Indonesië

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 4810 woorden
  • 23 maart 2011
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
48 keer beoordeeld

Indonesië

Voorwoord

Dit werkstuk gaat over Indonesië. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat dat moest van de juf. Ik ben nooit naar Indonesië toe geweest maar wel vlakbij namelijk op Singapore. Singapore is een heel modern land met heel veel mensen op een kleine ruimte. Daarom zijn er daar veel regels. Je mag bijvoorbeeld geen kauwgum bij je hebben. Doe je dat wel dan krijg je 500€ boete. Als je op de grond spuugt kun je 2 weken gevangenis krijgen. Vanuit Singapore konden we Indonesië zien liggen.

Omdat ik veel video’s gezien heb over de tweede wereldoorlog, vind ik het best leuk om meer over Indonesië te lezen.


Inhoudsopgave
Inleiding 5
1. Algemene gegevens 6
2. Kaart van Indonesië 8
3.Klimaat en Landschap 9
Het klimaat 9
De flora en fauna 10
Diersoorten 11
4. geschiedenis 13
Prehistorie 13
Oudheid 13
De gouden eeuw 13
Portugese tijd 14
5. Overige geschiedenis 15
De VOC 15
De tweede wereld oorlog 15
Onafhankelijk 16
Na de onafhankelijkheid 17
Nu 18
6.Religie/etnische groepen 19
Algemeen 19
Islam 19
Christendom 19
Hindoeïsme 20
7.Middelen van bestaan 21
8.taal 22
1 t/m 20 in het Indonesisch 22
10 Indonesische woorden 22
Welken woorden gebruiken wij nu in Nederland. 23
9.Twee belangrijkste eilanden 24

Sumatra 24
Java 25
Nawoord 26
Bibliografie 27


Inleiding
Hoofdstuk 1 gaat een beetje over alles van Indonesië algemeen. In hoofdstuk 2 staat een kaart van Indonesië en alle eilanden. Hoofdstuk 3 gaat over het klimaat en het landschap. Hoofdstuk 4 beschrijft de geschiedenis van het land. Hoofdstuk 5 gaat over Indonesië als kolonie van Nederland. Hoofdstuk 6 gaat over de religie en etnische groepen. Hoofdstuk 7 gaat over de middelen waar ze van leven. Hoofdstuk 8 gaat over de talen die ze spreken. Tenslotte worden in hoofdstuk 9 de grote en belangrijke eilanden Java en Sumatra beschreven


1. Algemene gegevens
Naam van het land
Het land wat ik in dit werkstuk beschrijf heet de republiek Indonesië (in het Indonesisch: Republik Indonesia). Republiek Indonesië is de officiële naam voor Indonesië. Het is een republiek omdat er geen koning van Indonesië is. De Indonesiërs noemen hun land ook wel eens Tanah Air Kita dat betekent ons land en water.

De hoofdstad
De hoofdstad is Jakarta en heette vroeger eerst Sunda Kelapa daarna Djakarta en tegenwoordig Jakarta.

Waar ligt het land

De republiek Indonesië ligt in zuidoost-Azië en heeft een tijdsverschil van 6 uur met Nederland en ligt op het zuidelijk halfrond. Het land grenst aan Papoea-Nieuw-Guinea, Oost-Timor en Maleisië. Andere landen die Indonesië omringen zijn Singapore, Brunei, de Filipijnen, Australië en de door India bestuurde Nicobaren.

Taal
Ze spreken vooral Indonesisch en ook wordt er Engels gesproken. Daarnaast zijn er vele lokale dialecten en talen die door kleinere groepen worden gesproken.

Grootte
Indonesië heeft een grote van 1.904.569 km² en bestaat uit 17.508 eilanden. Het land Indonesië is daarmee 's werelds grootste eilanden Rijk. Het is qua inwoneraantal het op drie na grootste land ter wereld. Indonesië heeft ook hele grote natuurgebieden.

Godsdienst
Op Indonesië wordt (behalve het jodendom)elke godsdienst gehouden.

Regeringsvorm/bestuur
Indonesië is een republiek met een gekozen parlement en een president.

Betaalmiddel
De Indonesische munt is de Rupiah. 5500 Rupiah is ongeveer 1 euro. Één Rupiah is dus maar heel weinig waard € 0,00018. Miljonair ben je al met € 181.

De eilanden en hun hoofdstad
De hoofdstad van Sumatra is Tanjung Pinang, die van Java is Jakarta, die van Irian Jaya is Jayapura, die van Papua Nieuw Guinea is Port Moresby en die van Borneo is Pontianak. Deze eilanden zijn 90% van al het gebied van Indonesië.

De vlag

De vlag is heel simpel en bestaat uit de kleuren rood en wit. Rood staat voor dapperheid en wit staat voor reinheid. Het wapen is de gouden arend Het aantal veren staan voor 17 augustus 1945, de dag dat de onafhankelijkheid werd verklaard. Op de band die de vogel vast heeft staat ‘eenheid in verscheidenheid’.


2. Kaart van Indonesië



Dit is Indonesië en je ziet ook dat het heel veel eilanden heeft. In het totaal heeft Indonesië 15.508 eilanden, waarvan er maar 6.000 bewoond zijn. De grootste eilanden zijn Java, Nieuw-Guinea, Borneo, Irian Jaya en Sumatra. Dit is 90% van de grond van Indonesië.



3.Klimaat en Landschap

Het klimaat
In Indonesië is het een stuk warmer dan hier dat kun je ook zien in deze tabel. Het rare als je in een huis zit met een airco aan en je kijkt naar buiten, ziet het er vaak uit of je een jas aan moet trekken.

Temperatuur januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december gemiddeld per jaar
Jakarta 26,3 26,6 27 27,6 27,9 27,3 27 27,2 27,6 27,8 27,8 27,1 27,3
Denpasar 27,6 27,7 27,6 27,8 27,3 26,6 25,9 25,8 26,4 27,2 27,8 27,7 27,1
Medan 25,5 25,9 26,5 26,7 26,9 26,9 26,5 26,3 26,1 25,9 25,7 25,6 26,2
Padang 26,3 26,5 26,6 26,7 26,8 26,6 26,2 26,1 26,1 25,9 25,9 26,1 26,3
Makassart 25,9 25,9 26,2 26,6 26,9 26,5 26 26,6 27,1 27,4 26,8 25,9 26,5

Maumere 27,3 26,8 27,3 27,8 27,7 26,9 26,6 26,8 27,8 28,6 29,1 27,9 27,6
Lelystad 5 7 10 14 18 20 22 23 19 14 9 5 13,8

Maar helaas regent het er vaker dan hier in Nederland. Dat kun je in deze tabel zien:

neerslag januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december per jaar gemiddeld per maand
Jakarta 416 319 211 113 88 62 39 48 33 67 95 164 1655 138
Denpasar 347 287 213 94 76 70 50 23 40 90 154 293 1737 145
Medan 137 85 104 146 181 137 146 184 222 272 244 203 2061 172
Padang 341 252 307 378 304 272 273 327 384 492 509 461 4300 358
Makassart 670 551 417 209 147 80 59 35 37 126 297 571 3199 267
Lelystad 60 60 50 50 50 70 80 80 70 80 70 70 790 65,8333333333333

De flora en fauna
In Indonesië leven erg veel wilde diersoorten. Op Kalimantan komen bijvoorbeeld 21 soorten apen voor. In de zeeën leven koraal, zeewier, hele mooie tropische vissen en andere zeedieren, hoewel de vervuiling er voor zorgt dat er steeds meer diersoorten verdwijnen. In het Westen van Indonesië komen Aziatische dieren voor zoals olifanten, nevelpanters en netpythons. Dieren die in het Oosten voorkomen, op Irian Jaya en omstreken, vind je ook in Australië: de koeskoes, kangoeroe, buideldas en mierenegel. Net als in andere landen hangt de toekomst van de flora en fauna af van de mensen die er wonen. De oerang-oetang komt alleen nog voor op Borneo en Noord-Sumatra. De orang-oetang wordt steeds zeldzamer en valt inmiddels onder de bedreigde diersoorten.
Een nog zeldzamer zoogdier is de Javaanse neushoorn die alleen op Java voorkomt en bijna helemaal is uitgestorven. Er leven nog 75 van deze neushoorns. Ook enkele vogels hebben moeite om te blijven leven, zoals de Balinese spreeuw. In Indonesië komen meer soorten planten voor dan in Afrika en Amerika en een heleboel zijn nog niet geregistreerd. Er komen veel planten voor, waaronder een zwarte soort bamboe er zijn circa 250 soorten bamboe en 150 soorten palmbomen. Een bijzondere plant is de rafflesia waar geen enkel blad aangroeit, maar wel 1 meter lang kan worden. De plant groeit op het water en op het land. In de vruchtbare delen van Indonesië komen duizenden soorten bloeiende planten voor. De netpython kan wel 10 meter lang worden. Daarom vinden veel mensen hem heel erg eng. Een kasuaris is een grote loopvogel. Hij kan niet vliegen. Hij leeft in Irian Jaya en omstreken, en eet fruit en insecten, die hij op de grond van het regenwoud vindt. De koeskoes zoekt op boomtakken naar blaadjes en fruit. Soms eet hij ook hagedissen of jonge vogeltjes. Er komen ook veel bekerplanten voor in Indonesië. Ze leven van insecten die in hun met vloeistof gevulde beker terechtkomen. In Indonesië komen heel erg veel kruipende en vliegende insecten voor. De atlasvlinder komt daar ook veel voor en is 1 van de grootste vlinders ter wereld.

Diersoorten

In Indonesië lopen (en vliegen) veel dieren rond, onder andere:
oerang oetang’s
vleermuizen
panda’s
olifanten
panters
netpythons
koeskoes
kangoeroe’s
buideldasen
mierenegels
neushoorn’s
Balinese spreeuwen
kasuarissen
hagedissen
atlasvlinder’s
komodovaraan

Oerang oetang’s
Een oerang oetang is een aap die veel in de boom slingert. Hij is bijna nooit op de grond. Slapen doet hij ook in de boom. Dit doet hij voor roofdieren. Als hij op de grond zou slapen, zou hij al lang uitgestorven zijn.

Vleermuizen
Vleermuizen vliegen alleen in de nacht. Overdag slapen ze dat doen ze op de kop. Ze slapen ook in de winter omdat het dan te koud is. Ze kunnen heel groot worden maar ook heel klein zijn.

Panda’s

Panda’s zijn een soort beren, maar ze eten bamboe. Ze zijn zwart met wit van kleur. Het zijn wel vleeseters, omdat ze daar wel een gebit voor hebben, maar hij eet geen vlees.

Olifanten
De olifanten wonen alleen in het westen van Indonesië.

Panters
De panters leven ook in het westen van Indonesië.

Kangoeroes
Kangoeroes zijn bruine dieren met een buidel op hun buik. De mannen dragen de kleine kangoeroes bij hun in de buidel, daar kunnen de kleine kangoeroes ook drinken.

Neushoorn’s
Neushoorn’s hebben een hoorn op hun neus. Die hoorn is van hetzelfde materiaal als onze nagels maar dan is het meer spul. Hij is bijna blind en kan nog geen 5 meter voor zich kijken, maar hij kan wel heel goed horen en ruiken.

Hagedissen
Hagedissen zijn amfibieën (daar komt waarschijnlijk ook de naam van het amfibievoertuig vandaan), ze kunnen dus op het land en op het water leven. Hagedissen heb je in allemaal verschillende soorten. Je hebt er ook een paar, die hun staart kunnen loslaten. Die groeit er later weer aan. Dit doen ze als ze bij hun staart gepakt worden.


4. geschiedenis

Prehistorie

In de prehistorie liepen er ook java mensen (ook wel homo Erectus genoemd) rond. Dit waren voor ouders van de mens.

Oudheid
De Indonesische eilanden zijn al heel lang een belangrijke handelsregio. In de 2e eeuw landden de eerste Indiase kooplieden met hun boten op Java, Sumatra en Sulawesi. Uit oude boeken is duidelijk geworden dat Indiase geschiedschrijvers al ongeveer 600 voor Christus melding maakten van Java. De invloed van deze Indiërs reikte ver, maar vooral de heersende klasse nam veel van deze mensen over, met name het hindoeïsme. Ook de vele leenwoorden die in de Indonesische taal terug te vinden zijn, vormen een duidelijk bewijs van de sterke Indiase invloeden. In de 5e eeuw ontwikkelden zich op Java brahmaanse sekten die de hindoe-god Shiva vereerden. In de 7e eeuw kwam het Srivijaya-koninkrijk sterk opzetten in het zuiden van Sumatra, de handel dat Malakka en Sumatra en de scheepvaart van India naar China beheerste. Op Java, met name aan de kust, bloeiden rijke en machtige hindoe-Javaanse staten op, onder andere Kediri, Sailendra en Papajaran. Het boeddhisme is ook als wijzigende factor in deze ontwikkeling niet te verwaarlozen: het kende geen rasvooroordelen en spreidde een sterke missionaire activiteit tentoon. De aanhangers van hindoeïsme en boeddhisme leefden overigens vreedzaam naast elkaar. Tegen het einde van de 10e eeuw streden Java en Sumatra om de opperheerschappij. Door de veroveringen van Airlangga (tot 1042) werd een machtsevenwicht in de archipel bereikt: Java beheerste het oosten, Sumatra het westen. Srivijaya was langzamerhand verzwakt, mede door een overval van de Zuid-Indische Cholas op Malakka en Sumatra. Het machtsevenwicht bleef tot de 13de eeuw bestaan.

De gouden eeuw
In de 14e eeuw was Majapahit-rijk de belangrijkste staat van Indonesië, en was ook het laatste Javaans-hindoeïstische koninkrijk. In de 15e en 16e eeuw zetten islamitische kooplieden voet aan wal en troffen met name op Sumatra en Java goed georganiseerde koninkrijken aan; op Borneo was dat veel minder het geval en op Sulawesi was dat nauwelijks het geval. Hoe sterk de invloed vanuit India is geweest blijkt wel uit het Indiase schrift dat op veel plaatsen gebruikt werd tot in de 20e eeuw. Arabieren waren trouwens al in de 4e eeuw naar Indonesië gekomen om handel te drijven. In de 14e eeuw werden de activiteiten van de Arabische handelaren aanzienlijk uitgebreid richting Indonesië. Onvermijdelijk deed ook de islam geleidelijk zijn intrede op de eilandengroep, allereerst vanuit het noorden van Sumatra en daarna over Java. Over het algemeen kan men zeggen dat de islam het meeste succes had in die gebieden waar het hindoeïsme het minste de voet aan de grond gekregen had. Eind 15e eeuw werden de eerste twee belangrijke steden volledig islamitisch, Demak en Cirebon op Java. Nog wat later was er van het hindoeïstische Majapahit-rijk niets meer over en vervangen door zo’n twintig islamitische koninkrijken die verspreid lagen over de hele archipel. Vaak bekeerden hindoeïstische prinsen tot de islam uit geldelijk gewin en de bevolking volgde dat voorbeeld zonder veel problemen. Zo had de islam in die tijd op allerlei gebied een grote invloed op de ontwikkeling van Indonesië.

Portugese tijd
De Portugese periode duurde niet erg lang, vanaf ongeveer 1511 (verovering van Malakka) tot ongeveer 1662. Zij waren het echter die de Europese beschaving en cultuur naar Indonesië brachten, onder andere het rooms-katholicisme en de Portugese taal, die in de 16e eeuw de handelstaal of ‘lingua franca’ van de archipel was. Opmerkelijk was wel dat de Portugezen zich volledig op de handel richten en op de verbreiding van het christendom, en niet zozeer op het veroveren van gebieden. Toch hadden zij niet zoveel invloed op de grote internationale handelswegen zoals later de Hollanders. In 1570 vermoordden de Portugezen een sultan, om zo meer gunsten te krijgen van zijn opvolger. Het volk pikte dit echter niet en verjaagde de Portugezen van het eiland Ternate. Later zou blijken dat dit het begin van het einde was van de superioriteit van de Portugezen in Indonesië. De grote invloed van de Portugezen uitte zich onder andere in de taal, de muziek, de invoer van tabak en het ontwerpen en bouwen van schepen. In het begin van de 16de eeuw ontstond er tevens een nieuw islamitisch rijk in Aceh (je zegt Atjeh).


5. Overige geschiedenis

De VOC
In 1602 richtte Nederland de VOC (Verenigd Oost-Indische Compagnie) op om de Nederlandse handel te beschermen. Dus de VOC was een soort marine van toen.

De VOC schepen vervoerde Nootmuskaat, Kruidnagel, Kraakporselein, Peper en nog veel meer.

De VOC had kantoren in:
• Amsterdam,
• Delft,
• Rotterdam,
• Hoorn,
• Enkhuizen,
Middelburg.

Het leven aan boord van een schip van de VOC was erg zwaar (zelfs op een piraten schip was het leven beter daarom waren er veel piraten toen). De bemanning had geen vrije tijd en het eten was slecht. Tijdens de reis konden er allemaal rampen gebeuren. Als het al lukte om veilig over te komen stierven er gewoonlijk meer dan de helft van de bemanning. Voor velen was werken voor de VOC een bevrijding uit het armoedig leven en hoopten zij op een beter leven.

De tweede wereld oorlog

Op 1 Maart 1942 tijdens de 2e Wereldoorlog vielen de Japanners Indonesië binnen. Er werd zwaar gevochten, maar na een week moesten de Indonesische soldaten zich al overgeven. Het was een zware tijd voor de gevangenen in Indonesië. De gevangenen werden slecht behandeld en moesten heel hard werken bijvoorbeeld aan de Birma spoorlijn. De Birma spoorlijn loopt door Thailand en Birma. De gevangenen die aan de Birma spoorlijn werkten, werden met de dood bedreigd om mee te werken. Daarom was de spoorlijn al na een korte tijd af. Veel van hen hebben het niet overleefd. Daarom wordt de Birma spoorlijn ook wel de Railway of Death genoemd. Dat betekent: spoorlijn van de dood. De Birma spoorlijn is 415 km lang geworden. In het voorjaar van 1942 werd Nederlands-Indië (nu Indonesië) bezet door het Japanse leger. Japan had in december 1941 de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor aangevallen en grotendeels verwoest. Daarna bezette Japan een deel van Zuidoost Azië.
Na de capitulatie van Nederlands-Indië vluchtten sommige Europeanen naar Australië. De Europese en Indische militairen en burgers die achterbleven werden in kampen opgesloten. Dit waren de zogenaamde 'Jappenkampen'. Veel mannelijke gevangenen werden door Japan als dwangarbeiders gebruikt. Er waren aparte kampen voor vrouwen en kinderen. Nederlandse kinderen moesten watertonnen dragen. in een 'Jappenkamp'. Bijna 17.000 burgers kwamen om. 
In alle Aziatische landen reageerde een deel van de bevolking enthousiast op de Japanse bezetting. Zij zagen de Japanners als bevrijders, die hen kwamen verlossen van de Europese overheersing. Japan had een ander plan: de macht overnemen in zoveel mogelijk Aziatische landen. Die bezette landen moesten grondstoffen leveren aan de Japanse industrie. 
In juni 1942 versloeg de Amerikaanse marine Japan in de zeeslag bij Midway. Vanaf dat moment werd Japan steeds verder teruggedrongen door de geallieerden. Op 14 augustus 1945 capituleerde Japan na atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Nederlands-Indië was een dag later vrij. Het einde van de oorlog in de Azië betekende ook het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Onafhankelijk
Op 15 augustus gaf Japan zich over aan de geallieerden en twee dagen later riepen Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid uit en was de Republic Indonesia een feit. De teruggekeerde Nederlanders probeerden meteen hun bewind te herstellen, maar stuitten op zeer heftige tegenstand, vooral op Java en Sumatra. De Nederlanders hadden in eerste instantie meer last van bendes jongeren dan van het reguliere leger. Internationaal kregen de Indonesiërs aanvankelijk weinig steun in hun strijd tegen de Nederlanders. Op 21 juli 1947 begon Nederland zijn eerste politionele actie, die door toedoen van de Verenigde Naties op 5 augustus werd gestaakt. Binnen de republiek gistte het tussen allerlei groeperingen, wat uiteindelijk resulteerde in een opstand tegen de pro-Nederlandse regering, geleid door de communistische partij PKI. In 1948 kwam er een ultraconservatieve regering in Nederland aan de macht, die besloot om in december van dat jaar Yogyakarta te bombarderen en te bezetten door Nederlandse parachutisten. Deze tweede politionele actie mislukte echter volkomen. Sukarno en veel leden van zijn revolutionaire kabinet werden gevangen genomen, maar de Nederlanders ondervonden zeer veel tegenstand van de republikeinse Indonesiërs. De term ‘merdeka’, wat vrijheid betekent, lag in die tijd op ieders lip. Nadat de wereldopinie en ook de Verenigde Naties zich steeds meer achter de Indonesiërs opstelden was het snel gedaan met de Nederlandse bezetting van Indonesië. In 1948 besloot het Amerikaanse Congres om de Marshall-steun op te schorten en op 27 december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit over aan een vrij en onafhankelijk Indonesië. Aanvankelijk werden Nederland en Indonesië nog in een unie geperst, die echter al op 17 augustus opgeheven werd. Alleen in de Zuid-Molukken, waar in april 1950 een onafhankelijke republiek was uitgeroepen, werd tegen deze ontwikkeling gewapend verzet geboden vooral door voormalige KNIL-militairen.

Na de onafhankelijkheid
In 1949 kwamen Indonesië en Nederland tot een akkoord. Daar stond in dat voor 1 april 1949 Indonesië een federale staat moest worden(dat betekent dat het een bondsstaat moet worden zoals bijvoorbeeld Duitsland). Later kwamen er nieuwe onderhandelingen. Tijdens deze onderhandelingen werd afgesproken dat de Republikeinen de guerrilla zou beëindigen en zou meewerken met het handhaven van de vrede. Nederland moest daartegenover het bezette Yogyakarta ontruimen en de politieke gevangenen vrij laten. Nederland had hier echter grote moeite mee.
Na al deze lange onderhandelingen kwamen ze eindelijk tot een akkoord. 
Het slot akkoord kwam eind 1949. Nederland zou de onafhankelijkheid van Indonesië erkennen. Indonesië moest daartegen over wel verbonden blijven met Nederland door de Nederlands-Indonesische Unie, waarvan aan het hoofd Juliana zou staan. Zij had echter geen werkelijk macht. Het Nederlandse parlement stemde met tweederde meerderheid voor en de wet werd veranderd. 
Op 27 december 1949 werd de akte van soevereiniteitsoverdracht door Koningin Juliana getekend. Vanaf deze dag was Indonesië echt vrij. De eerste president werd Soekarno. Hij maakte van Indonesië een eenheidsstaat. In 1956 werd de Unie opgeheven omdat die toch niks voorstelde. 
Nadat Nederland Indonesië onafhankelijk had verklaard ging het niet echt goed met Indonesië. Er was overbevolking, en er werd te weinig voedsel geproduceerd voor al deze mensen. Gelukkig was er in 1965 een “Groene Revolutie”. Dit hield in dat voor alle inwoners genoeg voedsel werd geproduceerd. Voor de Indo-Europeanen was het leven nog zwaarder. Ze werden door de volbloed Indonesiërs aangezien als onbetrouwbaar. Ze moesten ook kiezen of ze in Indonesië bleven of naar Nederland gingen. De meeste kozen voor Nederland omdat ze daar meer kans hadden op een beter bestaan.
Soekarno probeerde met zijn Pantja Sila van Indonesië meer een eenheid te maken. Dit lukte echter niet, de mensen waren te verschillend. Hij kreeg het wel voor elkaar dat er veel minder analfabeten waren in Indonesië doordat hij het onderwijs sterk had verbeterd. 
In maart 1966 werd er een staatsgreep gepleegd. Het leger nam de macht over en een van de generaals werd de nieuwe president. Soeharto, de nieuwe president werd op 27 maart 1968 officieel president. Toen droeg Soekarno zijn macht over. 


Tijdens het presidentschap van Soeharto ging het beter met Indonesië. Hij bouwde de economie weer op en liet de rust terugkeren. Het geld dat werd verdient, kwam alleen bij een kleine groep mensen terecht. Het grootste gedeelte van de bevolking bleef daardoor dus arm. Wel kregen de mensen meer vertrouwen in Indonesië en gingen ze er meer in investeren. Soeharto kon zo veel makkelijker lenen van alle landen. Rond 1985 ging het slechter met Indonesië, daardoor ging hij meer geld lenen. De staatsschuld werd zo hoog dat er een economische crisis uitbrak die leidde tot het aftreden van Soeharto.
Na het aftreden van President Soeharto kwam, op 27 mei 1998, President Habibie. Hij beloofde het land weer helemaal te herstellen. Na Habibie zijn er, tot nu toe nog 3 andere presidenten geweest. De huidige van nu, President Susilo Bambang Yudhoyono, de vorige, Presidente Megawati Sukarnoputri (zij is de dochter van de eerste President), en daarvoor President Abdurrahman Waait.

De onafhankelijkheid van Indonesië was dus aan de ene kant een ramp, omdat het daarna slechter ging met Indonesië. Maar dit geldt eigenlijk meer voor de Nederlanders die in Indonesië woonden. Voor de Indonesische bevolking werd het eigenlijk juist beter. Ze kregen verplicht onderwijs ingevoerd, waardoor ze meer mogelijkheden hadden. Hun inkomen werd er alleen niet veel beter op, want eerst kregen ze niet genoeg betaald van de Nederlanders. Na de onafhankelijkheid kregen ze niet genoeg betaald van de regering in Indonesië. Toch hebben ze na de onafhankelijkheid wel een economische bloeitijd gehad, waar ook de gewone bevolking wat van gemerkt had. Ook behielden ze hun eigen cultuur. Ze namen niet alles letterlijk van elkaar over, of van het ex-moederland, Nederland. Het was dus eigenlijk meer een zegen dan een ramp.

Als land heeft Indonesië een gemeenschappelijke identiteit gezocht die vooral wordt gedefinieerd door de nationale taal, een moslimmeerderheid en een geschiedenis van kolonisatie en het verzet tegen die kolonisatie. Het Indonesische motto is Bhinneka Tunggal Ika (vertaald; “Eenheid in diversiteit”). Echter, veel geweld is nu nog steeds aan de orde van de dag en hebben tot bloedige gevechten geleid, die de economische en politieke stabiliteit hebben ondermijnd.

Nu
In Indonesië komen nu ook veel toeristen. De president is Susilo Bambang Yudhoyono. Hij is de 6de president van Indonesië (hij is 58 jaar oud). Hij is bij de PD en hij is minister van mijnbouw en energie geweest. Susilo is ook minister van veiligheid en politieke zaken geweest en hij is zelfs generaal in het leger geweest (zijn vader was officier).


6.Religie/etnische groepen
Algemeen
Van de meeste Indonesiërs komen hun voorouders uit Australië. Van een ander groot gedeelte van de Indonesiërs, komen de voorouders uit Maleisië, die vooral in het oosten woonden. In geheel Indonesië worden ongeveer 300 afzonderlijke etnische groeperingen onderscheiden en worden er 742 verschillende talen en dialecten gesproken. De Soedanezen, de etnische Maleisiërs en de Madoerezen zijn de grootste niet-Javaanse etnische groeperingen. Er is een zekere mate van nationaal gevoel, naast de sterk gecultiveerde regionale identiteit. Religieuze en etnische spanningen van vroeger en vandaag hebben geleid tot onderling geweld. Chinese Indonesiërs zijn een belangrijke etnische minderheid die in totaal minder dan 5% van de bevolking uitmaakt. Een groot gedeelte van de particuliere handel en rijkdom wordt gecontroleerd door de Chinezen, wat heeft bijgedragen aan anti-Chinese ressentimenten en zelfs tot anti-Chinees geweld. De meesten mensen zijn islam (86%). Dat is wel raar want het is geen geloof wat daar vandaan komt. Verder heb je ook het christendom (10%), de hindoes (3%) en de boeddhist (1%).

Islam

Rond het jaar 1300 kwamen er handelaren uit gebieden, waar de islam het geloof is, naar Indonesië. Toen kwam het islamitische geloof in het land Indonesië en de islam breide zich snel uit. Vanaf de 14de eeuw tot de 16de eeuw werd de islam heel populair en werd de islam als een olievlek over Indonesië heengespoeld. Nu is dat het grootste geloof op Indonesië.

Christendom
Deze godsdienst kwam als allerlaatste naar Indonesië. Pas in de 16de eeuw (net na de onafhankelijkheid) was het een officiële godsdienst. Nu heft bijna elke stad wel een christelijke kerk.

Hindoeïsme
In de 2de eeuw kwamen de Indische handelaars naar Indonesië. Daardoor kwam het hindoeïsme in Indonesië. Op Java, Sumatra en Bali overheerste het hindoeïsme het meest.


7.Middelen van bestaan
Het belangrijkste eten in Indonesië is rijst. Dat is in Indonesië het volksvoedsel, zoals bij ons de aardappel (al wordt de aardappel wel steeds minder gegeten en de rijst wordt steeds meer gegeten). 
De meeste rijst wordt verbouwt op Sawah’s. Dat zijn natte rijstvelden. De jonge rijstplantjes worden meestal met de hand in de natte bodem geplant. De hele groeiperiode blijft de Sawah nat. Pas bij het rijp worden van de rijst en bij de oogst is het rijstveld droog. 
Java is bekend om zijn Sawah’s.
De meeste van die rijstvelden worden nog bewerkt met karbouwen, dat zijn een soort buffels. Hoewel er in Indonesië veel rijst word verbouwd, moet er toch nog voedsel worden verstuurd, omdat ze zelf te weinig hebben om van te leven. Ons land geeft vaak eten aan Indonesië. Nederland stuurt dan bijvoorbeeld rijst en tarwe. Een extra moeilijkheid in Indonesië is dat de meeste landbouwbedrijven erg klein zijn. Te klein om met machines te werken. De boeren hebben er ook te weinig geld voor. Als ze hun bedrijven groter zouden maken en wat meer geld zouden verdienen, dan kunnen ze bijvoorbeeld kunstmest kopen en dan weer grotere oogsten krijgen. De andere voedingsgewassen op Indonesië zijn maïs, sojabonen en aardnoten.
Indonesië heeft fantastische gerechten, waar producten uit bijna alle delen van de wereld in te vinden zijn. 
Uit India komen kerrie, komkommer en de eierplant. 
Uit Amerika komen chili, peper, vanille, zuurzak (vrucht), pawpaw en ananas.
Uit China komen de wok en het roerbakken mee en ook Chinese mosterd en brassica.
Uit Arabië komen de kebab en geitenstoofschotels. 
De pinda, avocado, guava, papaja, tomaat, pompoen, cacao en de sojaboon worden door de Europeanen gestuurd.

Het basisvoedsel is dus op de meeste eilanden rijst (nasi), aangevuld met groente, vis en soms met vlees en eieren. 
Indonesiërs genieten van hartige gerechten op basis van soja, zoals tahu, tempe en ketjap. In de Indonesische keuken wordt veel vis gebruikt zoals bijvoorbeeld tonijn, garnalen, kreeft, krab, ansjovis, karper, steurgarnalen en zeekomkommer.


8.taal
Het Indonesisch alfabet is ongeveer het zelfde als het Romeinse alfabet het heeft ook 26 letters. Wat wel anders is is dat er 4 mogelijkheden zijn om klinkers die we in Nederland niet hebben aan elkaar te maken, de ng, ny, kh, en sy. Ze hebben die wel in Arabië.

1 t/m 20 in het Indonesisch

1 = satu 2 = dua 3 = tiga 4 = empat 5 = lima 6 = enam 7 = tujuh 8 = delapan 9 = Sembilan  10= sepuluh 11=sebelas 12=belas dua 13=belas tiga 14=belas empat 15=belas lima 16=belas enam 17=belas tujuh 18=belas delapan 19=belas sembilan 20=dua puluh

10 Indonesische woorden

familie = keluaraga
oom = paman
tante = bibi
nicht = keponakan perempuan
neef = keponakan laki-laki
zus = kakak
kind = anak
vader = bapak
moeder = ibu
gezin = keluarga

Welken woorden gebruiken wij nu in Nederland.

Sommigen woorden komen uit Indonesië maar gebruiken wij hier ook. Hier staan wat voorbeelden:
nasi
bami
bami pang pang
asfalt
hamer
envelop
algebra
bagage
overstroming
bericht


9.Twee belangrijkste eilanden
Sumatra
De hoofdstad is Tanjung Pinang. Een oude naam voor Sumatra was "Swarna Dwipa" (Sanskriet voor "Eiland van Goud”), waarschijnlijk door de zeer vroege export van goud. Door de ligging aan de Indiaas-Chinese handelsroutes ontstonden vooral aan de oostkust verschillende handelssteden. Hierdoor werden ook invloeden van Indiase religies meegebracht naar Sumatra. Het meest bekende voorbeeld is Srivijaya, een Boeddhistische monarchie met het huidige Palembang als centrum. Door handel en veroveringen domineerde dit koninkrijk de regio in de 7e-9e eeuw en bevorderde de verspreiding van de Maleise cultuur op Sumatra, het Maleis Schiereiland en west-Borneo (Kalimantan). De invloed van het koninkrijk strekte zich echter niet veel verder uit dan de kustgebieden.De invloed van het Srivijaya-koninkrijk nam af in de 11e eeuw. Het eiland werd herhaaldelijk binnengevallen vanuit Java, door Javaanse koninkrijken: eerst Singasari en later Majapahit. Tijdens deze periode deed ook de islam zijn intrede, die werd verspreid door contacten met Arabische en Indiase handelaren. In de late 13e eeuw bekeerde de heerser van het Samudra-koninkrijk (nu Atjeh) zich tot de islam. De naam "Samudra" werd door Ibn Battuta uitgesproken als "Sumatra", vandaar de naam van het eiland. Samudra werd opgevolgd door het machtige Atjeh-Sultanaat, dat tot in de 20e eeuw bestaan heeft. Met de komst van de Nederlanders werden de vele Sumatraanse prinsdommen geleidelijk onder Nederlands gezag ondergebracht. Atjeh was het belangrijkste obstakel, gezien de lange en dure Atjeh-oorlog (1870-1905). (De huidige Indonesische spelling is overigens "Aceh".) Sumatra haalde op 26 december 2004 op een trieste manier de krantenkoppen toen de noordelijke provincie Atjeh extreem zwaar getroffen werd door metershoge tsunamigolven. Op 19 november 2005 werden de eilandbewoners opnieuw opgeschrikt, nu door een aardbeving met een kracht van 6,5 op de schaal van Richter. Ook de aardbeving Sumatra maart 2010 veroorzaakte alleen paniek.

Java

Java (Indonesisch: Jawa) is het grootste eiland in de Republiek Indonesië. Het eiland is 132.000 km² groot (ruim drie keer zo groot als Nederland) en heeft meer dan 114 miljoen inwoners. Daarmee is het het dichtstbevolkte eiland van Indonesië met gemiddeld 864 mensen per vierkante kilometer. De hoofdstad van Indonesië, Jakarta, ligt op de noord-westkust van Java. Jakarta met de voorsteden wordt gewoonlijk de Jabotabek genoemd. Dat is een afkorting voor Jakarta - Bogor - Tangerang - Bekasi. Deze regio met een totale oppervlakte van 6400 km² (ongeveer even groot als Noord-Brabant en Limburg samen), heeft een bevolking van ongeveer 20 miljoen. Jakarta stad (met een oppervlakte van 664,32 km²) zelf heeft een bevolkingsaantal van 10 miljoen.

Java heeft vier provincies:
Bantam
West-Java
Midden-Java
Oost-Java

Toen wij met de herfstvakantie in Singapore waren is op Java de vulkaan Merapi uitgebarsten. Ook was er nog een aardbeving en Tsunami bij Sumatra. Ik heb de krant uit Singapore meegenomen waar dat in staat.


Nawoord
Ik vond het moeilijk om dit werkstuk te maken omdat je allemaal dingen moest opzoeken. Soms moest je kiezen welke web pagina je opende uit 10.000 dingen op het internet. Om dit werkstuk af te maken moest ik zelfs in de vakantie de hele tijd doorwerken.

Bibliografie
www.google.nl
weer.nieuws.nl
www.scholieren.com
www.indonesie.nl
www.landenweb.net/indonesie/

REACTIES

J.

J.

Top,

Alleen een beetje te lang ik geef het een 8.5 ;)

PS. ben een echte leraar !!

11 jaar geleden

P.

P.

we hebben er niks uit kunnen halen over sport

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.