chocolade

Hoofdstuk 1: soorten chocolade.
Er zijn heel veel verschillende soorten chocola. Naast de meest bekende smaken puur, melk en witte chocola is er ook chocolade met vulling erin. Zoals hazelnoten rozijnen en advocaat. Chocola heeft heel veel vormen, denk bijvoorbeeld aan een gewone reep chocolade, een ei en bij Sinterklaas in letters. Je hebt ook nog de Mars, Twix en Snicker deze zijn allemaal van chocola met vulling. Maar ook voor op je brood zoals: chocoladepasta, witte chocoladepasta hagelslag en nog veel meer. Je hebt ook combinaties zoals: chocolade met crisps, met noten, pinda’s, rozijnen, praline en nog veel meer die worden allemaal gecombineerd je kunt van alles verzinnen.                                                                           

Je hebt ook nog bonbons dat zijn kleine chocolaatjes met iets lekkers erin je hebt ze in alle smaken en je geeft ze vaak op een verjaardag of als een lekkernijtje. Ook met Valentijnsdag worden meestal bonbons gegeven.

Zelf kun je ook heel veel met chocolade. Je kunt zelf chocolademouse maken of chocomelk maar ook warm laten worden dat het smelt dan heb je chocoladefondue of chocoladesaus voor over iets te smeren. Er is ook chocoladegebak of een taart ook een chocoladebol.

Melk chocolade:

In melk chocolade zit dezelfde ingrediënten als pure chocolade. Door er melkpoeder doorheen te doen krijgt de chocolade een lichtere kleur.

Witte chocolade

Daarin zit melk, suiker en cacaoboter in. Geen cacaomassa. Dus witte chocolade is eigenlijk geen echte chocola daarom noemen ze het ook witte chocola. En ziet het er ook wit uit en smaakt het zoet. Deze vinden mensen vaak het lekkerst. Er zit ook het meeste vet in.

Dat maakt het ook lekkerder

Pure chocolade
In donkere chocolade zit cacaomassa, cacaoboter en suiker.

Hoe meer cacao erin wordt gedaan hoe bitterder de chocola. Deze is dan ook wat bitterder. Hier zit ook bijna geen vet in.

Hoofdstuk 2: de cacaoboom en boon
Cacaobomen kunnen ongeveer 15 meter hoog worden en blijven altijd groen. Ze kunnen 50 jaar oud worden. De cacaoboom bloeit het hele jaar met witte en roze bloementjes. Maar ongeveer maar 30 bloementjes worden een vrucht. Ze hangen met een korte kleine steel meteen aan de stam van de boom. De vruchten hebben een vorm van een kleine, dikke komkommer. Ook is de boom niet zo makkelijk te kweken je kunt niet makkelijk weten of het goed is. De meeste boompjes worden geplaatst aan de voet van een boom dan staan ze dus ook niet in de zon. De cacaoboom is eigenlijk het symbool van de liefde.

Het groeien van de vrucht duurt 4 tot 8 maanden. De cacaovruchten groeien over de hele boom, op de stam en op dikke takken. Het duurt ongeveer 5 jaar voordat de cacaoboom goede vruchten heeft. In de cacaovrucht zit de cacaoboon. Cacaobonen zijn wit van kleur en hebben een heel zure smaak als ze nog niet goed zijn. Als ze goed zijn zijn de bonen taai paars en bitter. Het groeit in tropische landen. In West-Afrika en Zuid-Oost-Azië  staan veel cacaobomen. De gele vruchten van de boom lijken op gele meloenen. Ze worden afgesneden van de boom en daarna opengebroken. De bomen staan meestal in de schaduw met een beetje zon.

De cacaobonen liggen midden in de vrucht. 1 cacaoboon weegt 1 gram. De cacaoboon is eigenlijk de belangrijkste stof van chocolade. De laatste jaren worden cacaobonen gezien als ‘superfood’ omdat er allemaal stoffen in zitten die wij nodig hebben. Voor de smaak wordt. Het vaak gemengd want na de oogst is het meestal niet lekker

Hoofdstuk 3: van boon tot chocolade
Van boon naar de fabriek:
Eerst moet de boon rijp zijn dat heb je in het vorige hoofdstuk gelezen.

Van boon tot massa:
Zakken vol met bonen uit alle werelddelen komen aan. Allemaal worden ze gecontroleerd. Cacaobonen van verschillende werelddelen worden gemengd met verschillende recepten. Voor ieder land bijna wel een andere. Dan worden ze goed schoongemaakt en snel gedroogd onder warme lucht. Dat maakt het makkelijker om de bonen te pletten en de dop weg te halen. Kleine stukjes pit blijven over. De cacaobonen worden geroosterd. De bonen worden in de maalmachines gebracht en ruw gemalen en vervolgens gemaakt word tot een superfijne cacaomassa. De hitte die vrijkomt, zorgt dat de cacaoboter smelt, zodat de cacaomassa vloeibaar wordt. De cacaomassa is nu klaar om te gebruiken als ingrediënt voor de chocolade. Deze massa kan ook verder toegevoegd worden in de poeder en de boter.

Van massa tot poeder:
De massa kan dus toegevoegd worden in de cacaopoeder en boter. Deze twee dingen kunnen alleen geschieden worden door de vloeibare cacaomassa door een fijne zeef te persen. De massa’s worden in een ronde buizen gebracht en onder hoge druk samengeperst. De cacaoboter is fijn genoeg om oor een kleine zeep geperst te worden terwijl de vaste cacao-ingrediënten samengedrukt blijven in de ronde buis en lijken op een platte chocoladekoek. Op het einde wordt de cacaokoek weggehaald en meerdere keren fijngemalen tot de cacaopoeder.

Van poeder tot de chocolade:
Donkere chocolade is gemaakt uit cacaomassa, cacaoboter en suiker.

Voor melkchocolade wordt melkpoeder toegevoegd.

Voor witte chocolade worden cacaoboter, suiker en melkpoeder gebruikt (geen cacaomassa)

Ze worden met vanille en andere dingen nog lekkerder. Vloeibare chocolade wordt opgeslagen in tanks zodat ze er nog blokken van kunnen maken.

Hoofdstuk 4: de geschiedenis

De allereerste chocola werd 500 jaar geleden gedronken door mensen in Mexico. Chocola werd alleen maar gedronken door de rijke mensen. Colombus was de eerste Europeaan die chocolade dronk. Colombus heeft stiekem cacaobonen meegenomen naar Spanje. In Spanje is de Koninklijke familie zelf cacao gaan verbouwen, ze vonden het zo lekker dat ze het met niemand wilden delen. Meer dan 100 jaar hebben ze het geheim gehouden. De chocolade melk die de Azteken dronken was cacaopoeder gemengd met water. De Spanjaarden deden er suiker en vanille in en dronken het warm. De allereerste die echt chocolade heeft gemaakt was de Nederlander: Coenraad Johannes van Houten. In 1928 kon hij als eerst het vet uit de cacao halen. De chocolademelk was daardoor veel minder vet. Van het vet dat hij overhield. Maakte hij cacaoboter, en daar kon hij dan chocoladerepen van maken. De Zwitser Rudolf Lindt was de eerste die het cacao kon bewerken. Hij had een manier gevonden zodat de chocola lekkerder ging smaken. Samen begonnen ze een chocoladefabriek. Deze fabriek bestaat nog steeds. Hollandse en Zwitserse chocolade worden nog steeds de beste van de wereld genoemd. Echte chocola smelt bij 34 graden en volgens de wet moet en minstens 32% cacao in zitten. De bekendste merken van chocola zijn nog steeds die Van Houten en Lindt.