Dementie

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 3235 woorden
  • 14 mei 2002
  • 65 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
65 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§ 1.1 Wat is Dementie? Het woord dementie is afgeleid van het Latijnse woord ‘dementia’, wat in het Nederlands verstandsverbijstering betekent. Dementie is een medische term. Het is geen ziekte, maar een syndroom van de globale achteruitgang van de cognitieve functies. Onder een syndroom verstaan we met elkaar samenhangende verschijnselen die zich tegelijk voordoen. Met cognitieve functies bedoelen we bijvoorbeeld de aandacht, het geheugen, de waarneming en de oriëntatie bij een intacte bewustzijnstoestand. Dementie is geen aangeboren stoornis, maar ontstaat in de loop van het leven door degeneratie van de hersencellen in verband met hoogbejaarde leeftijd of sommige ziektes of door aderverkalking in de hersenen. Er zijn vormen van Dementie die behandelbaar zij en er zij ook vormen die niet behandelbaar zijn. Soms beïnvloedt het gedrag van een persoon de beoordeling of hij / zij dement is. Dit is niet juist, want de mensen die verward en vergeetachtig zijn, hoeven niet dement te zijn. § 1.2 De symptomen van Dementie. Er zijn een aantal belangrijke symptomen van Dementie. Als we ze achter elkaar zetten, krijgen we: · Het korte geheugen, · Oriëntatie in tijd, plaats en persoon (desoriëntatie), · Het lange termijn geheugen, · Afasie, · Apraxie en · Agnosie. Ik zal de symptomen nu nader bespreken. Het korte geheugen. Als eerste merken we meestal stoornissen in het korte geheugen, dat wil zeggen voor gebeurtenissen en nieuwe indrukken die pas net voorbij zijn. Bijvoorbeeld weet de persoon niet meer wat hij of zij zojuist gegeten heeft, een spelletje kaart spelen gaat niet zo goed meer, iemand vertelt steeds weer dezelfde dingen en herhaalt dezelfde vragen zonder dit zelf in de gaten te hebben. Zowel de persoon zelf als zijn omgeving heeft er last van

Sommige mensen merken zelf hun geheugenachteruitgang en kunnen daar bang, somber of kwaad van worden. Anderen proberen, vaak uit schaamte, de geheugenproblemen te verbergen door een grapje te maken of een ontwijkend antwoord te geven, of door te ontkennen dat zij iets al eerder gezegd hebben. Dit bedoelen ze met verbloemen van “het niet meer weten”. Oriëntatie in tijd, plaats en persoon (desoriëntatie). Iedereen heeft een soort ingebouwde tijdklok, dat je weet hoe laat het ongeveer is. Wanneer dit gevoel niet of minder aanwezig is, dan spreken wij van 'desoriëntatie in tijd'. De persoon weet niet welke dag het is, welk jaar, of het zomer of winter, ochtend of avond is. Wanneer iemand niet meer weet waar hij woont, waar hij nu is, waar de w.c. in huis te vinden is, dan spreekt men van 'desoriëntatie in plaats'. De persoon komt over als een onbekende in zijn eigen huis. Als men niet weet of het dag of nacht is, dan is het niet zo vreemd en onbegrijpelijk dat demente mensen nogal eens 's nachts opstaan, zich aankleden en een kopje thee willen gaan zetten. 'Desoriëntatie in persoon' wil zeggen dat iemand bekende mensen niet meer herkent, dat hij bijvoorbeeld niet weet of deze vrouw zijn buurvrouw, nicht of echtgenote is. Sommige personen herkennen hun eigen spiegelbeeld niet meer en kunnen dan bang worden voor degene die in de spiegel naar hen kijkt en daar zelfs agressief op reageren. Vaak hoort men demente mensen zeggen 'ik moet naar moeder, waar is moeder', terwijl deze al jaren geleden is overleden. Soms spreken zij ook hun eigen vrouw als moeder aan, omdat ze in herinnering vaak nog alles weten uit hun kinderjaren. Het lange termijn geheugen. Het langere tijd onthouden van informatie en het vasthouden van vroegere kennis, kan verloren gaan. Deze stoornissen komen veel voor bij mensen bij wie de dementie al wat erger is. In het algemeen is het zo, dat nieuwe informatie het snelst verloren gaat, en dat informatie die al heel lang in het geheugen zit, het best bewaard blijft; uiteindelijk zal ook deze afbrokkelen. Van de vorige week kunnen deze mensen niets meer vertellen, maar van hun jeugd wel. Voor de kinderen van deze mensen kan het zeer vervelend zijn om steeds dezelfde verhalen te horen over vroeger, maar voor de personen zelf is het heel belangrijk. Afasie
Afasie is een verzamelnaam voor taalstoornissen die het gevolg zijn van een hersenbeschadiging. De persoon kan dingen die hij ziet of hoort niet meer benoemen. Iemand kan bijvoorbeeld nog wel zijn fiets uit het schuurtje halen en er op rijden, maar het woord 'fiets' kan hij niet vinden. Anderen kunnen nog goede zinnen vormen, maar hebben er erg veel tijd voor nodig. In een verder gevorderde fase kan dit vaak niet meer. Dan worden woorden weggelaten, of vervormd tot hele andere woorden. Het kan gebeuren dat de persoon steeds dezelfde woorden gaat herhalen. Dat gebeurt dan meerdere malen op een dag. Uiteindelijk kan de achteruitgang zover zijn, dat de persoon niets meer zegt. Al deze verschijnselen vatten we samen onder de term afasie. We onderscheiden drie vormen afasie. Bij de ene vorm lukt het de persoon niet, om nog iets op de juiste manier te zeggen Bij de andere vorm volgt er een stroom van woorden die echter geen betekenis hebben of niets met elkaar te maken hebben. De derde vorm bestaat uit een gestoord taalbegrip. Afasie kan overigens ook afzonderlijk optreden, bijvoorbeeld na een hersenbeschadiging of een hersenbloeding. De stoornissen doen zich niet alleen in de gesproken taal, maar ook in het geschreven taalgebruik voor. Apraxie
Het niet kunnen uitvoeren van samengestelde handelingen of bewegingen, zoals aankleden, eten, knoopjes dichtmaken, kortom allerlei dagelijkse levensverrichtingen, noemen we apraxie Ondanks het feit dat deze mensen niet gehandicapt zijn en hun spieren goed werken, kunnen zij deze praktische handelingen niet uitvoeren. Enkele voorbeelden zijn dat een broek over het hoofd wordt aangetrokken en wordt aangezien als een hemd, dat thee wordt inge- schonken in de suikerpot, dat iemand niet meer weet hoe hij een schaar moet gebruiken, etc. Agnosie
Agnosie is een stoornis waarbij de zintuiglijke waarneming wel intact is, zoals het herkennen van voorwerpen, geluiden, geuren, enzovoorts, maar geen bewuste indruk achterlaat. Belangrijk hierbij is dat iemand wel goed kan zien, horen, ruiken en voelen, maar evengoed het zintuig niet herkent. Zo kan iemand een pen voor zich hebben liggen en willen beginnen met schrijven, maar de pen niet als pen herkennen en dus niet tot schrijven komen. Of men ruikt wel iets, maar herkent de geur niet als die van gas en zal de gaskraan dus niet dichtdraaien. Voor het gehoor geldt bijvoorbeeld, dat men iets hoort rinkelen en dit niet als het geluid van de telefoon herkent en dus neemt men de telefoon niet op. Een persoon speelt met glasscherven, herkent deze niet als scherpe voorwerpen en zal er geen gevaar in zien om er mee te spelen. Deze herkenningsstoornissen, die we 'agnosie' noemen, kunnen bij alle zintuigen voorkomen. Dat ze gevaarlijk zijn voor de persoon en zijn omgeving, blijkt wel uit bovenstaande voorbeelden. Een speciale vorm van agnosie is het niet meer herkennen van de eigen vingers of handen. Deze mensen kunnen wel eens heel verbaasd naar hun eigen handen kijken als waren het de handen van een ander. Als een agnosie, afasie of apraxie voorkomt, hoeft dat nog niet op dementie te wijzen. Er moeten ook geheugen- en oriëntatiestoornissen zijn, willen we van dementie spreken. Wel wijzen deze verschijnselen op mogelijke hersenbeschadigingen. De oorzaken van dementie zijn heel verschillend. Een oorzaak kan bijvoorbeeld een ziekte zijn, waarbij het lijkt dat het dementie is. Een aantal ziekten zijn: · de ziekte van Parkinson · kwaadaardige gezwellen · een infectie van de blaas of longen · schildklieraandoeningen · stoornissen in de werking van het hart, de longen, de lever, de nieren · bloedarmoede · geneesmiddelenvergiftiging (veel ouderen gebruiken erg veel medicijnen) · chronisch alcoholgebruik · tekort aan bepaalde vitamines en ondervoeding
Dementie kan ook ontstaan door erfelijke oorzaken. Dit is nog niet bewezen, dus weet men hier ook nog niet veel van. Psychosociale factoren kan ook een oorzaak zijn van het ontstaan van dementie. Hiermee bedoelen we allerlei belangrijke gebeurtenissen en ervaringen in het leven van mensen, die op het geestelijk gebied invloed kunne hebben, bijvoorbeeld het verlies van een familielid of een bekende, het verwerken van het ouder worden en gebrek aan contact met andere mensen kan ook een oorzaak zijn. § 1.3 Behandelingsmogelijkheden bij Dementie. Er is grondig onderzoek nodig om tot een goede diagnose te komen. Een goed lichamelijk en aanvullend laboratoriumonderzoek zijn ontbreekbaar. Ouderen zullen zelf maar weinig klagen, omdat zij allerlei verschijnselen als gewoon als ouderdom opvatten. Ouderen reageren ook nogal eens met gedragsstoornissen. Wanneer de lichamelijke problemen behandeld zijn, blijkt het beeld van dementie ook weg te gaan. Blijkt het dat er geen andere oorzaken te vinden zijn en dat er werkelijk sprake is van dementie, dan wordt het moeilijk. Tot nu toe biedt de behandeling van dementie nog weinig vooruitzicht. Dit hangt samen met het feit dat de oorzaak van dementie nog niet bekend is. Toch zijn er therapeutische mogelijkheden aan te geven, waarvan de verlangzaming van dementie gebeurt, zoals: · het zorgen voor een zo goed mogelijke lichamelijke conditie door een optimale voeding (waarbij met name gelet wordt op mineralen en vitamines), voldoende beweging en een goede nachtrust. · het stimuleren van nog beschikbare mogelijkheden, bijvoorbeeld het weer opnemen van vroegere hobby's en het bieden van sociaal contact. Medicijnen kunnen de dementie niet stoppen. Wel zijn er middelen die bepaalde verschijnselen gunstig kunnen beïnvloeden. Door middel van slaappillen kan het dag- en nachtritme hersteld worden. Als er sprake is van sterke verwardheid met hallucinaties, kan neurolepticum gebruikt worden. Bij depressieve reacties kan verbetering optreden met een antidepressivum, dit is een middel dat depressies bestrijdt en de gemoedsstemming
verbeterd. Deze middelen kunnen ertoe bijdragen dat de familie beter met de persoon om kan gaan en hem of haar daardoor zo lang mogelijk thuis in de eigen omgeving kan houden. In het algemeen zal de arts aan demente mensen liever niet te veel medicijnen geven. Hoofdstuk 2 De ziekte van Alzheimer. § 2.1 Wat is de ziekte van Alzheimer? De ziekte van Alzheimer is de belangrijkste oorzaak van dementie. Het is een ziekelijke toestand waarbij het functioneren van de hersenen langzaam achteruit gaat. Meestal begint de ziekte in de buurt van de leeftijd van zeventig jaar. De precieze oorzaak van de ziekte van Alzheimer is nog steeds niet bekend, maar 10% van de mensen met de ziekte van Alzheimer heeft de erfelijke variant van deze aandoening. Er zijn, globaal genomen, twee vormen van de ziekte van Alzheimer. De ene vorm begint rond het vijftigste jaar, de andere vorm begint op oudere leeftijd. Boven de zeventig jaar neemt de kans op Alzheimer snel toe. Er zijn geen mogelijkheden om het ontstaan van de ziekte van Alzheimer te voorkomen. § 2.2 De symptomen van de ziekte van Alzheimer. De eerste symptomen van de ziekte van Alzheimer kunnen zijn: · Verwardheid · Verstoring in het korte termijn geheugen · Concentratieproblemen en problemen met de ruimtelijke oriëntatie · Veranderingen in de persoonlijkheid · Taalproblemen · Stemmingswisselingen

Het is belangrijk om te weten dat de ziekte van Alzheimer niet bij iedere persoon op dezelfde manier is. De stadia hieronder zijn zo geschreven dat ze een algemeen beeld geven van het verloop van de ziekte van Alzheimer. Het eerste stadium: Vergeetachtigheid, desoriëntatie, verandering van persoonlijkheid en vermindering van reactievermogen zijn de eerste kenmerken die kunnen duiden op de ziekte van Alzheimer. De personen zijn lusteloos, minder spontaan en leren trager. De mensen zijn in dit stadium wel nog in staat om zonder hulp eenvoudige handelingen te verrichten. Voor al het overige zijn ze afhankelijk van begeleiding. Hun spraak en begrip verslechteren en ze zijn vaak halverwege hun verhaal vergeten wat ze eigenlijk wilden zeggen. Het tweede stadium: Het is nu duidelijk te zien dat de persoon hindernissen ondervindt in het dagelijkse leven. Het korte termijn geheugen functioneert matig, terwijl herinneringen uit het verre verleden vaak goed in het geheugen zitten. Ze vergeten data, de tijd van de dag en hebben moeite met het herkennen van familieleden en vrienden. Doordat de persoon nu echt veel hulp nodig heeft, komt de professionele hulp in dit stadium aan bod. Het derde stadium: In het laatste stadium heeft de ziekte van Alzheimer de persoon de kracht van het leven ontnomen. Ze hebben 24 uur per dag verzorging nodig en zijn hiervoor geheel afhankelijk van anderen. In dit stadium kunnen ook symptomen optreden, zoals slaapstoornissen, hallucinaties, slaapwandelen en het verlies van controle over hun ontlasting. De lichamelijke problemen worden zo erg, dat er een ongunstige samenloop van omstandigheden ontstaat. De personen verliezen het vermogen om te kauwen en te slikken en zijn vatbaarder voor longontsteking en andere infecties. De ademhaling verloopt uiterst moeizamer, vooral bij patiënten die door de ziekte aan het bed gebonden zijn. Uiteindelijk leidt dit alles tot een niet ontwijkende dood § 2.3 Behandelingsmogelijkheden bij de ziekte van Alzheimer. De ziekte van Alzheimer is nog steeds niet te genezen. De enige mogelijke behandeling bestaat uit het aanbrengen van structuur in het dagelijks leven en zo veel mogelijk activering. Er zijn wel verschillende behandelingsmethoden. Ik zal nu de behandelingsmethoden bespreken. Medicijnen
In Nederland zijn er twee middelen die de ziekte van Alzheimer tijdelijk kunnen afremmen. Dit zijn Rivastigmine en Donepezil. Deze medicijnen zijn zogenaamde acetylcholine esteraseremmers. Acetylcholine esterase is een stof die een van de chemische boodschappers in de hersenen, acetylcholine, vernietigt nadat hij zijn signaal heeft overgedragen van de ene naar de andere hersencel. Deze medicijnen geven de boodschapper dus meer tijd om zijn werk te doen. Ze mogen alleen door een specialist worden voorgeschreven. Een nadeel van deze medicijnen is dat bij sommige patiënten bijwerkingen zoals misselijkheid, diarree en vermoeidheid kunnen optreden. Alternatieve geneeswijze
Regelmatig verschijnen er berichten over stoffen die een mogelijk remmend effect hebben op het verloop van de ziekte van Alzheimer. Ook van sommige voedingsmiddelen wordt gezegd dat ze de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verminderen. Voorbeelden van zulke stoffen zijn: Foliumzuur
Van foliumzuur of vitamine B11 was al bekend dat het bepaalde lichamelijk klachten kon verminderen.. Foliumzuur zou tegen de ziekte van Alzheimer beschermen, doordat de sterkte van het aminozuur homocysteïne in het bloed verlaagt. Uit eerder onderzoek bleek dat er een verband bestaat tussen een hoog homocysteïne gehalte en de ziekte van Alzheimer. Onverzadigde vetten
Andere stoffen waar al lang van bekend is, dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan onze gezondheid zijn de onverzadigde vetzuren. Vooral de zogenoemde omega-3-vetzuren die met name voorkomen in vette vis zoals, haring, zalm en makreel, bieden mogelijke bescherming tegen het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Vitamine E zou een zelfde werking hebben. Antioxidanten
Vrije radicalen zijn agressieve bijproducten van zuurstofgebruik die vrijkomen in ons lichaam, en kunnen schade veroorzaken aan onze cellen. Er is vastgesteld dat gebeurtenissen in de cel, die worden veroorzaakt door vrije radicalen, een standaardroute vormen. Deze zou leiden tot het afsterven van hersencellen en tot het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Stoffen die vrije radicalen verwijderen, worden antioxidanten genoemd. Bekende stoffen zoals vitamine A en vitamine C zijn bijvoorbeeld antioxidanten. Andere
Naast stoffen die wij in onze voeding kunnen aantreffen, lijkt er een keur aan middelen te bestaan die ons zouden kunnen beschermen tegen de ziekte van Alzheimer of de ontwikkeling ervan vertragen. Zo wordt o.a. de vrouwelijk geslachtshormonen en de ontstekingsremmende middelen als ibuprofen en aspirine genoemd. Alfa-liponzuur is een stof die in ons lichaam voorkomt. Het is niet alleen een sterke antioxidant, het versterkt ook de werking van andere antioxidanten. Onderzoek wijst erop dat alfa-liponzuur mogelijk doeltreffend is bij de bestrijding van de ziekte van Alzheimer. Soms komen producten die de ziekte van Alzheimer remmen uit een wat onverwachte hoek, zoals de stof galantamine. Dit is een natuurlijke eiwit die voorkomt in sneeuwklokjes en narcisbollen. Er wordt verwacht dat er op korte termijn een geneesmiddel op basis van galantamine in Nederland verkrijgbaar zijn.
§ 3.1 De problematiek bij de familie van de dementerende persoon. Voor de partner van de persoon is het meestal moeilijk te begrijpen en te aanvaarden dat de ander zo verandert en eigenlijk niet meer dezelfde is met wie zij lief en leed gedeeld hebben. Het proces van de aanvaarding van de ziekte en het naderende einde verloopt veelal in fases. Een fase van ontkenning. Bijvoorbeeld: Zo erg is het toch niet, zij is alleen in de war, het gaat wel weer over, iedereen vergeet wel eens wat. Een periode van boosheid, nogal eens gericht op de omgeving. Bijvoorbeeld: Er komt nooit eens bezoek, jullie begrijpen haar niet, waarom moet nu juist ons dit overkomen, waar hebben wij dit aan verdiend. Een fase waarin verdriet, tranen en slapeloze nachten overheersen. Daartussen spelen in de omgang met de persoon zelf nog allerlei gevoelens een rol. Een gevoel van ongeduld omdat de persoon zo traag is en zelf heb je het nog zo druk. Een gevoel van woede, het lijkt wel of de persoon je zit te treiteren. Gevoelens van onmacht en verdriet omdat je merkt dat je niet echt kunt helpen. Gevoelens van schaamte naar de omgeving toe, schuldgevoelens naar de persoon over dingen in het verleden of heden, verwijten uitgesproken of niet over de belasting die de persoon voor je is, twijfels over of je dit wel volhoudt, angst, gevoelens van eenzaamheid en dat je je in de steek gelaten voelt. De ziekte brengt ook veranderingen in de rollen mee. De man moet het huishouden gaan doen, koken, wassen. Dingen hij niet gewend is. De vrouw moet de financiën gaan doen, belastingformulieren gaan invullen, dus ook dingen die zij nooit eerder heeft gedaan. Juist bij de ouderen was er vroeger een duidelijke taakverdeling tussen de man en de vrouw. Daardoor kunnen nu moeilijke situaties ontstaan. Voor beiden komt er ook nog eens bij, dat zij werk moeten gaan doen wat zij nooit gedaan hebben, zoals iemand verplegen, baden, voeden. De partner is maar al te vaak helemaal gericht op de zieke persoon. Vakantie is er niet meer bij, hobby's verdwijnen, de eenzaamheid wordt groter. Iedere keer opnieuw merkt de partner weer een stukje achteruitgang en wordt de psychische en lichamelijke belasting zwaarder. Voor kinderen van demente ouderen verandert er eveneens van alles. Het kan ook moeilijk te accepteren zijn, dat je nu je eigen moeder of vader moet verzorgen, terwijl het altijd andersom was. Er komt een moment met de vraag of de demente nog in zijn eigen omgeving kan blijven. Als de partner of andere verzorgers te zwaar belast raakt, kan in eerste instantie ondersteuning geboden worden door de wijkverpleging of door bejaardenverzorging. Soms kan er ook vrijwilligershulp geboden worden. Tot slot is er dan nog de mogelijkheid tot dagbehandeling. Maar is al deze hulp niet genoeg , dan zal opname in een psychogeriatrisch verpleeghuis noodzakelijk zijn. Het is dan nog een moeilijke kwestie, want vrijwel alle ouderen willen op hun eigen plekje blijven. De familieleden zijn gewoonlijk degenen die over wel of geen opname beslissen. Daarbij hoeft de familie het onderling ook nog niet met elkaar eens te zijn; soms vinden kinderen dat de ouder opgenomen moet worden, terwijl de partner het er niet mee eens is. Het laten opnemen is meestal een proces van lang wikken en wegen en ook als het besluit tot opname eenmaal gevallen is, blijft de twijfel nog bestaan. Men voelt zich ook schuldig over de opluchting dat persoon toch opgeborgen is of weggestopt. En eenmaal in het verpleeghuis houdt de zorg nog niet op. Bezoekuren gaan het levensritme bepalen. Soms ligt een verpleeghuis op een flinke afstand van de familie vandaan. Maar toch zijn er naast de vele problemen wanneer iemand, en zeker een geliefd persoon, dement wordt, ook nog vreugdevolle momenten, waar je mee kunt lachen.

REACTIES

S.

S.

bedankt voor het goede werkstuk

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.