Breking van perspex Brekingsindex

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 868 woorden
  • 26 mei 2013
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

 Gemaakt door Shakila Hodge & Sjarmen Dompig

Breking van Perspex

 

Inleiding

Als lichtstralen vanuit een stof naar een andere stof gaan, worden de lichtstralen gebroken. Breking wordt veroorzaakt door het verschil in snelheid van licht in beide stoffen. De mate van breking geven we aan met de brekingsindex n. In dit onderzoek wordt bekeken hoe je de brekingswet kan controleren en hoe je de brekingsindex van perspex kan bepalen.

 

Hypothese

Volgens de theorie voor de brekingsindex van lucht naar perspex geldt:

   met      n = de brekingsindex

       i = de hoek van inval in graden

           r = de hoek van breking in graden

Deze formule is te herschrijven tot:

Sin(r) =                 of      sin(r) =  . sin(i)

 

De grafiek van n tegen sin i en sin r geeft geen rechtevenredig verband. Dit is niet te controleren. Daarom wordt de formule bewerkt zodat er in een grafiek een rechtevenredig verband uit komt. We kunnen immers alleen maar controleren of een lijn recht is en niet of de lijn de juiste “ krommig” heeft.

Deze formule heeft dezelfde vorm als een rechtevenredig verband: y=ax waarin

Y= sin(r)                                   a=                                           x= sin(i)

 

Een grafiek waarbij n wordt uitgezet tegen  sin(i) en sin(r) zou een rechte lijn moeten worden door de oorsprong (want bij n= 0graden  zou volgens de formule sin(r) =0 zijn). deze theoretische waarden staan in de tabel hieronder. De theoretische grafiek staat ernaast in figuur 1.

n= 1.5(Binas tabel 18)

Theoretische waarden

 

i(⁰)

r(⁰)

Sin(r)

Sin(i)

0.00

0.00

0.00

0.00

10.00

6.65

0.12

0.17

20.00

13.18

0.23

0.34

30.00

19.47

0.33

0.50

40.00

25.37

0.43

0.64

50.00

30.71

0.51

0.77

60.00

35.26

0.58

0.87

70.00

38.79

0.63

0.94

80.00

41.04

0.65

0.98

 

 

(Figuur 1)

 

 

 

 

 

 

 Opstelling en meetmethode

 

De opstelling staat getekd in figuur 2. Nodig was een half rond perspex blok, lichtkastje met één straal, verduisterde ruimte en een geodriehoek.  Allereerst laat je de lichtstraal op het vlakke deel van het perspex vallen precies in het midden. Hierna meet je bij verschillende hoeken van inval de hoek van breking. Hierna herhaal je, je meting. Daarna zet je de metingen in een grafiek zodat er een rechte lijn uitkomt. Bepaal uit de helling van de grafiek wat de brekingsindex is. (1/n in onze geval).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Resultaten                     

 

hoek van breking

hoek van breking

i(°)

meting 1 r(°)

meting 2 r(°)

0.00

0.00

0.00

10.00

7.50

6.00

20.00

15.00

13.50

30.00

20.00

21.00

40.00

25.00

24.00

50.00

31.00

30.00

60.00

35.00

35.00

70.00

37.00

38.00

80.00

44.00

43.00

Het lukte niet om bij 90 graden te meten omdat we de reflectie straal kregen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitwerking metingen

De sinus van de hoeken is in de onderstaande tabel berekend.

i ()

Sin(i)

r ()

Sin(r)

r ()

Sin(r)

   

meting 1

 

Meting 2

 

0.00

0.00

0.00

0.00

0.00

0.00

10.00

0.17

7.50

0.13

6.00

0.10

20.00

0.34

15.00

0.26

13.50

0.23

30.00

0.50

20.00

0.34

21.00

0.36

40.00

0.64

25.00

0.42

24.00

0.41

50.00

0.76

31.00

0.51

30.00

0.50

60.00

0.86

35.00

0.57

35.00

0.57

70.00

0.94

37.00

0.60

38.00

0.61

80.00

0.98

44.00

0.69

43.00

0.62

 

Hieronder staan deze metingen samen met de theoretische waarden in figuur 3 in een grafiek.

 

meting 1

Meting en theorie

Figuur 3

 

 

Conclusie metingen

Theorie en praktijk blijken heel goed met elkaar in overeenstemming te zijn.  Dus n=1.5  en de formule   klopt. Binnen de marge kan geconcludeerd worden dat sin(r) verschilt bij metingen 1 en 2.  Dus ons metingen waren niet precies maar dichtbij de grafiek van de theorie. Aan het eind van de grafieken zie je dat ons meetfouten het grootst waren.

De rechte lijn stelt een recht evenredig verband tussen sin(i) en sin(r) voor:

sin(r) / sin(i) = 1/n.

 

 

Controle

 

Hoe zou de lijn eruit zien als je n=1,4 gebruikt? Kan je dan duidelijk zien dat het géén n=1,4 is?

 

Wij hebben nu n=1,5 gebruikt.

De kleinste waarde die wij voor N hebben gemeten is  1.41 en de grootste waarde is 1.59.

De lijn zou er als volgen zien als je n=1.41 en n=1.59 had gebruikt.

meting 1

Figuur 4

N ligt tussen de waarden 1.41(minimum) en 1.59 (maximum).

-          (1.41 +1.59)/ 2 = 1.5

-          De theoretische lijn (n=1.5) ligt precies tussen de lijnen n=1.41 en n=1.59 en de punten van onze  metingen zijn meer dichtbij  de theoretische lijn dan bij de andere lijnen. Je ziet duidelijk dat n is 1.5 en is niet groter of minder.

Dus  n=1.5 volgens onze meetpunten.

Bronnen:

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.