Schaatsen

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 4632 woorden
  • 17 februari 2003
  • 121 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
121 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Als fanatieke duiker, probeer ik mijn vrije tijd zoveel mogelijk onder water te spenderen. Wat dat betreft mag ik van geluk spreken dat er een meertje op steenworp afstand van mijn huis ligt. Hier ben ik dan ook vaak te vinden met mijn duikapertuur en een duikbuddy. In de winter breekt echter de tijd aan dat een wetsuit niet meer voldoende bescherming biedt tegen de kou en dat een laagje ijs de oppervlakte verzegelt voor duikers. IJsduiken is mogelijk met een droogpak, maar naast veel ervaring is er ook doorzettingsvermogen nodig. Het eerste is bij mij niet afwezig, het doorzettingsvermogen, daarentegen, is wel eens ver te zoeken aan de waterkant. Vandaar blijft er eigenlijk maar een optie over, wanneer er een laag ijs op het water ligt, schaatsen. Niet dat ik enorm enthousiaste schaatser ben, maar in de wintermaanden doe ik het graag. IJshockey is dan voornamelijk de gekozen sport bij mij en mijn vrienden op het natuurijs. Hardrijden daarin tegen is mijn favoriet om op televisie te bezichtigen. Mijn, voorheen oppervlakkige kennis hierover, moet doormiddel van dit werkstuk worden vergroot. De overige schaatssporten daarbij niet uit het oogverliezend, om het kijken met oogkleppen op naar schaatsen, te verkomen. H1 Geschiedenis De schaats is misschien een groter cultuuraspect dan de fiets in Nederland. Op het ijs is alles gewoon, wie geen meid heeft kiest er een. Alle klassen vallen weg op het ijs. Zelfs op plaatsen, waar op zondag het zwembad dicht is, is de schaatsbaan vaak wel open. Het schaatsen mag dan wel haast ingeburgerd zijn, het fenomeen op zich heeft een enorme historische achtergrond.
§1 Van het oerschaatsen tot aan de 16de eeuw Schaatsen is afgeleid van de sneeuwschoen welke oorspronkelijk uit Noorwegen komt. In het begin gebruikte men lange smalle stroken hout bespannen met rendierhuid, om op te schaatsen en zich door de sneeuw te verplaatsen. Eigenlijk waren deze "schaatsen" beter geschikt voor sneeuw dan voor ijs. Voor het ijs gebruikte men op een gegeven moment rendierbeenderen en hier scheidden de wegen van de ski en de schaats. In het begin werd bij het schaatsen ook nog twee stokken gebruikt om zich mee af te zetten (net zoals de skistokken bij het langlaufen). Opvolger van de beenderschaats was een schaats die al een gedaante aanneemt waarop men huidig schaatst. Deze schaatsen hadden een ijzeren onderstel met een steun van hout. Deze vinding was overigens een Nederlandse origine. (zoals wel vaker in de schaatssport). Al snel werd hierdoor het schaatsen comfortabeler en gemakszuchtig. Dit leverde een hoop schaatspret op voor vele mensen in de middeleeuwen. Een schildknaap van Philips de Goede hield in 1466 een dagboek bij en beschreef daar een schaatswedstrijd in. Dit werd toevalligerwijs ook meteen het oudste verslag van een wedstrijd, wat de schildknaap tot de allereerste sportverslaggever maakte. De schaatscultuur was aan het einde van de middeleeuwen helemaal ingeburgerd, iedereen schaatste, het was geen liefhebberij voor de rijken meer. §2 Van de 80-jarige oorlog tot aan de Gouden Eeuw De Spanjaarden hadden zich aangeleerd om tijdens de winter, steden te belegeren, om zo gebruik te maken van de kou en het ijs. Deze maakte het hen makkelijker om steden binnen te vallen. Zij hadden echter niet gerekend op de schaatskunsten van de Nederlanders, die op deze wijze hun bevoorrading voort konden zetten. De Spanjaarden waren heel erg onder indruk van deze vaardigheden. De bevelhebber van de Spaanse troepen gaf op een gegeven moment zelfs de opdracht om de Spaanse soldaten ook van schaatsen te voorzien, maar dit was, achteraf gezien, niet zo'n denderend succes. Rond de 16de en 17de eeuw werden vele schilders geïnspireerd door de prachtige taferelen die ontstonden door de massa’s mensen, die zich met ijzers onder hun voeten, op het ijs begaven. Schilders als Rembrandt zette menig winterland op het doek, opgetooid met legio schaatsers. Niet alleen de fantasie van schilders werd geprikkeld door schaatsers, ook vele dichters uit die tijd schreven over het schaatsen. Dichters zoals Vondel, Hooft en Bredero schreven poëzie waarbij het fenomeen schaatsen werd betrokken. §3 Van de 18de eeuw tot aan de 19de eeuw In de 18de eeuw zijn de wortels van de Elfstedentocht terug te vinden. Deze werd toen echter heel anders gereden dan nu. Alles was veel informeler geregeld dan nu. Veel wedstrijden werden georganiseerd door kasteleins, die een kroeg of herberg langs een water hadden. Zij kregen op wedstrijddagen een heleboel gasten en klanten en de zaken vaarden er daardoor wel bij. In de 19de eeuw was het ook heel normaal dat er "voor spek en bonen" gereden werd. Dit gezegde moet overigens heel letterlijk worden genomen. Minder wel gestelde mensen reden voor levensmiddelen, brandstoffen of kledingstukken een wedstrijd. Deze wedstrijden zorgden voor veel vermaak onder de toeschouwers. Later ging men ook beschaafdere wedstrijden rijden, waar jongeren voor armen en bejaarden reden (een soort sponsorwedstrijd). Met de wedstrijden was ook een hoop prijzengeld te verdienen en vaak werden er vooraf afspraken gemaakt tussen de schaatsers, wie er die dag zou winnen. Dan werd de opbrengst verdeeld. Met de opkomst van de moderne sport aan het einde van de 19de eeuw verschenen ook de zogenaamde eliteclubs die zich afwendden van het volkse karakter van de schaatssport. In 1882 werd de Koninklijke Nederlandse Schaats Bond opgericht en tien jaar later de Internationale Schaatsunie. De tegenstelling tussen de eliteclubs en de lokale clubs bleef lang bestaan. Er zijn nu nog steeds lokale clubs die niet aangesloten zijn bij de bond. Een van de grootste drempels om aansluiting te zoeken bij de bond is het opgeven van de grote prijzengelden. Een grappig detail is dat de schaats tot ver in de 19de eeuw het snelste vervoermiddel in Nederland bleef. H2 Schaatssporten IJs leent zich voor allerlei soorten sporten. Zowel sporten die individueel worden beoefend, als in teamverband. Nederland behaalt met hardrijden de meest opvallende resultaten op internationaal gebied, waardoor deze schaatssport de meeste aandacht van het Nederlandse publiek trekt. Desondanks moeten andere schaatssporten niet worden genegeerd. §1 Hardrijden Deze wedstrijden worden vrijwel altijd verreden op een ovale baan met een lengte van 400 meter. Vroeger uitsluitend buitenbanen, tegenwoordig ook veel (semi-)overdekte banen. Deze wedstrijden worden altijd linksom gereden. Bij iedere ronden wisselen de deelnemers, die paarsgewijze starten van baan, zodat niet een van beide een grotere afstand aflegt dan de ander. Gestart wordt er aan het begin van een lange rechte zijde en de finish is altijd op twee derde van deze zelfde rechte zijde. Er wordt gereden op tijd. De standaardafstanden bij nationale en internationale wedstrijden zijn:  voor heren: 500, 1.500, 5.000 en 10.000 meter;  voor dames: 500, 1.500, 3.000 en 5.000 meter. In sommige wedstrijden zijn deze afstanden gewijzigd, bijvoorbeeld bij de meer gespecialiseerde sprintkampioenschappen. §2 Marathonschaatsen Om aan marathonwedstrijden te kunnen deelnemen, moet men minimaal 16 jaar oud zijn. Ook dient men in het bezit te zijn van een startlicentie, die men via een bij de KNSB aangesloten ijsclub kan aanvragen. Bij marathonschaatsen moet men om te winnen, als deelnemer, ten eerste de aanvoeder aan het einde, van een van tevoren vast gestelde tijd zijn of mee gekomen zijn in het aantal rondes die zijn afgelegd door de aanvoerder. Vervolgens moet men na die tijd als eerste, een wederom van tevoren afgesproken aantal rondes, afleggen. Er zijn bij het marathonschaatsen vijf verschillende categorieën, respectievelijk:  Dames  Veteranen (40 jaar en ouder)  Heren A (landelijk, topklasse)  Heren B (landelijk, amateurs)  Heren C (regionaal)
§3 Shorttrack Deze schaatswedstrijd vindt plaats op een ovale baan van 111 meter met speciale opstaande randen, waarbij de deelnemers in viertallen starten. Van elke manche mogen de snelste twee verder naar de volgende manches. Uiteindelijk wint de snelste. Bij shorttrack bereiken schaatser dusdanig hoge snelheden dat zij hun hand op het ijs moeten leggen wanneer zij door de bocht gaan om er niet uit te vliegen. §4 Schoonrijden Schoonrijden is een vorm van schaatsen die diep geworteld is in de cultuur van sommige streken. Het hele schoonrijden berust op nostalgie. De schaatsers zijn meestal gekleed in oude kostuums en dragen nog ouderwetse schaatsen, zoals Friese doorlopers of Zeeuwse krulschaatsen. Het schoonrijden wordt beoefend op natuurijsbanen. De paren schaatsen zwierige patronen over de schaatsbaan. Sommige afdelingen van de K.N.S.B. hebben een actieve schoonrijders vereniging. §5 Kunstrijden Kunstrijden is een vorm van schaatsen die misschien is afgeleid van het schoonrijden. Het wordt op kunstijsbanen beoefend en men rijdt individueel of als paar voor een jury, die punten geeft aan de hand van uitstraling, originaliteit en techniek. Beroemde Nederlandse kunstrijdsters waren Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel. Beiden reden mee in de wereldtop. §6 IJshockey IJshockey wordt gespeeld op een ijsoppervlak van ongeveer zestig bij dertig meter. Het speelveld, dat afgeronde hoeken kent, wordt omgeven door een boarding van 1.22 meter hoogte. Naast het speelveld bevinden zich aan een van de lange zijde twee spelersbanken en aan de zijde daar tegenover twee strafbanken, die gescheiden worden door een ruimte voor wedstrijdofficials. Alle vier banken zijn voorzien van deurtjes, die van het ijs afdraaien. Op vier meter afstand van de korte zijden bevinden zich de doellijnen, met in het midden daarvan de goal. Het ijsoppervlak tussen de doellijnen wordt in drie gelijke stukken verdeeld door twee brede blauwe lijnen. Vervolgens wordt het speelveld ook nog door een brede rode lijn in twee helften verdeeld. Het vak gevormd door een korte zijde van de boarding en een blauwe lijn heet het verdedigingsvak van het team, dat het in dat vak bevindende doel verdedigt. Voor de tegenstander is dit het aanvalsvak. Het gebied tussen de twee blauwe lijnen wordt als het neutrale vak bestempelt. Een ijshockeyteam bestaat uit maximaal 20 spelers en 2 doelverdedigers. Zes spelers, die gedurende de gehele wedstrijd ongelimiteerd gewisseld mogen worden, bevinden zich op het ijs. Dit zijn: een doelverdediger, een linker verdediger , een rechterverdediger, een rechter vleugelspeler, een linker vleugelspeler en een midvoor. H3 Techniek Records breken, dat is het waar het om gaat in de schaatssport, met name in bij de lange afstanden. De lange baan is namelijk het enige onderdeel waarop de klapschaats rendabel is. Dit integendeel tot de shorttrack en al zeker niet bij ijshockey. Om nog veel meer tijdsvoordeel uit de schaats en het pak te halen staat de ontwikkeling op schaatsgebied niet stil en blijft de wetenschap steeds methodes ontwikkelen waarmee er nog een seconde van het record af kan.
§1 Klapschaats De uitvinding van de klapschaats is ouder dan menigeen denkt. Tussen 1894 en 1937 waren reeds vijf prototypen gemaakt van de klapschaats die wij huidig kennen, er werd enkel nooit op gereden. Tot in 1994 zou deze situatie zo blijven. Een aantal Nederlanders begonnen echter na die tijd op klapschaatsen te rijden. Pas nadat Nederlands kernploeglid, Tonny de Jong, drie jaar later, met behulp van de klapschaats, Europees kampioen werd, raakten een groot aantal topschaatsers ook geïnteresseerd in de schaats. De grote aanpassing in houding en techniek van de schaatser vergt veel moeite waardoor het alsnog lang duurde voor iedereen overstag ging. De uiteindelijke doorbraak van de klapschaats deed menig wereldrecord finaal sneuvelen. Zelfs het superrecord van Johann Olav Koss, op de tien kilometer, uit 1994 werd verpulverd door Gianni Romme door er met ruim 22 seconden onder te duiken. Het principe van de klapschaats is dat door een langer contact met het ijs je meer kracht over kunt brengen. In plaats van met de punt van de schaats in het ijs te prikken, blijft nu tijdens de slag het hele glijvlak op het ijs en wordt in de laatste tienden van seconden van de slag winst gepakt. §2 Spoilerstrips In Nagano waren op de pakken van sommige schaatsers zogenaamde spoilerstrips aangebracht. Deze strips waren bevestigd op het voorhoofd en onderbeen. De werking is eenvoudig uit te leggen. Iedere gasvormige stof heeft een bepaalde stroperigheid. Wanneer wij onszelf verplaatsen (recht naar voren onder normale omstandigheden) moeten wij lucht aan de kant duwen. Deze wil ons graag weer omsluiten. Dit gaat echter niet snel genoeg, waardoor een deel met een lagere dichtheid (bijna vacuüm) achter ons ontstaat. Dit wordt ook wel een zog genoemd. Deze zog, probeert een de druk van zijn omgeving aan te nemen. Hiervoor moet het aan zijn omgeving trekken om het aantal deeltjes per volume eenheid gelijk te trekken. Door deze trekkracht trekt de zog ook aan je lichaam, deze kracht is naar achteren gericht en zorgt voor weerstand. De spoilerstrip zorgt voor wervelingen die de lage dichtheid in de zog opschud en hierdoor zijn inhoud verkleint en hiermee ook de weerstand. §3 Aëropak Het aëropak heeft dezelfde werking als de spoilerstrip alleen bedenkt nu het hele lichaam waardoor de werking ervan wordt vergroot. Het pak, ook wel bekent als het schubbenpak, is afgeleid van de schubben die men al sinds enige tijd standaard op de romp van een gevechtsvliegtuig plaatst. Door de vermindering van weestand tussen het pak dat voorheen werd gebruikt en het aëropak, verbruikt de schaatser minder energie om op een bepaalde snelheid te schaatsen en kan hij bij zijn maximale inzet, harder accelereren en een hogere topsnelheid behalen. Het aëropak is uitgevonden door wederom een Nederlander. Bij zijn onderzoek heeft hij zijn vondst ook eens in een windtunnel getest. Uit deze experimenten bleek dat tijdwinst van twee tiende van een seconde tot wel een halve seconde mogelijk was. Door het aëropak goed te laten isoleren, bespaart de schaatser een hoop energie, hieraan werkt men momenteel. H4 Banen Nederland, het land vaak in het nieuws komt door zijn uitstekende resultaten die het behaald op befaamde schaatswedstrijden, beschikt het zelf niet over het klimaat en de ligging om binnen de eigen grens, record na record te breken. Toch kunnen ijshallen in ons kikkerlandje een hoop aanpassingen doen, om toch mee te kunnen komen met de rest van de wereld. §1 Innovaties Niet alleen aan de schaats en het pak worden dingen verandert. In de toekomst zullen ook de ijshallen er heel anders uit gaan zien. Zo begint het al in het Thialf stadion, in Friesland. Doordat Friesland net als de rest van Nederland laag licht heeft het als nadeel dat de luchtweerstand hoger is dan ijshallen in het buitenland die hoger gelegen zijn Daarop heeft de Baancommissaris in Thialf nu wat gevonden. Om met ’s werelds beste banen me te kunnen komen, zijn er een aantal veranderingen in het Thialf toegepast. Om te beginnen zijn er nu de nieuwste van de nieuwste ijsmachines voor een optimale laag ijs zorgen. Om deze laag zo te krijgen is ook de betonlaag vervangen en opnieuw aangelegd met apparatuur die maar net op de markt is. Dat op glad ijs sneller geschaatst kan worden als op reeds bereden is klinkt logisch. Vandaar dat er tunnels zijn aangelegd onder de ijsvloer om het lopen over het ijs zoveel mogelijk te reduceren. Ten slotte is er doormiddel van wanden een goed te isoleren situatie ontstaan die er voor zorgt dat de veertig centimeter boven het ijs koud is, maar daarboven een warme laag hangt die voor minder wrijving zorgt en voor een goede zuurstofopname van de schaatsers zorgt. Maar hier blijft het niet bij, Thialf wil binnenkort truc een toepassen om ervoor te zorgen dat de records ook in de toekomst zullen blijven sneuvelen in ons ijspaleis. Zo moet er een aantal speciale extra lagen bovenop komen, waardoor de bochten iets flauwer worden en licht gaan hellen. Hierdoor krijgt de schaatser meer grip, wanneer deze met hoge snelheid de bocht in gaat en kan hij deze hoge snelheid beter vasthouden. §2 Hightech banen Dat de Thialf een baan is waar we trots op mogen zijn betekend helaas niet dat het de snelste baan is. Er zijn veel banen waar alle mogelijk techniek reeds is toegepast om schaatsers optimaal te laten presteren. Tevens zijn ze aangelegd op hoog gelegen gebieden kwelende luchtweerstand zoveel mogelijk te vermijden. Calgery is van beide het ideale voorbeeld, zowel de technieken als de natuurlijke omstandigheden maken het de snelste baan wereldwijd. Enkele andere bekende banen die aan Calgery (proberen) te tippen zijn:  Hamar, gelegen in Noorwegen  Intzell, gelegen in Duitsland  Davos, gelegen in Zwitserland  Milwaukee, gelegen in Amerika  Alma Ata, gelegen in Kazachstan

Alma Ata was in de tijd, dat de technische snufjes van nu nog niet waren toegepast, de snelste baan. De hoogte en het goed onderhouden natuurijs maakte de baan zo snel. H5 Wedstrijden Wanneer er een grote wedstrijd wordt verreden waarbij de Nederlandse schaatsploeg precent is, is een groot deel van de Nederlandse bevolking gekluisterd aan de buis of radio. Of het nu gaat om trouwe fans of een tijdelijk geïnteresseerde, allen zijn we trots op “onze” schaatsers. Bij internationale wedstrijden moedigen wij in grote getale “onze” helden aan. §1 Kampioenschappen Voor een schaatser staat het plezier uiteraard op de eerste plek om te gaan en blijven schaatsen. Zonder plezier in de sport verdwijnt de motivatie. Natuurlijk is trainen niet altijd een plezierige belevenis. Het resultaat van trainen levert een verscherping van persoonlijk record op. Lang niet alle schaatsers hebben de kwaliteit of het geduld in huis om professioneel niveau te bereiken. Wanneer een schaatser toch dit niveau heeft bereikt is de tijd aangebroken dat naast persoonlijke records nog een ander streven op de lijst word toegevoegd. Namelijk de kampioenschappen. De mooie resultaten bij de hierbij horende competitiestrijd levert voor deze schaatsers veel plezier. De volgende kampioenschappen vormen voor de Nederlandse profschaatser een evenement om naar uit te kijken:  NK (Nederlandse Kampioenschappen): dit kampioenschap wordt eenmaal per jaar gehouden en dient ervoor om het kaf van het koren te scheiden onder de Nederlandse talenten. Alle afstanden bij het hardrijden komen aan bod en degene met de beste resultaten over alle afstanden is de winnaar.  EK (Europees Kampioenschap): feitelijk is het EK identiek aan het NK, zij het zo dat er bij het NK enkel Nederlandse schaatsers mogen meedingen en bij het EK enkel schaatsploegen van over heel Europa.  WK (Wereld Kampioenschappen): Zoals de naam al doet vermoeden zijn op een WK schaatsploegen te vinden over de hele wereld. Verder komt het overeen met zowel het NK als EK.  Olympische spelen: deze spelen worden eens in de vier jaar gehouden, waarbij ieder onderdeel van het hardrijden apart wordt verreden met een eigen uitreiking en een eigen winnaar. Aan het einde van alle onderdelen is er desondanks toch een allround kampioen, die wordt verkozen op dezelfde wijze als de bovenstaande kampioenschappen. Schaatsploegen over de hele wereld zijn welkom. §2 Schaatsploegen Voor het rijden van schaatswedstrijden in internationaal verband heeft Nederland enkele schaatsploegen, want tegenwoordig neemt men niet meer als individu deel aan de belangrijke wedstrijden. De ploegensamenstellingen en de sponsoren zie je hieronder. De beide door verzekeringsmaatschappij Aegon gesponsorde ploegen zijn de officiële Nederlandse kernploegen. Al deze ploegen worden ondersteund door hun sponsor, zodat er geld beschikbaar is voor trainingsmogelijkheden, bijbehorende reizen, schaatsmateriaal, goede trainers en verzorgers. Wanneer je tot een dergelijke gesponsorde schaatsploeg behoort, kan dat natuurlijk verplichtingen scheppen, opgelegd door de sponsor. Zo hebben we bijvoorbeeld Rintje Ritsma en Marianne Timmer kunnen zien in een reclamespotje van hun sponsor Sanex. Er wordt tegenwoordig op een wijze getraind, die wetenschappelijk verantwoord is. Men zoekt precies uit wat de meest efficiënte schaatsslag is en hoe schaatsers het meeste effect verkrijgen tegen de minste energieafgifte. §3 Elfstedentocht De elfstedentocht is 200 kilometer lang en gaat langs elf steden in Friesland: Leeuwarden, Sneek, IJlst, Staveren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker, Bartlehiem, Dokkum, om vervolgens terug te keren in Leeuwarden. Als je de tocht hebt uitgereden krijg je een kruisje, een van de weinige schaatsmedailles van echt zilver. Ook heb je een startbewijs en een stempelkaart nodig. Bij deze tocht doen er wedstrijd- en toerrijders mee. Er doen meer toerrijders mee dan wedstrijdrijders. Zo deden er in de laatste elfstedentocht (1997) zo’n honderdvijftig wedstrijdrijders mee en zo'n zestienduizend toerrijders! De vereniging die de tocht organiseert heet "de Friesche Elfsteden" en is opgericht door Pim Mulier, aan het begin van de vorige eeuw. §4 Records De volgende vier tabellen, respectievelijk het wereldrecord en Nederlands record voor zowel mannen als vrouwen, geven aan over welke afstand het gaat, wie het betreft, in welke tijd het record is gereden, waar en vanaf wanneer het al stand houd. Wereldrecord, mannen: Afstand Wie Tijd Waar Wanneer

500m Hiroyasu Shimizu 34.32 Ice Center , Salt Lake City 10-03-2001
1.500m Derek Parra 1.43.95 Ice Center , Salt Lake City 19-02-2002
5.000m Jochem Uytdehaage 6.14.66 Ice Center , Salt Lake City 09-02-2002
10.000m Jochem Uytdehaage 12.58.92 Ice Center , Salt Lake City 22-02-2002
Wereldrecord, vrouwen: Afstand Wie Tijd Waar Wanneer
500m Catriona LeMay-Doan 37.29 Ice Center , Salt Lake City 09-03-2001
1.500m Anni Friesinger 1.54.38 Olympic Oval , Calgary 02-03-2001
3.000m Renate Groenewold 3.58.94 Ice Center , Salt Lake City 10-02-2002
5.000m Claudia Pechstein 6.46.91 Ice Center , Salt Lake City 23-02-2002
Nederlands record, mannen: Afstand Wie Tijd Waar Wanneer
500m Gerard van Velde 34.61 Olympic Oval , Calgary 19-01-2003
1.500m Jochem Uytdehaage 1.44.57 Ice Center , Salt Lake City 19-02-2002
5.000m Jochem Uytdehaage 6.14.66 Ice Center , Salt Lake City 09-02-2002
10.000 Jochem Uytdehaage 12.58.92 Ice Center , Salt Lake City 22-02-2002

Nederlands record, vrouwen: Afstand Wie Tijd Waar Wanneer
500m Andrea Nuyt 37.54 Ice Center , Salt Lake City 13-02-2002
1.500m Annamarie Thomas 1.55.50 Olympic Oval , Calgary 21-03-1999
3.000m Renate Groenewold 3.58.94 Ice Center , Salt Lake City 10-02-2002
5.000m Gretha Smit 6.49.22 Ice Center , Salt Lake City 23-02-2002 H6 Blessures Naarmate je meer sport zal de kans op blessures doorgaans toenemen, dit lijkt logisch. Daarom zijn zeker in de topsport blessures vaak onderdeel van het vak. Aan de andere kant hebben topsporters de begeleiding en de techniek in hun sport om ongelukken te voorkomen. Desondanks kan het door slechte omstandigheden in combinatie met overschatting, toch leidden tot ongewenste blessures. Aangezien schaatsen ook tot de topsport behoort zal ik de soorten blessures op een rijtje zetten die voor kunnen komen, wanneer deze topsport wordt beoefend. §1 Breuken Een soort breuk blinkt toch wel uit als het om letsel bij valpartijen, namelijk de polsbreuk. Vaak lijkt voor een schaatser het opvangen van de klap met de hand de enige mogelijkheid. Bij een harde klap moet de pols het echter vaak ontgelden. §2 Gewrichten Gewrichten zorgen voor de klassiekers onder de blessures: wie is er nooit door de enkel gegaan? Er zijn vele blessures te bedenken waarbij gewrichten het te verduren hebben. Ze hebben natuurlijk allemaal een overeenkomst: het gaat altijd om verschillende botdelen die ten opzichte van elkaar moeten kunnen bewegen, maar ook onder controle moeten blijven en die beschermd moeten worden ten opzichte van elkaar en andere delen van het lichaam. In principe wordt de balans verzorgd door banden: denk bijvoorbeeld aan de kruisband van een knie of een enkelband. Die kunnen (helaas) opgerekt worden en dan verliezen ze gedeeltelijk hun functie. Veel erger is het als de banden scheuren. Dan zal operatie veelal de enige remedie zijn alsmede vele maanden revalidatie. Bij bijvoorbeeld een afleiding tijdens een constante schaatsslag, kan deze verstoring in het ritme zorgen tot onbalans, wat op zijn beurt de banden onder bepaalde spanning kan zetten waar zij niet tegen bestand zijn. §3 Kramp Hoewel het voor zwemmers tot een levensbedreigende situatie kan leiden, is het voor een schaatser relatief onschuldig. Overmatige inspanning of stress kan de oorzaak zijn, maar ook vochttekort. Met rustig rekken kan de zaak meestal weer recht getrokken worden. Een algemene voorbereidingen, zoals een warming-up kan de kans op dit euvel aanzienlijk verkleinen.
§4 Peesontsteking Zeker topsporters kampen er altijd wel mee, deze vorm van blessure komt vaak voor. Pezen vormen de aanhechting van de spier aan het bot en als er aan die spier stevig getrokken wordt, kan ook de pees daar wel eens overspannen van raken. Bij schaatsers zie het verschijnsel meestal terug bij de benen, in de vorm van een achillespeesontsteking. Aangezien het een ontsteking betreft, kunnen medicijnen meestal wel uitkomst bieden, maar het is toch vooral rust die gevraagd wordt. §5 Schouder Het uit de kom raken van de arm ontstaat meestal wanneer een schaatser bij een schuiver, met hoge snelheid tot stilstand komt tegen de boarding. Hierbij zijn het wederom de banden die zijn opgerekt, evenals het gewrichtskapsel dat het gewricht altijd omgeeft en de smeerolie produceert. De kop van de bovenarm is, meestal door een val, uit de kom van de schouder geknald, hetzij naar voren, hetzij naar achteren. Een arts zal de schouder kunnen terugbrengen, maar ook dan zal weer rust moeten volgen om de banden en het kapsel ruim de tijd te geven om aan te sterken. §6 Slijmbeurs Soms moet een ander deel van het lichaam, zoals een pees of huid, juist tegen een uitstekend bot worden beschermd. Daar heeft het lichaam ook een mooie oplossing voor: de slijmbeurs, een met vloeistof gevuld zakje. Doordat een schaatser valt kan daar makkelijk een bloeding optreden. Een ontsteking en infectie kunnen het volg zijn. De meest voorkomende plaatsen voor slijmbeursontstekingen zijn de ellebogen, de schouders, de heupen en de knieën. §7 Spierpijn Misschien kun je spierpijn niet echt als blessure kwalificeren, maar een klacht is het toch op z’n minst. Wanneer een schaatser te veel heeft gedaan met een onvoorbereid lichaam kan dit het gevolg zijn. Professionele schaatser zullen hier echter maar weinig last van onder vinden. Hun lichaam verkeert immers reeds in tiptop conditie. Tijdens hun weg om dit te bereiken, zullen ze het echter vaak hebben gevoeld. Overigens gaat het bij spierpijn wel degelijk om een beschadiging van de spieren. Het herstel van die beschadiging levert opbouw van weefsel en dat is de bedoeling. Met andere woorden: altijd vrij van spierpijn sporten is praktisch onmogelijk. §8 Zweepslag Evenzeer fameus als serieuzer is de zweepslag; hierbij hebben we het over een spierscheuring, in dit geval in de kuitspier. Met name de sprinters onder de schaatsers kunnen er last van krijgen. Zij moeten een explosieve kracht op de spier loslaten. De spier knapt dan als het ware en de pijn is scherp. Hoewel het zelfs met de best getrainde schaatser niet is uit te sluiten, is vaak ongetraindheid, een te koude spier of een eerdere blessure de oorzaak.
Conclusie De schaats evolueerde vanuit een simpel vervoersmiddel, die de honger naar minder intensief transport diende te stillen, naar een hightech sportattribuut, die de bouwsteen vormt voor een sport waar veel geld wordt geïnvesteerd in het breken van records. Records, die keer op keer worden gebroken, terwijl het vorige record werd behaald met materiaal en trainingsprogramma’s die waren berust op de meest geraffineerde kennis van dat moment. Op een gegeven moment houd het aanpassen op en is het uiterste bereikt op gebied van perfectie. Records halen hierdoor hun limiet en blijven onbreekbaar. Wanneer is dit moment aangebroken en stopt hiermee ook de interesse van het publiek en het plezier dat een topschaatser aan zijn sport beleeft? Eigen mening Schaatsen is leuk om te zien en leuk om te doen. Hoe somber de omgeving er ook uit ziet in zijn winterjas, met mijn ijzers op het natuurijs, heb ik het warm en vermaak ik mij prima. Natuurijs is niet de enige bron van ijspret. IJsbanen, kunnen zelfs in hartje zomer worden gebruikt om over bevroren water te glijden. Terwijl je buiten een zonnesteek kunt oplopen, ligt er binnen een glad laagje ijs. Blijkbaar vormt schaatsen voor de bevolking een dusdanige bron van pret, dat de vele ijsbanen verspreid over Nederland, kunnen blijven bestaan. Het is niet geheel verbazend dat het kijken en bijwonen van schaatswedstrijden redelijk populair is. Het behalen van podiumplaatsen, door schaatsers uit de Nederlandse ploeg zorgen voor complete volkshysterie. Het breken van wereldsrecords wordt met veel blijdschap gevierd gevonden. Door de steeds vernieuwde en betere technieken kunnen topschaatsers deze blijdschap steeds opnieuw opwekken. Op een gegeven moment houdt het echter op. De wetenschap heeft dan zijn hoogtepunt bereikt en het ultieme record staat vast. Persoonlijk denk ik dan dat de pret er dan snel af is. Er is geen doel meer om naar te streven. Ik denk dat er dan nieuwe afstanden of nieuwe regels worden opgesteld om een nieuw doel op te stellen. Bronvermelding Internet: http://www.schaatsfan.nl
http://www.schaatsen.nl
http://www.zaansmuseum.nl
http://www.knsb.nl
Tijdschriften: Kijk, januari 2002
Kranten: de Volkskrant, donderdag 30 januari 2003

REACTIES

M.

M.

hey Bjorn

thanks voor het werkstuk over schaatsen he...

lekker handigg zow....

ik had er een 8,5 voor duzz dat is wel oke

Doeg

Kus Marloes

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.