Samenvatting Natuur-/scheikunde
§ 4.1a
Je kunt niet leven zonder water, je bestaat voor 75% uit water.
Soms is water gevaarlijk je kunt er bijv. in verdrinken.
Soorten water:
- Hemelwater al het water dat uit de lucht valt
- Oppervlaktewater beken, rivieren, meren, zeeën & oceanen
- Grondwater water onder de grond
- Afvalwater water dat gebruikt is
- Drinkwater water dat geschikt is om te drinken
Functies water: - Transportmiddel voor warmte (bijv. als je aardappelen kookt dat de warmte de aardappelen niet verbrandt) - Transportmiddel voor stoffen (bijv. vervoeren van stoffen in je bloed) - Spoelmiddel (bijv. om de afwas te doen) - Watersport (bijv. varen of surfen ) - Energiebron (bijv. door middel van een waterrad) thermische verontreiniging = als het water zo warm word dat het schadelijk is voor de mens of de natuur.
§ 4.2a
kookpunt = als de vloeistof zijn hoogste punt heeft bereikt.
Een kookpunt is een stofeigenschap, iedere vloeistof heeft dus een eigen kookpunt.
Oplossen = een stof zo fijn verdelen (in vloeistof) dat je het niet meer kunt zien. De onderdelen heten componenten.
Oplosmiddel = de vloeistof waarin een stof oplost (bijv.water, alcohol, wasbenzine & aceton)
Oplossing = het oplosmiddel en de (opgeloste) stof samen, ALLE oplossingen zijn helder van kleur. (bijv. 7-up & spiritus).
Mengsel = een mix van meerdere stoffen (bijv. roomijs, waspoeder & melk)
§ 4.2b
Suspensie = mengsel vaste stof en een vloeistof, en de vaste stof is NIET opgelost.
Het is troebel.
De stof zakt weer naar de bodem.
Voorbeelden : verf en oostindische inkt.
Emulsie = mengsel van twee vloeistoffen die NIET in elkaar oplossen.
Om te voorkomen dat de stoffen van elkaar scheiden worden er emulgatoren toegevoegd.
Voorbeelden : melk, mayonaise & zalf.
E-nummers
Een aantal stoffen worden aangegeven met E-nummers, In elk land het zelfde nr. Je kunt aan de nummers zien om welke stof t gaat. § 4.3 a Fasen: - vast (s ) - vloeibaar (l) - gasvormig (g) Fase = toestand waarin een stof kan voorkomen. Kenmerken vloeistof : - schenkbaar - horizontaal oppervlak - geen eigen vorm - NIET worden samengeperst. Waterdamp = water in de gasfase
Kenmerken Gas: - geen eigen vorm - het verspreidt zich over de ruimte waar t in zit. - je kan t WEL samenpersen. Kenmerken Vaste stof : - eigen vorm - niet worden samengeperst § 4.3b fase-overgang = als een stof van de ene fase naar de andere overgaat. Condenseren = van gasvormig naar vloeibaar. Verdampen = van vloeibaar naar gasvormig. Smelten = vast naar vloeibaar
Smeltpunt = de temperatuut waarbij een vaste stof vloeibaar wordt. stollen = overgang van de vloeibare naar de vaste fase
stolpunt = temperatuur waarbij een vloeistof vast word
vervluchtigen = van vast naar gasvormig
rijpen = ovcergang gasvormig naar vast
Functies water: - Transportmiddel voor warmte (bijv. als je aardappelen kookt dat de warmte de aardappelen niet verbrandt) - Transportmiddel voor stoffen (bijv. vervoeren van stoffen in je bloed) - Spoelmiddel (bijv. om de afwas te doen) - Watersport (bijv. varen of surfen ) - Energiebron (bijv. door middel van een waterrad) thermische verontreiniging = als het water zo warm word dat het schadelijk is voor de mens of de natuur.
Een aantal stoffen worden aangegeven met E-nummers, In elk land het zelfde nr. Je kunt aan de nummers zien om welke stof t gaat. § 4.3 a Fasen: - vast (s ) - vloeibaar (l) - gasvormig (g) Fase = toestand waarin een stof kan voorkomen. Kenmerken vloeistof : - schenkbaar - horizontaal oppervlak - geen eigen vorm - NIET worden samengeperst. Waterdamp = water in de gasfase
Kenmerken Gas: - geen eigen vorm - het verspreidt zich over de ruimte waar t in zit. - je kan t WEL samenpersen. Kenmerken Vaste stof : - eigen vorm - niet worden samengeperst § 4.3b fase-overgang = als een stof van de ene fase naar de andere overgaat. Condenseren = van gasvormig naar vloeibaar. Verdampen = van vloeibaar naar gasvormig. Smelten = vast naar vloeibaar
Smeltpunt = de temperatuut waarbij een vaste stof vloeibaar wordt. stollen = overgang van de vloeibare naar de vaste fase
stolpunt = temperatuur waarbij een vloeistof vast word
rijpen = ovcergang gasvormig naar vast
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden