Het Romeinse Rijk

Voorwoord. Het onderwerp van mijn werkstuk is de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat ik het een leuk en interessant onderwerp vind. Ik had al aardig veel informatie in huis. Ook op het internet is veel informatie te vinden over het Romeinse Rijk. Mijn interesse is ook gekomen door het lezen van de stripboeken van mijn vader over Asterix en Obelix. Dit zijn twee vrienden die in het enige dorp in Gallië wonen, wat niet bezet is door de Romeinen. De avonturen van Asterix en Obelix zijn spannend en leuk. De Romeinen onder leiding van Caesar spelen een belangrijke rol in het verhaal. De Romeinen zijn ook heel belangrijk geweest voor onze huidige maatschappij. Zo hebben de Romeinen onder andere de munt en sieraden uitgevondenen. Ze hebben ook de wegen, lezen, schrijven, stenen huizen en legers op de wereld gebracht. Vraag 1. Welke belangrijke nieuwe dingen hebben de Romeinen in ons land gebracht? Inhoudsopgave. 1 Inleiding

2 Algemeen 3 Maatschappij
4 Bouwwerken
5 Oorlog
6 Goden
7 De keizers na Caesar
8 Pompeï 9 Antwoorden
10 Literatuurlijst 1. Inleiding. Veel in onze tijd hebben we te danken aan de Romeinen. Dit volk komt uit Italië. De hoofdstad was Rome. Van hieruit zijn de Romeinen begonnen met het aanvallen van verschillende landen en belangrijke steden. Het Romeinse Rijk is in de geschiedenis het grootste rijk van Europa geworden, omdat ze die landen en steden ook steeds overwonnen. In het begin van het Romeinse Rijk had Rome een paar honderd inwoners en aan het eind waren dat er maar liefst 60 miljoen. In ongeveer 600 voor Christus werd Italië bewoond door verschillende volken. De Grieken hadden bijna heel Zuid-Italië. De Carthagers waren de baas op het eiland Sicilië. Rome was in het bezit van de Latijnen. Na een lange strijd, gewonnen door de Latijnen, werden zij steeds machtiger. Ze versloegen op het laatst ook de Etrusken. 800 jaar later hadden de Romeinen bijna heel Europa veroverd. Dit kwam mede door de overwinningen van Caesar en zijn sterke legers. Julius Caesar is heel belangrijk geweest voor de Romeinen. Rome zou zijn gesticht door Romulus. Dit volgens een oud (verzonnen) verhaal. Omdat hij in een gevecht zijn broer Remus doodde, werd Romulus de eerste koning van Rome. De stad Rome is dus naar hem genoemd. Romulus en Remus werden volgens de mythe grootgebracht door een wolvin. Vraag 2. Door wie is Rome gesticht? 2. Algemeen. In het begin werd Rome bestuurd door een koning maar dat ging niet goed. Daarom hebben ze de laatste Etruskische koning in 509 weggejaagd. Rome werd een Republiek zonder koning. De Republiek werd bestuurd door de senaat. In het begin telden de senaat ongeveer 300 man. De rijkere mannen zaten in de senaat. Deze mannen noemen we patriciërs. De senaat werd geleid door twee consuls. De consuls waren in oorlogstijd ook de leiders van het leger. Als het volk ging stemmen dan mochten de buitenlanders, slaven en de vrouwen niet stemmen. De rijke mannen hadden dus de macht. De groep mensen die niks te vertellen hadden noemden ze de plebejers. Zij streden tegen de patriciërs voor meer rechten. Deze rechten werden als wetten op papier geschreven. De Romeinen hadden al aardig veel gebied veroverd. Ze hadden sterke legers en goede wapens. De soldaten moesten luisteren naar hun legeraanvoerders, wie dat niet deed werd zwaar gestraft. De bekendste legeraanvoerder was Julius Caesar. Hij overwon veel landen zoals Frankrijk en delen van het huidige Italië. Julius Caesar werd geboren in 100 voor Christus. Hij kreeg de ene hoge baan na de andere. Hij veroverde veel andere landen en ging terug naar Rome. Daar wilde hij alleen de baas zijn. Hij was dus een dictator. Hij probeerde de macht van de senaat kleiner te maken. Julius Caesar kreeg veel vijanden binnen de senaat en werd dan ook vermoord door één van zijn vijanden uit de senaat. Julius Caesar voerde ook een nieuwe kalender in. Het jaar kreeg nu 365 dagen en 6 uur. En om de 4 jaar een dag extra dat is de 29e februari. Dit is een schrikkeljaar. De maand juli is naar Julius Caesar vernoemd. Na de dood van Caesar wilde de Romeinen graag 1 baas houden. Er was geen Republiek meer. Voor het eerst kwamen er keizers die het alleen voor het zeggen hadden. De beroemdste keizer na Caesar werd Octavianus. Hij was de pleegzoon van Caesar en hij bleef 41 jaar keizer. De provincies werden beter geleid en er kwam vrede. Deze periode noemt men de “Pax Romana”. (Romeinse vrede) Keizer Octavianus kreeg later een andere naam. Deze naam werd Augustus. Zijn bijnaam was de Vredevorst. De Romeinen schreven in dezelfde taal als de Grieken namelijk Latijns. Belangrijke wetten schreven ze op papyrus. De munt is ook een uitvinding van de Romeinen. Want de Romeinse soldaten moesten salaris hebben in geld. Aan een kant van de munt stond het gezicht van de keizer. Soms betaalden ze het in zout, want wie zout had was rijk. Voor de Romeinse tijd moest je iets ruilen, bijvoorbeeld een huid tegen een mes. De munt met de laagste waarde heette de “as”. Daarna kwamen de “dupondius” (=2 as), de “sestertius” (= 4 as), de “dinarius” (= 16 as) en als laatst de “aureus” (=100 as). Vraag 3. Door wat werd het Romeinse Rijk bestuurd? Vraag 4. Wat is de andere naam voor keizer Octavianus?
3. Maatschappij. Veel kinderen werden geboren als slaaf. Op hun zesde of zevende jaar moesten zij al werken. Bijna niemand van de kinderen ging naar school. Zelfs niet de kinderen die niet zo arm waren. Als ze al les kregen was het vaak van hun vader of van een huisleraar. De huisleraar was meestal een slaaf uit Griekenland. Ze leerden schrijven,rekenen en lezen. De Romeinse kinderen speelden heel vaak met poppen en verstoppertje. De rijke jongens en meisjes gingen van hun 7e jaar tot hun 12e jaar naar school. Alleen jongens mochten vanaf hun 12e jaar doorleren. Meisjes trouwde vaak al op hun 14e jaar met iemand die door hun vader was uitgekozen. Vader was altijd de baas en had het recht om als het kind iets heel stouts had gedaan het te vermoorden. In elke grote Romeinse stad waren veel zwembaden.Die zwembaden werden thermen genoemd. In die zwembaden zijn verschillende baden een warm en een koud bad. En een sportterrein daar werden allerlei spellen gedaan zoals balspelen en andere dingen. De mannen en vrouwen mochten niet in hetzelfde zwembad. Ieder had zijn eigen zwembad en sportveld. Om het water te verwarmen, maakten slaven buiten het bad een vuur. De warm lucht van het vuur werd dan door buizen onder de vloer naar het zwembad gebracht. De vloer en de muren werden dan zo heet dat het water warm werd en je klompen moest dragen anders zou je, je voeten verbranden. Er waren ook theaters in de stad, zoals het Colosseum in Rome. Deze speciale gebouwen werden gemaakt voor feesten, wedstrijden en shows. Het Colosseum, ook wel amfitheater genoemd, werd in 8o na Christus gebouwd. Er konden 50.000 mensen in en het had 80 ingangen. Daar werden ’s morgens dierengevechten gehouden en ’s middags vochten de gladiatoren tegen elkaar. Als een gladiator verloor kon die om genade vragen bij het publiek. Als het publiek de duimen naar beneden deed, werd hij afgemaakt. Gladiatoren waren meestal slaven of gevangenen. Ze kregen een hele zware training om te leren vechten. Omdat zij vechten op leven en dood werden de gladiatoren niet oud. Soms werden er zeeslagen nagedaan dan werd het strijdtoneel onderwater gezet. Er werden ook paardenraces gehouden. De paardenmenners waren vaak jonge mannen. Die in een karretje stonden dat werd getrokken door vier paarden. De teugels zaten om de middel vastgebonden zodat ze niet uit de handen glipten. Omdat die karretjes heel licht waren vlogen er heel veel uit de bochten. Daardoor stierven die paardenmenners heel jong. De Romeinen konden met het wedden op de paardenraces heel veel geld verdienen. Het eten en drinken kon je in de Romeinse tijd niet goed bewaren. Er waren nog geen koelkasten en verse groente en vers fruit kon je dus niet lang bewaren. Het eten werd dan gedroogd, gerookt of ingezouten om het goed te houden. In de ochtend aten de Romeinen water en brood. ’s Middags vlees, vis, fruit en wijn. De rijke Romeinen aten liggend op een bank en dit kon heel lang duren. Vorken bestonden nog niet, dus de Romeinen aten met hun handen. Tijdens het eten dansten er slaven en zij maakten ook muziek. Het koken werd ook door de slaven gedaan in ovens en op fornuizen. De Romeinen handelden ook veel in verschillende producten. De belangrijkste handelsproducten waren: slaven, wijn, graan, olie, goud, metaal en wilde dieren. De rijke Romeinen hadden soms wel 3 boerderijen. Hierop lieten zij de slaven werken. Deze slaven werden door een opzichter in de gaten gehouden. In het Romeinse Rijk was 1 van de 3 mensen slaaf. Zij kregen een klein salaris en als ze genoeg spaarden konden ze zich soms vrijkopen. Hier worden 3 slaven vrijgemaakt. De slaven die vrij zijn kon je herkennen aan een kap op hun hoofd. De Romein heeft in zijn hand een staf. Deze staf heette vindicta. Met deze staf werd een slaaf aangeraakt en dan was hij geen slaaf meer. Veel slaven droegen een ketting met een naamplaatje om hun nek. Op dit naamplaatje kon je dan zien bij wie deze slaaf in dienst was. Vraag 5. Wat zijn thermen? Vraag 6. Wat is het Colosseum? Vraag 7. Noem minstens 4 handelsproducten van de Romeinen? 4. Bouwwerken. Een ding kan ik jullie alvast vertellen dat de Romeinen de beste bouwers van de geschiedenis zijn. Ze bouwden van alles zoals bruggen, theaters, huizen van steen, havens en een aquaduct. Het Colosseum, ook wel amfitheater genoemd is een goed voorbeeld. Iedere grote Romeinse stad had een plein. Dit plein heet een forum. Alle belangrijke gebouwen staan in de buurt van dit plein. Alle mensen uit de stad kwamen hier bij elkaar. Het was een soort marktplaats waar van alles gebeurde. Omdat niet overal het water onder de grond kon worden vervoerd, bouwden de Romeinen een aquaduct. Een aquaduct is een waterleiding die boven de grond loopt.De aquaducten waren soms wel 50 meter hoog en 50 kilometer lang. Over deze bogen van steen en beton stroomde dan het water van de ene plek naar de andere. De Romeinen hebben het beton uitgevonden. Ze maakten ook voor elke god een andere tempel. Ook de tempels stonden in de buurt van het forum. Romeinse steden werden in een ruitjespatroon gebouwd. Zoveel mogelijk rechte straten om de huizen en winkels. De huizen stonden dicht op elkaar. De meeste Romeinen woonden in een flat. Deze waren klein en donker. De w.c. was niet in huis maar buiten en voor iedereen was er één grote w.c.. Dit rook niet echt lekker fris. De Romeinen zijn ook de baas geweest in Engeland. Omdat het noorden van Engeland(het tegenwoordige Schotland) toen nog niet van de Romeinen was bouwden ze daar een muur. Het heeft 6 jaar geduurd om deze muur te bouwen en hij is 117 kilometer lang. De opdrachtgever voor de bouw was keizer Hadrianus. Het was een grenspost van de Romeinen. 11.500 Soldaten bewaakten deze muur. De muur bood uitstekende bescherming tegen barbaren uit het noorden. De Romeinen hebben de barbaren nooit kunnen verslaan. Als de keizers een overwinning behaalden lieten ze een triomfboog maken. Een triomfboog was een soort poort met drie open bogen. Daarop stond geschreven waarneer de overwinning was en door welke keizer. Vraag 8. Wat is een forum? Vraag 9. Wat is een aquaduct? 5. Oorlog. De Romeinse legioenen bestonden uit drie onderdelen. 1. De legioenen. (Een leger met Romeinse soldaten) 2. De hulptroepen. (Een leger met niet Romeinse soldaten) 3. En de zeeschepen. De legionairs waren de best getrainde soldaten van het Romeinse leger. Zij hadden de meeste wapens en mooie kleding. Een legioen bestond uit 5.000 soldaten en een leger bestond uit 25 tot 35 legioenen. Een legioen werd verdeeld in kleinere groepen. Die groepjes werden centuriën genoemd en bestonden uit ongeveer 80 man. De leider van zo’n groep heet een Centurio. 6 Centuriën noemde men een cohort en 10 cohorten is een legioen. Het was voor Romeinse mannen niet verplicht om in het leger te gaan. Toch deden de Romeinse mannen dit vaak omdat het goed betaald werd. En je had kans om Centurio te worden. De keizer zorgde altijd extra goed voor zijn vrijwillige soldaten. De legionair droeg naast een helm, ook een pantser van metaal. Hij had een schild van ongeveer 6 kilo en wapens. Als wapens heeft hij een zwaard, 2 speren en een paar dolken. Alles bij elkaar woog dit zo’n 30 tot 40 kilo. Daarmee liepen ze op ijzeren sandalen wel 30 tot 75 kilometer per dag. Romeinse soldaten die niet vechten helpen met het bouwen van huizen en wegen. De wegen werden gemaakt omdat het leger dan snel van de ene naar de andere plaats kon trekken. Langs de weg stonden mijlpalen en kon je zien hoe ver het nog was naar de volgende stad. Ook de naam van de keizer staat op de mijlpaal. De soldaten van de hulptroepen waren geen Romeinse soldaten. De mannen van de hulptroepen waren vaak strijders uit overwonnen gebieden.Deze legers waren niet zo goed bewapend als de legionairs. Zij hadden hooguit een speer en zwaard. De soldaten van de hulptroepen kregen minder salaris en moesten langer in dienst. Omdat dit leger heel belangrijk was gezien de grootte van het Romeinse Rijk kregen zij na hun soldaattijd als beloning dezelfde rechten als een echte Romein. Ze werden Romeins burger. Met het Romeinse leger gaan ook mensen mee die heel goed kunnen bouwen. Zij hielpen de soldaten met de bouw van bruggen, wegen, forten, legerkampen en oorlogsmateriaal. Hiernaast staat een beweegbare strijdtoren. Deze toren kan verplaats worden om over muren te klimmen. De Romeinen hadden goede wapens en slimme aanvalsplannen. Met deze plannen wisten veel leiders de vijand te verrassen. De soldaten hebben een goede discipline. Zij luisterden goed naar de leiders en als je niet luisterde werd je zwaar gestraft. Vraag 10. Waarom gingen veel Romeinen in het leger? Vraag 11. Wat kan je lezen op een mijlpaal? 6. Goden. De Romeinen hadden hun eigen goden. Veel van die goden zijn van de Grieken overgenomen. De Romeinen hadden voor elke god een andere tempel. Bijna elke Romein had een huisaltaar. Hoewel de Romeinen alle godsdiensten met rust lieten mocht je geen Christen zijn want dat was verboden. Ik ga nu tien belangrijke Romeinse en Griekse goden opnoemen. Romeinse god. Griekse god. Amor = god van de liefde = Eros
Auror = godin van de dageraad = Eos

Ceres = godin van de landbouw = Demeter
Diana = godin van de jacht = Artemis
Mars = god van de oorlog = Ares
Neptunus = god van de zee = Poseidon
Pluto = god van de onderwereld = Hades
Sol = god van de zon = Helios
Venus = godin van de liefde = Aphrodite
Vulcanus = god van het vuur = Hephaistos
De goden hadden allemaal een andere taak zoals u ziet. Zo was de ene god voor het vuur en de andere voor het water. De belangrijkste god was Jupiter. Jupiter was de god van de donder, de bliksem en de Romeinse staat en zijn mensen. Hij werd vaak afgebeeld met een bliksemschicht of een adelaar. Volgens de Romeinen woonden de goden in hun tempels. De meeste keizers werden na hun dood tot god gemaakt dat gebeurde ook met keizer Augustus en zijn vrouw. Veel Romeinen hadden een huisaltaar om thuis te bidden. Zo hoefden ze niet steeds naar een andere tempel te lopen. Om iets van de goden gedaan te krijgen gaf men offers aan het altaar. Ook kon je iemand vervloeken. Ik weet niet of dat waar is. De god van de wijsheid, het werk, kunst, wetenschap en industrie is Minerva. Deze god is ook belangrijk voor de leraren, want tijdens het feest van Minerva kregen ze hun jaarsalaris. Het Christendom werd verboden omdat Christenen maar in 1 god geloofden. Het was een kleine groep en ze leefde apart van de anderen. Ook weigerde de Christenen de Romeinse goden te eren. De Christenen die hun geloof niet opgaven werden soms vermoord. Dan stierf je als martelaar en kwam je in de hemel. Later werd het Christendom steeds belangrijker. Het Romeinse Rijk was in 2 stukken verdeeld. En er begon oorlog om de macht. Een van de 7 strijders was Constantijn. Hij werd de 1e Christelijke keizer omdat hij in een droom zag hoe hij zijn vijand moest verslaan. Toen hij dit gevecht had gewonnen, dacht hij dat dit kwam door de hulp van de Christelijke god. Je mocht toen Christen zijn. In 324 werd hij keizer over het hele rijk. Toen hij doodging besloot Constantijn om zelf ook Christen te worden. Een van de best bewaarde en mooiste gebouwen is een tempel gebouwd voor alle goden. Deze tempel is in opdracht van keizer Hadrianus gebouwd.De bouw duurde 7 jaar, namelijk tussen 118 en 125 na Christus. De naam van deze tempel is Pantheon. Dit betekent alle goden. Vraag 12. Welke god is favoriet bij de leraren? Vraag 13. Welke Romeinse keizer werd de 1e Christelijke keizer en waarom? Vraag 14. Hoe heet de tempel voor alle goden? 7. De keizers na Caesar. Keizer Augustus.
8. Pompeï. Na Rome is Pompeï de beroemdste stad van Italië. Toen in 79 na Christus de Vesuvius uitbarstte kwam Pompeï onder een dikke laag as te liggen. Hierdoor is veel van deze Romeinse stad bewaard gebleven. Wegen in Pompeï. Langs de straten stonden winkels en barretjes. De stenen zijn om overheen te lopen als het regent. Van de 20.000 inwoners konden er 18.000 wegkomen en 2.000 mensen gingen er dood. De meeste mensen zijn gestorven omdat ze gestikt zijn, door instortende huizen of door de lavasteen. Na 3 dagen was de rook een beetje weg en kon je Pompeï pas weer zien. Pompeï nu. De vulkaan staat er nog steeds en de stad is weer opgegraven. De archeologen zijn er meer dan honderd vijftig jaar mee bezig geweest. Heel voorzichtig halen de archeologen laagjes aarde weg. Meer dan 150 jaar is men bezig geweest om de stad op te graven. Pompeï ligt in het zuiden van Italië en de Vesuvius ligt er 8,5 km vandaan. Vraag 15. Hoe heet de vulkaan in de buurt van Pompeï? Vraag 16. Hoe lang heeft het geduurd om Pompeï op te graven? 9. Antwoorden. Vraag 1. Wegen, geld, sieraden, lezen, schrijven, stenen huizen en legers. Vraag 2. Romulus. Vraag 3. De senaat. Vraag 4. Augustus. Vraag 5. Verwarmde zwembaden. Vraag 6. Een amfitheater. Vraag 7. Slaven, wilde dieren, goud, wijn, graan, olie en metaal. Vraag 8. Een soort marktplaats waar iedereen naar toe komt. Vraag 9. Een soort waterleiding door de lucht. Vraag 10. Het werd goed betaald en je kon Centurio worden
Vraag 11. Hoe ver het is naar de volgende stad en de naam van de keizer die de mijlpaal heeft neergezet. Vraag 12. Minerva. Vraag 13. Constatijn. Vraag 14. Pantheon. Vraag 15. Vesuvius. Vraag 16. Meer dan 150 jaar. 10. Literatuurlijst. Caesar J.H. Thiel
Julius Caesar K. Elhorst
Rare jongens, die Europeanen! Het leven van Asterix in het echt . M. van Muijlwijk
Meerdere strips van Asterix en Obelix Uderzo & Goscinny
Knipselkrant “De Romeinen” Internet