Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Romantiek, Realisme, Naturalisme

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4899 woorden
  • 14 april 2003
  • 199 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
199 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De romantiek (1800-1850) Samenleving De kinderen en vrouwen werkten toen lange dagen in de mijnen om zoveel mogelijk kolen te winnen voor de stoommachines in de fabrieken. De mijnen waren niet zo veilig: in elke mijn stierven jaarlijks honderden mensen door instortingen, explosies of verstikkingen. Door de uitvinding van de stoommachine (1769) was de wereld erg veranderd. Ineens konden verschillende producten snel en goedkoop geproduceerd worden. Fabrieken groeiden, de kolenproductie nam enorm toe, het platteland liep leeg en de steden raakten overvol. Terwijl de fabriekeigenaars hun winsten met de dag zagen groeien, hielden de arbeiders zichzelf in leven met gekookte brandnetels, meel met water of groenteafval. Een kleine groep profiteerde van de explosief toenemende welvaart, terwijl het grootste deel van de bevolking bittere armoede leed. Nooit waren de tegenstellingen tussen de verschillende klassen zo groot als in deze tijd. Industriële revolutie In die tijd was er ook een enorme groei van de industrie. De industrialisatie had een grote invloed op alle onderdelen van de samenleving. In Engeland begon de industriële revolutie al in het tweede deel van de 18e eeuw. Hierdoor groeide Engeland tot een rijk en machtig land. De industriële revolutie kwam in andere landen halverwege en in Nederland pas eind 19e eeuw op gang. Door de snelle mechanisatie van het productieproces werden veel traditionele ambachten overbodig. Handwerkslieden zochten werk in de werkplaatsen en fabrieken die overal werden gebouwd. Van het platteland trokken een heleboel mensen weg naar de grote steden in hoop daar geluk te vinden. Maar zoveel mensen konden de industriesteden niet aan. De vraag naar arbeiders was groot, maar het aanbod nog groter. Diegene die wel werk hadden werden slecht betaald en moesten zelf onderdak zien te vinden. Zo ontstond er een industrieel proletariaat, dat moest leven in krottenwijken. De rijken vonden dat de armen hun ellende aan zichzelf te danken hadden. Wie arm was, wist gewoon niet wat werklust en spaarzaamheid waren.
Andere revoluties Van vrijheid, gelijkheid en broederschap was dus absoluut geen sprake. In 1848 braken in Europa diverse revoluties uit en verschillende regeringen stemden in met een liberale grondwet, gebaseerd op de ideeën van de Verlichting en de Franse revolutie. Het recht op vrijheid van meningsuiting, geloof en onderwijs werd in die grondwet vastgelegd. De liberalen vonden dat iedereen gelijke kansen moest hebben, maar in de praktijk kwam daar weinig van in huis. Echte verbeteringen voor de armen kwamen er pas aan het eind van de 19e eeuw. In deze situatie ontstond de romantiek. Dat was een stroming die tot op de dag van vandaag een grote invloed heeft op de kunst en de literatuur. De kiem van de romantiek lag eigenlijk in het verzet. Het verzet tegen het optimisme en het rationalisme van de Verlichting, tegen de burgermaatschappij en tegen de strenge regels waaraan kunst en literatuur moest voldoen. In de Verlichting waren de mensen heel optimistisch; zij geloofden dat kennis en een goed gebruik van het verstand zouden leiden tot een betere wereld. Maar dat bleek aan het eind van de 18e eeuw niet echt te werken. Het verstand was tekortgeschoten en een betere wereld was er niet van gekomen. Het optimisme maakte plaats voor een afkeer van de dagelijkse werkelijkheid. Kunstenaars en schrijvers kregen hierdoor andere, nieuwe ideeën over de wereld, de kunst en de literatuur. Romantische ideeën Het optimistische geloof in de vooruitgang was verdwenen. Kunstenaars en schrijvers waren ontevreden met de dagelijkse werkelijkheid. Ze gingen geloven in een hogere, onzichtbare werkelijkheid, die wel mooi, zuiver en ideaal is. De kunst van het Classicisme en de Verlichting was verstandelijke kunst. In de romantische kunst en literatuur staan juist het gevoel en de verbeelding centraal. Al in de 18e eeuw waren er schrijvers die de nadruk op het verstand verwierpen en juist het gevoel belangrijk vonden. Het Classicisme bestond ook uit een heel systeem van regels, waaraan een kunstwerk moest voldoen. Navolging (imitatio) van de klassieken of de Franse classicisten was de hoogste vorm van kunst. In de romantiek wordt voor het eerst schepping (creatio), het maken van een oorspronkelijk, persoonlijk stuk belangrijk gevonden. Deze nadruk op de creativiteit was nieuw en vormde een echte breuk met alle voorgaande visies van kunst. De kunst van de Verlichting was heel maatschappelijk gericht. Schrijvers wilden met hun werk bijdragen aan de ontwikkeling en opvoeding van de burgers. In de romantische kunst staat het individualisme centraal. Kunstenaars en schrijvers willen met behulp van hun eigen gevoel en verbeelding zelf een eigen, andere wereld scheppen. Het begrip schoonheid veranderde in de Romantiek. Schoonheid betekende in die tijd alles wat heel veel gevoel oproept. Romantische thema's De romantici reageerden op heel verschillende manieren op het onbevredigende, alledaagse leven. Sommige verzetten zich vooral tegen de bekrompen burgermoraal van hun tijd. Ze waren heel rebels en individualistisch, ze hadden verschillende vrouwen tegelijk en maakten grote schulden. Een enkeling dronk stevig of gebruikte verdovende middelen. Andere romantici ontvluchtten de werkelijkheid en zochten hun redding in bijvoorbeeld de natuur, het verleden en in het geloof. Belangrijke thema¡¦s in de romantische kunst en literatuur: • De ongerepte natuur: want daarin kon je het goddelijke, de hogere werkelijkheid ervaren. • Het verleden: de tijd waarin alles beter, mooier, kleurrijker was dan toen. Sommige schrijvers waren heel nationalistisch. Zij verheerlijkten vooral het verleden en de cultuur van hun eigen vaderland. • Het exotische van verre, vreemde landen, die zo anders waren dan het eigen land. • Het geloof: Met grote nadruk op het gevoel en de persoonlijke beleving van de godsdienst. • De liefde: waarin de hartstocht centraal staat. • Het mysterieuze, geheimzinnige, de dood, want de romantici vonden dat niet alles met het verstand verklaard kan worden. • Het griezelige en gruwelijke: want de romantici vonden dat die een ¡§prettig¡¨ gevoel van angst oproepen. Literatuur In die tijd lag de schrijver tussen de mens en God. De romantici vonden dat echte kunst geen kwestie was van je aan regeltjes houden of dingen namaken. Ze wilden zich vrij voelen en als een echte ¡§creator¡¨ origineel werk scheppen. Niet iedereen kon dat natuurlijk; schrijven kon je niet leren, het was een gave. In die tijd kon enkel wie diep voelde en een grote verbeeldingskracht had schrijver worden en enkel een schrijver was in staat om de gewone mensen een blik te gunnen op de onzichtbare werkelijkheid. Daardoor voelde de schrijver zich als een soort profeet. Iemand die meer zag dan de gewone stervelingen. Dit grote zelfbewustzijn leidde bij sommigen romantici tot verheerlijking van het eigen ¡§ik¡¨. De romantische thema¡¦s die hiervoor werden beschreven, kom je ook in de romantische literatuur tegen. • De schoonheid van de natuur werd geprijsd in de natuurlyriek. • De belangstelling voor het verleden leidde tot het nieuwe genre van de historische roman. • Schrijvers met nationalistische gevoelens gingen de teksten van oude volksliedjes en sprookjes opschrijven. • De hang naar het griezelige kreeg de vorm in het nieuwe genre gothic novel (griezelverhaal). • Humor werd zowel in poëzie als in proza gebruikt. Natuurlyriek Poëzie over de natuur werd vooral heel veel in Engeland geschreven. William Wordsworth en Samuel Coleridge publiceerden samen de dichtbundel Lyrical Ballads (1798), waarin ze de schoonheid van de natuur bezongen. De meeste gedichten zijn van de gevoelsdichter Wordsworth, die in de natuur het ¡§goddelijke¡¨ ervaart. De gedichten waren in gewone spreektaal geschreven en rijmden niet echt. Daardoor had hij veel kritiek van zijn tijdgenoten, die zijn werken geen echte poëzie vonden. Tot de tweede generatie romantische dichters behoorden John Keats en Percy Bysshe Shelley. Keats wilde enkel schoonheid creëren: ¡§A thing of Beauty is a joy for ever¡¨. Hij verwoordde de schoonheid van de natuur in verschillende gedichten zoals in zijn gedicht ¡§To Autumn¡¨. Shelley was een radicale vrijdenker een leefde een rebels en onconventioneel leven. Hij wordt door velen gezien als de grootste romanticus en zijn werk had invloed op veel latere schrijvers. Vooral zijn korte lyrische gedichten zijn geliefd. In Duitsland schreef Joseph von Eichendorff zijn gedichten (1837), waarin hij de natuur vol romantische elementen (maanlicht, verlaten kastelen, verwilderde tuinen) weergeeft. Voor de Vlaamse priester Guido Gezelle was alles in de natuur een openbaring van Gods schepping. In het kleinste insect ervoer hij het goddelijke mysterie. Voor hem waren natuur en geloof met elkaar verbonden.
Historische romans Door de grote aandacht voor het verleden ontstond er in Engeland de historische roman. Grondlegger van dit genre was Sir Walter Scott, van wie ¡§Ivanhoe¡¨ zijn bekendste roman is. Scott werd in heel Europa populair en hij inspireerde andere schrijvers ook historische romans te schrijven. De Vlaamse Hendrik Conscience en de Nederlandse Jacob van Lennep zijn daarvan de bekendste voorbeelden. Het verleden vooral de Middeleeuwen of 17e eeuw werd enigszins geromantiseerd als een tijd waarin alles mooier, beter of spannender was. Maar de schrijvers wilden geen fouten maken in historische feiten. Ze bestudeerden daarom eerst geschiedenisboeken; de rest vulden ze aan vanuit hun fantasie. Historische romans zijn vaak spannende boeken, vol avontuur en strijd. Het zijn dan ook dikke boeken, want de schrijvers besteedden veel aandacht aan het beschrijven van de gewoontes, kleding, inrichting van huizen en het landschap. Zo kon de lezer een goed beeld van die historische tijd krijgen. Ik wil even de nadruk leggen op een heel belangrijk historisch roman voor Vlaanderen vooral. Namelijk In¡¦t Wonderjaer van Hendrik Conscience. Deze roman is gemaakt in 1837 en dat is het wonderjaar in de geschiedenis van de Nederlandse letteren. Niet omdat dat boek een meesterwerk is want dat is het beslist niet. Maar het is de eerste roman in de Vlaamse literatuur. Het gaat over de beeldenstorm in 1566. Zonder In¡¦t Wonderjaer was er geen Leeuw van Vlaanderen en zonder dat boek is de Vlaamse beweging waarschijnlijk niet ontstaan. Dan was België nu misschien wel eentalig Frans gebleven. Volkskunst De grote belangstelling voor het nationale verleden zorgt ervoor dat men voor het eerst volksliedjes en sprookjes wilde opschrijven. In Duitsland gingen schrijvers de boer op om de teksten van oeroude liedjes en de nog oudere sprookjes te verzamelen. Vooral op het platteland waren die teksten eeuwenlang van ouder op kind doorgegeven. Clemens, Brentano en Archim von Arnim publiceerden de verzamelde volksliedjes in ¡§Des Knaben Wunderhorn¡¨ (1805-1808). De gebroeders Jacob en Wilhelm Grimm werden beroemd met hun uitgave van de sprookjesverzameling ¡§Kinder-und Hausmärchen¡¨ (1812-1815). Gothic Novel Aan het einde van de 18e eeuw ontstonden er in Engeland griezelverhalen, die vaak in de Middeleeuwen speelden. Daarom werden deze verhalen ¡§Gothic¡¨ genoemd (naar de Gotische kunst uit de Middeleeuwen). De gothic novel is een soort van de horror, met veel naargeestige ruimtes, enge mensen, geesten, bloed en duisternis. In de 19e Eeuw schreef de Duitser E.T.A. Hoffman spook- en griezelverhalen, maar de beroemdste gothic novel werd geschreven door een Engelse vrouw. Mary Shelley publiceerde in 1818 ¡§Frankenstein¡¨, waarin de hoofdpersoon een menselijk monster maakt uit de lichaamsdelen van lijken. Hij weet het monster tot leven te wekken, maar het heeft geen ziel. Humor in proza en Poëzie Humor is een manier om de werkelijkheid, eventueel jezelf, te relativeren. In de romantiek gaan sommige schrijvers humor gebruiken als middel tegen de onbevredigende werkelijkheid. In Engeland schreef Charles Dickens zijn romans met veel humor. Hij beïnvloedde daarmee de Nederlandse schrijver Hildebrand. Naast Hildebrand waren in Nederland de bekendste humoristen de Schoolmeesters en Piet Paaltjens. Nederlandstalige literatuur Van hevige Romantiek was in Nederland absoluut geen sprake. Nederlanders hebben de naam een nuchter volk te zijn. Wel verschenen er tientallen historische romans, die veel gelezen werden. Daarnaast waren er drie schrijvers die elk op hun eigen wijze hun toevlucht in de humor zochten.
De schoolmeesters Gerrit van der Linde moest als student theologie uit Leiden vluchtten i.v.m. liefdesaffaire en grote schulden. Hij ging naar Engeland, waar hij een kostschool begon en vanuit daar publiceerde hij zijn nonsensgedichten vol absurde humor. Hildebrand Nicolaas Beets schreef de ¡§Camera Obscura¡¨ (1839), een verzameling schetsen en korte verhalen. Het boek wordt eerder gerekend tot de ¡§realistische romantiek¡¨ door de realistische manier waarop Hildebrand bepaalde typen uit zijn tijd beschrijft. Romantisch zijn de humor en de soms bijna sentimentele passages. In dit boek bespot de schrijver de bekrompenheid van sommige tijdsgenoten, maar de ikfiguur Hildebrand is behoorlijk met zichzelf ingenomen. Van zelfspot is er zeker geen sprake. Piet Paaltjens Dit werk was het meest romantische van de drie. In zijn dichtbundel ¡§Snikken en Glimlachjes¡¨ dreef Haversmidt de spot met zijn eigen Weltschmerz . Hij deed alsof de gedichten geschreven werden door een zekere Piet Paaltjens, een bleke, overgevoelige en zeer romantische jongeling. Met ironie en satire probeerde Haversmidt zijn eigen depressie de baas te blijven. Na lange innerlijke strijd pleegde hij in 1894 zelfmoord. In 1837 verscheen er in de Nederlanden een literair-cultureel tijdschrift ¡§De Gids¡¨. Het was meer een tijdschrift van het scherpe intellect dan van het diepe gevoel. De belangrijkste redacteuren waren daar E.J. Potgieter en Conrad Busken Huet. Zij zorgden voor de nodige opschudding door de dorre en behoudende literatuur uit hun tijd af te wijzen. Ze wilden de Nederlandse literatuur op een Europees niveau brengen. Hun kritieken werden gevreesd. Toen ze na een conflict uit de redactie traden, nam de invloed van het blad snel af. Multatuli Multatuli betekent ¡§veel heb ik gedragen¡¨ en is een pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. In zijn roman ¡§Max Havelaar¡¨, of de ¡§Koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij¡¨, verwerkte hij veel autobiografische elementen. Douwes Dekker zag als Hollands bestuurder in India, hoe de inlanders door hun eigen adel werden uitgebuit. Hij voelde zich geroepen een eind te maken aan deze wantoestanden en kaartte de zaak aan bij zijn superieuren. Maar in plaats van de hulp die hij verwacht had, kreeg hij zijn ontslag. Hij vertrok naar Brussel, waar hij Max Havelaar schreef. Zijn roman is een aanklacht tegen de uitbuiting van de inlanders en het is een aanklacht tegen de behandeling van Douwes Dekker zelf. Het is een prachtige maar complexe roman, vanuit een wisselend perspectief vertelt. Aan het slot neemt Multatuli zelf het woord en vraagt hij koning Willem III een einde te maken aan de positie van de inlanders. Multatuli wilde dat iedereen het zou lezen, maar het boek was te duur. Ook had de uitgever de verwijzingen naar de actuele situatie eruit gehaald, door de plaatsnamen en data te vervangen door stippeltjes. In 1862 begon Douwes zijn ¡§Ideeën¡¨ te publiceren: gedachten en ideeën over zeer uitlopende onderwerpen, van opvoeding en liefde tot politiek en literatuur. Door die Ideeën heen loopt het verhaal van Woutertje Pieterse: een gevoelig, onbevangen, heel romantisch jongetje, dat in voortdurend conflict leeft met de burgerlijke schijnheiligheid van volwassenen. Realisme (1830-1880) Kopieerlust der dagelijksen levens Toen Hildebrand een meer dan middelmatig succes had behaald met zijn Camera Obscura deed Potgieter, gedreven door zijn menselijke gevoelen van jaloezie, zijn uitspraak over de ¡§kopieerlust des dagelijksen levens¡¨. Deze formulering klinkt guitig, maar er schuilt een dosis venijn achter. Hij bedoelde hiermee dat de realist het gemakkelijk heeft. Erger nog een realist maakt het zich gemakkelijk. Hij is al tevreden wanneer hij de realiteit heeft nagebootst. Wat eigenlijk niet nodig was, want die kunnen we met onze eigen ogen ook wel waarnemen. Eigenlijk suggereert Potgieter dat de realist aan creativiteit ontbreekt. Maar heeft de kunstenaar die de realiteit ¡§kopieert¡¨ nog het recht de benaming kunstenaar te krijgen? Alles hangt er natuurlijk vanaf wat wij ons onder de term ¡§kopiëren¡¨ moeten voorstellen. Op het eerste zicht is er geen probleem. De kunstenaar, de schrijver van het realisme gaat eerst kijken, luisteren, voelen hoe de dingen eruit zien en geeft vervolgens de werkelijkheid, die hij heeft waargenomen weer. Als hij dat goed gedaan heeft, als hij zijn vak verstaat, herkent de lezer de werkelijkheid. Hij vergelijkt de tekst en de realiteit en constateert tot zijn tevredenheid dat alles klopt. De schrijver mag dus bij de realisten worden gerekend. Zo stellen wij ons waarschijnlijk een beetje vereenvoudigd het literaire scheppingsproces binnen het realisme voor. De praktijk ziet er in het echt toch volledig anders uit. We nemen een willekeurige lezer uit de 19de eeuw, iemand die het diakenhuismannetje elke dag in levende lijve op straat tegenkomt. Zal hij de Camera Obscura appreciëren omdat dit boek het diakenhuismannetje zo goed heeft gekopieerd? Neen, waarschijnlijk is het diakenhuismannetje hem nooit opgevallen. Pas door het lezen van dat boek heeft hij het diakenhuismannetje opgemerkt. Het boek heeft hem de ogen geopend voor de realiteit. Het realisme beperkt zich m.a.w. niet tot het kopiëren van het dagelijkse leven. De realistische schrijver selecteert, legt accenten, interpreteert. De realist werpt een eigen, nooit eerder gezien licht op mensen en feiten. Die unieke blik die het boek ons presenteert, maakt het realisme tot een creatief gebeuren. Tegelijk ook tot een universeel gebeuren: de realist isoleert een reeks toevalligheden, bindt ze samen tot een zinvol geheel en daardoor tilt hij zijn verhaal op uit de stroom van belangrijke en banale gebeurtenissen, die elk mensenleven vullen en die wij de werkelijkheid noemen. De lezer herkent de werkelijkheid, omdat de werkelijkheid die het boek hem aanbiedt, hem zinvol en vertrouwd voorkomt. Hij herkent niet echt de werkelijkheid van het boek, maar hij accepteert ze. Waarom grijpt een lezer naar een roman, een boek uit het realisme? Wij lezen Toergenjew, Stendhal, Flaubert omdat wij iets over onszelf en over onze wereld te weten willen komen. Over onze medemens, over de mens. Over de wereld in de ruimste betekenis van het woord. Het realisme brengt bij middel van de aller concreetste gegevens de eeuwigheid ter sprake.
Concreetheid Het realisme onderscheidt zich van alle andere kunststromingen door zijn bijna obsessionele gehechtheid aan het concrete en aan het aanschouwelijke. De realist heeft een grote aandacht voor het detail. Voor het relevante, het typerende, het revelerende detail
Om het een beetje kinderlijk voor te stellen: de lezer zit in de zaal, maar wanneer hij zou willen, zou hij de decorstukken met de blote hand kunnen aanraken. Om die illusie van echtheid nog groter te maken, creëert de verteller een sfeer van kameraadschap. Meer dan in welk tijdvak ook is de verteller van het realisme verslaafd aan directe of indirecte praatjes met de lezer. ¡§Mijn lezers zullen misschien opgemerkt hebben ¡K¡¨, ¡§¡Kwas er aan het huis van Petrus Stastok Senior nog een achterkamer, waarin ik u nader denk binnen te leiden ¡K¡¨ Deze gesprekken die soms hele bladzijden in beslag kunnen nemen, verwekken een sfeer van huiselijkheid en verlagen de drempel die de lezer moet overstappen om zich in de romanwereld te kunnen inleven. De eeuwige mens Grote aandacht gaat naar de mens. De realist besteedt grote zorg aan de typering van zijn personages. Vooral in de dialogen wil en moet de realistische verteller bewijzen van zijn vakmanschap leveren. De realist beschreef de mens niet zoals hij misschien zou kunnen of moeten zijn, maar zoals hij is. De heroïsche mens, de tragische mens, de groteske mens. Dat is één van de belangrijkste verschillen met de romantiek. In de romantiek is de mens een belichaming van een idee of droom. In het realisme is de mens alleen maar wat hij is. Sociale dimensie Omdat de realist zonder vooropgezette dromen en idealen, zonder vooroordelen, maar ook zonder illusies de werkelijkheid benadert, heeft hij ook voor realiteiten die aan de romanticus voorbijgaan. De sociale kwestie bijvoorbeeld. In het realisme vernemen we voor het eerst iets over de maatschappelijke wantoestanden. De romantiek stelde de armoede vaak voor als een pittoresk en zelfs lief verschijnsel: de eenvoudige mensen blijven ondanks hun ellende blij en gelukkig, ze weten dat geld niet gelukkig maakt. Later in het hiernamaals zullen ze hun beloning ontvangen voor hun geduld hier op aarde. Of de slechterik zal tot inkeer komen, waardoor er een verzoeningsscène ontstaat. Het realisme toont armoede en sociale achteruitstelling in hun ware gedaante: een mensonterende pestilentie, die in de werkelijkheid alleen maar erger wordt. Kenmerken • Men streeft naar het uitbeelden van de waargenomen werkelijkheid. De realistische roman wil inzicht geven in de werkelijkheid van het leven. Men wil eigentijdse problemen en gebeurtenissen uit alle sociale milieu¡¦s uitbeelden. • Centraal staat daarin het conflict tussen individuele en collectieve waarden. • Men streeft ook naar zo objectief mogelijke informatie. • De waarnemingen worden beschreven met humor en ironie. • Er wordt commentaar gegeven op de werkelijkheid. • Het realisme geeft een beschrijving van de werkelijkheid om een zedelijke verbetering van het publiek uit te voeren. • De burgerlijke normen en waarden worden op de proef gesteld. • De sleutelwoorden: neutraal, documentatie, objectief, exactheid. Naturalisme Het naturalisme is een uitwerking van het realisme. Onder invloed van de exacte wetenschappen, de ontwikkelingspsychologie en maatschappelijke bewegingen wilde men de roman een soort van ¡§wetenschappelijke¡¨ basis geven. Men wilde niet slechts zoals in het realisme laten zien hoe het leven van de mens was, maar ook en vooral hoe hij zo geworden was. Net zoals in de wetenschap meende men in het leven van de mens een soort van determinisme te zien. Het leven leek te worden bepaald door drie factoren: de tijd waarin men leeft, het milieu waarin men opgroeit en de daarmee gepaarde opvoeding en vooral ook de erfelijke aanleg die men heeft. Waarop de nadruk werd gelegd in bepaalde karaktereigenschappen en fysieke talenten en beperkingen. In hun romans probeerden de naturalisten te laten zien hoezeer de mens van deze drie factoren, opvoeding, milieu en erfelijkheid afhankelijk is. Zo schreven ze familieromans, waarin een familie gedurende drie generaties gevolgd werd en waarin op die manier de invloed van die factoren kon worden getoond. Een ander type was de ¡§ontwikkelingsroman¡¨ waarin het proces van kind naar volwassene werd beschreven, de ¡§psychologische¡¨ roman, waarin ze vooral mensen toonden die het psychisch moeilijk hadden. Ook schreef men ¡§sociale romans¡¨ waarin men kon laten zien hoe de mens gevormd werd door zijn plaats op de maatschappelijke ladder. Die romans hadden ook een doel. De meeste naturalisten waren socialisten en hoopten met hun boeken het lot van de arbeider te verzachten.
Kenmerken • Het middelpunt van de roman: de hoofdpersoon is altijd iemand die heel nerveus is. Dit geldt voor zowel mannelijke als vrouwelijke personages. Naast een overgevoelige vrouw kan de schrijver mannen neerzetten die heel er in de zenuwen zitten. De muziek brengen deze mensen meestal tot grote opwinding. • Ook toont een naturalistische roman vaak de geschiedenis van de ontnuchtering. De kille en nare realiteit wint altijd van de romantiek. Wanneer de hoofdpersoon de slag tussen de realiteit ideaal verloren heeft, staan er nog twee wegen open. De berusting in de werkelijkheid of zelf uit de werkelijkheid stappen (zelfmoord). • Van belang zijn ook de leefomstandigheden waarin de hoofdpersonage zich verkeert. hieruit kan het gedrag van de hoofdpersonage verklaard worden. Dit is een zeer belangrijk onderdeel want een naturalistische schrijver wil laten zien dat de hoofdpersoon vaak zelf niet schuldig is aan zijn daden, maar dat hij volledig beheerst wordt door de omgeving en hij had geen andere uitweg meer. Ook wordt vaak gekeken naar de erfelijke factoren die meespelen en dit geloof in de genen gaat echt erg ver. • Wanneer het accent gelegd wordt op de rol van de opvoeding en omgeving, komt een ander zeer sterk element naar voren, de naturalistische schrijver haar de burgerij. De auteur wil op die manier aantonen dat de burgerij vaak zelfingenomen mensen zijn. • Ook wordt de belangstelling voor de seksualiteit beschreven. Een schrijver die werkelijkheid wil beschrijven kan hier niet omheen, omdat dit bij het leven hoort. In het Nederlandse naturalisme zijn het voornamelijk bepaalde seksuele handelingen die aandacht krijgen, namelijk zelfbevrediging voor zowel mannen als vrouwen. Dit leidde dan ook tot weerstand, maar vooral het bezoek aan een bordeel (de hoeren) kon rekenen op een schandaal. Het ergste was dat de hoofdpersoon na afloop altijd een schaamtegevoel overhield. Toch werd zelfbevrediging en naar een bordeel gaan nog steeds als taboe gezien, ook bij de auteurs. • Het taalgebruik is ook opmerkelijk. Men streeft naar een zo natuurgetrouwe dialoog, maar tegelijkertijd begint men te schermen met woorden. Hiervoor heb ik de volgende passage gekozen: ¡§Het purper verblauwe-zwarte hoog in de lucht, het paars en het violet werd bruin-zwart, groen-zwart, grijs-zwart.¡¨ • De vertelmanier is ook veranderd. Zo werd er verkozen om de hijvorm te gebruiken. Ook werden gebeurtenissen vaak verteld door de ogen van één of meerdere personen en de mededelingen van de schrijver ontbraken. • Ook hier is de objectiviteit nog een belangrijk punt. Het is heel belangrijk dat de schrijver het verhaal niet manipuleert. Dit is een fragment uit de roman ¡§Een nagelaten bekentenis¡¨. Het werd geschreven door Marcellus Emant. Ik vind dat het goed thuishoort bij de psychologische roman. ¡§Mijn vrouw is dood en al begraven. Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden. Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid? Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar -ik ben vijf en derig- verlangd heb; maar thans durf ik 't niet te nemen en zo heel veel zou ik er toch niet meer van genieten.Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek, te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad. Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk. In geen mens, geen werk, geen boek zelfs enig belang te stellen, doel- en willoos om te dwalen door een leeg huis, waarin alleen het onverschillig schuwe gefluister van twee meiden rondwaart als het verre gepraat van bewakers om de cel van een afgezonderde krankzinnige, nog maar één ding te kunnen denken met het laatste beetje begeerte van een uitgedoofd zenuwleven en voor dat éne ding te sidderen als een eekhoorntje voor de fascinerende blik van een slang... hoe houd ik zo'n afschuwelijk leven dag in dag uit, ten einde toe, nog vol? Zo dikwijls ik in de spiegel kijk - nog altijd mijn gewoonte - verbaast het me, dat zo'n bleek, tenger, onbeduidend mannetje met doffe blik, krachteloos geopende mond - velen zullen zeggen: dat mispunt - in staat is geweest zijn vrouw... de vrouw, die hij op zijn manier toch lief heeft gehad... te vermoorden. En toch is 't waar... even waar, als dat ik met de grootste leukheid het gejammer van mijn schoonouders heb aangehoord, dat ik volmaakt kalm naast de oude man en tegenover mijn zwager, door de volle straten heen, achter Anna's lijk naar het kerkhof ben gereden, dat ik met droge ogen de kist in het graf heb zien neerdalen, de verpletterde vader naar zijn diep bedroefde vrouw terugkeren en dat ik nu weer 't huis... in dit huis, waar alles nog van haar spreekt... zonder smart, zonder wroeging en ook zonder blijdschap, zonder hoop omdool... alleen maar bang, bang voor elk geluid, bang vooral voor mijn eigen stem. Soms - bijvoorbeeld 's nachts, of wanneer ik me verbeeld dat iemand achter de deur me beluistert - moet ik hardop uitroepen: ik heb haar vermoord! Trillend van angst en plotseling doorkild open ik dan dadelijk alle deuren, doorzoek ik alle kasten om zeker te zijn, dat mijn geheim nog altijd niet verraden is. Vind ik dan zelf mijn daad zó buitengewoon, zó ongehoord, zó vreselijk? Ach neen; daarvoor heeft zich alles veel te geleidelijk aaneengeschakeld. Sluit ik mijn ogen en leef ik mijn leven nog eenmaal in gedachten door, dan is 't me volkomen duidelijk, hoe ik allengs zover ben gekomen. Ik heb zo'n dwingende lust dit eens te vertellen, dat ik 't voor de veiligheid maar op zal schrijven. Het moet eruit! Misschien zal ik 't dan beter kunnen zwijgen en... mogelijk zijn er mensen, of zullen er mensen kkomen, wie mijn levensprocex belang inboezemt. Wie weet hoevelen net als ik zijn, die 't pas beseffen zullen, wanneer zij zich aan mij hebben gespiegeld." Besluit De lezer heeft het moeilijk om realisme en naturalisme uit elkaar te houden. Een strikte scheiding is in de praktijk ook niet mogelijk. Tegenwoordig wordt er gezegd dat het naturalisme een variant is van het realisme. Waarbij een zwaar accent wordt geplaatst op alles wat negatief, ziek, pervers en verdorven is. Het is duidelijk dat veel eigenschappen van de naturalist gelijk zijn aan die van de realist. Het oog voor het typerende in mensen, de aandacht voor het detail, het vermogen om feiten dramatisch om te bouwen tot meeslepende gebeurtenissen en ook de drang om zo objectief mogelijk te blijven. De naturalist onderscheidt zich wel van de realist door zijn koele, afstandelijke benadering van de verhaalstof. Dat het naturalisme weinig met romantiek te maken heeft is duidelijk. Het realisme en naturalisme zijn bijna aan elkaar gelijk. Ze zijn moeilijk te onderscheiden. Terwijl de romantiek het tegenovergestelde is van het realisme en het naturalisme. De romantiek probeert te ontsnappen van de werkelijkheid. Het escapisme speelt een belangrijke rol in de romantiek. Terwijl het realisme die werkelijkheid probeert weer te geven zoals die is. De kunstenaars en schrijvers wilden zo exact mogelijk zijn. Het naturalisme wilde hetzelfde doen maar ging verder. Het naturalisme wilde het slechte van de werkelijkheid zo goed mogelijk weergeven. De enige overeenkomst die er eigenlijk is tussen het naturalisme en de romantiek is dat het naturalisme geïnteresseerd was in ziekelijke afwijkingen, die in de personages voorkwamen. Ook de romantiek werkt graag met zo¡¦n personen. Wel om volledige andere motieven. In de romantiek is de demonische mens in verschillende opzichten een uitverkorene, omdat hij de brug kan slaan naar de wereld van droom en fantasie. Voor de naturalist is de demonische mens een prototype: de stigma¡¦s die ieder van ons vanaf zijn geboorte draagt, springen bij hem duidelijker, spectaculairder in het oog.

REACTIES

P.

P.

Ik zoek soorten realisme kan ik die hier vinden?

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.