De hond

Voorwoord
Ik houd mijn werkstuk over de hond, omdat ik het een leuk dier vind,
25 mei krijgen we er een en ik wil er meer dan dat ik nu over weet weten.

Hoofdstuk 1 Het eerst jaar
VERGELIJKINGS LEEFTIJD MET DE HOND EN DE MENS:
Een hond van 2 tot 4 weken is hetzelfde als een kind van 1 á 2 jaar.
Een hond van 4 tot 8 weken is hetzelfde als een kind van 2 á 4 jaar.
Een hond van 8 tot 12 weken is hetzelfde als een kind van 4 á 7 jaar.
Een hond van 12 tot 18 weken is hetzelfde als een kind van 7 á 11 jaar.

Een hond van 5 tot 9 maanden is hetzelfde als een kind van 11 á 14 jaar.
Een hond van 9 tot 12 maanden is hetzelfde als een kind van 14 á 17 jaar.

TWEE TOT VIER WEKEN
Puppy’s worden doof en blind geboren. Net als een baby, vertrouwen ze op hun moeder voor eten, warmte en troost. Als ze ongeveer 2 weken oud zijn beginnen de pups hun ogen open te en harde geluiden te horen. Als ze drie weken oud zijn kunnen ze een beetje wankel lopen. Rond deze leeftijd ontdekken de pups de wereld graag, maar ze moeten wel in de buurt van hun moeder blijven, omdat ze zich zelf niet warm kunnen houden. Vanaf het moment van hun geboorte, hebben pups een heel goed ontwikkeld reukvermogen (ruikvermogen).
Honden hebben meer dan 200 miljoen reukcellen (ruikcellen) in hun neus! Puppy’s leren de geur van hun moeder te herkennen, zodat ze naar haar toe kunnen kruipen als ze een eindje van haar vandaan zijn.

VIER TOT ACHT WEKEN
Na vier weken kunnen pups lopen, rennen en met speeltjes spelen. Ze zijn heel nieuwsgierig en willen zo veel mogelijk ontdekker. Rond deze tijd krijgen de pups hele kleine, scherpe tandjes. Net als peuters stoppen ze dingen in hun bek om te ontdekken hoe die dingen smaken en wat ermee gebeurt. Kinderen rond dezelfde leeftijd (drie tot vier jaar) kunnen ook praten. Puppy’s leren ook een taal, maar zij leren met elkaar te praten door middel van lichaamstaal. Een pup kan naar een andere pup lopen en kwispelen met zijn staart of een poot optillen. Dat betekent dat hij wil spelen, en zijn broertje of zusje begrijpt dit gebaar. Een ‘spelbuiging’ wordt gemakkelijk herkent: de pup brengt zijn kop en voorpoten naar de grond en steekt zijn achterwerk in de lucht. Dit is een duidelijke uitnodiging om te spelen.
Als ze ongeveer 4 tot 5 weken oud zijn, beginnen de puppy’s vast voedsel te eten. Dat betekent: dat betekent dat ze onafhankelijker worden, omdat ze de melk van hun moeder niet meer nodig hebben. Eerst moeten ze leren hoe ze het voedsel moeten kauwen. Soms gaan de puppy’s uit verveling met hun voedsel spelen i.p.v. het op te eten.

ACHT TOT TWAALF WEKEN
De meeste puppy’s gaan naar hun nieuwe huis als ze acht weken oud zijn. Het moet vreemd voor een puppy zijn om moeder en speelgenootjes (broertjes en zusjes) te verlaten in dit stadium – stel je voor dat je het huis uit zal gaan op vijfjarige leeftijd! Tijdens de eerst dagen in een nieuw huis brengen de meeste puppy’s hun tijd door met het onderzoeken van en vertrouwd raken met hun nieuwe familie. Het is belangrijk dat de pup een plek heeft om te slapen en dat hij niet gestoord wordt als hij in de mand ligt. Puppy’s zijn heel soepel en lenig. Dit betekent dat ze soms vallen of over de kop gaan en zelfs plat op de rug liggen met hun poten gestrekt naar achter. Puppy’s kauwen op alles waar ze met hun bekje bij kunnen. Ze kennen het verschil niet tussen stok en tafelpoot; voor hem is het allemaal kauwbare speelgoed. Dat betekent (als je een hond neemt) geschikt speelgoed moet hebben: rubberen speeltjes, kauwmateriaal en lappenpoppen zijn ideaal.

TWAALF TOT ACHTTIEN WEKEN
In deze periode leren de puppy’s zo veel mogelijk over de wereld. Ze ontdekken wat leuk is en wat niet. Puppy’s moeten rond deze leeftijd op puppycursus gaan om te leren hoe ze zich moeten gedragen in gezelschap. In deze periode kun je van alles aan je hond leren, zoals gaan zitten of liggen op commando, allerlei kunstjes leren, want ze leren en spelen graag. Je pup gedraagt zich waarschijnlijk volgens het ras, Terriërs graven graag. Retrievers en andere jachthonden houden er bijna allemaal van om dingen in hun bek te dragen, terwijl collies en andere herderhonden je misschien als een schaap behandelen en proberen jou en anderen in een kudde bijeen te drijven.


VIJF TOT NEGEN MAANDEN
Dit is de tienertijd van de hond. Op deze leeftijd zien honden er nogal slungelig uit. En zijn ze vaak onhandig in hun beweging. Ze leren nog steeds over de wereld, maar zijn nu zekerder van zichzelf. Op deze leeftijd hebben honden veel training en huishouding nodig. Het was misschien schattig als je pup op je bed sliep toen hij twaalf weken oud was, maar nu drukt hij je benen plat. Een puppycursus helpt je hond woorden en menselijke handelingen te begrijpen. Je hond kan geen Nederlands praten of begrijpen, dus zul je hem de betekenis van elk woord dat je gebruikt moeten leren. Het is heel belangrijk dat je beloningen gebruikt, zoals voedsel, speeltjes en complimentjes met een lichte vrolijke stem, en de oefening moet altijd leuk zijn. Dat is nodig omdat hond, nat zoals mensen, het beste leren als ze het naar hun zin hebben. De meeste honden houden van beweging, zoals rennen, springen en balanceren. Beweging is belangrijk om het lichaam fit en de geest rustig te houden. Het is leuk om je hond te leren achter een bal aan te rennen en die terug laten brengen. Later hoef jij niet meer te lopen, want je hond haalt hem op.

NEGEN MAANDEN TOT 1 JAAR
Je hond is nu volwassen en heeft zijn waarschijnlijke grootte al bereikt.
Sommige honden zullen zich nooit volwassen gedragen, terwijl andere op jongere leeftijd rustig en verstandig kunnen zijn. Hoewel training ervoor kan zorgen dat honden zich goed gedragen, zijn sommige rassen ook als ze volwassen zijn vaak opgewonden en gedragen zich als een clown; dit geldt bijvoorbeeld voor boxers en dalmatiërs.

Hoofdstuk 2 De eerste lessen
TIP: Een klikker is de modernste manier van trainen, als je klikt weet de hond dat hij het goed gedaan heeft.

Het is tijd om met het trainen te beginnen! Eerst moet je alle aandacht van de hond trekken, want als de puppy je negeert kan je hem niks leren. Daarna moet je hem het simpelste en beste commando leren: ‘zit’. Je moet altijd rustig en geduldig blijven. Gebruik een klikker of een klikwoord om iets door de hond (op commando) te laten doen, als hij het goed doet geef je hem iets lekkers. Je moet altijd hetzelfde klikgeluid en de zelfde woorden gebruiken anders weet de pup de betekenis niet.

HOE LEER JE EEN PUP OPLETTEN?
Neem een puppy mee naar een rustige plek: in een kamer van je huis of buiten, als het maar rustig is. Neem een paar lekkere tussendoortjes mee. Als je een klikker hebt, houd je die achter je rug, het is niet nodig om ermee naar je hond te wijzen en je moet niet te dicht bij het honds oor klikt.


1. Zeg de naam van de puppy met een vrolijke heldere stem.
2. Zodra hij naar je kijkt klik je of maak je je eigen klikgeluid.
3. Als hij naar je luistert, geef je hem een beloning.
4. Doe dit een stuk of 3, 4 keer.

De puppy zal de betekenis van de klik geluiden begrijpen en zal dan reageren: ‘He, waar is mijn lekkers?’ Je hebt hem dan al gelijk geleerd op te letten als je zijn naam noemt. Oefen dit tot het perfect gaat. Nu zijn we met deze les klaar en gaan we naar de volgende les:

HOE LEER JE EEN HOND OP COMMANDO ZITTEN?
Om een puppy te leren zitten heb je iets lekkers nodig als lokkertje of iets wat zijn aandacht trekt, als de pup het commando opvolgt geef je hem iets lekkers.

1. Ga rustig staan en laat je hond zien dat je iets lekkers in je hand hebt. Houd het dicht tegen zijn neus, maar houd het goed vast dat hij het niet af kan pakken.
2. Doe je hand omhoog en doe dan je hand naar achteren, zodat je pup wel omhoog zal moeten om je vingers te volgen. Door deze beweging gaat zijn achterwerk naar benden.
3. Nu zit je puppy. Zodra de pup zit klik je met de klikker of gebruik je het klik woord en geef hem iets lekkers.
4. Doe dit een paar keer. Als zijn voorpoten van de grond komen houd je het lekkers vast iets te hoog.

5. Zeg daarna het woord ‘zit’ vlak voordat je het hapje omhoog beweegt. Laat het klikgeluid weer horen als de puppy zit. Dan zal de pup gaan zitten met het woord: ‘zit’.
6. Nu moet je de pup zover krijgen dat hij gaat zitten zonder dat je het lekkere hapje gebruikt. Vraag je hond te gaan zitten zonder dat je iets in je hand hebt. Als de pup gehoorzaamt, klik je onmiddellijk en geef je daarna hem iets lekkers. Als hij niet gaat zitten, doe je de hand boven zijn kop (zonder dat je iets lekkers) en beloon hem alleen verwegen zijn goede gedrag.
7. Oefen net zolang tot dat je puppy het goed kan. Doe eerst altijd het zit commando en daarna het ding dat hij/zij leuk of lekker vind, zoals zijn maaltijd, zijn halsband uit doen of voor je hem in de tuin laat. Het is een soort manier van alsjeblieft en dankjewel zeggen.

HOE LEER JE EEN PUP TE GAAN LIGGEN OP COMMANDO?
‘Lig’ kost meer geduld dan zit, omdat je moet wachten tot dat je puppy het uit zichzelf moet doen. Blijf steeds maar op letten en ben voorbeid als de puppy gaat liggen.

1. Houd iets lekkers voor de puppy’s neus en beweeg het langzaam, precies tussen zijn voorpoten, naar de grond. Zorg dat hij het niet kan pakken door de palm van je hand naar benden te draaien, zodat het lekkers verborgen is. De hond zal proberen zijn neus onder jouw hand te duwen om het lekkers te pakken.
2. Misschien zal de puppy het lekkers proberen te pakken door zijn poot op te tillen, zijn borst naar beneden te brengen in een soort van buiging, je bent nu bijna klaar. Uit eindelijk zal hij helemaal op de grond gaan liggen.
3. Op het moment dat je hond gaat liggen klik je of zeg je het klikwoord. Daarna laat je het lekkers op de grond vallen en mag je hond het opeten.
4. Doe dit een paar keer, soms met en soms zonder iets in je hand.
5. Als je puppy elke keer gaat liggen om je hand naar de grond te volgen. Zeg je het woord zit als je e hand naar benden beweegt.

HOE LEER JE EEN HOND OP COMMANDO TE BLIJVEN?
Als je hond heeft geleerd te zitten en te liggen op commando, kun je hem leren in die houding te blijven, door te wachten om te klikken en iets lekkers geven.

1. Vraag je puppy te gaan liggen of zitten en tel tot 5, klik of zeg het klikwoord en geef hem iets lekkers.

2. Vraag je puppy te gaan liggen of zitten en tel tot 10, klik of zeg het klikwoord en geef hem iets lekkers.
3. Vraag je puppy te gaan liggen of zitten en tel tot 2, klik of zeg het klikwoord en geef hem iets lekkers.
4. Vraag je puppy te gaan liggen of zitten en tel tot 30, klik of zeg het klikwoord en geef je puppy een flinke beloning.

Varieer de tijd dat je pup moet blijven zitten of liggen. Maak de wachttijd geleidelijk langer van 30 seconde naar 2 minuten. Geef de pup complimentjes terwijl hij zit of ligt.Als je pup het moeilijk vind om langer dan 30 seconde te blijven gebruik dan ook het woord: blijf als je pup ligt of zit.
Als je de klikken of het klik woord gebruikt, weet de hond dat hij het goed gedaan heeft en dat hij niet meer hoeft te blijven. Denk eraan dat je klikt als je puppy nog ligt of zit en geef hem een paar seconde later het lekkers.

Hoofdstuk 3 Eten
HET BESTE ETEN
Honden eten vooral vlees en hebben daarom een stevig gebit.
Een hond heeft ook voedingstoffen en dat zijn bijna dezelfde als die van de mens.
De beste maaltijd bestaat uit 30% eiwitten, 50% koolhydraten en 5% vetten.
De rest is met vitaminen en mineralen opgevuld.

KANT EN KLAAR EN ZELF GEMAAKT VOER
In heel veel winkels heb je gewoon eten voor honden en is met alles gemaakt en is voor een hond gezond. Er wordt daarvoor ook reclame gemaakt om het beter te laten verkopen. Maar meestal is dat eten niet al te goed omdat ze denken: ”iets niet al te best iets verkopen en er veel geld voor krijgen”.
Goedkope merken zijn vaak ook veel beter.

Maar veel mensen maken zelf voedsel en dat is meestal van vlees.
Daar zit wel alles in maar het vlees dat ze ervoor gebruiken moeten ze altijd eerst koken en vooral varkensvlees want in het meeste vlees kunnen ziektes in zitten zoals Aujeszky. Dat is een ziekte die Jeukpest of Pseudo-Rabiës heet.
Die zijn voor honden dodelijk en dan ben je meteen je hond kwijt.
Let er dan op als je zelf eten maakt dat je alles goed doet.
Een hond wil ook wel eens iets om op te knauwen en je kunt de hond een kalfsbot geven of een buffelhuiden bot.
Ander botten zijn niet geschikt omdat ze verstopping veroorzaken en kunnen versplinteren en dan darmkwetsuren veroorzaken.

WELKE VOEDING OP WELKE LEEFTIJD
Bij samenstelling van voedsel moet je ook rekening houden met de leeftijd en de conditie.
Energie en voedsel is bij pups groter dan bij oudere honden.
Honden hebben op jonge leeftijd ook vaak water bij de brokjes nodig zodat ze het makkelijker kunnen eten en als ze ouder worden dan kunnen ze beter eten en hebben ze geen water meer nodig. Hoe vaak moet een hond eten?
Hoe vaak een hond eten moet krijgen hangt af van zijn leeftijd. De meeste puppy’s eten vier maaltijden per dag als ze nog heel jong zijn. Als ze 14 dagen oud zijn hebben ze 3 maaltijden per dag nodig. Voor de meeste volwassen honden zijn twee maaltijden per dag genoeg. Dan zijn ze overdag niet te hongerig en dan eten ze niet teveel.