De telefoon

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 677 woorden
  • 29 september 2006
  • 126 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
126 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. De inleiding.

We kennen allemaal de telefoon wel.
Dat handige apparaat waarmee je kan bellen.
We vinden het heel gewoon dat we een telefoon hebben.
Maar is het eigenlijk wel gewoon?
Er is heel wat gebeurd voordat iedereen in Nederland een telefoon heeft.
Er zijn een heleboel telefoonkabels aangelegd.
En er moet ook een telefoonkabel liggen naar degene die je wilt bellen.
Daar komt nog bij: dat je niet rechtstreeks naar iemand belt.
Als je belt bel je eerst naar een telefoonbedrijf.

Daar verbinden ze je door met degene die je wilt bellen.
Dat gaat tegenwoordig allemaal heel snel.
In dit werkstuk wil ik het erover hebben hoe de telefoon is ontstaan.

2. De geschiedenis.

Het is niet bekend hoe de telefoon is ontstaan.
Zeer waarschijnlijk komt het idee van Antonio Meucci.
Hij is geboren in San Frediano in april 1808.
Hij vond een manier om ziekten te behandelen.
Op een dag toen hij bezig was met werken, hoorde hij zijn vriend in de kamer ernaast iets zeggen via het stuk koper dat tussen hen in lag.
Nog nooit had hij de stem van zijn vriend gehoord als hij in zijn kamer was zonder die koperdraad.
Hij merkte meteen dat hij een heel belangrijke ontdekking had gedaan.
De 10 jaar daarna verbeterde hij de uitvinding.
In 1850 verhuisde hij naar de VS om zijn uitvinding te maken.
Daar kreeg hij grote problemen.

Hij had geen geld en hij sprak geen Engels.
1855 toen zijn vrouw voor een deel verlamd raakte maakte hij telefoon in het hele huis.
Door een zware explosie raakte hij gewond en kwam hij in het ziekenhuis.
Zijn vrouw verkocht de bouwtekeningen.
Toen hij uit het ziekenhuis kwam probeerde hij de bouwtekeningen terug te kopen.
Maar zijn vrouw wist niet meer wie ze gekocht had.
Hij ging hard aan de slag om opnieuw een telefoon te maken.
Want hij was bang dat iemand anders er eerder patent op kreeg dan hij.
Helaas was hij in 1817 niet rijk genoeg om het patent te betalen.
In 1873 probeerde hij geld los te krijgen van een rijke directeur.
Hij wou zijn toestel demonstreren.
Helaas zei de directeur dat er niets te demonstreren viel.
In 1874 vroeg hij aan de firma aan wie de bouwtekeningen verkocht waren of hij ze terug kon kopen.
Hij kreeg het antwoord dat ze kwijt waren.
Twee jaar later vroeg Alexander Grahem Bell patent aan op iets wat niet op een telefoon leek maar wat het wel was.

Meucci kwam erachter en liet een klacht indienen.
De advocaat van Meucci kwam erachter dat de tekeningen bij het Patent Office kwijtgeraakt waren.
Later dacht men dat de werknemers van Patent Office de bouwtekeningen aan Bell gegeven of misschien wel verkocht had.
Vanaf 1886 tot de dood van Meucci in 1896 liep de rechtszaak.
De regering wist toen al dat Bell de boel had opgelicht maar men deed er niets aan.
Na de dood van Meucci stopte men de rechtszaak.

3. Wat gebeurt er als je belt?

In een telefoon worden de geluidstrillingen door middel van een microfoon omgezet in een elektrisch signaal.
Het signaal wordt via de telefoonlijn naar de telefooncentrale gevoerd.
Vanaf daar wordt de persoon naar wie je wilt bellen gebeld.
Of er wordt naar een volgende telefooncentrale gebeld.
Als je naar het buitenland wil bellen is dat zo.
De telefoon van de gene die je belt gaat over.
Als hij opneemt dan legt de telefooncentrale een verbinding tussen hun telefoonlijnen.
Dit gaat in werkelijkheid heel snel.

De verbinding wordt verbroken als je de telefoon op het toestel legt.
Nu nog even een stukje over de telefoon van vroeger.
Vroeger hadden de telefoons niet eens echt een hoorn.
Er zat een microfoon op het toestel en een los oorstuk was de hoorn.
Later werden de microfoon een het oorstuk samen één hoorn.
Ook was er vroeger een draaischijf.
Die is veranderd in een aantal knopjes.
Het ontwerp van de telefoons is sterk veranderd.
Als er niet meer ontdekkingen waren gedaan was een mobieltje niet mogelijk.
Nu heb je ook andere functies op je telefoon.
Bijvoorbeeld: chatten, sms, internetten en foto’s maken.

REACTIES

A.

A.

wouw, ik moet voor school ook een werkstuk doen, over een machiene van vroeger en nu. ik doe het over de telefoon. heeft iemand tips??

12 jaar geleden

X.

X.

weet je nog welke sites je hebt gebruikt?

11 jaar geleden

E.

E.

leukkkkkkk werkstukkkkk

9 jaar geleden

J.

J.

ik vond het een beetje een korte spreekebeurt. maa het was wel goede informaie

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.