Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Jongerenprotesten in de jaren '50 t/m '90

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 8514 woorden
  • 10 februari 2007
  • 83 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
83 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 De Jaren 50 Een stukje voorgeschiedenis Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland weer opgebouwd worden. De oorlog had grote verwoestingen aangericht. Ook moest het land opnieuw geregeerd worden. In de samenleving wilde men een nieuwe start maken en niet terugkeren naar het vooroorlogse hokjessysteem. Er ontstonden een aantal nieuwe partijen,zoals ‘de PvdA’ (Partij van de Arbeid).Deze werd opgericht door de voormalige ‘SDAP’ in 1946. De PvdA stelde zich open voor alle godsdienstige overtuigingen. Een andere partij was ‘de Katholieke Volkspartij’ (KVP), die door de ‘RKSP’ na de oorlog werd opgericht. De KVP vertrouwde meer op de vrije werking van de markt en wilde het particulier initiatief meer ruimte geven. Er werd een rooms-rood kabinet samengesteld,een coalitie tussen KVP en de PvdA. Dit zou 12 jaar duren. De regering moest het land weer opbouwen. De industrialisatie moest weer op gang gebracht worden. De lonen werden laag gehouden. De jaren ‘50 Men wilde de armoede en de ellende die de oorlog en de economische crisis hadden veroorzaakt nooit meer meemaken. Om de zwakkeren in de samenleving te steunen en iedereen een menswaardig bestaan te bieden, werd een stelsel van sociale wetten ontworpen. In 1952 werd zo de werkloosheidsverzekering verplicht en in 1957 trad ‘de Algemene Ouderdomswet’ (AOW) in werking. Toen de economie zich in de jaren 50 herstelde, kwamen de verschillen tussen de PvdA en de KVP duidelijker naar voren. Spanning tussen de twee partijen ontstond doordat de PvdA voortdurend groeide en de KVP in de coalitie achter bleef. In 1958 kwam de regering ten val. In de loop van de tijd bleek de afbrokkeling van de katholieke en de overige zuilen niet te voorkomen. Eén van de belangrijkste redenen voor de ontzuiling was de toenemende ontkerkelijking. De mensen werden kritischer door de stijgende welvaart en het hogere opleidingsniveau. In het ontzuilingproces speelde de televisie ook een belangrijke rol. Veel mensen ontdekten dat deze wereld minder eng en gevaarlijk was dan zij altijd hadden vermoed. Mensen twijfelden op welke partij zij gingen stemmen. In de daaropvolgende jaren lagen niet alleen politieke partijen met elkaar overhoop, maar ook de samenleving was niet tevreden. Met name onder de jongeren heerste grote onvrede over de bestaande machtsverdeling. Er ontstonden protesten tegen de machtsverdeling. Hoewel het politieke systeem democratisch genoemd werd, vonden de jongeren dat ze nergens inspraak in hadden en dat alle macht bij de oudere generatie lag. De jongeren hadden niks aan de welvaart. Zij moesten niets weten van individueel streven naar rijkdom of een leegte van de consumptiemaatschappij. De jongeren wilden dat ze meer invloed kregen en wilden loskomen van hun ouders en dat lieten ze vooral zien in protesten.
De jaren ’50 en de ‘Nozems’ Amerika was voor de jongeren hét voorbeeld hoe het wel moest zijn.. De jongeren wilden van Nederland ook een moderne consumptiemaatschappij maken. Ze wilden anders zijn dan hun ouders en lieten dat ook zien. De werkende jongeren ontwikkelden een eigen leefstijl die botste met het gezag van de ouderen. Nederland kwam in 1956 voor het eerst in aanraking met rock and roll. Amerikaanse muziekfilms toonden de rock and roll en de jongeren vonden ze geweldig,maar de ouderen niet. Ze vonden dat het geen muziek was. Maar hun mening konden de veranderingen niet weerhouden. In de jaren ’50 werd Nederland een moderne consumptiemaatschappij. De welvaart werd zowel binnen- als buitenshuis zichtbaar. Een auto,een douche,een ijskast enz. werd aangeschaft,waar de mensen voorheen alleen maar van konden dromen. Ook de jongeren beschikten over meer geld doordat de jeugdlonen stegen. Ze kochten brommers en muziekplaten van rock and roll meesters als Elvis Presley en James Dean. De jongeren besteedden ook meer aandacht aan hun uiterlijk. Jongens hadden opgekamde kuiven en droegen leren jacks en spijkerbroeken. Meisjes waren zwaar opgemaakt en droegen strakke truitjes en wijde rokken. De jongeren kwamen in een steeds grotere afstand met hun ouders,die bezorgd toekeken hoe hun kinderen in de wereld van seks,drugs en rock and roll terecht kwamen.In 1955 werden deze jongeren door Jan Vrijman in een artikel over de jeugd als ‘nozems’ betiteld. De jaren ’50 waren dus niet echt rustige jaren.Er vonden talrijke veranderingen plaats,niet alleen in de regering, maar ook in de samenleving. Het eerste protest was op gang gekomen, jongeren hadden hun eigen cultuur ontwikkeld en waren losgekomen van hun ouders. Verder had Amerika een belangrijke rol gespeeld als voorbeeld. Hoofdstuk 2 De Jaren 60 Algemeen De wederopbouw werd afgesloten, al bleef de vraag naar woningen nog wel heel sterk bestaan. In Nederland kwam er een einde aan de geleide loonpolitiek, en de ene loongolf volgde de andere op. In vrijwel alle huishoudens deden koelkast, wasmachine, telefoon, televisie en auto hun intrede. Jongeren in de jaren 60
De jongeren beheersten het land. Zij hadden en maakten eigen wetten en regels. Deze jongeren hebben de oorlog niet bewust meegemaakt maar wel de moeilijke jaren van net na de oorlog. Er kwam een algemeen verzet tegen het gezag, de gezagsdragers, de gevestigde orde en ouders. De jongeren gingen zich verzetten tegen het kapitalisme en de consumptiemaatschappij. Hierdoor ontwikkelden vooral de studenten en later de werkende jongeren een eigen levensstijl. (subcultuur) De term leefstijl slaat niet alleen op datgene wat uiterlijk zichtbaar is, maar zeker ook over het innerlijk. (ideeën en opvattingen) Provo Provo is een beweging die midden jaren ‘60 in Nederland is ontstaan. De naam Provo is afgeleid van het woord “provoceren”. Opgericht door onder meer Roel van Duijn (filosoof), Rob Stolk (drukker, actievoerder), Luud Schimmelpennink (uitvinder) en Robert Jasper Grootveld (anti-rookmagiër). De Provo’s lieten van zich horen door middel van hun artistieke en abnormale plannen. Aan die plannen deden evenveel meiden als jongens mee. Zij waren een belangrijke motor van de politieke en culturele vernieuwing die in de 60’er en 70’er jaren Nederland veranderde. De kleur van de Provo was wit en wit werd gekozen omdat dit de kleur van de onschuld is en de Provo’s was het “witte“ gevaar. De Provo’s namen deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam en haalde één zetel. Het kwam zelfs zover dat ze een zetel in de Tweede kamer kregen. Doel De provo was vooral bezig met nieuwe maatschappelijke vraagstukken aan de orde te stellen en daar ongebruikelijke oplossingen voor te verzinnen. Zij waren bezig met vrije liefde, ecologie en milieu, de stad als oord van emancipatie, vernieuwing van de kunst, afbraak van autoriteit, democratisering. Ook waren de Provo’s tegen roken, als protest daarop bekladde ze sigarettenaffiches met een ‘K’, van kanker. Ze vonden dat je niet moest roken want het veroorzaakte longkanker. Daardoor protesteerden ze dus tegen de tabaksindustrie, ze zagen de tabaksindustrie als symbool voor de totale, volgens hun uit de hand gelopen, consumptiemaatschappij. Dit was een beeld die een sigarettenfabrikant aan de stad Amsterdam had geschonken, als protest tegen de tabaksindustrie protesteerden de Provo’s bij dit beeldje. Net als tabak waren de Provo’s tegen alcohol, ze vonden het slecht en hadden het gevoel dat er dan een andere sfeer was. Ze waren echter wel voor drugs, een enkeling greep naar de ‘zwaardere middelen’ maar de meeste hielden het bij een stickie. Hun acties

Ze protesteerden in Amsterdam op het Spui, bij ‘Het Lieverdje’. Hun sterkste actiemiddel was ‘autoriteiten in verwarring brengen’ en omdat ze dat heel effectief én geweldloos deden zat half Nederland mee te lachen over de hulpeloze reacties van de autoriteiten. Veel aandacht trokken bijvoorbeeld hun acties, in 1966, rond het huwelijk van prinses Beatrix met Claus von Amsberg (een Duitser en oud-Wehrmacht-soldaat). Provo excelleerde in het verspreiden van geruchten: er zouden hallucinerende stoffen in het drinkwater gedaan worden, de paarden van de vorstelijke rijtuigen zouden suikerklontjes met LSD krijgen, enzovoorts. Het antihuwelijksgeschenk bleek uiteindelijk een rookbom; onschadelijk, maar het haalde wel de wereldpers. Ook een bekende actie was het Witte Fietsen plan van Luud Schimmelpennink. Als oplossing van alle verkeersproblemen wilde hij door de hele stad Witte fietsen neerzetten zonder slot zodat deze fietsen voor iedereen beschikbaar waren. Na gebruik kon hij op een vaste plaats worden achter gelaten. Zo zou de stad autovrij worden. Opmerkelijk was ook de actie met de 2.000 gulden biljetten. Per ongeluk had de AMRO bank een bedrag van 35.000 gulden op de rekening van Provo gestort. Om het voor de bank onmogelijk te maken dit geld terug te eisen gaven ze het zo snel mogelijk uit. Er werd aan verschillende protestgroepen geld geschonken en van het overige geld lieten ze nep-bankbiljetten van 2.000 gulden drukken. Deze gooiden ze van het dak van een gebouw nabij de Dam en er waren veel mensen die dachten dat dit echt geld was. Einde Provo Na nog enkele acties waarbij de autoriteiten geprovoceerd werden, besloot de Provobeweging zichzelf op te heffen. Het doel was bereikt, de autoriteiten waren ontregeld, allerlei mensen waren aan het denken gezet. Provo was ook met name een jongerenbeweging. Het werd voorafgegaan door de nozems en gevolgd door de hippies Illegale demonstraties werden door de politie hard aangepakt. Op 15 Mei 1967 werd de opheffing van Provo in het Vondelpark door Roel van Duijn bekend gemaakt. Nu moesten de Provo aanhangers andere wegen zoeken om hun ideeën waar te maken. Van Duijn ontwikkelde de kabouterfilosofie waarin hij vond dat er mensen moeten zijn die zich volledig op de natuur zouden richten. Met deze nieuw ontstaande Kabouterbeweging kreeg hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 in Amsterdam elf procent van de stemmen. Flower power
Een hippie is het ‘etiket’ voor een vooraanstaand, onzichtbaar, ondergronds, evolutionair proces. Voor elke zichtbare hippie, op blote voeten, vol met bloemen en kralen zijn er duizenden onzichtbare leden van de levendige ondergrondse. Het leven van personen die zijn gericht op de innerlijke visie, die buiten het alledaagse, komieke Amerikaanse leven vallen. (vrij naar Timothy Leary in The Politics of Ecstasy uit 1967) De ‘hippiecultuur’ is een echte jeugdcultuur en kwam op in het midden van de jaren 60. ‘Hippies’ worden gezien als de makers van de ‘flowerpower beweging’ en zijn daarom voor altijd verbonden met de seksuele revolutie, muzikale en sociale revolutie(s) van de jaren ‘60 en begin jaren ‘70. Het begon allemaal op de campus van de universiteit van Californië en speciaal in San Francisco waar de popgroep ‘The Doors’ een eerste begin maakte. De beweging breidde zich verder uit toen de Beatles zich ermee identificeerden en hun album Sgt Peppers Lonely Heartsclub Band uitkwam. Ze leefden in communes, rookten wiet, dronken thee en luisterden naar psychedelische muziek. Het was een open manier van leven die vaak niet gewaardeerd werd door ouderen. In deze tijd was Amsterdam het magische centrum van de wereld, hoewel wiet en hasj hier nog niet verhandeld werden. Er werd wel LSD gebruikt maar verder waren er geen harddrugs, zelfs nauwelijks alcohol. In het algemeen vonden ze het leuk om te ‘shockeren’ oftewel de maatschappij ‘wakker te schudden’. Dit deden ze vooral door hun afwijkend gedrag en uiterlijk. Ze protesteerden tegen de kapitalistische en materialistische maatschappij van hun ouders, ze waren voor vrede, ze waren vooral tegen de Vietnamoorlog. Ze waren voor ecologische idealen zoals ‘terug naar Moeder Natuur’ en zelfvoorzienend leven van het land. Ze geloofden dat je in harmonie met de natuur moet leven. Hippies stonden daarom bij de gevestigde maatschappij vooral bekend als losbandige, seksbeluste, blowende jongeren, met lange haren en baarden en gekleed in felgekleurde kleding. Vooral T-shirts, spijkerbroeken en oosters getinte jassen en gewaden als kaftans, kralenkettingen, bloemen en andere versierselen worden met hen geassocieerd. Ze verplaatsten zich veelal in zogenaamde hippiebusjes, ‘lelijke eendjes’ of liftend van de ene ‘happening’ of muziekfestival naar het andere. Maar dat beeld doet te kort aan deze ‘tegen’ cultuur, die ook veel nieuwe muziek, andere vormen van kunst en verfrissende nieuwe denkwijzen heeft voortgebracht. Muziek Muziek was in de hippiecultuur een belangrijk element. Behalve dat de hippies constateerden dat protestliederen heel goed gebruikt konden worden om zich tegen de maatschappij te keren, gingen hippies ervan uit dat de sfeer die muziek schept, mensen samen kan brengen. Zo organiseerden zij onder het motto ‘3 days of peace and music’ het Woodstock-festival, waar honderdduizenden mensen voor drie dagen samen kwamen, zonder dat er vechtpartijen uitbraken.Dit alles heeft er toe bijgedragen dat ouders en gezagsdragers meer begrip kregen voor de jongeren. De jongeren kregen meer inspraak op scholen en in de politiek. De kiesgerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 18 jaar en er kwam een vakbond voor militairen. Tot ver in de jaren 70 is er strijd met de jongeren geweest, maar de idealen zijn gebleven. The Mods Begin jaren zestig werd Groot-Brittannië overspoeld door een nieuw soort jongeren: de Modernists of Mods. Jongeren uit de arbeidersklasse die door de afschaffing van de dienstplicht en het herstel van de Britse economie tijd en geld hadden om zich als jeugdgroep te manifesteren. De Mods luisterden naar rhythm & blues, naar ska (door Jamaicaanse immigranten meegebracht) en naar moderne jazz (die de beweging haar naam gaf). Ze zetten zich af tegen de crisismentaliteit van hun ouders en ontpopten zich tot superconsumenten. Mods hulden zich in dure merkkleding en scheurden rond op prijzige scooters. Hun uitstraling was strak, vooral ook door de amfetamine die ze gebruikten. Voorop in de Mod-cultuur liepen de Aces, de modieuze trend bepalers. Zij werden gevolgd door de Tickets of Numbers, grote groepen Mods die danszalen, bioscopen en cafés onveilig maakten en vaak voor vechtpartijen zorgden. Ondanks hun fijne smaak verloochenden de Mods hun afkomst niet. Met hun kleding verwezen ze duidelijk naar het rauwe, chauvinistische en klassenbewuste arbeidersmilieu waaruit ze voortkwamen. Drie merken waren daarbij zeer populair: Fred Perry, Lonsdale en Ben Sherman. Fred Perry was een Engelse tennisser uit de arbeidersklasse. In de jaren dertig won hij drie maal Wimbledon. Na zijn carrière verbond Perry zijn naam aan een kledinglijn. De Mods droegen Fred Perry’s als eerbetoon. Lonsdale dankt zijn naam aan Hugh Cedl Lowther, 5th Earl of Lonsdale (1857-1944), een fervent bokser én de eerste voorzitter van de National Sporting Club. In 1960 verbond het geslacht Lonsdale haar naam aan een kledinglijn (sportkleding, bokstenues). Mods droegen Lonsdale omdat het bij hun vechtersmentaliteit paste. Ben Sherman was een joodse ondernemer die zijn eerste winkel opende in de bij Mods populaire badplaats Brighton. Dit, met het feit dat het een puur Brits merk was, maakte ook Ben Sherman gewild onder de Mods. Emancipatie van de vrouw De eerste feministische golf ontstond rond 1880. Steeds meer vrouwen verzetten zich tegen het stereotiepe vrouwbeeld van toen: breien, naaien, borduren, schoonmaken enz. De dames Mina Kruseman en Betsy Perk brachten met hun commentaar heel wat te weeg. Er werden lezingen gegeven over de positie van de vrouw van nu en hoe het eigenlijk zou moeten zijn. Een van de belangrijkste eisen was die van het vrouwen kiesrecht. Dit werd uit eindelijk in 1917 gerealiseerd, hierna ebde de eerste feministische golf langzaam weg. De tweede feministische golf kwam in de jaren zestig. Dolle Mina werd een begrip. Zij was nog geen organisatie en kende evenmin een pasklaar actieboekje. Bij het vijftig jarig bestaan van Dolle Mina kwam er een boek uit “Meid, wat ben ik bewust geworden, vijftig jaar Dolle Mina”. Voor Dolle Mina is niet het verschil tussen man en vrouw belangrijk, maar tussen rijk en arm, kanshebbers en kanslozen. Echte vrijheid is een kwestie van kunnen, en niet alleen mogen. Tussen 1968 en 1970 waren er twee feministische organisaties, Dolle Mina en MVM ( Man – Vrouw – Maatschappij )
Man-Vrouw-Maatschappij In 1968 werd de organisatie Man-Vrouw-Maatschappij (MVM) opgericht. Die organisatie streed voor gelijke beloning en gelijke kansen. Want hoewel de rechten van vrouwen op de arbeidsmarkt waren verbeterd, bleven zij met name in hogere en invloedrijke functies ver in de minderheid. Ook in de politiek waren nog steeds weinig vrouwen. Om vrouwen werkelijk gelijke kansen op de arbeidsmarkt te geven, pleitte MVM voor deeltijdwerk en betere opvangmogelijkheden voor kinderen. Bovendien moesten de traditionele rolpatronen worden verbroken en de huishoudelijke taken gelijk tussen man en vrouw worden verdeeld. Met MVM wilde de initiatiefneemster “Joke Kool-Smit” duidelijk maken dat niet alleen de vrouwen voor een omslag in de maatschappij kunnen zorgen maar dat daarvoor ook de mannen nodig zijn. Om het feministische ideaal onder de aandacht te brengen van het grote publiek werden er verschillende uitbundige en ludieke acties ondernomen. - Zo werden de openbare heren toiletten geblokkeerd omdat er geen openbare toiletten voor vrouwen waren. - Mannen werden nagefloten. - De mannensociëteiten en cafés waar vrouwen zonder begeleiding niet naar binnen mochten werden bezet. - Abortus in Nederland legaliseren onder het motto “Baas in eigen buik” en “Wij vrouwen eisen” was er een bezetting van de abortuskliniek “Bloemenhoven”. - Er kwamen praatgroepen waaruit later de “Blijf van mijn Lijf huizen “zijn voort- gekomen en er kwam kinderopvang en ouderschapsverlof. - Pamfletten werden uitgedeeld aan bruiden met o.a de volgende tekst: U mevrouw? Bent u ook een slavin, en wilt u dit blijven? Wij willen afschaffing van de vrouwen slavernij. De arbeidsverhoudingen voor vrouwen werd verbeterd; er kon o.a. parttime gewerkt worden. Er veranderde dus veel in die tijd, echter niet tot ieders tevredenheid. Er is nog veel te doen. Dolle Mina Hoe het is begonnen
Een van de aanleidingen voor het ontstaan van de Dolle Mina was de Maagden huisbezetting. (in 1969 voor democratisering van de universiteit), waarbij de vrouwen alleen goed waren voor het koffiezetten, broodjes Een van de aanleidingen voor het ontstaan van de Dolle Mina was de Maagdenhuisbezetting smeren en het typwerk. De mannen namen ook hier weer de beslissingen. Ook na de bezetting werden de vrouwen bij de processen lichter gestraft dan de mannen. Een groepje vrouwen en mannen, die reeds grote onvrede hadden met de plaats en de mogelijkheden van de vrouwen, raakte door de frustraties opgedaan in het Maagdenhuis, ervan bewust dat ze iets aan de situatie van vrouwen willen veranderen. De eerste vrouwen die zich samen voegde waren onderwijzeres, studente, huisvrouwen, kleuterleiders enz. Ze hadden allemaal ervaren dat ze als vrouw, zowel in hun privé-leven als in de maatschappij, ondanks de formele rechten in 1970, nog tegen ontzettend veel vooroordelen, onrecht en achterstelling moesten vechten. Ze begonnen een beweging die vernoemd werd naar; Wilhelmina Drucker, een woordvoerster van de eerst feministische golf, die de Vrije Vrouwen Verenging oprichtte en daar ook de voorzitter van was. De beweging Dolle Mina deed al meteen bij de start veel stof opwaaien. In januari 1970 trad Dolle Mina voor het eerst als maatschappijcritici actiegroep naar buiten. Dit gebeurde met een aantal snel opeenvolgende acties, de veel teweegbrachten. Al snel kwamen journalisten overal vandaan om de Dolle Mina in Amsterdam te zien, overal in het land werden er Dolle Mina afdelingen opgericht. De mensen die ervan het begin bij waren, werden overdonderd door het resultaat van hun acties. De acties die is in het begin hadden gehouden, hadden meer losgemaakt dan ze ooit hadden kunnen voorzien. Het aantal leden van de Amsterdamse Mina`s werd in enkele weken vertienvoudigd. Er werden in Nederland ongeveer vijfendertig afdelingen opgericht. Al deze mensen die zich bij aansloten moesten wel echt mee eens zijn met de Dolle Mina’s, omdat de Dolle Mina spontaan gegroeid was en geen organisatie kende en evenmin een pasklaar actieboekje kon aanbieden. Bij het vijfjarig bestaan van de Dolle Mina kwam er een boek “Meid, wat ben ik bewust geworden, vijf jaar Dolle Mina”. In die tijd had Dolle Mina rondgekeken, gezien wat er fout is en vastgesteld dat veel vrouwelijke onvrede terug te voeren is op de manier waarop onze maatschappij in elkaar zit. In tegenstelling met sommige andere emancipatiebewegingen is voor Dolle Mina niet de belangrijkste tegenstelling die tussen man en vrouw, maar tussen rijk en arm, kanshebbers en kanslozen. Echte vrijheid is een kwestie van kunnen, niet alleen mogen en dit geldt voor vrouwen en voor mannen. Wat wilde Dolle Mina
Toen de Dolle Mina met was opgericht wilden ze op kort termijn: - onderwijs en opvoeding: • gelijke opvoeding voor jongens en meisjes (geen apart speelgoed voor jongens en meisjes, geen aparte vakken). • voorlichting over seksualiteit. • gelijkstelling van het onvolledige gezin. • verbetering en democratisering van het onderwijs. - kinderopvang en huishouden: • meer en gratis peuterspeelzalen en kinderopvang e.d. • opvangmogelijkheden tussen en na schooltijd. • afstemming van vakantie en schooltijden. • gemeenschappelijke woonvoorzieningen. -arbeidssituatie • recht op gelijk werk en gelijk loon. • individualisering bij de belastingwetgeving en sociale uitkeringen. • verlofregeling bij ziekten van huisgenoten voor man of vrouw. • recht op uitkering naar keuze voor man of vrouw na de bevalling gedurende 2 tot 6 maanden. • verbetering van de economische positie van de vrouw, o.a. door afschaffing van de laagste loongroepen in de C.A.O’s. -abortus. • de vrouw beslist. • abortus in het ziekenfonds. • abortus uit het wetboek van strafrecht. Wat hun eisen op langere termijn betreft was Dolle Mina van mening dat van werkelijke emancipatie pas sprake kan zijn als in socialistische maatschappij. Een maatschappij waarin iedereen, man of vrouw, rijk of arm, gelijke kansen krijgt. Een maatschappij waarin het huishouden zoveel mogelijk gemeenschappelijke is, waar naast verkorting van de arbeidstijd de arbeid ook beter verdeeld is, waar geproduceerd wordt naar behoeften en niet om winst te en waar de werknemers medebeslissingsrecht hebben. Maar hiernaast moeten mensen ook hun mentaliteit veranderen, anders leren denken over de man-vrouw verhouding. Want volgens de Dolle Mina, kan geen feminisme zonder socialisme, geen socialisme zonder feminisme. Want ook als alle vrouwen en mannen gelijke rechten hebben, houdt dat niet in dat ze elkaar ook ze gelijke zien en elkaar als zodanig behandelen. Dolle Mina probeerde hun doel te halen door acties te organiseren en te houden. In het begin waren het snel opeenvolgende acties die een schikeffect deed opwaaien. Sommige van deze acties kent bijna iedereen, zoals de actie “baas in eigen buik”, die er over ging dat de vrouw ook in de seksuele zaken zelf wilde beslissen. Hier komen nog meer actie van Dolle Mina; het dichtbinden van urinoirs met roze linten, het naroepen en fluiten van mannen, het uitdelen van condooms, bezetting van “Magriet”. Volgens hun zo lesbianisme een politieke keuze voor feministen moeten zijn. Een veel gehoorde kreet in die tijd was “Je gaat toch niet met je onderdrukker naar bed? . De rol van de media De technologische ontwikkelingen volgden elkaar snel op. De telefoon, auto en radio werden daardoor steeds goedkoper en voor veel mensen betaalbaar. Ook de verbeterde infrastructuur droeg bij aan het makkelijker communiceren met elkaar. In de jaren 60 hadden de journalisten, in de ogen van de elite een dienende functie. Er was weinig ruimte voor een kritische benadering. In de loop van de jaren maakte beleefdheid plaats voor ironie en kritiek. Er werd vooral veel aandacht besteed aan fouten en spanningen tussen politici. Dit werd gedaan door een nieuwe generatie journalisten die hoger opgeleid waren en voor hun eigen mening durfden uitkomen. In de tweede helft van de jaren 60 namen de tijdschriften en kranten het voor de jongeren op en kwam er meer openlijke kritiek op de gevestigde orde. Ook kwam er een splitsing bij de dagbladen in gezagsgetrouwe kranten en kranten die zich wilden identificeren met de jongeren. Ook op het gebied van radio volgden er grote veranderingen. Zo kwamen er commerciële zenders bij zoals b.v. de piratenzender Veronica, die uitzond vanaf een schip voor de kust van Scheveningen. Zij brachten alleen popmuziek en reclame. Veronica trok vooral jonge luisteraars die weggetrokken werden bij de Hilversumse radiozenders. Om deze teruggang te stoppen werden er drie nieuwe publiekzenders opgericht die vooral popmuziek draaiden. Al deze zenders hebben een grote invloed gehad op het doen en laten van de jongeren. Er heerste vrijheid van meningsuiting voor de commerciële zenders. Bij de publieke zenders in Hilversum waren veelal gebonden aan een zuil. Doordat er veel naar de radio werd geluisterd raakten jongeren beter geïnformeerd en zo meer betrokken bij het wereldgebeuren. Jongeren zochten elkaar op en groepeerden zich. Binnen deze groepen werden veel ideeën besproken en doorgegeven. Met de komst van de TV kreeg men beelden te zien van het nieuws uit de hele wereld. Niet iedereen had direct een TV, men ging bij elkaar kijken. Jongeren voelden zich gesteund, omdat er in de wereld meer mensen waren, met dezelfde gedachten en idealen. Actualiteitenrubrieken en satirische programma’s besteden veel aandacht aan vooral politieke onderwerpen, deze kritische toon werd door de jongeren erg gewaardeerd. De boodschap was: vrijheid, blijheid, alles kon en mocht. Vooral de omgangsvormen werden losgelaten en de omgang met ouderen werd minder strak. Alles werd binnen de dialoog bepaald, er waren geen vooropgezette regels, behalve dan dat men zich afzette tegen de gevestigde orde. Deze kritische toon werd niet altijd gewaardeerd door de gezagsdragers. De media heeft er voor gezorgd dat alles bespreekbaar werd, of werd gemaakt. Door in de pers druk uit te oefenen op een politicus bleek er veel meer bespreekbaar te zijn. De politiek vroeg aan de zelfde zuil in de media door middel van zelfcensuur van loyaal te blijven aan het gezag. Hoofdstuk 3 De Jaren 70 De jaren zeventig kunnen worden getypeerd als een periode van consolidatie van de naoorlogse welvaart. Luxegoederen als de auto, de televisie en vakanties in het buitenland, zijn voor veel mensen bereikbaar geworden.
Jongerenprotest jaren 70 De positie van de jongeren was in de jaren zeventig grondig veranderd. Ze werden serieuzer genomen en hadden inspraak gekregen via universiteitsraden, schoolparlementen, wijkraden en andere democratische instellingen. Gezagsdragers en volksvertegenwoordigers waren altijd bereid met jongeren en hun vertegenwoordigers te praten, wat eerst wel anders was. De kiesgerechtigde leeftijd was verlaagd van 21 naar 18 jaar en jongerenorganisaties van politieke partijen hadden invloed op de partijprogramma’s en op de kandidatenlijsten. Op scholen mochten leerlingen de leraren nu met je, jij en jou aanspreken. In het leger waren de dienstplichtige soldaten niet langer verplicht hun meerderen te groeten en konden ze hun haar zo lang dragen als ze wilden. Ook in de gezinnen waren de gezagsverhoudingen gewijzigd. De ouders gaven hun kinderen veel meer ruimte dan zijzelf in het verleden ooit hadden gekregen. Zo vormden de jaren zeventig een roerige periode waarin de bevolking zich actief met allerlei politieke kwesties ging bemoeien. Politieke leiders konden niet langer ongemerkt hun gang gaan, regeringspartijen moesten ervoor zorgen dat zij hun verkiezingsbeloftes waarmaakten, want kiezers hadden er weinig moeite mee om over te stappen naar een andere partij. In het midden van de jaren 70 trad een verandering op in de jongerenbeweging. Vooral vanuit Engeland spoelde de punk over de rest van Europa. Het kapsel van de punk was van veraf herkenbaar: geverfd in alle kleuren van de regenboog en in de meest vreemde vormen gestyled. Kleding was meestal zwart en gescheurd, bijeengehouden door veiligheidsspelden. Pogo was de dans, waarbij voornamelijk op en neer gesprongen werd. Was in de jaren 60 de leus nog: ‘De jeugd heeft de toekomst’. In de jaren 70 werd de leus: ‘De jeugd heeft geen toekomst’ (No Future). Time magazine noemt hen de buitengesloten generatie. De punk scene had geen positieve aspecten. Hoe kun je die immers rijmen met een cultuur, die tot doel had overal tegen te zijn? De subculturen reageerden verschillend op de economische crisis van de jaren 70. Skinheads wilden de oude normen en waarden van de arbeiders terugbrengen. Punks vielen deze juist aan. Hard Mods en skinheads Midden jaren zestig belandde de Britse economie in een crisis waarvan vooral jongeren de dupe werden. Een deel van de Mods kon het hoge consumptieniveau niet handhaven en greep terug naar de proletarische roots. Deze Hard Mods verheerlijkten fysieke kracht en mannelijkheid. De dure kleding werd ingeruild voor werkkleding. Midden jaren zestig belandde de Britse economie in een crisis waarvan vooral jongeren de dupe werden. Geweld speelde een belangrijke rol en de skinheads (Ze heetten eerst Hard Mods) bouwden een geduchte reputatie op als around hooligans. Ze waren te vinden rond de voetbalvelden en op straat, waar fans van rivaliserende clubs, intellectuelen, buitenlanders, hippies en homo’s het mikpunt waren van hun agressie. Hun muziek was nog altijd de ska. Hoewel het niet mooier moet worden voorgesteld dan het was, leefden de skinheads en de Jamaicaanse rode boys in die periode relatief vreedzaam naast elkaar in de oude wijken van de grote steden. Beide groepen zaten in de hoek waar economisch de meeste klappen vielen en beide groepen namen stijlkenmerken van elkaar over. Ook het uiterlijk van de skinheads had een duidelijke betekenis. Skinheads knipten hun haar zo kort dat de hoofdhuid te zien was en plaatsten zichzelf daarmee buiten de samenleving, waarin lang hippiehaar toen de trend was. Overigens is een kaal geschoren kop eerder een symbool van verstoting door de maatschappij dan een uiting van rechts-extremisme. In nazi-Duitsland mochten SA’er en SS’ers hun hoofd niet kaal scheren. De nazi’s scheerden wél hun slachtoffers kaal, degenen die niet meer in hun maatschappij pasten. Kort haar had ook een praktische functie: het gaf tegenstanders bij vechtpartijen geen houvast. Skinheads trokken de toen nog goedkope werkschoenen van Dr. Martens (Doc) aan. Ook die hadden een praktische functie: er konden flinke trappen mee worden uitgedeeld. Skinheads droegen broeken met hoog opgerolde pijpen. In de eerste plaats omdat ze vaak uit grote arbeidersgezinnen kwamen en (te lange) afdankertjes van oudere broers moesten afdragen. In de tweede plaats om met hun opgepoetste Doc Martens te pronken. De broeken werden opgehouden met bretels, die bóven de kleding werd gedragen. Dit was afgekeken van de rode boys. De parka’s en chique regenjassen werden ingeruild voor ‘ordinaire’ spijkerjacks. De Fred Perry’s, Lonsdale’s en Ben Shermans bleven om dezelfde redenen als voorheen. Daarbij waren de poloshirts van Fred Perry, die bestaan uit een basiskleur die is afgezet met gekleurde biezen, een goedkoop alternatief voor de dure voetbalshirts in clubkleuren. De skinheadbeweging beleefde haar hoogtepunt in 1969 en bloedde daarna langzaam dood. Eind jaren zeventig kende skinhead echter weer een opleving, dankzij de punk. Toen punk in 1978 commercieel gemeengoed was geworden, bracht de Streetpunk of Oi! de punkmuziek weer terug naar de straat, terug naar de jongeren uit de arbeidersklasse. Streetpunk of Oi! Was hard, snel, simpel en radicaal. Het had niets meer te maken met de ska waar de oude skinheads samen met de Jamaicaanse rude boys naar luisterden. De ruwe, lompe dansen die erbij hoorden (moonstomp, pogo) pasten perfect bij het op mannelijkheid gerichte imago van de skinheads. Maar stootten meisjes af en ook de rude boys bleven weg. Skinhead werd aantrekkelijk voor zeer radicale jongelui en rechts-extremisme deed zijn intrede. Niet dat er voor die tijd geen racistische skinheads waren. Het in elkaar slaan van Pakistani was ook voor de eerste generatie al een vorm van tijdverdrijf geweest. Niet voor niets had het Britse National Front (NF) al sinds begin jaren zeventig pogingen ondernomen om skinheads te rekruteren. (Toch kreeg het NF nooit grip op de onberekenbare skinheads.) Maar begin jaren tachtig verkeerde Groot-Brittannië in een diepe economische crisis. Van de autochtone jongeren was 50% werkloos, van de allochtone jongeren zelfs 60%. Geen wonder dat de maatschappelijke verhoudingen op scherp stonden en dat vechtpartijen aan de orde van de dag waren. De structurele werkloosheid en uitzichtloosheid van veel skinheads bleek een prima voedingbodem voor extreme politieke boodschappen. En bands als Screwdriver (‘schroevendraaier’, een prachtige verwijzing naar de arbeidersklasse...) deden hun uiterste best om hun white power boodschap aan de man te brengen (de in 1993 overleden zanger lan Stuart was een voorman van het National Front). En dat imago zijn skinheads nooit meer kwijt geraakt, ondanks verwoede pogingen van het in 1986 gevormde SHARP (Skinheads Against Racial Prejudice). Het rechts-extremisme overschaduwde de beweging volledig. Begin jaren tachtig verschenen er ook buiten Groot-Brittannië skinheads. In met name Duitsland en in de Verenigde Staten werd echter vooral de rechts-extremistische versie geïmporteerd, waardoor skinhead hier vooral met racisme wordt geassocieerd. De nieuwe skinheads trokken het bekende ‘uniform’ aan. • Een kaal hoofd. • Geen spijkerjacks maar zwarte of groene bomberjacks. . Witte T-shirts of T-shirts met een bandnaam erop. • Spijkerbroeken met hoog opgerolde pijpen. . Doc Martens of kisten. • Legerkleding en camouflagekleding. Aan sommige kledingitems werd ook een expliciete politieke betekenis gegeven. • Rechtse skins regen hun Doc Martens vast met witte of gele veters, linkse met rode veters. • Witte bretels pasten leuk bij die witte veters. • Als shirts van Lonsdale onder een open jack werden gedragen, dan kon de goede verstaander in de merk naam NSDA lezen: National Sozialistische Deutsche Arbeiter. Bijna de naam van Hitlers nazi partij, dus. • In Duitsland werd het zwarte poloshirt van Fred perry populair. Het shirt was afgezet met een witte en rode bies. Zwart, wit en rood zijn de kleuren van de oude Keizerlijke vlag. De stijl van de skinheads is agressief. Een skinhead legde in de Times uit waarom: “You dress yourself to protect yourself. You’ve got bowers and they’re your best friends. Your pants are tight so nobody can hold them. Your shirt hasn’t got a collar so they can’t pull it. The way things are going now you have to protect yourself.” Het enige waar skinheads aan vast konden houden, was dat ze niets te verliezen hadden. Punk Ook ontstond er in de Verenigde Staten rond de jaren ’70 een nieuwe groep. Zij probeerde de authentieke underground van de jaren ’60 opnieuw te beleven, ze noemden zichzelf de Punkers. De Punkers stammen eigenlijk af van de Punkmuziek, het woord Punk betekent straatschoffie. Deze naam paste namelijk bij het ruige geluid, gedrag en uiterlijk van de muziekanten. In 1977 brak Punk ook door in Nederland en sinds 1986 is de ‘Punk-scene’ niet groot meer. De Punks hadden als doel de grenzen tussen kunst en leven op te heffen. Ze vonden de steeds commerciële samenleving verschrikkelijk. Punks hadden verschillende achtergronden. Binnen de punkbeweging bestonden meerdere subculturen: beehive punks en in politiek geïnteresseerde punks. Anarchisme was een onderdeel van hun levensfilosofie. Daarom waren ze niet in een hokje te stoppen en stonden ze los van alle politieke partijen. De Punks protesteerden door aparte kleding en aparte kapsels te dragen. Ze hadden altijd wel van een kledingstuk iets creatiefs gemaakt zodat ze zouden opvallen in de menigte. Het verzet tegen de maatschappij was sterk agressief. Punks liepen vaak mee met demonstraties en andere acties. Dit was één van hun dagelijkse bezigheden. Ook organiseerden ze bijeenkomsten die massaal werden bezocht door Punkers. Dit waren een soort van acties tegen de samenleving. Ze hebben er alleen niks meer mee bereikt dan aandacht. Uiteenvallen van Dolle Mina Een belangrijk protest wat eigenlijk al eind jaren zestig opkwam is die van het feminisme. Deze beweging kwam in opstand tegen de achtergestelde rol van vrouwen in de samenleving. In 1968 waren de rechten van vrouwen op de arbeidsmarkt wel verbeterd maar bleven zij vooral in hogere invloedrijke functies ver in de minderheid. Een bekende actiegroep die zich inzette voor de rechten van vrouwen was Dolle Mina. Net zoals Provo trok Dolle Mina veel aandacht met ludieke acties, als het uitdelen van condooms op straat. Dolle Mina was een linkse, radicaal feministische actiegroep oorspronkelijk ontstaan in december 1969. Dolle Mina begon met een klein groepje mensen, die uit eigen ervaring onvrede deelden met de plaats en de mogelijkheden van vrouwen. Ondanks de rechten, die vrouwen in 1970 hadden, was er nog veel onrecht en achterstelling voor de vrouw. De groep die in september 1969 voor het eerst over een nieuwe vrouwenbeweging ging nadenken, bestond uit leden van de Socialistische Jeugd (SJ). Inspiratiebronnen waren onder andere actievoerende vrouwen in de VS, maar ook de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam van een paar maanden eerder. Als een orkaan trok de nieuwe actiegroep genaamd Dolle Mina door Amsterdam, al heel snel door heel Nederland en later ook in België. Het doel van de Dolle Mina’s was om door middel van acties ‘iets’ te doen aan de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. Vanaf januari 1970 tot oktober 1974 voerden zij verschillende acties uit, te beginnen met de bestorming van het opleidingsinstituut Nijenrode uit protest tegen het feit dat op Nijenrode geen vrouwen werden toegelaten. Andere acties waren bijvoorbeeld bedoeld voor het verkrijgen van damestoiletten in de openbare ruimte, voor de oprichting van crèches, voor goede anticonceptie en vrije abortus, en tégen de ‘missverkiezing’. De Dolle Mina’s hebben veel bereikt met hun ludieke acties maar rond 1975 gingen de Dolla Mina’s eigenlijk alleen nog voor abortusdemonstraties massaal de straat op. Dolle Mina was geen massabeweging meer, maar had zich voortgeplant in talloze actiegroepen en organisaties. Vrouwen gingen participeren in politieke partijen en de vakbonden. Aan de universiteiten ontstonden ‘vrouwenstudies’. Ook waren er inmiddels overblijfmogelijkheden voor schoolgaande kinderen, uitgebreidere voorlichting over anticonceptie en abortusklinieken. Dolle Mina had zijn doel bereikt en het werd weer stil rondom de vrouw. Veel vrouwen werden actief in allerlei andere organisaties. Een van de laatste grote activiteiten was de actiedag ‘Op de Vrouw Af’, een samenwerking tussen enkele vrouwenbladen, Man-Vrouw-Maatschappij en Dolle Mina, met een poster van Opland. Rond 1977 stierf de actiegroep een stille dood. De jaren 80 waren minder opzienbarend dan de jaren 60 en 70. Verschillen tussen groepen jongeren waren minder uitgesproken. Er presenteerden zich steeds meer verschillende types: kakkers, punkers, hiphoppers, rasta’s, disco’s, alternatievelingen, hippies, drop outs, dijkers, rockers, blowers, enz. Dit maakte het moeilijk om onderscheid te maken. Overal zag je graffiti, jongerencentra en uitingen van hardrock, punk en new wave. Jeugdculturen werden een normaal verschijnsel. Jongeren veroorzaakten ook veel veranderingen in de samenleving. De commercie verdiende veel aan ze. De strijd tegen de samenleving was grotendeels voorbij. Jeugdcriminaliteit groeide, er ontstonden jeugdbendes. In de jaren 80 ontstonden er maar weinig nieuwe jeugdculturen, die van de jaren 70 bleven bestaan. De hiphopcultuur en de housecultuur waren nieuw. Ze hebben weinig met elkaar te maken. Hiphop De hiphopcultuur kwam uit Amerika. Aanhangers waren vooral jongeren uit de getto’s, die weinig mogelijkheden hadden in de maatschappij. Dit was een van de meest zuivere culturen die ooit ontstaan is. Er kwamen ook een aantal subculturen uit voort, zoals: rap (sprekend zingen), breakdance, electric boogie (eigen dansstijl) en graffiti (illegaal beschilderen van muren met spuitbus en stift). Van oorsprong is hiphop een zwarte danscultuur uit New York. Rond 1975 draaide een dj zijn eigen soort muziek, een mengsel van nieuwe dansmuziek, zwarte straattaal en draaitafeltechnieken. Door zijn “hip hop the hippy hop the body rock” ontstond hiphop en ook ontwikkelde hij een nieuwe manier van dansen: electric boogie en breakdance. Naast het dansen rapten de hiphoppers veel en beschilderden ze muren met graffiti. Er was niet één soort stijl qua haardracht, wel zag je veel zogenoemde ‘blockheads’. Hierbij was het haar in de nek en aan de zijkant heel kort, terwijl boven op het hoofd het haar zo hoog als mogelijk moest. In Nederland waren de eerste hiphoppers actief vanaf 1979. In de 80-er jaren was het een bloeiende subcultuur: je zag veel breakdansers dansen op straat en het spuiten met graffiti was helemaal in. Veel jongeren gingen ’s nachts op pad om de muren onder te schilderen. De kunstvorm graffiti werd overgenomen door buitenlandse jongeren en door blanke jongeren uit de lagere milieus. De eerste Nederlandse hiphoppers wisten nog niet zo goed wat nou echt in was en droegen gewone kleren als T-shirts, joggingpakken en truien. Maar toen de film Beat Street in Nederland uitkwam, namen veel jongeren die stijl over. Op het gebied van schoenen en kleding was het merk heel belangrijk. In tegenstelling tot de kleurrijke breakdanceoutfits droegen de graffiti spuitende jongeren saaie, donkere kleding. Het moest camoufleren, ruimte bieden voor de spuitbussen en ze moesten er snel in kunnen rennen als dat nodig was. Toen rond 1985 rappen steeds populairder werd, veranderde ook de kledingstijl. De kleurige, glimmende pakken maakten plaats voor grote wijde spijkerbroeken met een hangend kruis. Om de muziek nog dansbaarder te maken draaiden de dj’s op twee verschillende draaitafels door elkaar (mixen), hier werden dan nieuwe liedjes gemaakt uit bestaande muziek. Een andere techniek is het scratchen. Hierbij wordt de plaat onder de naald door de hand heen en weer bewogen. De Nederlandse hiphoppers hielden zich voornamelijk bezig met dansen in plaats van rappen. Graffiti was de manier om je kunstgevoelens te uiten als hiphopper. Graffiti werd aangebracht op bouwwerken, de metro, de tram of de trein. Hiphoppers bestonden uit twee verschillende groepen: crew en posses. Een crew was een groep die samen een product neerzette, en ‘de posse zijn de vrienden naast je crew, waar je mee omgaat in je vrije tijd.’ In het begin van de Nederlandse hiphop periode, bestond het merendeel uit jongens, er waren heel weinig meisjes te bekennen. Meisjes luisterden wel steeds vaker naar de hiphop muziek. Pas toen sommige rappers wat meer liefde in hun liedjes gingen stoppen, raakten de meisjes meer geïnteresseerd. De verschillende hiphopactiviteiten, die de jongeren uitvoerden, kostten veel tijd. Daarom leed school en werk er vaak onder en kwam daar vaak niets van in. Hiphop is nu in deze tijd nog steeds een echte cultuur met zijn eigen kenmerken. Hét ideaal van de hiphoppers is van hun hiphopactiviteiten te kunnen leven, en die gedachte zal ook altijd zo blijven.
Skinheads Skinheads waren voor het eerst actief in Engeland in 1968. Rond 1979 begon Skinhead op te komen in Nederland. De jeugd nam het uiterlijk van de Skinheads over, zonder dat zij echt wisten wat voor cultuur het was. Skinheads danken hun naam aan hun kale hoofden. Meisjes waren niet helemaal kaal, zij hadden vaak nog een blonde pluk naar voren hangen. Skinheads waren er trots op dat zij uit een wat lagere klasse kwamen en hadden problemen met mensen die helemaal niets doen, maar er toch voor beloond worden. De kleding van de Skinheads bestond uit: arbeidersschoenen met stalen neuzen (waar zij lekker mee konden schoppen), opgerolde pijpen van een spijkerbroek, een kale kop (dat was voor hun geldbesparing), T-shirts van Fred Perry (dit was een hele goede tennisser uit de arbeidersklasse), Lonsdale shirts en bretels, het liefst smalle rode, dat typische Engelse. De verschillende Skinheadgroepen kon je herkennen aan de kleur schoenveters. Rode veters waren voor linkse activisten, witte voor fascisten, gele voor racisten en groene voor IRA-aanhangers. Ook erg populair waren ringen en oorringen. Vaak met doodshoofden, duivelskoppen, nazi-emblemen of Keltische ornamenten. Piercings en tatoeages hoorden er ook bij. Voetbal werd gezien als arbeiderssport en werd dus ook erg populair bij de Skinheads. Maar naast voetbal spelen en voetbal kijken, hielden ze ook van het zitten in de kroeg of een jongerencentrum. Hier dronken ze (veel) bier. Maar naast bier werd er ook veel drugs gebruikt, kalmerende middelen waardoor de avond langer door kon gaan. De Skinheads kwamen veel voor elkaar op en deelde alles samen, maar werden wel vaak gezien als erg agressief. De Skinheads hadden allemaal dezelfde passies en pasten daarom erg goed bij elkaar. De jongeren die eenmaal bij de Skinheads zaten, wilden er niet meer weg. Straight-edge Straight-edge is rond 1980 voortgekomen uit de hardcore punk. De Straight-edgers vinden losse seksuele contacten, roken, alcohol en drugs niet kunnen. Wel heel goed vinden zij het milieu, vegetarisme, veganisme en dierenrechten. Deze groepering keert zich tegen de maatschappij, maar dan op een goede manier. Zij willen de maatschappij verbeteren. In het begin van de jaren tachtig hadden de Straight-edgers niet echt een kenmerkend uiterlijk, ze hadden net als de Skinheads kale hoofden, strakke broeken, leren- of spijkerjacks en een soort hoge basketball schoenen. De jongens droegen strakke halskettinkjes en de meisjes normale, dunne kettinkjes. Beiden geslachten hadden kleine tatoeages of piercings. Wel kenmerkend voor de Straight-edgers was een kruis op de hand. In Amerika is dit begonnen, hier kregen minderjarigen bij en concert een kruis op de hand. De Straight-edgers gingen hier ook voor kiezen, en vanaf toen had iedere Straight-edger een kruis op de hand. Net als bij veel andere jeugdculturen, was ook het Straight-edge een groep met bijna alleen maar mannen. Meisjes vonden het te ruig. De muziek wat de Straight-edgers maakten, had twee verschillende kanten. Het lied had een goede tekst, dingen waarnaar de Straight-edgers streefden (Bv. ‘Don’t smoke, don’t drink, don’t fuck around’ van zanger Ian McKaye), maar het geluid achter de tekst kwam erg agressief over, net zo agressief als in hardcore punk. De meeste Straight-edgers denken zelf veel na over de politiek en hoe het anders zou kunnen in de wereld. Zij nemen het leven heel serieus en zien het optimistisch in. New Wave New Wave en punk waren twee gelijke subculturen. New Wave kwam wat later tot ontwikkeling, begin jaren tachtig is het naar Nederland gekomen. Deze twee culturen lijken veel op elkaar, maar zijn toch nét wat anders. Punk was heel kritisch tegen de maatschappij, niets was mooi voor de punkers, terwijl de New wavers dat niet hadden. Bij hen draaide alles om kleding en muziek. Zij imiteerden de haardracht en kledingstijl van de artiesten. De meeste New wavers hadden zwart piekhaar, of hoog getoupeerd. Het haar hing over de ogen heen met veel gel of haarlak erin. Zowel jongens als meisjes hadden zwarte make-up op bij het uitgaan. Ook hadden zij een voorkeur voor zwarte, wijde kleding. Jongens hadden shirts zonder mouwen, een leren jack of een zwarte leren broeken aan, meisjes lange of juist korte rokjes. De New wave muziek was braver, melodieuzer, en minder ruig dan dat van punk. Ook hadden deze liedjes echte teksten met inhoud. Vrijwel iedereen maakte zelf muziek en zaten in een band. Er werd vrij veel geblowd: wiet en hasj. Ook gebruikten ze cocaïne of speed, maar niet veel. New wavers vormden samen een hechte groep, ze gingen vriendschappelijk en gelijkwaardig met elkaar om. Alto Net als veel culturen in de jaren tachtig, willen de alto’s zich onderscheiden van de rest. Zij willen doen wat zij zelf willen en willen daarbij niet lastiggevallen worden. In alto zitten verschillende kenmerken die ze hebben overgenomen van de metalheads en punkers. Alto’s hebben lang haar tot over hun schouders met eens scheiding precies in het midden van het hoofd, halflang haar of dreadlocks. Sommigen verfden het in een opvallende kleur: blauwzwart, oranje, henna, rood of groen. Voor meisjes maakte het niet uit of ze lang haar hadden of kort, punkachtig haar. Lang haar werd op verschillende manieren gedragen. Kleding kochten de alto’s bij tweehandswinkeltjes, de dump of gespecialiseerde winkels. Soms ruilden ze onderling van kleren. Meisjes en jongens hadden bijna dezelfde soort kledingstijl: een rechte of strakke broek, T-shirt of lange truien, leger en leren jasjes, en kisten. Het liefst hadden ze alles zwart en versleten. Als accessoires hadden ze een oude rugzak, sjaals en omafietsen in verschillende kleuren. Qua muziek hielden alto’s eigenzinnig en onverwacht. Om te dansen luisterden zij naar een combinatie van rock, punk en house. De zinnen in de liedjes waren zinnen die zich richtten tegen de maatschappij, want dat deden de alto’s ook. ’S Avonds deden de alto’s niet veel bijzonders. Meestal gingen ze hangen in het park, bij iemand thuis zitten of zitten in cafés en coffeeshops. De alto’s gaan gelijkwaardig met elkaar om, er wordt niet gelet op huidskleur of achtergrond maar toch is het aantal allochtonen klein. House Wat later in de jaren 80 ontstond het verschijnsel ‘house’. Deze cultuur viel voor het commerciële systeem en is nu in iedere disco te horen. De eerste housemuziek kwam uit Amerika, maar heeft daar nooit veel betekend. In de zomer van 1987 slaat tijdens de Summer of Love house-muziek ook over naar Europa. Eerst van Ibiza naar Engeland, daarna volgt de rest van Europa snel, ook mede dankzij MTV’s Party Zone, een dan gestart dance programma op MTV Europe. In Nederland groeide zij enorm. Het werd een typisch Nederlandse scene met veel succesvolle housebands zoals Two Unlimited.. De eerste house klinkt niet echt als de latere house. Het wordt dan ook wel proto-house genoemd

De hokjesgeest begint al snel zijn intrede te doen. Acid house en het gerelateerde new beat uit België vormen het begin van de hardere stijlen, waarbij vanaf begin jaren negentig ook Nederland, en dan vooral Rotterdam, een belangrijke factor speelt met de gabber cultuur. In Rotterdam was Hard House, tegenwoordig Hardcore (house) genoemd, zeer populair. House muziek wordt gegenereerd op elektronische apparaten meestal een personal computer, maar ook op synthesizer,keyboard of drumcomputer, de maker van een house-song noemt zich de producer en de persoon die de song afspeelt noemt men de diskjockey. De onderverdeling van de subculturen is hoofdzakelijk gebaseerd op het aantal beats per minute (BPM) dat een song eigen is. Het BPM gebied van het genre house ligt rond 130 BPM. Hoofdstuk 4 De Jaren 90 In de jaren 90 is de kennis van de mens enorm toegenomen door de uitbreiding van televisiekanalen, de zendtijd en de digitale snelweg. Vooral jongeren maakten en maken veelvuldig gebruik van deze middelen, waardoor ze mensen van hun eigen cultuur zowel in binnen- als in buitenland zeer snel konden/kunnen bereiken. Hoe de jongeren in de jaren 50 in opstand kwamen omdat ze meer invloed wilden hebben op Nederland en los wilden komen van hun ouders, kwamen de jongeren in de jaren 90 in opstand omdat ze meer invloed op het onderwijs wilden hebben. Zij wilden inspraak op de vorm en inhoud van het onderwijs na jaren van topdown besturing. De scholieren accepteerden het gezag van de docenten niet meer. In de jaren 90 vonden veel ontwikkelingen en veranderingen in het onderwijs plaats. Zo waren er positieve, maar ook negatieve veranderingen. Bezuinigen op studiebeurzen, OV-jaarkaart voor studenten beperken, enz. In de jaren ’90 werden er twee studentenvereniging opgericht die opkwamen voor de belangen van de studenten: Het LAKS In 1894 werd ‘het LAKS’ opgericht, het Landelijk Aktie Komitee Scholieren. Het bestuur bestaat uit scholieren. Het doel van het LAKS is de leerlingen centraal te stellen en hun een stem te geven. Met name door het LAKS zijn de volgende veranderingen tot stand gekomen: • -Het verplicht stellen van een Leerlingenraad op alle scholen sinds 1993 • -Het oprichten van een Klachten- en Informatiecentrum • -Het in 1992 toespreken van de Tweede Kamer
Het LAKS staat klaar voor iedere scholier. Het verschaft cursussen en geeft alle nodige informatie voor en over scholieren. In 1999 splitste ‘de Jongeren Beroeps Organisatie’(JBO) zich af van het LAKS. Het JOB vertegenwoordigt leerlingen van het Middelbaar Beroeps Onderwijs(MBO). Het LSVb Een andere studentenvereniging die opkomt voor de belangen van de studenten is de LSVb: Landelijke Studenten Vakbond, opgericht in 1983. Dertien lidbonden van de LSVb vormen samen de Algemene Leden Vergadering, waar het bestuur van de LSVb verantwoording aan verschuldigd is. Een grote actie van de LSVb vond plaats in 1988 toen 35000 mensen demonstreerden tegen het beleid van de minister van onderwijs. Verder hebben er nog een aantal acties plaatsgevonden, zoals demonstraties tegen bezuinigingen en veranderingen rondom het collegegeld. Op die manier wil het LSVb de studenten beschermen en voor de belangen van hun opkomen. Bronvermelding Jaren 50: -Handboek geschiedenis. -
http://members.home.nl/hpd/po-gs/jeugdculturen/Artikelen/Artikel-A.htm -http://www.vgnkleio.nl/d/stofoms-ned-1950-1990-hv.doc
Jaren 60: - Handboek geschiedenis - http://www.stormfront.org/archive/t-171323Geschiedenis_der_Skinheads.html - www.scholieren.com - www.google.com - www.wikipedia.nl - http://nl.wikipedia.org/wiki/1960-70 - http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/infoblok.jsp?infoblok=215935
Jaren 70 - http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/infoblok.jsp?infoblok=215935 - http://www.stormfront.org/archive/t-171323Geschiedenis_der_Skinheads.html - www.scholieren.com - www.google.com - www.wikipedia.nl
Jaren 80 - www.wikipedia.nl - www.google.nl - http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/infoblok.jsp?infoblok=215935 -
www.scholieren.com - http://nl.wikipedia.org/wiki/House
Jaren 90: -http://nl.wikipedia.org/wiki/Laks -http://www.lsvb.nl/organisatie/overlsvb -http://www.laks.nl/index.php?pageId=63

REACTIES

I.

I.

je bent echt niet cool hoe je praat/ Ga even iets nuttigs met je leven doen gozer.

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.