Het friese paard

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2682 woorden
  • 24 november 2002
  • 137 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
137 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Veel Friese kinderen kregen als huwelijksgeschenk een fries paard. Het Friese paard van nu is de laatste vertegenwoordiger van het oorspronkelijke West-Europese paard dat in de middeleeuwen algemeen voorkwam. Tijdens de kruistochten in de Middeleeuwen gebruikten de kruisridders naast andere paarden ook Friese hengsten. Ze werden gebruikt omdat ze groot en sterk waren en dat moest ook wel want ridders en harnas wogen samen vaak meer dan 250 kilo. Al in 1276 werd het Friese paard verhandeld vanuit Münster. Ze werden verscheept naar Duitsland en Engeland tot ver in de Middeleeuwen. Iets wat vast staat is dat er voor 1625 al Friese paarden naar Nieuw-Amsterdam zijn overgebracht. Vanuit Nieuw-Amsterdam zijn ze nog verder naar het oostelijke deel van Amerika verspreid. Ook heeft het Friese paard veel invloed gehad op het ontstaan van het ras Morgan. Deze heeft vele overeenkomsten met de Fries. In de 16e eeuw was zo’n zwaar paard uit de mode. Daarom wilden ze een nieuw lichter Fries paard fokken. Tot de dag van vandaag is de invloed van de Andalusiër en de Arabier niet zichtbaar op het Friese paard. Dit was niet te zien in de kleur want die bleef zwart. Maar dit was wel goed te zien aan het kleine hoofd met de bruine ogen, het wat bolle neusbeen met soms het echte “Arabierendeukje” de zwanenhals en de bevestiging van de verheven knieactie. De oudste afbeelding van het Friese paard stamt uit 1568. Rond de 16e/17e eeuw werd het Friese paard ook in rijscholen gebruikt. In deze periode werd het Friese paard niet alleen veel gebruikt al rij- en schoolpaard maar ook al koetspaard. Hij was daar niet alleen geschikt voor door zijn indrukwekkende verschijning maar ook door zijn mooie gang. Adellijke vorsten in Duistland en in Engeland kochten de Friese paarden om hen in hun rijtuigen te verplaatsen. De Fries bleef lange tijd in de mode in Europa. Maar rond de 18e eeuw kwam het kruisen van rassen in de mode. Daardoor werd de Fries minder populair. Het ging daardoor steeds slechter met de Fries. Maar pas na de Franse tijd rond 1819 werden er regels opgesteld zodat het Friese paard zich weer kon herstellen. Maar dat hielp niet erg. In 1854 zei men dat het oorspronkelijke Friese paard niet meer te redden was. De Staten van Friesland stelden een nieuw reglement op voor de paardenfokkerij in de provincie, waarbij de bescherming van het Friese ras werd opgeheven. Aan het eind van de 19e eeuw kwam het eind van het Friese ras inzicht ondanks de populariteit van de harddraverij op de korte baan. Aan de harddraverijen namen ook Friese paarden deel. Harddraverijen waren complete volksfeesten. Er waren kostbare prijzen voor de winnaar zoals: gouden of zilveren zwepen, gouden horloges, geldprijzen, of andere zilveren sier- en gebruiksvoorwerpen. Een periode van rust brak aan. Heel langzaam kwam het ras de schokken te boven. Het aantal paarden nam toe. Friesland was tot ca. 1960 een agrarische provincie. Het Friese paard werd ook op de boerderijen gebruikt voor het werk. Verrassend is dat het in die periode werd omgevormd tot een zwaarder landbouwpaard. Daardoor verdween voetje voor voetje het vorstelijke en elegante Friese paard dat in de eeuwen daarvoor als koetspaard en harddraver zo geliefd was. Natuurlijk waren er nog wel vurige ranke merries en dito hengsten maar ze werden voornamelijk gebruikt voor de landbouw. In de 2e wereldoorlog werden veel merries vrijgesproken van de zware werken zodat het oorspronkelijke Friese paard toch nog bleef bestaan. Deze waardevolle merries bleven daardoor eigendom van de fokkerij. De Fries is een koudbloedig raspaard dat afstamt van het primitieve Europese Woudpaard. De Fries is een heel belangrijk ras en heeft veel sporen achtergelaten in de geschiedenis . De Fries is niet alleen een sierlijk tuigpaard maar is ook een mooi rijpaard. Tegenwoordig kom je de Fries ook steeds meer tegen in de dressuur. De Fries is een mooi sierlijk tuigpaard met een lang hoofd en korte spitse en bewegelijke oren. En een lange mooie gebogen hals. Hij heeft weinig schoft maar zijn krachtige schouders zijn volmaakt voor het werken in een tuig. Hij heeft een sterk en compact lichaam. Hij heeft korte maar hele stevige benen. De staart en manen zijn heel vol en worden bijna nooit gevlochten en getrokken. De houding van de Fries is erg strak. De stokmaat is tussen de 1.50 en 1.60m. De Fries is gitzwart waar soms een klein kolletjes als aftekening is. De Fries is een trouw, gevoelig, mak en werkwillig dier. Op 1 mei 1879 is het “Friesch Paarden-stamboek” opgericht. Er waren verschillende meningen of dat het stamboek alleen gericht zou moeten zijn op het Friese paard omdat dit ras toch al heel ver uitgestorven was. Dit meningsverschil heeft er tot geleid dat het stamboek in 2 registers is verdeeld. En dan wel in
a. Voor Friesch ras, in Friesland gehouden en gefokt. b. b. Voor gekruist ras. c. Bij koninklijk besluit van 23 augustus 1879 worden de statuten goedgekeurd en is het paardenstamboek een erkende vereniging. De eerste hengst die ingeschreven werd was: “De Paauw”, geboren in 1872 van fokker Schelte Hilarides uit Pingjum. Deze hengst had een stokmaat van 1.55m. In het boekje dat het stamboek uitgaf om te laten zien welke gekeurd en ingeschreven waren stond hij omschreven als: effen zwart van kleur, levendige houding, mooie sierlijke vorm, goed koetspaard, met mooie zwanenhals en buigzaam in de bewegingen. Na de nummer 1 zijn er nog 380 hengsten gevolgd in 121 jaar. En in April 2000 werd de nummer 381 ingeschreven. Dit was de 3 jarige hengst “Sape”nadat hij was geslaagd voor zijn verrichtingsexamen werd hij ingeschreven bij dat zelfde hengstenregister. De eerste merrie werd ingeschreven op 10 januari 1880. Dit was de merrie “Juffer” met een stokmaat van 1.54. Zij werd ingeschreven tegelijk met nog 9 andere merries. Nu dat het Friese stamboek opgericht was betekende dat niet dat alle tegenslag overwonnen was. Na een paar jaar raakte het Friese paard erg in de verdrukking doordat de populariteit van andere rassen de Fries ernstig in de verdrukking bracht. In 1907 had het stamboek zelfs de scheiding tussen het Friese paard en het gekruiste ras opgeheven. In 1913 waren er nog precies 3 goedgekeurde hengsten over. Weer dreigde het oude ras ten onder te gaan. In december 1913 kwamen ruim honderd fokkers en liefhebbers van het Friese paard bijeen om deze ernstige situatie te bespreken. Ze hebben toen besloten om de vereniging “het Friese paard” op te richten. Het doel was om door aankoop en opfokken van jonge hengsten en het geven van premies aan waarde volle hengsten de fokkerij te stimuleren en te behouden. En in 1914 hebben ze terug een eigen register gemaakt voor het Friese paard. De vereniging van “het Friese paard” heeft bestaan tot 1951. Deze vereniging is van onschatbare waarde geweest voor het behoud van het Friese ras. d. In 1879 werd er voor het eerst een stamboek op gericht voor alleen Friese paarden. Dit is het tegenwoordig fokbeleid: De voornaamste bepalingen ten aanzien van de paardenhouderij zijn de volgende: In artikel 5 van de paardenwet van 1939 is bepaald dat het verboden is om merries te laten dekken door hengsten die niet zijn goedgekeurd door het Stamboek het Friese paard. Een hengst van 2.5 jaar of ouder moet worden aangeven bij het betreffende stamboek of bij het hoofd van de plaatselijke politie. Een stamboek kan door de Kroon worden erkend. Als aan de volgende eisen is voldaan: -hij mag niet gehouden worden om winst te maken. -de hengsten moeten jaarlijks gekeurd worden. Dit is verplicht. -Voor hengsten die 3 jaar achter elkaar zijn goedgekeurd is het voldoende om een keuring om de 3 jaar te doen. De minister regelt de geldigheidsduur van de goedkeuring. De manier waarop de uitslag wordt bekend gemaakt. Het verstrekken van het bewijs en de vergoeding van de keuringskosten. Bij afkeuring kan de eigenaar beroep aantekenen bij de stamboekcommissie. Een keuringscommissie bestaat uit 3 leden. En uit 3 plaatsvervangende leden. Ze worden voor 5 jaar benoemd door de minister. 1 lid is een dierenarts. 1 lid is mededeskundige op het gebied van de paardenfokkerij. En 1 lid is een consulent voor de veehouderij. De commissie keurt het paard aan de hand van uiterlijke gebreken of het wegblijven daarvan, om de fokwaarde van de hengst vast te stellen. De hengstenhouder moet een dekregister en een dekboek bijhouden. En dit zorgvuldig bewaren en naar waarheid invullen. Dit wordt hem verstrekt door de directeur generaal van de landbouw. Bij iedere dekking geeft hij een deknummer af zodat de houder van de merrie voor dit deknummer een dekbewijs krijgt. Als de hengstenhouder zich niet houd aan de voorschriften kan hij hiervoor een maximale straf krijgen van 6 maanden gevangenis of een geldboete van €5000, -.
1. Een goed fokbeleid dat bestaat uit: a. Het voorkomen van teveel voortplanting binnen een kleine groep. Er kan teruggang ontstaan met betrekking tot vruchtbaarheid dus de eigenschappen veranderen en de levenskracht. b. Het fokbeleid moet er op gericht zijn dat paringen die worden uitgevoerd een grote kans te geven op een uitstekend veulen. c. Het op verantwoorde schaal gebruiken van dieren. 2. Het fokdoel a. Een uitstekend karakter. Dat wil zeggen mak en gewillig. Ook als het dier maar weinig gebruikt wordt om onder het zadel of aangespannen te rijden. b. Een levendig karakter gericht op werkwilligheid. c. En dat de uiterlijke raskenmerken goed weerspiegeld worden. En dat er verwacht mag worden dat er goede gebruikseigenschappen aanwezig zijn. d. Gebruikseigenschappen: -levensduur -vruchtbaarheid -het verminderen van erfelijke gebreken
e. gewenste uiterlijke kenmerken
1. Zoals de gangen (stap, draf, galop) En dit zowel onder het zadel als aangespannen. 2. De tekeningen
3. En de hoogtemaat 3. Middelen om het fokdoel te bereiken Omdat het Friese paard niet alleen gefokt wordt in Friesland is het van groot belang dat er een goed centraal fokbeleid is. Het goed uitselecteren van de ouderdieren om tot een goede volgende generatie te komen is zeer belangrijk. Door een volledige boekhouding bij te houden van de kwantitatieve (de hoeveelheid) en de kwalitatieve (aftekening en erfelijke gebreken) eigenschappen is het mogelijk om een steeds betere volgende generatie te fokken. Hengsten hebben de grootste invloed in de fokkerij. Daarom zal alle aandacht gericht moeten zijn op de fokkerij van de mannelijke lijn. De fokwaarde van een hengst wordt afgelezen aan de afstamming van het dier, het dier zelf en zijn nakomelingen. Om een goed fokbeleid te handhaven is een blijvende commissie van de fokkeuze ingesteld. (foktechnische commissie) Een paard moet je normaal gezien 3x per dag borstelen. Maar als het paard de hele dag door buiten staat is dit niet echt nodig. Dan kom je met 1x per dag ook wel toe. Het poetsen doe je niet alleen om het paard schoon te houden, maar ook om de bloedsomloop te stimuleren. Een paard wat in de wei loopt hoeft niet zo vaak geborsteld te worden omdat ze met door het gras te rollen of langs bomen te wrijven ook al een heleboel losse haren, takjes en andere dingen uit hun vacht wrijven. Wat wel heel belangrijk is is dat als je meerdere paarden hebt voor elk paar een eigen poetskist hebt. Dit is om het doorgeven van onderlinge besmetting te voorkomen. Je hebt verschillende borstels waarmee de zachte borstel vooral gebruikt wordt voor de ogen en de benen. De harde borstel voor zweetplekken maar ook eigenlijk voor de rest van het lichaam. Dan de roskam dit is voor de manen en de staart. Maar als je de manen en de staart poetst moet je wel uitkijken dat je niet te veel haar uit trekt. Daarom is het ook beter om de staart en manen te borstelen met een zachte borstel. Tijdens een poetsbeurt kun je het paard onderzoeken op verwondingen en op parasieten zoals teken of huidproblemen. De voeding is per seizoen anders. Omdat de meeste Friezen ‘s winters op stal staan en zomers naar buiten gaan is de voeding per seizoen anders. Als je een weiland hebt kun je de Fries vanaf april in de wei zetten. Maar in de eerste weken dat de Fries in de wei loopt is het wel belangrijk dat het paard ‘s nachts naar binnen gaat omdat het nog niet gewend is aan de kou s nachts. Geeft hem hooi en 2 kilo biks voor de nacht. En laat hem de volgende ochtend weer buiten in de wei. Maar voor dat je hem naar buiten laat geef hem dan eerst nog een pluk hooi en 1 kilo biks. Je kunt de Fries van half Mei en soms wel tot half Oktober buiten laten staan. Als je het paard in de wei laat lopen moet je wel zorgen dat je het weiland in stukken verdeelt zodat het deel wat niet begraasd wordt kan herstellen. Als je echt een heel grote wei hebt kun je voordat de weitijd begint er hooi van oogsten. Dit bespaart je een hoop geld want hooi is best duur. Je kunt de Fries in de herfst ook nog buiten laten lopen maar dit gaat alleen als het nog redelijk droog is. Maar je kunt je paard ook zomers en ‘s winters buiten laten staan maar dan moet je wel zorgen voor een schutplek en je moet hem dan ook bijvoeren. In principe staat het paard van eind Oktober tot april in de box. Bij het voeren in de winter hangt de hoeveelheid die je geeft af van de leeftijd en de arbeid die deze moet verrichten. Meestal voldoet 3x voeren per dag. ‘s Morgens rond een uur of 8 de grootste portie, en dan tegen een uur of 5 ‘s middags nog eens wat. En dan tegen een uur of elf s avonds de laatste hap voor de nacht. Je moet niet de hele bak vol gooien. Maar begin met 1 kilo en voer dit langzaam op naar 3 kilo. Maar als dit teveel is pak je gewoon wat minder. Je moet op je gevoel voeren. Je moet ook niet te overdreven voeren vooral niet aan jonge paarden omdat deze nog in de groei zijn. Bij jonge paarden zijn we altijd bang dat ze te weinig krijgen. Wat je wel kan doen is je Fries regelmatig eens een wortel, appel, een handje haver of een volkerenboterham geven. Maar zorg er wel voor dat hier regelmaat in zit. En iets wat je vooral niet moet doen is je Fries vol stoppen met allerlei wondermiddelen want dit werkt dikwijs juist verkeert. En geef je paard ook goed hooi te eten want stoffig en beschimmeld hooi is niet goed voor het paard. Het Friese paard heeft veel invloed gehad op het ontstaan van het ras Morgan. Vanaf de 16e 17e eeuw wordt het Friese paard ook gebruikt in rijscholen. Rond de 18e eeuw ging de Fries uit de mode en er kwamen minder zware paarden voor in de plaats. Dit had tot gevolg dat het Friese paard met uitsterven werd bedreigd.. Maar dat is nu niet meer het geval want door veel en goed fokken is het ras er weer helemaal bovenop gekomen. De Fries is een mooi sierlijk tuigpaard met een lang hoofd en korte spitse en bewegelijke oren. En een lange mooie gebogen hals. Hij heeft weinig schoft maar zijn krachtige schouders zijn volmaakt voor het werken in een tuig. Hij heeft een sterk en compact lichaam. Hij heeft korte maar hele stevige benen. De staart en manen zijn heel vol en worden bijna nooit gevlochten of getrokken. De houding van de Fries is erg strak. De stokmaat is tussen de 1.50 en 1.60m. De Fries is gitzwart met soms een klein kolletjes als aftekening. De Fries is een trouw, gevoelig, mak en werkwillig dier. Op 1 mei 1879 is het “Friesch Paarden-stamboek” opgericht. Ik vind het Friese paard een heel mooi paard omdat het zo mooi zwart is en het een hele mooie gang heeft. Hij tilt de benen mooi op en loopt met gebogen hoofd. Dat vind ik heel mooi. Het is ook een heel mak dier. En ik zou het heel erg jammer vinden als het uitsterft want het is een mooi ras. En je kunt het voor alle doeleinden gebruiken. Want Friese paard kan voor de koets lopen en je kan hem ook gebruiken voor dressuur en ook alleen met het paardrijden onder het zadel. Dat vind ik wel een hele grote uitkomst want zo is hij voor velerlei doeleinden te gebruiken. Erg gevarieerd en veelzijdig.

REACTIES

F.

F.

hai schatje jou werkstuk is moooi dank je wel voor je werkstuk he dag faroek xxxxxxxxxxxxxxxx

20 jaar geleden

E.

E.

Heel erg mooi en erg leerzaam.

15 jaar geleden

..

..

een Friespaard is WARMBLOEDIG als je terug kijkt in de geschiedenis kijk Wikipedia

10 jaar geleden

K.

K.

leuk veel info heb ik gevonden

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.