Spanje

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1954 woorden
  • 2 september 2008
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
95 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Spaanse cultuur

De Spaanse cultuur is ongetwijfeld één van de aantrekkelijkste culturen en heeft ontzettend veel te bieden. Of het nu gaat om muziek, theater, sport, uitgaan, gastronomie, film of kunst, de Spaanse cultuur proef je, ruik je, beleef je en het dringt diep door in alle zintuigen! In deze categorie vind je uitgebreide informatie over wat de Spaanse cultuur in Spanje, maar ook in Nederland te bieden heeft!

Spanje heeft grote kunstenaars voortgebracht, waaronder schilders als El Greco, Diego Velázguez, Francisco Goya, Pablo Picasso en de surrealist Salvador Dalí.


Antonio Gaudí was een belangrijke Spaanse architect. Zijn bekendste werk is de Sagrada Família-kathedraal in Barcelona.

Bij de dood van de architect in 1926 was het werk niet af. Volgens sommigen was het zelfs de bedoeling van Gaudí dat het bouwwerk nooit voltooid zou worden. Sinds 1979 wordt er opnieuw gewerkt aan de Sagrada Família.

In de bouwkunst heeft de eeuwenlange overheersing door de Moren ook zijn sporen nagelaten, vooral in Zuid-Spanje. In steden als Córdoba, Sevilla, Granada en Málaga is de Moorse invloed nog duidelijk herkenbaar. Een van de bekendste voorbeelden is het Alhambra-complex in Granada.

Stierengevechten

Stierengevechten zijn een eeuwenoud, maar omstreden onderdeel van de Spaanse cultuur. Ondanks felle protesten (binnen en buiten Spanje) worden jaarlijks zo’n 13.000 corridas georganiseerd.
Het is een heuse bedrijfstak waarin miljoenen euro’s omgaan en 170.000 mensen hun brood verdienen. Een top-stierenvechter (matador) kan per gevecht wel 50.000 euro incasseren. Overigens zien de Spanjaarden de corrida niet als een gevecht, maar als een artistieke uiting, waarbij de superioriteit van de mens over het dier wordt getoond.

Flamenco

Flamenco is zang en dans met gitaarbegeleiding, toegeschreven aan zigeuners uit Andalusië, maar met allerlei invloeden van bevolkingsgroepen rond de Middellandse Zee.
Het is echter zeker geen zuivere zigeunermuziek; flamenco leeft ook bij niet-zigeuners

Don Quichot

Miguel de Cervantes is de belangrijkste schrijver uit de Spaanse Gouden Eeuw. Hij werd onsterfelijk met zijn boeken over Don Quichot, die gezien worden als de oorsprong van de moderne literatuur. De molentjes waartegen Don Quichot vocht, zijn nog steeds te zien in de regio La Mancha.

Het onderwijs in Spanje is pas vanaf de jaren ‘60 —onder dictator Franco— van de grond gekomen. Voor die tijd waren er veel analfabeten, vooral op het platteland.


Spanjaarden eten op een —voor Noord-Europeanen— laat tijdstip. Het ontbijt is vaak niet meer dan een kop koffie. Pas rond een uur of elf is het tijd om uitgebreider te eten. Het avondmaal is ook later dan wij gewend zijn —negen of tien uur ’s avonds. Echte Spaanse gerechten zijn: gazpacho (koude tomatensoep), tortilla de patatas (omelet met aardappelen), tapas (kleine hapjes) en natuurlijk paella (rijst met zeevruchten).

En dan de siësta. Een Spaans woord, maar is het middagdutje ook een onderdeel van de Spaanse cultuur? In ieder geval niet exclusief, want veel warme landen kennen het gebruik om het wat rustiger aan te doen tijdens de heetste periode van de dag. Steeds minder Spanjaarden geven zich over aan een lange middagpauze. Dat heeft alles te maken met industrialisering en globalisering. Zakenmensen kunnen zich geen lange pauze veroorloven.

Spanje heeft ruim 40 miljoen inwoners. De meeste Spanjaarden wonen in dichtbevolkte stedelijke gebieden langs de kust. Het binnenland is dunbevolkt, met uitzondering van de centraal gelegen hoofdstad Madrid.

Spanjaarden zijn een mix van de diverse volkeren die het land in de loop der eeuwen hebben bezet. Uit die vermenging is het mediterrane type ontstaan.

Sommige bevolkingsgroepen in Spanje onderscheiden zich duidelijk van de rest: de Catalanen in het noordoosten, de Galiciërs en Basken in het noordwesten en de Gitanos, ofwel zigeuners. In de grondwet van 1978 werden de regionale talen (Catalaans, Galicisch en Baskisch) officieel erkend.

Met de verovering van gebieden in Midden- en Zuid-Amerika in de 16de eeuw werd Spanje een emigratieland. Miljoenen Spanjaarden vertrokken naar de "nieuwe gebieden". Zij brachten uiteraard ook hun cultuur en taal mee. Daarom zijn de meeste landen in Midden- en Zuid-Amerika Spaanstalig.

In de jaren '60 van de vorige eeuw verlieten opnieuw veel Spanjaarden hun land om als gastarbeider in noordelijker Europese landen te gaan werken.

Sinds de jaren '80 trekt Spanje veel immigranten, vooral uit Zuid-Amerika en Noord-Afrika. De bevolkingsgroei is de laatste jaren vooral toe te schrijven aan immigranten.

Spanje is sterk beïnvloed door het rooms-katholicisme, dat eeuwenlang een belangrijke rol speelde in de kunst en in het persoonlijk leven van Spanjaarden. De katholieke kerk had nauwe banden met dictator Franco. Officieel is 95% van de Spanjaarden rooms-katholiek, maar net als in veel andere ontwikkelde landen verliest de kerk aan belang.

Toch worden belangrijke religieuze feesten massaal bezocht. Dit komt meer voort uit traditie dan uit religieuze overtuiging. Zo zijn er in de week voor Pasen kleurrijke processies in heel Spanje. Sommige processies trekken honderdduizenden toeschouwers.


Geografie

Spanje ligt in Zuidwest-Europa en beslaat ruim 80% van het Iberisch Schiereiland (het deel van Europa ten zuiden van de Pyreneeën). Het , inclusief de Balearen, de Canarischeland heeft een oppervlakte van 505.990 km Eilanden en twee Spaanse enclaves in Marokko: Ceuta en Melilla.

Spanje grenst in het noorden aan de Golf van Biskaje, Frankrijk en Andorra, in het oosten en zuidoosten aan de Middellandse Zee, in het zuid- en noordwesten aan de Atlantische Oceaan en in het westen aan Portugal.

Spanje wordt van Afrika gescheiden door de nauwe Straat van Gibraltar, een strategisch belangrijke verbinding tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Dat is de reden dat de Britten aan de Spaanse zuidkust nog steeds een enclave hebben: Gibraltar, niet veel meer dan een berg.

Bergen

Spanje is zeer bergachtig. Bijna driekwart van het land bestaat uit een centrale hoogvlakte, de Meseta, met een hoogte tussen 600 en 1000 meter.
Deze Spaanse Hoogvlakte wordt doorsneden door het Castiliaans Scheidingsgebergte en is omgeven door andere bergketens: in het noorden het Cantabrisch Gebergte, in het oosten het Iberisch Randgebergte, in het zuidoosten het Andalusisch Gebergte (ook wel: Betische Cordillera) met als hoogste deel de Sierra Nevada.
Centraal op de hoogvlakte ligt Madrid, de hoogstgelegen hoofdstad van Europa. In het zuidwesten van het land bevindt zich de enige echte laagvlakte van Spanje: de Andalusische laagvlakte.

Eilanden

De Balearen (Mallorca, Menorca, Ibiza en enkele kleinere eilanden in de Middellandse Zee) horen bij Spanje, evenals de vulkanische Canarische Eilanden voor de Marokkaanse kust.
Op het Canarische eiland Tenerife bevindt zich het hoogste punt van Spanje, de Pico de Teide met een hoogte van 3718 meter.

Rivieren

De belangrijkste rivieren van Spanje zijn de Duero, de Tajo (Taag), de Guadalquivir, de Guadiana en de Ebro. De Duero en de Taag stromen van de centrale hoogvlakte in westelijke richting naar Portugal. De Guadalquivir en de Guadiana stromen naar het zuidwesten en monden uit in de Golf van Cadiz.

De Guadiana is bijzonder, omdat de rivier plotseling onder de grond verdwijnt om kilometers verder weer op te duiken.
De Ebro ontspringt in het Cantabrisch Gebergte en stroomt in een bijna rechte oostelijke lijn naar de Middellandse Zee.
De rivieren zijn voor het grootste deel onbevaarbaar, maar zorgen wel voor energie. Er zijn vele stuwdammen in gebouwd om elektriciteit op te wekken.

Economie en toerisme

In vergelijking met andere Europese landen was Spanje lang een agrarisch land. Nog steeds is het land een belangrijke leverancier van agrarische producten.
Pas vanaf de jaren '50 van de vorige eeuw nam de industrialisatie sterk toe. De auto-, staal- en chemische industrie zijn de belangrijkste. Daarnaast heeft Spanje een omvangrijke dienstensector, met een prominente plaats voor het toerisme.
Die verandering van agrarisch naar geïndustrialiseerd land uit zich in de beroepsbevolking. In 1950 werkte de helft van de Spaanse beroepsbevolking in de landbouw, nu is dat nog maar zo'n 5%.
In de jaren '70 ging het snel slechter met de Spaanse economie. Dat had te maken met de late industrialisatie.
Gedwongen door het ontbreken van geschoold personeel, richtte Spanje zich op de productie van goedkope consumptie-artikelen, zoals kleding en schoenen.
Die konden echter goedkoper worden gemaakt in Afrika en Azië. Tegelijkertijd waren er afzetmoeilijkheden voor de ijzer-, staal- en scheepsbouwindustrie. Bovendien keerden duizenden Spaanse gastarbeiders terug naar hun land. Dat alles bij elkaar leidde tot een sterke stijging van de werkloosheid.
Bezuinigingen, privatiseringen en saneringen wierpen pas halverwege de jaren '90 hun vruchten af. Sindsdien kent Spanje ieder jaar een sterke economische groei. De laatste jaren is de groei getemperd, net als in de meeste andere EU-landen.

Een groot deel van de recente groei wordt toegeschreven aan binnenlandse consumptie en de bouwsector. Omdat het de Spanjaarden voor de wind gaat, investeren ze veel in huizen, waarvoor ze forse hypotheken afsluiten.
Die markt raakt op een gegeven moment verzadigd en dan zullen andere sectoren voor groei moeten zorgen. Om de concurrentie voor te blijven, moeten bedrijven geld uitgeven aan vernieuwing en opleiding van personeel. Maar vergeleken met andere landen in Europa investeren Spaanse ondernemingen juist weinig in onderzoek en ontwikkeling. Daarom is de stimulering daarvan een speerpunt in het beleid van de huidige Spaanse regering.

Spanje heeft een hoge werkloosheid: 11% in 2003. Maar afgezet tegen het cijfer van 1995 (23%) is er sprake van een forse daling. In 2003 werd een maatregel afgekondigd die het voor buitenlanders met Spaanse familie makkelijker maakt om zich in het land te vestigen. Spanje vreest de vergrijzing van de bevolking en wil op deze manier verse arbeidskrachten aantrekken. Tegelijkertijd wordt er strenger opgetreden tegen illegale immigratie.

Met steun van de Europese Unie staan er in Spanje grote projecten op stapel om de infrastructuur te verbeteren. Zo worden er hogesnelheidslijnen aangelegd tussen Figueras en Perpignan in Frankrijk, tussen Madrid en de Portugese hoofdstad Lissabon, en tussen Vigo en het Portugese Porto.

Voor toeristen heeft Spanje veel te bieden: een prettig klimaat, mooie stranden, historische steden, rustieke dorpjes en prachtige landschappen. In 2005 trok het land zo'n 55,6 miljoen buitenlandse toeristen, 6 procent meer dan in 2004. Daarmee bezet Spanje in Europa de tweede plaats op de ranglijst van populairste vakantielanden, na Frankrijk.
De belangrijkste trekpleisters zijn de Spaanse stranden (costa’s), maar de steden en het binnenland zijn aantrekkelijke alternatieven, vaak voor korte vakanties.
Steden als Sevilla en Barcelona zijn zeer populair onder toeristen die meer willen zien dan alleen zee en strand.
Daarnaast is Spanje een favoriet land voor overwinteraars: vaak ouderen die de kou in Noord-Europa ontvluchten om in Spanje de winter door te brengen.
Ibiza heeft zich ontwikkeld tot hèt eiland voor jongeren. Dat zorgt overigens ook voor problemen: jongeren die zich onder invloed van alcohol en/of drugs misdragen.

Talen

Er zijn in Spanje vier grote talen. Elke daarvan heeft een officiële status in bepaalde gebieden: Spaans of Castiliaans (español, castellano), 74%.
De officiële taal in heel het land krachtens van 1978. Maar al sinds de zestiende eeuw is dit de officiële taal van heel Spanje. Het Castiliaans wordt daarom over het algemeen Spaans genoemd. Catalaans (taal)Catalaans (català, valencià), 17%.

In Catalonië, op de Balearen en in een deel van de Autonome Gemeenschap Valencia, waar de taal officieel Valenciaans heet. In het onafhankelijke dwergstaatje Andorra is het Catalaans de officiële taal. Galicisch (gallego/galego), 7%. In Galicië. Baskisch(euskera/euskara), 2%. In Baskenland en het noorden van Navarra.
Daarnaast is er het Asturisch (asturleonés, bable), maar dat wordt door veel taalkundigen als een dialect van het Spaans gezien. Catalaans, Galicisch en Castiliaans stammen allen af van het Latijn. Het Baskisch daarentegen is een isolaat: het is met geen enkele andere taal verwant.
Deze talen hebben nog weer vele dialecten. Sommige daarvan hebben een officiële status, onder meer:
Het Asturisch of Bable.
In Asturië en een deel van Kastilië-León. Het Aragonees. In een deel van Aragon. Het Aranees.
In Val d'Aran in de noordwestelijke punt van Catalonië.
Dit is een dialect van het Occitaans, dat vooral in het zuiden van Frankrijk wordt gesproken. Het Spaans dat in Latijns-Amerika wordt gesproken, stamt volgens velen af van het Spaans uit het zuidwesten van Spanje (Andalusië en Extremadura).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.