1976 naar de BRD. De verzameling Vor den Vätern sterben die Söhne gaat over alledaagse ervaringen met de socialistische arbeidswereld. Zijn Kargo is een verzameling van lyriek, proza, documenten en foto’s, waarin hij probeert zich met zijn DDR-tijd uiteen te zetten. Hoofdstuk 23 ARBEITERLITARATUUR De huidige arbeidersliteratuur is het werk van twee organisaties: 1. Dortmunder Gruppe 61
2. Werkkreis Literatur der Arbeitswelt
Dortmunder Gruppe 61: De hoofdgedachte van deze groep is: literair-kunstzinnige uiteenzettingen maken van de industriële arbeiderswereld en haar sociale problemen. Voorwaarde om deel te nemen aan deze groep is dat je literair ervaren bent. Het bestaat ook uit schrijvers en journalisten. Deze voorwaarde leidde tot kritiek. Werkkreis Literatur der Arbeitswelt: Deze groep wordt in 1970 opgericht. Het verschilt met Gruppe 61 omdat Gruppe 61 als voornaamste doel heeft literaire geschriften uit te brengen en de Werkkreis Literatur heeft als doel de arbeiders meer politiek bewust te maken. Hun doelstelling was: de maatschappelijke verhoudingen in de interesse voor arbeiders veranderen. De Werkkreis Literatur is in veel verschillende steden zeer actief. De belangrijkste schrijvers van Arbeidersliteratuur: 1. August Kühn (1936) • Westend-Geschichte een arbeider vertelt over de levensloop van twee klassenkameraden. • Zeit zum Aufstehn gaat over een arbeidersgezin in München. Voor de slachtoffers van de sociaal-economische toestand is het ‘Zeit zum Aufstehn’. • Jahrgang 22 een jongen uit een proletarisch milieu bedenkt een list om in deze wereld te overleven. 2. Max von der Grün (1926) • Irrlich und Feuer • Stellenweise Glatteis begint als een misdaadroman: 10-jarige dochter van een bouwondernemer wordt vermoord. Deze misdaad wordt gerechtvaardigd vanwege een andere misdaad: het onderdrukken van de arbeiders door de manipulatieve werkgevers. • Flächenbrand over een werkloze die later als kerkhofwachter de wereld begrijpt. 3. Wolfgang Hermannn Körner (1938) • Katt im Glück de arbeider Katt rebelleert tegen de arbeidsterreur. • Wo ich lebe in dit boek staan ook de arbeidsverhoudingen centraal. 4. Günter Wallraff (1942) • Industriereportagen • 13 unerwünschten Reportagen • Neuen Reportagen
Hij verplaatste zich in de rol van de arbeider om ervaring op te doen. Hij beschrijft de arbeidstoestanden in verschillende West-Duitse industriebedrijven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.