Computers

De computer bestaat al 360 jaar. Dat is iets wat de meeste mensen niet verwachten, want ze denken dat het een heel modern apparaat is. Ze schatten dan dat de computer zo’n 20 jaar oud is. 20 jaar geleden heeft computerbedrijf IMB haar eerste PC’s verkocht. PC betekent personal computer. Dat zijn computers die op je bureau passen. De PC is dus voor iedereen thuis of op het werk, Voor de PC waren er alleen maar grote en dure computers. Alleen bedrijven en universiteiten hadden zulke computers. De eerste computer was de Pascaline. Die werd in 1642 bedacht door de Fransman Blaise Pascal. Het apparaat was bedoeld als hulpje voor zijn vader die bij de belasting werkte. Op de Pascaline kon je nog geen spelletjes spelen. Je kon er zelfs geen tekst mee typen! Eigenlijk kon het apparaat maar één ding: optellen. En met een beetje moeite kon Blaise het apparaat ook nog zo veranderen dat het ook kon aftrekken. Maar om er meer dingen mee te doen kreeg hij niet voor elkaar. De Pascaline was eigenlijk gewoon een rekenmachine. Maar de computer van nu is dat ook. Op het beeldscherm van een computer kun je wel tekst en spelletjes zien, maar in het binnenste van de computer werkt alles met getallen. De computer waar ik nou op typ kan eigenlijk alleen optellen. Niet voor niets heet het ding een computer: dat komt van het Engelse to compute. En dat betekent: rekenen. Een computer is dus eigenlijk een rekenaar. Veel mensen hebben een hekel aan rekenen. Daarom bedenken mensen apparaten die het rekenen gemakkelijker maken. In 1675 bedacht de Duitser Von Leibniz een rekenmachine die al iets meer kon dan die van Blaise Pascal. In 1801 bouwde Joseph Jacquard een weefgetouw dat automatisch werkte met ponskaarten. Dat zijn kaarten met een heleboel gaatjes erin. Een draaiorgel werkt hetzelfde. De muziek staat op een lange rits kartonnen kaarten. Er zitten allemaal gaatjes in. Die gaatjes zorgen ervoor dat het draaiorgel op het juist moment de juiste toon speelt. Zo werkt het weefgetouw ook. Op die ponskaarten kon je ook andere informatie dan muziek opslaan. 20 jaar later vond Charles Babbage de ponskaart-rekenmachine uit. De Amerikaan Herman Hollerith gebruikte in 1880 een ponskaarten-lezer om de resultaten van een volks-telling te verwerken. Later richtte hij de International Business Machines Corporation op. Die naam ken je nu als de computerfirma IBM! Al deze uitvindingen waren rekenhulpen en automaten. Ze konden alleen maar dat doen waar ze voor waren gemaakt. In 1936 beschreef de Engelsman Alan Turing hoe een échte computer zou moeten werken. Niet om één soort probleem op te lossen. Deze computer zou ook nieuwe dingen kunnen leren: de machine kon je programmeren. Alan Turing dacht dat hij zo'n computer wel zou kunnen bouwen met tandwielen! De allereerste echte computer werd gebouwd in 1939, ongeveer 60 jaar geleden, door John Atanasoff en zijn assistent Clifford Berry. Zij noemden het apparaat: ABC, van Atanasoff-Berry Computer. Computer
De computer bestaat al 360 jaar. Dat is iets wat de meeste mensen niet verwachten, want ze denken dat het een heel modern apparaat is. Ze schatten dan dat de computer zo’n 20 jaar oud is. 20 jaar geleden heeft computerbedrijf IMB haar eerste PC’s verkocht. PC betekent personal computer. Dat zijn computers die op je bureau passen. De PC is dus voor iedereen thuis of op het werk, Voor de PC waren er alleen maar grote en dure computers. Alleen bedrijven en universiteiten hadden zulke computers. De eerste computer was de Pascaline. Die werd in 1642 bedacht door de Fransman Blaise Pascal. Het apparaat was bedoeld als hulpje voor zijn vader die bij de belasting werkte. Op de Pascaline kon je nog geen spelletjes spelen. Je kon er zelfs geen tekst mee typen! Eigenlijk kon het apparaat maar één ding: optellen. En met een beetje moeite kon Blaise het apparaat ook nog zo veranderen dat het ook kon aftrekken. Maar om er meer dingen mee te doen kreeg hij niet voor elkaar. De Pascaline was eigenlijk gewoon een rekenmachine. Maar de computer van nu is dat ook. Op het beeldscherm van een computer kun je wel tekst en spelletjes zien, maar in het binnenste van de computer werkt alles met getallen. De computer waar ik nou op typ kan eigenlijk alleen optellen. Niet voor niets heet het ding een computer: dat komt van het Engelse to compute. En dat betekent: rekenen. Een computer is dus eigenlijk een rekenaar. Veel mensen hebben een hekel aan rekenen. Daarom bedenken mensen apparaten die het rekenen gemakkelijker maken. In 1675 bedacht de Duitser Von Leibniz een rekenmachine die al iets meer kon dan die van Blaise Pascal. In 1801 bouwde Joseph Jacquard een weefgetouw dat automatisch werkte met ponskaarten. Dat zijn kaarten met een heleboel gaatjes erin. Een draaiorgel werkt hetzelfde. De muziek staat op een lange rits kartonnen kaarten. Er zitten allemaal gaatjes in. Die gaatjes zorgen ervoor dat het draaiorgel op het juist moment de juiste toon speelt. Zo werkt het weefgetouw ook. Op die ponskaarten kon je ook andere informatie dan muziek opslaan. 20 jaar later vond Charles Babbage de ponskaart-rekenmachine uit. De Amerikaan Herman Hollerith gebruikte in 1880 een ponskaarten-lezer om de resultaten van een volks-telling te verwerken. Later richtte hij de International Business Machines Corporation op. Die naam ken je nu als de computerfirma IBM! Al deze uitvindingen waren rekenhulpen en automaten. Ze konden alleen maar dat doen waar ze voor waren gemaakt. In 1936 beschreef de Engelsman Alan Turing hoe een échte computer zou moeten werken. Niet om één soort probleem op te lossen. Deze computer zou ook nieuwe dingen kunnen leren: de machine kon je programmeren. Alan Turing dacht dat hij zo'n computer wel zou kunnen bouwen met tandwielen! De allereerste echte computer werd gebouwd in 1939, ongeveer 60 jaar geleden, door John Atanasoff en zijn assistent Clifford Berry. Zij noemden het apparaat: ABC, van Atanasoff-Berry Computer

Zij gebruikten geen tandwielen. Ze hadden als eersten bedacht dat elektronische onderdelen handiger waren. Een paar jaar later bouwde de Britse regering de computer Colossus. Dat was in de Tweede Wereldoorlog, en Colossus was speciaal bedoeld om geheime berichten van het Duitse leger te vertalen. Een heel beroemde computer heette ENIAC (afkorting van Electronic Numerical Integrator and Computer). Die werd in 1946 gebouwd voor het Amerikaanse ministerie van Defensie. Deze computer was 2 1/2 meter hoog en 24 meter lang! En heel lastig te bedienen: je programmeerde het apparaat door kabeltjes op een stekkerbord te steken. De uitvinding van de transistor (in 1948) en van de micro-chip waren heel belangrijk. Hiermee kon de computer steeds kleiner, sneller en goedkoper worden. In 1981 verkocht de firma IBM de eerste IBM pc's
En toen waren computers niet meer weg te denken uit onze wereld. Een computer is een maf ding. Hij lijkt super-slim, maar eigenlijk kan hij alleen maar enen en nullen optellen. Maar als een computer alleen maar enen en nullen kan optellen... hoe kan hij dan tekst, plaatjes, filmpjes en spelletjes op je beeldscherm laten zien? Het lijkt ingewikkeld. Maar eigenlijk is het best makkelijk. Sommige mensen gebruiken een zaklantaarn om iemand een boodschap te sturen. Ze maken korte en lange lichtflitsjes. Morse-code heet dat. Bijvoorbeeld: één korte en daarna één lange flits is een A. Eén lange flits en daarna drie korte betekent B. Zo heeft elke letter van het Morse-alfabet een code. Eigenlijk stuur je iemand dus codes van lichtflitsjes. Nou, dat is ongeveer hetzelfde als wat in de computer gebeurt. Computertaal zit vol enen en nullen. Met 1-0-codes kan hij alles onthouden: letters, getallen, kleuren, vormen, noem maar op. De letter A heeft bijvoorbeeld de code 0-1-0-0-0-0-0-1. En de letter B onthoudt de computer met de code 0-1-0-0-0-0-1-0. Als jij dus een leuk filmpje op je computer bekijkt, dan is de computer als een gek enen en nullen aan het bekijken! Als je iets over computers leest, kom je vaak woorden als bits, bytes en mega-bytes tegen. Maar wat zijn dat eigenlijk? In het brein van de computer zitten alleen maar enen en nullen. Elk nulletje of eentje heet: bit. De letter A onthoudt de computer met 0-1-0-0-0-0-0-1. Tel de enen en nullen maar na... dat zijn dus acht bits! De computer gebruikt heel veel codes van acht bits. Elke letter uit het alfabet heeft bijvoorbeeld een code van acht bits. Voor die codes van acht bits hebben ze een apart woord bedacht: een byte. Eén byte is dus hetzelfde als acht bits! Maar een byte is eigenlijk maar heel weinig. Je kunt er wel een letter mee opslaan, maar meer ook niet. Als je een plaatje opslaat, of een spelletje, dan heb je wel duizenden bytes nodig! Daarom is het ook niet handig om met bytes te rekenen... dat worden zulke grote getallen! Dat rekenen gaat beter met kilo-Bytes. Kilo betekent: duizend. Vergelijk het maar met een kilometer: 1000 meter = 1 kilometer. Zo werkt het ook met bytes. Alleen zijn de getallen iets anders: 1 kilo-Byte = 1024 bytes. Rekenen met 1024 is voor computers makkelijker dan met 1000. Want 1024 is precies 2x2x2x2x2x2x2x2x2x2. Trouwens, de meeste mensen zeggen nooit kilo-Byte. Ze korten het af tot kB.Zeggen ze: "Nou, dat plaatje was wel 100 kB!". Dan bedoelen ze dus honderd kilo-Bytes. En dan is er de Mega-Byte. 1 Mega-Byte = 1024 kilo-Bytes. Tegenwoordig is er ook de GB: de Giga-Byte. 1 Giga-Byte = 1024 Mega-Bytes. Als je nu een nieuwe computer zou kopen, dan zit er bijvoorbeeld 10 Giga-Bytes in. Dat betekent dat deze computer ruimte heeft om 10 Giga-Bytes te onthouden. Je kunt ook zeggen: die computer heeft 10 Giga-bytes op zijn harde schijf. Ik zal nu eens uitrekenen hoeveel bits er in een GB zit. Eerst ga ik omrekenen van GB naar MB. Daarvoor moet je het aantal GB's keer 1024 doen: 10 GB = 10240 MB
Dan reken ik de MB's om naar kB's... daarvoor doe je het aantal MB's weer keer 1024: 10240 MB = 10485760 kB
Nu ga ik van kB's naar bytes... weer keer 1024! 10485760 kB = 10737418240 bytes
Ten slotte moet ik van bytes naar bits. Er zitten 8 bits in een byte, dus ik vermenigvuldig met 8: 10737418240 bytes = 85899345920 bits
Op een harde schijf van 10 GB kunnen dus 85899345920 eentjes en nulletjes worden opgeslagen! Vijfentachtig miljard achthonderdnegenennegentig miljoen driehonderdvijfenveertigduizend negenhonderdtwintig enen en nullen. Ongelofelijk veel... In de toekomst zullen computers nog veel meer kunnen opslaan. En als er ooit 1024 GB op de harde schijf kan... dan heb je één Tera-Byte! Want 1024 GB = 1 Tera-Byte. Nieuw
De geschiedenis van de computer: Het idee van de computer kwam van (1791-1871) die was opgebouwd uit de basis”benodigdheden” voor een computer; opslaan, besturen, tellen. Maar pas rond de 2de wereldoorlog kwam er een echt computer; de doorbraak. Toen de EDSAC in Engeland de eerste intern rekenmachine uitbracht. In 1951 werd in Amerika de eerste op de markt gebracht. Midden de jaren zestig werden er voor het eerst geïntrigeerde schakelingen gebruikt. Dus ze gingen het gebruiken om mensen nieuwsgierig te maken, en dus…. Meer geld te verdienen. Ongeveer aan het einde van de jaren ’70 werden kleine geheugenheden op chips geplaatst en ze bleven maar doorgaan om de computer meer sneller te maken. Soorten computers: Er zijn heel veel verschillende soorten computers. Je hebt grote, kleine… Bij grote moet je niet denken aan de plaats die hij inneemt, maar aan de snelheid. De grootste computers die er zijn heten “mainframe”computers. Deze computers nemen soms wel de hele zaal in beslag(!). Ze worden gebruikt bij banken bibliotheken en gemeentes. Meestal zijn deze computers aan gesloten op andere computers(terminals). Die terminals zitten soms wel in andere zalen of zelfs een andere gebouw. Daarna komen de minicomputers, die zijn ongeveer net zo groot als archievenkasten. Op deze computers kunnen maximaal 256 computers aangesloten worden. Deze computers worden gebruikt in wat kleine bedrijfjes. Als laatste zijn er de microcomputers, je gebruikt ze als aparte computer of als terminal aan een mainframe- of minicomputer. De belangrijkste micro computer is de personal computer of pc. PC’s heb je in verschillende soorten: -Desktop-model -Hightower-model -Minitower-model. (ik weet er niet veel van..helaas..) Dan heb je ook nog de portable computers. Dat zijn kleine draagbare computers die hetzelfde werken als de normale pc. Ook hier van zijn er verschillende soorten: -laptop -notebook
Er is ook een nieuwe computer. Die heet de pencomputer. Hij heeft dan geen toetsenbord maar een pen waarmee je op het beeldscherm moet schrijven of tekenen. Ook zijn er computers die speciaal gemaakt zijn voor iets. Bijvoorbeeld; de spelcomputer of een schaakcomputer. Naast de computers zijn er ook nog verschillende randapparaten. Deze apparaten worden op de computer aan gesloten. De computer en de randapparatuur noem je hardware of een computerconfiguratie. Randapparaten zijn (zie Hst Randapparatuur): -systeemkast(hierin zit de harde schijf en nog andere dingen.) -het toetsenbord -de muis -beeldscherm -de printer -de disksdrives
De opbouw van een computer: De computer bestaat uit 2 delen: -de centrale verwerkingseenheid (CVE) of processor(het brein van de pc) -Het geheugen

dit is wat je nodig hebt om de computer aan te zetten. Maar je kan er dan nog steeds niks mee doen. Je moet er dingen in opslaan op de harde schijf. Het brein van de computer; de processor: De processor is het brein van de computer. Hij is heel klein; ongeveer een paar centimeters breed en lang. De processor bestaat uit een dun laagje silicium met daarop meer dan 1000 contactpunten. Deze contactpunten zijn met elkaar verbonden. Dit alles is zo klein dat je het met het blote oog niet kan zien. Meestal zit er nog een extra bescherm laagje om de processor heen. Processors heb je in verschillende snelheden: 8086 of 8088: Deze werden in de eerste PC's gebruikt. PC's die zo'n processor hebben worden ook wel XT-Computers genoemd. 80286: Deze is iets sneller dan de 8086. Een computer met zo'n processor wordt een AT-Computer genoemd. Dit is de opvolger van de XT's. 80386: De opvolger van de 80286. Deze is weer wat sneller en maakt het mogelijk om met
meer geheugen te werken. Je hebt ze in twee soorten: 80386DX en 80386SX de eerste is wat sneller dan de tweede. 80486: Dit is niet echt een nieuwe processor, maar een 80386 met wat extra's. Je hebt ze in verschillende soorten: 80486SLC, 80486SX, 80486SX2, 80486DX, 80486DX2, 80486DX4. Van langzaam naar snel. Bij de DX'en zit ook nog een extra processor voor het rekenwerk in (een coprocessor). Randapparatuur: Toetsenbord: Het toetsenbord zorgt ervoor dat als je een letter intikt dat de computer een seintje krijgt doorgegeven dat de letter is ingetikt en dat het op het beeldscherm verschijnt. Het is aangesloten aan de computer door een klein stekkertje. Het toetsen bord bestaat uit verschillende delen: Het grootste deel bestaat uitletters, cijfers en leestekens. dat heet het alfanumerieke deel. Met behulp van de shift-toets en Capslock kan je hoofdletters maken. Rechts van het alfanumerieke deel zit er ook een blok met pijltjes en toetsen. Deze worden gebruikt voor cursor om die over het scherm te laten bewegen. Ook zitten hier de toetsen insert en delete daarmee haal je tekens weg of voeg je tekens tussen de tekst. Helemaal rechts van het toetsen bord zitten de cijfertoetsen, er zijn ook wel cijfertoetsen in het alfanumerieke deel van het toetsen bord maar als je heel veel cijfers achterelkaar moet tikken dan gaat het hiermee veel sneller. Dit wordt het numerieke deel genoemd van het toetsenbord. Helemaal bovenaan het toetsenbord zie je een rijtje met F1, F2 enz. t/m F12. Dat zijn de functie toetsen. Die zijn er standaard om de computer een bepaalde opdracht te geven. De toetsen Shift, Alt, Ctrl gebruik je in combinatie met andere toetsen. De shift-toets gebruik je om hoofdletters te maken en de Alt- en Ctrl-Toets hebben een bepaalde functie in een programma. De backspace toets gebruik je om een teken voor de cursor(knipperde streep) te wissen. De enter-toets gebruik je om de cursor aan het begin van de volgende regel te zetten of om programma's af te sluiten. De escape-toets is een ontsnappingstoets hiermee kun je een programma of bepaalde opdracht onderbreken. Monitor: Het wordt ook wel beeldscherm genoemd. Dit is het bekendste uitvoer apparaat. Hiermee verschijnt alle opdrachten die je de computer geeft meteen op het scherm. Bijvoorbeeld als je een letter intikt verschijnt deze meteen op het scherm. Als je een monitor wilt besturen is een video-kaart of grafische-kaart nodig. Dit is een schakeling dat het besturen van een beeldscherm verzorgt. Hoe snel het gaat ligt aan de kaarten en de computer zelf. Ook het aantal kleuren dat het beeldscherm weergeeft is afhankelijk van de kaarten. De muis: De muis is een klein apparaatje waarmee je een pijltje over het beeldscherm beweegt. Het is heel handig, eigenlijk kan je met het toetsen bord ook alle dingen doen die de muis ook kan maar het is een handige manier waarmee je niet veel moeite moet doen om dingen aan te klikken enz. in de muis zit een balletje waarbij hij contact maakt met 2 wieltjes. Die kunnen horizontaal en verticaal bewegen. Bij elk wieltje hoort een sensor die de snelheid en de richting meet. Deze “vertaalt” deze gegevens en stuurt ze naar een cursor op het scherm en zo beweegt de cursor. Een modem: Het woord modem betekend: MOdulator-DEModulator. Met een modem kun je twee computers met elkaar verbinden via de telefoonlijn. Je kunt dan naar programma’s gaan via de telefoonlijn. Een computer werkt met binaire getallen (enen en nullen). De modem zet deze getallen om in geluidssignalen. Dit heet moduleren. De geluidssignalen gaan dan via de telefoonkabel naar de andere computer (met modem.). De modem in die computer zet de gegevens weer om in normale getallen. De computer aan de andere kant kan ze dan weer gewoon gebruiken. Om een modem te besturen is een programma nodig, zo'n programma noemen we een communicatieprogramma. De snelheid waarmee gegevens worden verzonden geven we aan in bps: Bits per seconde. De normale snelheid is ongeveer 14400 bps, maar je hebt ze ook van 28800 bps. Een bit is een nul of een 1, acht bits is een letter/cijfer. De printer: De printer is een apparaat waarmee dingen die we maken (zoals bijvoorbeeld een verslag) gaat uitprinten. Dus de computer geeft een bepaalde programma een opdracht om iets af te drukken. Er zijn verschillende soorten printers: De matrixprinter: Hierbij worden de letters uitgeprint door hele kleine stipjes die zo dicht bij elkaar zitten dat je het niet kan zien. De puntjes worden met kleine naaldjes op het papier gedrukt. De naaldjes worden naar buiten geschoten door middel van een magneetje. De naaldjes komen dan op een inktlint. Dat veroorzaakt het puntje. Een inkjetprinter: Een inkjetprinter heeft een printerkop met kleine gaatjes erin. Door de gaatjes wordt, als de kop langs het papier beweegt, inkt gespoten. Deze inkt komt dan op het papier. Laserprinter: Hierbij worden letters met een laser op het papier gestraald. Het ram en rom geheugen: ROM: Het ROM geheugen is een klein deeltje van het interne geheugen. ROM betekent Read Only Memory. Het rom geheugen kun je dus alleen lezen. De fabrikant heeft de gegevens al in het ROM geheugen gezet, toen de computer gemaakt werd. Je kunt ze niet veranderen of verwijderen. Het ROM geheugen regelt dat de computer ( het eerste stuk) goed opstart. RAM: Het RAM geheugen is het grootste deel van het interne gedeelte van het geheugen. RAM betekent Random Access Memory, dit is het "willekeurig toegankelijk geheugen". Je kunt er gegevens in zetten, bewerken, kopiëren en veranderen. Er is een nadeel aan het RAM geheugen: Als je de computer uit zet wist het zichzelf. Alles wat je op het toetsenbord intikt komt in het RAM geheugen terecht maar ook "delen" van programma's die hebt geladen. De harde schijf: Een harde schijf is een klein kastje waarin een paar ijzeren schijven zitten. Op die schijven zit een magnetische laag waarin dingen opgeslagen kunnen worden. Deze laag noemen we ook tracks of sporen. Een track is ongeveer1/1000 mm lang en bestaat uit magnetische deeltjes. Elk deeltje kan in 2 standen staan een 1 of een 0. Als de computer aan staat draait de harde schijf met regelmatige snelheid rond. Dit zijn enkele duizenden draaien per minuut. De informatie wordt leesbaar omgezet. Dingen worden naar de harde schijf gestuurd en andersom. Dat gebeurd voortdurend. Een harde schijf heeft 2 koppen; een aan de bovenkant en aan de onderkant. Er kunnen dus 6 sporen tegelijkertijd worden gelezen. Men noemt dit een cilinder, omdat ze boven elkaar liggen. Het aantal cilinders komt dus overeen met het aantal sporen per schijf. Als de harde schijf een schok krijgt kan de kop het oppervlak raken van de schijf, hierdoor kan er informatie verloren gaan. Bij de meeste nieuwe schijven is er een soort klok ingebouwd, die als de harde schijf minder dan 2 sec. niet gebruikt wordt de kop op een veilige plaats zet. Het internet: Internet is niet ontstaan in de laatste vijf jaar zoals veel mensen denken, internet werd juist steeds populairder dankzij het World Wide Web. Het ontstaan van het internet begon rond de jaren vijftig in Amerika. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie en een aantal universiteiten maakten gebruik van goede computers. Al snel ontstond de behoefte om gegevens tussen deze verschillende computers te kunnen uitwisselen. Maar dat uitwisselen moest wel heel betrouwbaar en veilig gebeuren. Vooral de betrouwbaarheid moest serieus genomen worden. Het uitwisselen van de gegevens verliep via de telefoonlijn en die kon makkelijk worden gesaboteerd. De oplossing die daarvoor werd gevonden was in principe erg simpel. De computers werden op meerdere manieren met elkaar verbonden zodat er verschillende wegen tussen de computers waren. Wanneer er een verbinding niet werkte had men nog een andere verbinding en zo ontstond het eerste netwerk, genaamd ARPAnet. Waarvoor gebruiken mensen internet? Het internet is heel handig. Men gebruikt het om dingen op te zoeken bijvoorbeeld. Het internet is een heel groot bibliotheek met heel veel informatie. Maar je kan er ook andere dingen mee doen, bijvoorbeeld: Chatten: Dat is online met iemand kletsen. e-mailen: Hierbij kan je als het ware brieven sturen. Alleen is het gratis en komt het veel sneller aan. En je kan nog heel veel meer. Nieuw
1977 besloot een klein groepje mensen zich te verenigen met als bedoeling elkaar te kunnen ondersteunen bij het construeren en programmeren van computers. Dit initiatief leidde tot de oprichting van een vereniging van computerhobbyisten. Op 27 april 1977 was de vereniging Hobby Computer Club HCC een feit. Het ledenaantal is vanaf dat moment flink gestegen. Het stijgende belang van de computer in de samenleving, het toenemend aantal mogelijkheden van de computer en het in steeds meer huishoudens verschijnen van de computer heeft er voor gezorgd dat de HCC haar huidige status heeft bereikt. De HCC heeft zich ontwikkeld tot de grootste computervereniging ter wereld. De HCC, bestaande uit verschillende groeperingen, biedt de leden mogelijkheden om kennis en ervaringen op te doen rond het gebied van de informatie technologie (IT). De leden kunnen vragen stellen over hard- en software en worden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in de IT. Dit gebeurt mede door het verenigingsblad Computer!Totaal (elf maal per jaar uitgebracht door IDG), waarin de HCC verenigingskatern is opgenomen. Verder biedt de HCC de leden een breed servicepakket aan. 1.2 Organisatie
Vereniging Hobby Computer Club HCC
HCC Verenigingsbeheer B.V. HCC Kantoor B.V. HCC Evenementen B.V. HCC Nieuwsbrief B.V. HCC Datacommunicatie B.V. Tot in 1987 werden alle zaken door de vereniging Hobby Computer Club HCC geregeld. In de loop der jaren leidde deze manier van werken tot enkele fiscale nadelen. Om deze nadelen te ondervangen is er een andere organisatiestructuur opgezet. De HCC bestaat op dit moment uit vijf Besloten Vennootschappen: - HCC Verenigingsbeheer B.V. - HCC Kantoor B.V. - HCC Evenementen B.V. - HCC Nieuwsbrief B.V. - HCC Datacommunicatie B.V. HCC Verenigingsbeheer B.V. is, in de vorm van een houdstermaatschappij, de beheerder van de andere vier B.V.’s. Tenslotte is de vereniging Hobby Computer Club HCC de eigenaar van deze houdstermaatschappij. De vereniging is enig aandeelhouder en beslist als enige op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De directie van alle vennootschappen wordt gevormd door de vereniging. Het feitelijke bestuur over de vennootschappen wordt uitgeoefend door het Hoofdbestuur. Het hoofdbestuur informeert de Ledenraad over de vennootschappen en legt verantwoording af over het gevoerde beleid. 1.3 Vereniging HCC organisatiestructuur
1.3.1 Ledenraad
Vervult de functie van Algemene Ledenvergadering en is het hoogste orgaan van de HCC. De Ledenraad oefent alle bevoegdheden uit die niet door de wet of door de statuten zijn toegerekend aan andere organen. 1.3.2 Hoofdbestuur
Bepaalt het beleid van de vereniging en ziet erop toe dat het beleid wordt uitgevoerd. 1.3.3 Werknemers
Het aantal fte’s (full-time employees) in loondienst per 31 december 1999 bedroeg 29,1. Daarnaast bestaat de vereniging voor een groot deel uit vrijwilligers die ervoor zorgen dat de verschillende gebruikersgroepen hun bestaansrecht hebben. 1.3.3 Beleidsgroepen
Vanwege de grote diversiteit van werkzaamheden die door het Hoofdbestuur geregeld worden zijn er voor enkele specifieke terreinen Beleidsgroepen gevormd. Deze Beleidsgroepen bestaan uit leden van het hoofdbestuur. - Beleidsgroep Groeperingen
Deze beleidsgroep zorgt voor de belangenbehartiging van de HCC-groeperingen. - Beleidsgroep Evenementen

Dient ter begeleiding van evenementen, waaronder de HCC-dagen. Ze toetst het beleidsplan van de evenementenorganisatie en behartigt de belangen en verplichtingen van de HCC groeperingen in samenhang met de evenementen. - Beleidsgroep Datacom
Begeleidt de datacommunicatie-activiteiten en adviseert het hoofdbestuur hierover. Onder de datacommunicatie-activiteiten vallen: - HCC Net, toegang tot internet - HCC Kadernet, intranet voor kaderleden - HCC Fidonet, inbelnetwerk - Beleidsgroep Publicatie
Toetst in hoofdlijnen het publicatiebeleid vanuit de HCC. 1.4 Groeperingen
Het kloppend hart van de HCC wordt gevormd door de groeperingen. 1.4.1 Afdelingen (regionale georiënteerde gebruikersgroepen) Bij aanmelding worden leden automatisch bij een afdeling ingedeeld. Deze indeling vindt plaats op postcode, tenzij er afwijkende wensen zijn van de betreffende persoon. De afdelingen bieden algemene (technische) informatie en houden regelmatig bijeenkomsten in de regio. Hierdoor is het mogelijk andere leden te ontmoeten, ervaringen uit te wisselen en contacten te leggen. De afdelingen organiseren eveneens cursussen en hebben vaak een uitleen van software en hardware en een leeshoek met computertijdschriften en -boeken. Het HCC-lid betaalt voor de afdeling geen extra contributie. (zie bijlage voor complete lijst van afdelingen) 1.4.2 Gebruikersgroepen (landelijk georiënteerde gebruikersgroepen) Leden kunnen zich opgeven bij een gebruikersgroep indien ze lid willen worden van een gebruikersgroep. Gebruikersgroepen richten zich op een gemeenschappelijke interesse, bijvoorbeeld een bepaald type computer of een specifieke toepassing. (zie bijlage voor complete lijst van gebruikersgroepen) 1.4.3 Computergroepen
Deze groepen zijn bedoeld voor activiteiten en projecten waar geen bestuurlijk kader voor is. De verantwoordelijkheid valt in dit geval onder de beleidsgroep groeperingen, die tevens voor de begeleiding zorgt. Onder de computergroepen vallen vooral startende activiteiten en projecten. Verder is het ook bedoeld als vangnet voor gebruikersgroepen die langzamerhand afnemen, zodat de expertise en kennis niet verloren zullen gaan. 1.5 Leden
Het werkelijk aantal betalende leden in 1999 bedraagt 130.730. Het aantal leden is over het nog steeds stijgende. Volgens de laatste cijfers uit de Computer!Totaal van januari en februari 2001: +/- 143.000 leden ,volgens Computer!Totaal januari +/- 141.000 leden ,volgens laatste Computer!Totaal (februari) Deze lichte afname is waarschijnlijk te danken aan het feit dat het lidmaatschap van enkele leden per het einde van het jaar is opgeheven. De Computer!Totaal van 1 januari zal het aantal leden in december 2000 weergeven, inclusief de leden die tijdig hun lidmaatschap hebben stopgezet. In het nummer van februari zal het aantal leden in januari 2001 weergeven, exclusief de leden die hun abonnement in 2000 tijdig hebben stopgezet. 2. Markt
De HCC behoort tot de tertiaire sector en opereert vooral op de hobby-computer-markt. Daarbij vervullen zij vooral een rol in de informatieoverdracht in de IT-sector. Daarnaast bieden zij services aan op het gebied van computers. Services m.b.t. onderhoud en aanschaf van de computer en hardware alsmede het gebruik van software en het ondersteunen van het gebruik van de computer en de vele mogelijkheden ervan. Door het opsplitsen naar 26 regionale afdelingen, spreid de HCC zijn diensten zeer goed. Elke afdeling zijn eigen regionale markt. Het hebben van 39 gebruikersgroepen komt de diversiteit van de HCC zeer ten goede. De HCC wortelt zich in de markt en creëert een goede spreiding van haar diensten. 3. De vraag
In de maatschappij van vandaag de dag wordt de computer steeds belangrijker en de mogelijkheden lijken eindeloos. Gebruik maken van de computer bij een hobby is een sterk groeiend fenomeen. Het is daarom niet verwonderlijk dat een toenemend aantal mensen de computer als hobby heeft. 3.1 De consument
De HCC biedt zijn zeer diverse diensten aan de particuliere consument aan. Niet elke consument heeft belang bij de zelfde dienst van de HCC, een ieder heeft zo zijn eigen voorkeur. 3.2 Preferenties
Elke consument heeft andere wensen en behoeften op het gebied van computers. Voor de HCC is het geen probleem om in deze behoeften te voorzien, dit komt mede door de grote verscheidenheid aan gebruikersgroepen. De consument zal alleen in zijn directe omgeving zoeken naar een hobbyclub. Voor de HCC betekent dit het dekken van de lokale markten met hun regionale afdelingen. “Het consumeren van veel diensten is leeftijds gebonden”. Door de toenemende vergrijzing in Nederland grijpt de HCC de mogelijkheid aan, om naar een nog betere positie te groeien door op de toenemende vergrijzing in te springen. De HCC reageert niet alleen op de veranderende preferenties, zij veroorzaken en sturen deze veranderingen ook zelf. Neem als voorbeeld: de HCC-dagen. 4. Aanbod

De HCC biedt een lidmaatschap aan met een breed assortiment aan diensten. Hieronder zal een overzicht van de inbegrepen diensten volgen. Lidmaatschap HCC - 11 keer per jaar gratis Computer!Totaal thuisbezorgd - korting op C!T-rom, een CD vol met software, uitgegeven door IDG - gratis toegang tot de HCC-dagen - gratis toegang tot het HCC Net - gratis toegang tot het Fido-net - gratis e-mailaccount - gratis ruimte voor een homepage - gratis lid van een afdeling
Services voor leden - SCC (Stichting Computer Consument) - voordelige computerverzekering - voordelige reparatieservice - voordelige digitale fotoservice
HCC Dagen - Entreebewijzen voor bezoekers - Standplaatsen voor bedrijven en instellingen
5. Prijzen
5.1 Lidmaatschap
Lidmaatschappen worden aangegaan voor (de rest van) een kalenderjaar. Tot 5 februari geldt de volledige jaarcontributie van ƒ 75,-. - 5 februari - 5 maart ƒ 68,75 - 5 maart - 9 april ƒ 62,50 - 9 april - 7 mei ƒ 56,25 - 7 mei - 11 juni ƒ 50,- - 11 juni - 13 augustus ƒ 43,75 - 13 augustus - 10 september ƒ 37,50 - 10 september - 8 oktober ƒ 31,50 - 8 oktober - 5 november ƒ 25,- Daarna wordt er ook het lidmaatschap van het volgende jaar er bij inbegrepen. 5 november - 26 november ƒ 90,- + kaart voor HCC Dagen) na 26 november ƒ 75,- Het inschrijfgeld bij aanmelding bedraagt ƒ 10,-, behalve wanneer men een machtiging afgeeft voor automatische incasso van de contributie. 5.2 Gebruikersgroepen
Voor het afsluiten van een eerste lidmaatschap van een gebruikersgroep krijgt een HCC-lid f5,- korting op het te betalen bedrag. Op de overige contributies van gebruikersgroepen zal geen verdere korting worden gegeven. De kosten bedragen bij de meeste gebruikersgroepen f5,- per jaar. Enkele uitzonderingen zijn: Beleggen (f10,?), Muziek, Genealogie en Artificiële Intelligentie (15,-) en Pascal (30,-). 6. Kosten
We kunnen verschillende soorten kosten onderscheiden, waaronder de constante en variabele kosten. 6.1 De vaste constante kosten
De constante kosten van de HCC zijn hoofdzakelijk de kosten voor de werknemers, de locaties ( huur, elektra e.d.) etc. Het blad computer!Totaal besteed de HCC uit. De HCC bevind zich in de tertiaire sector en bevindt zich dus in de diensten sector. De vaste kern werknemers die gedurende een lange tijd kennis en ervaring hebben opgedaan, vertegenwoordigen een grote waarde voor de onderneming. Vooral de specialisten die een heel verschillende kennis en ervaring inbrengen, zijn onmisbaar voor de HCC. Ook wel de heterogene arbeid genoemd. In de diensten sector is kennis vrijwel de enige productiefactor van betekenis. De HCC is afhankelijk van deze kennis van hun medewerkers, hierdoor is een groter deel van de loonkosten vast. Ook wel het menselijk kapitaal van de onderneming genoemd. 6.2 De variabele kosten
Het aantal lager geschoolde werknemers is variabel. De HCC kan deze gemakkelijk (volgens wettelijke voorschriften) ontslaan en weer aannemen. Ook wel homogene arbeid. De variabele kosten bestaan dan ook voornamelijk uit het variabele deel van de loonkosten. Hierbij te denken aan de benodigde extra krachten op de HCC-dagen in Utrecht. Door de inzet van deze extra arbeidskrachten, bij meer arbeids-intensieve tijden, verhoogt de HCC zijn efficientie. Het is dan ook vanzelf sprekend dat de HCC liever flexibele arbeidscontracten met deze werknemers afsluit. 7. Concurrentie

De HCC als vereniging van computergebruikers heeft eigenlijk geen concurrentie van soortgelijke verenigingen. Het is de enige grote computervereniging binnen Nederland en het is zelfs de grootste van de wereld. De HCC heeft een breed servicepakket en ze hebben een breed scala aan gebruikersgroepen. Daardoor heeft de HCC voor iedereen die iets met computers te maken heeft wel iets interessants te bieden. Voor de consument is het aantrekkelijk om zich te abonneren op de HCC, door de zeer goede spreiding van de diensten over het hele land. Alle andere clubs zijn vaak regionaal. De toetredingsdrempel is voor eventuele concurrenten zo hoog, dat deze concurrenten nooit een vergelijkbaar dekkingsgebied kunnen beslaan. Naast de vele mogelijkheden binnen de vereniging, is het feit dat er een abonnement op het computertijdschrift Computer Totaal! bij het lidmaatschap is inbegrepen een reden dat mensen lid worden van de HCC. Het is zelfs zo dat als mensen een abonnement op Computer Totaal! willen nemen, ze lid zullen moeten worden van de HCC. Er zullen ongetwijfeld een redelijk aantal mensen zijn die enkel lid van de HCC geworden zijn vanwege het verenigingsorgaan Computer!Totaal. Hieruit kan worden geconcludeerd dat die mensen Computer!Totaal als product zien, uitgebreid met de diensten van de HCC. Deze diensten zijn niet de reden dat ze lid zijn geworden van de HCC, maar het computertijdschrift. Met het vorige in ogenschouw genomen valt er te concluderen dat andere computertijdschriften in dat opzicht de grootste concurrenten zullen zijn. Hierbij moet gedacht worden aan computertijdschriften als Personal Computer Magazine, PC-active en Computer Idee. Computer idee heeft 97000 leden. De rest van de concurrerende bladen zegt dit soort gegevens niet te mogen verstrekken. Maar wanneer bedacht wordt dat Computer!Totaal , C’T en tips & trucs aan de HCC (141000 leden) verbonden zijn, kan wel aangenomen worden dat zij bij elkaar het grootste aantal leden hebben. Er is geen directe concurrentie tussen de tijdschriften en de HCC. De tijdschriften worden namelijk niet door de HCC geproduceerd, maar dit worden uitbesteedt aan de IDG mediagroep. Er is hier een vreemde situatie, omdat er sprake is van concurrentie tussen een lidmaatschap van een computervereniging en abonnement op een computertijdschrift. Twee producten uit een verschillende bedrijfstak. Echter hebben beide producten als overeenkomst dat ze beiden informatie bieden op het gebied van de informatie technologie. Op het gebied van het aangeboden internet moet geen concurrentie gezocht worden. Maar meer als extra dienst. Het is echter wel zo dat de HCC met deze service een van de grootste netwerken wil maken. Het zogenaamde HCCnet. Doordat alleen leden van de HCC toegang kunnen verkrijgen tot het HCCnet, kan dit niet als concurrerende dienst t.o.v. andere internetproviders gezien worden. Sterker nog, bij het ontvangen van de Computer!Totaal zit er weleens een cd-rom van world-online bij. 8. Omzet
De omzet over het algemeen is afhankelijk van de hoeveelheid leden. Ten eerste zullen er extra inkomsten komen uit het te betalen lidmaatschap van de nieuwe leden. Ten tweede zullen de inkomsten van derden ook toenemen. Des te meer leden, des te meer bedrijven bereid zijn te betalen voor reclame. Verder zullen de winstuitkeringen van derden ook toenemen, aangezien er meer leden zijn die gebruik maken van bepaalde diensten. 8.1 Omzet van de vereniging Hobby Computer Club HCC
De totale omzet van de vereniging Hobby Computer Club HCC bestaat uit de door de leden betaalde contributie over een jaar. Hierbij wordt de omzetbelasting niet meegerekend. De omzet van de vereniging bedroeg over 1999 fl. 8.526.000,-. 8.2 Omzet HCC Verenigingsbeheer B.V. Onder de omzet van HCC Verenigingsbeheer B.V. wordt verstaan het totaal van aan derden in rekening gebrachte bedragen. Bij deze bedragen worden de kortingen en omzetbelasting niet meegerekend. Deze bedragen komen voort uit de opbrengsten van de vier onderverdeelde B.V.’s (HCC Kantoor B.V., HCC Evenementen B.V., HCC Nieuwsbrief B.V. en HCC Datacommunicatie B.V.. 8.3 Omzet HCC Kantoor B.V. De opbrengsten van HCC Kantoor B.V. komen voort uit de doorberekening van exploitatiekosten. Deze kosten worden doorberekend aan de vereniging en de betreffende B.V.’s. De omzet van het HCC Kantoor B.V. bedroeg f 3.630.000,- over 1999. Dit bedrag heeft echter geen invloed op de totale omzet van de HCC, aangezien het bedrag niet aan derden in rekening wordt gebracht. 8.4 Omzet HCC Evenementen B.V. HCC Evenementen B.V. haalt zijn omzet uit inkomsten van evenementen. Over 1999 werden de volgende bedragen gerealiseerd. - entreegelden bezoekers f 972.000,- - commerciële deelnemers f 1.590.000,- - specials f 15.000,- - diversen f 57.000,- De totale omzet van HCC Evenementen B.V. over 1999 bedraagt f 2.633.000,-. Het grootste gedeelte van de inkomsten komt voort uit de HCC-dagen. 8.5 Omzet HCC Nieuwsbrief B.V. HCC Nieuwsbrief haalt zijn omzet uit inkomsten die samenhangen met het blad Computer Totaal!. - verenigingpagina’s f 3.000,- - gratis verstrekking leden f 2.664.000,- - winstuitkering IDG f 271.000,- De totale omzet van HCC Nieuwsbrief B.V. over 1999 bedraagt f 2.938.000,-. 8.6 Omzet HCC Datacommunicatie B.V. De omzet van HCC Datacommunicatie B.V. over 1999 komen voort uit opbrengsten van het HCC Net (f 1.968.000,-) en het Kadernet (f 89.000,-) en bedraagt f 2.057.000,-. 9. Resultaten
9.1 HCC Datacommunicatie B.V. HCC Datacommunicatie B.V. heeft over 1999 een groot verlies geboekt van f727.000,-. Dit verlies bestaat voor het grootste deel uit een grote toename in de kosten voor het realiseren van het HCC Net. 9.2 HCC Nieuwsbrief B.V. HCC Nieuwsbrief B.V. heeft over 1999 een verlies geleden van f 148.000,-. Dit verlies wordt vooral veroorzaakt door de extra kosten die gemaakt zijn voor het verenigingsblad. Enerzijds is er wel meer geld binnengekomen door de extra leden. Anderzijds waren de kosten die aan IDG betaald moesten worden meer gestegen. 9.3 HCC Evenementen B.V. HCC Evenementen B.V. heeft in 1999 ongeveer volgens de begroting gedraaid. Er was een licht verlies van f 16.000,-. 9.4 HCC Kantoor B.V. HCC Kantoor B.V. heeft net als HCC Evenementen B.V. ongeveer volgend de begroting gedraaid. In dit geval was er slecht een verlies van f 10.000,-. 9.5 HCC Verenigingsbeheer B.V. De houdstermaatschappij heeft een verlies gemaakt van f 622.000,-. Als eerste zijn hierin de resultaten van de andere B.V.’s in verwerkt. Verder zijn over het algemeen de opbrengsten gestegen t.o.v. de begroting, maar de kosten nog iets sterker gestegen. Tot slot heeft een teruggave van vennootschapsbelasting gezorgd voor een afname van het verlies. 9.6 Vereniging Hobby Computer Club HCC
De vereniging heeft over 1999 over het totaal een verlies gemaakt van f118.000,-. Dit resultaat bestaat voor f 622.000,- uit het negatieve resultaat van deelnemingen aan HCC Verenigingsbeheer B.V.. Het resultaat van de vereniging op zich is f 504.000,-. Dit bedrag is grotendeels ontstaan uit de extra opbrengsten uit contributies t.o.v. de begroting. 10. Vereniging en continuïteit
Bedragen volgens balans per 31 december 1999: Vaste activa f 1.503.000,- Vlottende activa f 12.762.000,- Eigen vermogen f 3.591.000,- Voorzieningen f 31.000,- Schulden op korte termijn f 10.643.000,- Totaal F 14.265.000,- f 14.265.000,- Hierbij moet echter opgemerkt worden dat het grootste gedeelte van het kort vreemd vermogen (f 8.924.000,-) uit vooruit ontvangen contributies bestaat. Dit geld is eigenlijk te vroeg ontvangen geld dat nu als een schuld wordt beschouwd. Per volgend jaar zal deze schuld komen te vervallen. Quick ratio (12.762.000 – 16.000) / 10.643.000 = 1,20
De vereniging is voldoende liquide. De vereniging is voldoende in staat om haar kortlopende schulden te voldoen. Solvabiliteit
3.591.000 / 14.265.000 * 100% = 25,2 % De solvabiliteit van de vereniging is niet voldoende als we er vanuit gaan dat het eigen vermogen meer dan 33% van het vreemd vermogen moet dekken. In dit geval moet echter niet vergeten worden dat een groot gedeelte van het vreemd vermogen bestaat uit contributies die vooruit zijn ontvangen. Indien we deze vooruit betaalde contributies niet tot het vreemd vermogen rekenen, geldt de volgende berekening. 3.591.000 / (14.265.000 – 8.924.000) * 100% = 67,2 % Deze berekening geeft aan dat de vereniging voldoende solvabel is. 11. Conclusie