Herakles

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3779 woorden
  • 19 februari 2000
  • 351 keer beoordeeld
Cijfer 7
351 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Herakles
Het sterkste kind van Griekenland
Alkmene, de mooie vrouw van Amfitryon was zwanger van een kind van Zeus. Binnen een jaar werd het kind geboren. Het was een flinke jongen en werd Herakles genoemd (in het Latijn is dit Hercules). Maar Hera, de godin van het huwelijk en de vrouw van Zeus vond het niet leuk dat Herakles geboren was door een van de zoveelste avontuurtjes van haar man en Hera zond uit op wraak. Ze stuurde twee vuistdikke slangen naar het huis van Alkmene en Amfitryon, waar Herakles lag te kraaien in zijn wieg. Maar Herakles zag de twee slangen en stak zijn kleine handjes uit, greep de slangen vlak onder de kop beet en kneep ze dood. Hera zou iets anders moeten bedenken. Een waanzinnige moordpartij
Herakles groeide op en al snel bleek dat hij overal bij uitblonk vergeleken met zijn leeftijdsgenoten. Hij trouwde en kreeg kinderen. Maar Hera wachtte haar kans geduldig af en toen Herakles naar huis ging kreeg hij een driftbui waar Hera voor gezorgd had. Daardoor had Herakles zijn vrouw en kinderen vermoord en toen hij besefte wat hij gedaan had, was het al te laat. Droevig ging hij naar het Orakel van Delphi. Herakles was ten einde raad en vroeg aan het orakel wat hij moest doen. Het orakel antwoordde dat Herakles 12 jaar lang zichzelf in dienst zou moeten stellen van een zwakkere, de koning van Mykene, Eurystheus. Herakles ging meteen naar Mykene en Eurystheus nam hem in dienst. Eurystheus was doodsbang voor Herakles en gaf hem de allermoeilijkste opdrachten om van Herakles af te komen. Het eerste werk van Herakles: De leeuw van Nemea

In Nemea, een dal niet ver van Mykene, woonde een gevaarlijke leeuw. Alle mensen waren vreselijk bang voor hem want iedereen die in zijn buurt kwam, beet hij met een hap doormidden. Het was ook niemand gelukt het dier op afstand neer te schieten. Zijn huid was zo stevig en glad dat elke pijl erop afketste. Dit ondier moest Herakles doden. Herakles vond de leeuw en schoot een aantal pijlen, maar alle pijlen vielen langs het gespierde lijf van de leeuw neer. Toen greep Herakles zijn knots, zwaaide het in het rond en gaf het dier een keiharde dreun op zijn kop. Het dier gaf geen kik en verdween in zijn grot. Herakles volgde het dier de grot in zonder zijn wapens. Na een hele lange worstelpartij wurgde Herakles de leeuw met zijn blote handen. Toen Herakles met de dode leeuw bij de mensen uit Nemea kwam boden ze Herakles van alles aan, maar de enige dingen, die Herakles wilde hebben, waren de kop en de vacht van de leeuw. De kop diende hem voortaan als helm, de vacht als mantel die hem goed beschermen kon. Zo ging hij terug naar Eurystheus om te melden dat hij zijn opdracht had vervuld. Het tweede werk van Herakles: De draak van Lerna
Koning Eurystheus zag tot zijn grote schrik Herakles gezond en wel terugkeren en stuurde Herakles meteen weer weg voor de volgende opdracht: het onschadelijk maken van de draak van Lerna. Herakles reisde naar zijn jongere neef Iolaos om om hulp te vragen en Iolaos wilde wel helpen. Toen reisden de dappere mannen naar Lerna, waar de negenkoppige draak met een bek zo groot als een oorlogsschip in een moeras huist. Ze vonden de draak en Herakles schoot met zijn pijlen de koppen, maar allen groeiden weer aan. Daarna probeerde Herakles het met zijn knots, maar ook dat ging tevergeefs. Iolaos kreeg een idee om de koppen er af te slaan en meteen de nekken dicht te schroeien. Dit voerden ze uit en met succes! Er verschenen geen nieuwe koppen meer. Met de laatste slag sloeg Herakles de sterfelijke kop eraf. Op het laatste moment, nog voordat de hele draak in het moeras verdween, doopte Herakles al zijn pijlen met het giftige drakebloed en toen ging hij weer terug naar Eurystheus. Het derde werk van Herakles: Het zwijn van Erymanthus
Het derde werk bestond uit het vangen van een zwijn. Een ongelooflijk wild zwijn dat op de berg Erymanthus woonde. Iedereen was bang voor het dier maar Herakles ging vrolijk op weg. Herakles wapende zich met een ketting en hij deed over zijn ondoordringbare leeuwevel ook nog een berevacht. Hij klom naar de top van de Erymanthus die met een dikke laag sneeuw bedekt was en vond het hol van het wilde zwijn. Voor het hol zorgde Herakles voor een diepe geul. Zelf ging hij aan de andere kant van de geul op een boomstam zitten. Het zwijn kwam enige tijd later zijn hol uit en stormde op Herakles af. Maar helaas had het zwijn de geul niet gezien en hij viel erin. Herakles liet zich op het wilde zwijn vallen en het zwijn kon niets meer doen. Voor hij het wist waren zijn poten al met een ketting aan elkaar gebonden. Toen koning Eurystheus Herakles met het levensgevaarlijke dier zag aankomen, werd hij zo bang dat hij zich verstopte in een leeg wijnvat. Een bediende gaf Herakles de volgende opdracht. Het vierde werk van Herakles: Het hert van Cerynia
De bediende was ook bang, maar kwam stotterend met zijn verhaal over het hert op de berg Cerynia voor de dag. Het hert is gewijd aan Diana, de godin van de jacht en Herakles moest het hert heelhuids afgeleverd hebben. Het hert was lichtbruin van kleur, had koperen hoeven en een gouden gewei, vertelde de bediende, waarop Herakles vertrok. Herakles dacht dat het wel een makkelijk karweitje was, maar het hert van Cerynia was pijlsnel. Een jaar lang achtervolgde Herakles zijn prooi tot het moe werd en uit ging rusten. Herakles haalde uit zijn zak een touw en bond heel voorzichtig de koperen hoeven aan elkaar. Toen tilde hij het slapende dier op en zette koers naar Mykene. Toen hij daar was aangekomen sprong hij in zijn bed om even goed uit te rusten voor de volgende opdracht. Het vijfde werk van Herakles: De vogels uit het moeras van Stymphalus
Eurystheus vroeg Herakles om de Stymphalische vogels uit de weg te ruimen. De vogels bevolkten bij honderden de moerassen van Stymphalus, ze waren in heel Griekenland bekend. Ze hadden koperen snavels en koperen klauwen en het ergste was, ijzeren veren die ze als pijlen konden afschieten tijdens hun vlucht. Herakles vond deze opdracht helemaal niet leuk want hij had het niet zo op vogels want ze waren te weelderig en te vlug, maar toch ging hij op weg. Hij kreeg van Pallas Athena, de godin van de wijsheid en kennis, een geschenk, een grote bronzen ratel. Herakles ging naar het moeras en ging op een rotspunt zitten en zwaaide met de ratel rond. Het ding maakte vreselijk veel lawaai en al spoedig verscheen er een zwerm vogels. Woedend schoten ze hun pijlen af, maar ze raakten niets want hun jager zat op veilige afstand. Toen begon Herakles met zijn pijl en boog te schieten. Een voor een tuimelden de moerasbewoners neer. Herakles stond op en wandelde de helling af. Aan de voet van de berg was de grond bezaaid met ijzeren veren. Hij raapte er snel een paar op als bewijs voor Eurystheus. Het zesde werk van Herakles: De stal van koning Augias
In het westen van de Peloponnesos woonde koning Augias. Hij regeerde over de stad Elis en hij was een rijk man. Hij bezat behalve akkers en landerijen ook een groot aantal koeien, stieren en kalveren. Deze dieren werden 's winters ondergebracht in een stal die halverwege de heuvel lag in de bocht van een rivier. In de stal lag een grote hoeveelheid mest die iedere winter toenam! Al dertig jaar lang was de stal niet meer uitgemest en er heerste in de wijde omtrek een ondraaglijke stank. Eurystheus had dit gehoord en gaf de volgende opdracht aan Herakles: maak de stal van koning Augias in één dag schoon! Diepbeledigd over zo'n smerige opdracht stormde Herakles weg. Toen hij bij de stal aangekomen was, was het veel erger dan hij had verwacht. Maar Herakles nam de omgeving goed in zich op en kreeg een idee. Eerst vertelde hij aan koning Augias dat hij in een dag de stal uit kon mesten en koning Augias geloofde Herakles niet en zei: "als je dat lukt, krijg je van mij 300 koeien!" Daarna ging Herakles naar de bovenste kromming van de rivier, stak zijn spa in de grond en groef met driftige bewegingen een geul naar de twee staldeuren. Toen ging hij naar de tegenovergelegen deur en begon daar ook weer een geul te graven, naar het laagste gedeelte van de rivierbocht. Toen hij hiermee klaar was liep het water uit de rivier via de bovenste geul de stal in. Het kolkte over de vloer, het klotste over de wanden. De stroom weekte de mest los en voerde die door de onderste geul af naar de rivierbedding. Herakles had eenvoudig de loop van de rivier verlengd. Koning Augias had gezien wat er gebeurd was en gaf Herakles zijn beloning niet. Koning Augias vond dat de rivier de stal had schoongemaakt en zei dat het voorstel over de 300 koeien een grapje was. Herakles kon de koning wel vermoorden, maar ging snel terug naar Eurystheus nadat hij zei: "ik krijg je nog wel!" Het zevende werk van Herakles: De stier van Kreta
Iedereen was verbaasd dat Herakles ook zijn klus bij koning Augias geklaard had en Eurystheus pijnigde zijn hersens af, maar in de buurt van Mykene was er niets meer te bedenken dat gevaarlijk genoeg was. Dus stuurde hij Herakles naar het eiland Kreta. Minos, de koning van Kreta, had een tijd geleden aan Poseidon, de god van de zee, om een mooie sterke stier gevraagd om de goden een indrukwekkend offer te brengen. Poseidon vond dat geen slecht idee en had een prachtig exemplaar uit de golven laten opduiken. Maar toen Minos dit dier op het strand vond, vond hij het zonde om zo'n mooi dier te slachten en stiekem deed hij de stier bij zijn eigen kudde. De god van de zee was zo woedend over dit bedrog dat hij de stier omtoverde in een wild, vuurspuwend beest. Sinds die tijd kenden de bewoners van Kreta geen rustig moment meer. Herakles ging naar Kreta, op zoek naar de stier. Deze vond hij al snel en de stier kwam een paar keer op Herakles af denderen, maar Herakles pakte de laatste keer zijn horens vast en hield hem zo in bedwang. Zo had hij de stier getemd. Daarna ging Herakles weer op weg naar Eurystheus. Eurystheus droeg de stier op aan Hera die dat eigenlijk helemaal niet wilde, want Herakles was haar vijand. Ze maakte de stier weer even wild en woest als tevoren en stuurde hem ergens anders heen, ver weg van Mykene verwijderd. Eurystheus had weer een nieuwe opdracht bedacht. Het achtste werk van Herakles: De paarden van Diomedes
Voor zijn volgende werk moest Herakles weer over zee. Hij voer naar het noordoosten, naar Thracië. Daar woonde in een stad aan de kust een vorst die vier bijzondere paarden had. Ze waren niet bijzonder mooi en ook niet bijzonder groot, ze waren bijzonder gevaarlijk. De paarden van Diomedes aten mensenvlees. Herakles vertrok naar Thracië. Toen hij aankwam ging hij op weg naar de koninklijke stallen van Diomedes. De knechten die daar bezig waren, kregen geen gelegenheid om iets te zeggen of te doen. Ze werden bij hun nekvel gepakt en in de stal gesmeten. De paarden scheurden de mannen aan stukken en vraten hen met huid en haar op. Herakles kon de dieren nu zonder veel moeite meenemen naar het strand omdat hun eerste honger al gestild was. De Thraciërs zagen Herakles met de paarden weggaan en riepen Diomedes. Toen Herakles omkeek en de Thraciërs en Diomedes zag aankomen, deed hij zijn leeuwekop op. Gevaarlijk begon hij in de richting van de mensen te lopen terwijl hij met zijn knots zwaaide. Dit hadden de mensen nog nooit gezien en ze sloegen op de vlucht. Alleen Diomedes bleef achter. Herakles sloeg hem bewusteloos en sleepte hem naar de paarden van Diomedes, die gretig hun oude baas verslonden. Toen ze Diomedes achter de kiezen hadden, lieten ze zich gewillig aan boord brengen. Herakles voer met zijn buit terug naar Mykene. Het negende werk van Herakles: De gordel van koningin Hippolyte
Koning Eurystheus was langzamerhand ten einde raad. Hij kon het zo gek niet verzinnen of Herakles, die onuitstaanbare patser wist er iets op. Toch kon Eurystheus weer een opdracht verzinnen. Aan de kust van de Zwarte Zee woonden de Amazonen, een volksstam die uit krijgshaftige vrouwen bestond. De amazonen hadden geen koning maar een koningin. Ze heette Hippolyte. Als teken van grote macht en waardigheid droeg ze een zware gouden gordel, die de oorlogsgod Ares haar ooit had gegeven en waar ze bijzonder aan was gehecht. Om die gordel van koningin Hippolyte zeurde de dochter van Eurystheus al jarenlang. Dit bedacht Eurystheus zich en dus stuurde hij Herakles op de gordel af. Herakles had al zijn makkers opgetrommeld en voer met een vloot van negen schepen naar het land waar de Amazonen woonden. Toen de schepen bij de hoofdstad waren afgemeerd, kwam Hippolyte persoonlijk een kijkje nemen. Bij haar eerste blik op de aanvoerder, die grote stoere man, raakte ze tot over haar oren verliefd. Ze snelde de loopplank op en verdween met Herakles in het ruim van zijn schip. Daar vroeg Herakles om de gordel en Hippolyte wilde het net geven, toen Hera daar een stokje voor had gestoken. Hera had zich namelijk vermomd als een Amazone en had iedereen verteld dat Herakles een schurk was die de koningin wilde ontvoeren en meenemen als slavin. Zo kwamen alle krijgshaftige vrouwen naar het strand. Toen Herakles de kreten van zijn manschappen hoorde, schrok hij op. Hij dacht dat de mooie koningin hem aan het lijntje had gehouden en stak haar met zijn zwaard dood. Daarna mengde hij zich in het gevecht dat intussen was opgelaaid. Ten slotte slaagde Herakles erin met twee van zijn schepen te ontkomen naar Griekenland. De gordel had hij bij zich, maar nooit zou hij de ogen vergeten van Hippolyte, waarin hij vlak voor ze stierf geen verraad had gelezen maar liefde. Het tiende werk van Herakles: De koeien van de reus Geryones

Wie van Mykene naar het westen reisde, kwam vroeg of laat in Spanje terecht. Dat was volgens koning Eurysteus het eind van de wereld. Hoewel hij ook gehoord had van een eilandje dat nog voorbij Spanje lag, in de oceaan. De reus Geryones was er de baas en als je de verhalen geloven mocht, was hij een echte tiran. Niemand moest het wagen aan zijn kudde prachtige koeien te komen. Dus was de volgende opdracht voor Herakles om de koeien van de reus Geryones te roven. Herakles begon opgewekt aan zijn verre bootreis. Hij was na verloop van tijd zo tevreden over zijn vorderingen tijdens de reis dat hij in een vrolijke opwelling twee gigantische rotsen oppakte, die hij neerzette aan weerszijden van de zee-engte. Nog altijd worden deze rotsen 'De zuilen van Herakles' genoemd. Herakles roeide verder en kwam bij het eiland van Geryones. Herakles sloop met zijn knots in de aanslag naar het weiland waar de beroemde kudde stond. De knots kwam goed van pas, want natuurlijk liet Geryones zijn koeien goed bewaken door een herder en een herdershond met twee monsterlijke koppen. De herder werd door Herakles in één slag geveld. Voor de hond waren twee klappen nodig. Maar de reus die door een van de eilandbewoners was gewaarschuwd, dat was moeilijker! Geryones was geen gewone reus, hij had maar liefst drie bovenlijven. Drie paar schouders, drie paar gespierde armen en drie hoofden. Herakles zag de reus aankomen en even stond Herakles doodstil. Toen gooide hij zijn knots op de grond, nam zijn boog en schoot van opzij Geryones bovenlijven met een lange pijl aan elkaar vast. Als een blok viel de reus neer en Herakles pakte zijn knots weer en sloeg de eigenaar van de koeien een-twee-drie de schedels in. Na een jaar van reizen met zijn kudde, kwam Herakles eindelijk voor de poort van Mykene, met de rust van koning Eurystheus was het weer gedaan. Het elfde werk van Herakles: De appels van de Hesperiden
Eurystheus gaf Herakles nog een opdracht. Herakles moest drie gouden appels uit de tuin van de Hesperiden halen. Zo ging Herakles weer op weg maar hij wist niet waar de tuin van de Hesperiden zich bevond. Dus zwierf hij door Griekenland en hoorde uiteindelijk dat de tuin van de Hesperiden in het noorden van Afrika lag, tegen de helling van het Atlasgebergte. Na een lange tocht kwam Herakles in Afrika aan. Hij ging regelrecht naar Atlas, die sinds jaar en dag het hemelgewelf op zijn schouders torste, en vertelde waarvoor hij kwam. Atlas wilde wel even de appels plukken als Herakles het hemelgewelf even over zou nemen. Dat gebeurde. Atlas rekte zich even goed uit en ging toen naar de tuin van zijn dochters, de Hesperiden. Even later kwam hij weer terug en deed Herakles het voorstel dat hij de appels ook wel even zou kunnen brengen. Herakles vond dat goed, maar hij vroeg of Atlas het gewelf eventjes over kon nemen zodat hij een kussentje voor in zijn nek kon pakken. Zo nam Atlas het gewelf weer over en Herakles pakte de appels en maakte dat hij weg kwam. Tevreden kwam hij een poos later in Mykene aan. Het twaalfde werk van Herakles: De ontvoering van de hellehond Cerberus
Het was tijd voor het twaalfde, het laatste werk van Herakles en Eurystheus piekerde en piekerde zich suf, want hij moest iets verzinnen waardoor hij Herakles kwijtraakte. Maar uiteindelijk had hij iets bedacht. Herakles moest de hellehond Cerberus ontvoeren. Dit karweitje zinde Herakles niet. Hij was dan wel voor niemand op de wereld bang, maar naar de Hades? Zelfs een zoon van Zeus wist niet wat hem daar precies te wachten stond. Daarom riep Herakles voor deze tocht de god van de reizigers, Hermes op. Gelukkig wilde Hermes wel mee en ook Pallas Athena wilde wel mee. Met aan elke kant een god bereikte Herakles de ingang van het dodenrijk. Veerman Charon was zo onder de indruk dat hij het gezelschap zo snel mogelijk over de Styx roeide. De hellehond Cerberus klapte van eerbied alle drie zijn muilen dicht en bleef toen onbeweeglijk staan. Maar Herakles moest door om Hades te vragen om de hellehond Cerberus. Gelukkig was de troon van Hades al in het zicht. Hades zei dat Herakles de hellehond Cerberus wel een tijdje mocht lenen, maar dan moest Herakles hem wel zonder wapens en zonder verdere hulp zien te overmeesteren. Dus ging Herakles weer terug naar de hellehond Cerberus die al luid blaffend op hem afstormde. Maar al snel voelde Cerberus zich in een verlammende greep genomen. Hij kon alleen zijn staart, met aan het puntje een slangekop nog bewegen. Hij probeerde met zijn staart Herakles te slaan, maar de leeuwevacht van Herakles was overal tegen bestand. Na een lange vergeefse worsteling moest de hellehond de strijd opgeven. Vol trots sleepte Herakles het uitgeputte monster met zich mee naar Mykene. Eurystheus wist niet wat hij zag! Voor de tweede keer dook hij van angst in een wijnvat, en hij kwam er pas weer uit toen Herakles opnieuw vertrokken was om de waakhond van Hades terug te gaan brengen. De boetedoening voor de moord op zijn vrouw en kinderen was ten einde. De dood van de held
Twaalf werken had Herakles achter de rug. Twaalf bijna onmogelijke taken die niemand anders dan hij had kunnen volbrengen. De jaren daarna leidde Herakles een leven vol avonturen, maar hij kreeg er na verloop van tijd genoeg van. Hij trouwde met Deinaeira, een koningsdochter. Ze besloten te gaan wonen in Trachis, aan de oostkust van Griekenland. Tijdens de reis daarheen voelde Deianeira zich heen gelukkig, alleen wanneer Herakles maar een seconde naar een andere vrouw keek, was haar dag bedorven. Toen ze niet ver meer van hun doel waren verwijderd, stonden ze plotseling voor een wild stromende rivier. De centaur Nessos droeg Deianeira op zijn sterke paarderug naar de overkant terwijl Herakles op eigen kracht naar de overkant ging. Maar opeens hoorde Herakles een harde gil. Nessos probeerde Deianeira aan te randen! Herakles greep zijn boog en er suisde een pijl door de lucht en het volgende ogenblik zakte de centaur dodelijk getroffen in elkaar. Net op dat moment zei Nessos: "vang mijn bloed op in een kruik, als je daar ooit een kledingstuk van je man in doopt, zal hij meer van je houden dan wie ook ter wereld". Dat kwam de jaloerse vrouw wel van pas en snel volgde ze de raad van Nessos op. Nadat ze zich in Trachis gevestigd hadden, ging Herakles er af en toe even tussenuit en iedere keer als ze hoorde dat Herakles weer op zijn terugreis was, juichte ze van blijdschap. Behalve na die ene, noodlottige dag. Een bode vertelde dat Herakles op zijn terugreis was en dat hij iemand mee had genomen, een zekere Iole, een oude bekende. Deianeira verstijfde van schrik en jaloezie. Iole, een vrouw! In verwarring wist ze niet wat ze moest zeggen of doen. Toen herinnerde ze het kruikje met het bloed van Nessos, dat ze al die tijd bewaard had. Dus vroeg ze de bode even te blijven wachten, haalde een hemd van haar man tevoorschijn en doopte dat in het bloed van Nessos en gaf het mee voor Herakles. Even later trok Herakles het kledingstuk aan en meteen gaf hij een harde schreeuw. Hij kronkelde van de pijn. Hij probeerde tevergeefs het kledingstuk van zich af te scheuren, maar het kleefde aan zijn lichaam. Toen zei Herakles: "bouw een brandstapel voor me en maak een eind aan mijn leven! Ik houd het niet langer uit! Help me, alsjeblieft!" Kreunend en jammerend rolde hij over de grond, terwijl de mannen deden wat hen gevraagd was. De grote brandstapel (op het Oita gebergte) werd in brand gestoken. Er verschenen plotseling grote, donkere wolken aan de hemel, een geweldig geraas van donderslagen weerklonk en een bliksemvuur trof de brandstapel. Toen werd het stil, de grootste en sterkste man van Griekenland was door Zeus naar de Olympos gehaald. Herakles bevond zich nu ook op de Olympos en of Hera dat nu wilde of niet, de godin moest haar aartsvijand als halfgod aanvaarden. Bronvermelding Herakles. Boeken: Griekse mythen en sagen / Gustav Schwab, Prisma, 1984
De tocht van de Argonauten / Simone Kramer, Ploegsma, 1996
Griekse mythologie / David Bellingham, de Lantaarn, 1991
Lesboek deel 1 Pallas / Elly Jans, Charles Hupperts, Eisma b.v, 1994 Overig: Encyclopedie Winkeler Prins / verscheidene delen
De film Hercules uit de ANWB Kampioen, november 1997

REACTIES

N.

N.

Volgens mij was het tweede werk dat Herakles moest verrichten: Het doden van de hydra van Lerna en die hydra is een waterslang (geen draak). Verder prima werkstuk!Groetjes

18 jaar geleden

J.

J.

goed verslag, maar effe een vraagje:

heb je hiervoor een originele griekse tekst gebruikt, en zo ja, waar heb je die vandaan? ben echt heel wanhopig.

mzzl

21 jaar geleden

M.

M.

Beste Marit Rutten,
een heel goed werkstuk! mijn complimenten, ik moet zelf ook zoiets doen, maar ik heb daar afbeeldingen van Herakles van nodig, ik moet 4 werken bespreken van de opdrachten van de vogels, Kerberos, de appels en van de slang. heb je hier misschien afbeeldingen nog van je werkstuk van, en als het kan met info over de schilder van de afbeelding.
alvast bedankt, martine bergwerff

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.